HomeActiviteitenActiviteiten 2011

De machtigste man ter wereld in onze streek

In de voetsporen van Napoleon

Lezing op zondag 27 maart 2011 om 10 uur door Arco Willeboordse
(Lees hier het verslag van Marc De Meester)

 

Napoleon was de machtigste man van zijn tijd en een van de beroemdste mannen uit de wereldgeschiedenis. Hij heeft grote invloed gehad en dat op velerlei gebied. Op een aantal terreinen van het maatschappelijke leven werkt die invloed nog altijd door.

Napoleon is een aantal keren in het noordwesten van Vlaanderen en westelijk Zeeuws-Vlaanderen geweest. Zijn aandacht ging onder andere uit naar de modernisering van militaire versterkingen voor leger en vloot en het verbeteren van land- en waterverbindingen.

napoleon-silhouet-zwartWie was Napoleon?

Napoleon werd geboren op 15 augustus 1769 in Ajaccio op Corsica. Hij kreeg een militaire opleiding. In de tijd van de Franse revolutie onderscheidde hij zich door zijn daadkrachtige en effectieve optreden en hij maakte dan ook als bevelhebber snel carrière. De revolutionaire regering zette hem in bij het onderdrukken van opstanden in het Franse binnenland en tegen buitenlandse vijanden in Italië en Egypte. In 1799 was hij de populairste man van Frankrijk en greep hij de macht.

Vijf jaar later kroonde hij zichzelf tot keizer van de Fransen en werd hij zowel staatshoofd als opperbevelhebber. In die functie dreef hij vele vernieuwingen door op gebied van de economie, het recht, het onderwijs en de gezondheidszorg. Zijn regeerstijl werd steeds autoritairder en hij duldde geen oppositie meer.

In het buitenland ging de machtsontplooiing van Napoleon over in militaire agressie en expansie. Dit bezorgde hem veel vijanden. De regeringsjaren van Napoleon worden dan ook gekenmerkt door bijna permanente oorlogstoestand, vooral tegen Oostenrijk, Rusland, Engeland en Pruisen. Tot 1812 wist hij zijn vijanden in een briljante stijl steeds te overwinnen. In 1812-1813 verloor hij in een veldtocht tegen Rusland echter tweede-derde van zijn leger. In 1813 werd hij bij Leipzig door de verenigde Europese grootmachten verslagen. Het daaropvolgende jaar vielen zij Frankrijk binnen. Napoleon wist het met een klein leger nog een half jaar vol te houden, maar was uiteindelijk gedwongen troonsafstand te doen. Daarop werd hij verbannen naar het eiland Elba.

In 1815 ondernam hij nog één poging om zijn vroegere macht te herstellen. Zijn nederlaag tegen de geallieerden bij Waterloo verijdelde deze poging. Verbannen naar het kleine Afrikaanse eilandje Sint-Helena overleed Napoleon zes jaar later, op 5 mei 1821.

napoleon-hermelijn-mantel

Vernieuwingen

De Franse tijd, inclusief het bewind van Napoleon, is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van de streek. Op bestuurlijk gebied werd het principe van de scheiding der machten geïntroduceerd in een aparte wetgevende, rechtsprekende. Het oude bestuurssysteem van steden, heerlijkheden en platteland met onderling verschillende  rechten maakte plaats voor het gemeentelijke bestuursstelsel. Noord-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen werden deel van het Franse rijk en kregen voor het eerst een professionele bevolkings- en kadasterregistratie. Ook kwam er één getals-, maten- en gewichtenstelsel met het cijfer tien, de meter en de kilo als basisgrootheden. Belangrijk was verder de invoering van vrijheid van godsdienst. De maatschappelijke zorg en onderwijs werden gereorganiseerd en kwamen onder toezicht van de overheid.

Infrastructuur

Vrij snel na de Franse bezetting werd door de opheffing van de gilden vrijheid van arbeid ingevoerd. Het verdwijnen van de staatsgrens bood voor Noord-Vlaanderen in principe meer ruimte voor economische ontwikkeling. Om die te stimuleren werden initiatieven genomen om de infrastructuur te verbeteren. Na bijna twee eeuwen werd de Westerschelde weer opengesteld voor grootschalig scheepvaartverkeer. Hiermee brak voor Antwerpen een periode van geleidelijke groei aan. Bovendien werd een begin gemaakt met de aanleg van grote steenwegen en waterwegen.

De steenweg Breskens-Maldegem

Een goed voorbeeld van het eerste is de steenweg van Breskens naar Maldegem. Het initiatief daartoe werd genomen in 1804, zowel door de centrale overheid als lokale bestuurders en ondernemers. De weg sloot aan op het wegennet van het Franse rijk, dat op een professionele en gecentraliseerde wijze door de staat werd beheerd, onderhouden en uitgebreid. De weg had een militaire en economische functie. Over land konden snel soldaten naar de strategisch belangrijke monding van de Schelde worden aangevoerd. Daarnaast diende de weg voor het snelle transport van economische producten, vooral levensmiddelen. Vooral graan uit Noord-Vlaanderen (inclusief het huidige Zeeuws-Vlaanderen) werd in Frankrijk op prijs gesteld. Na enige jaren uitstel gebood Napoleon in 1808 de aanleg van de weg. Wisselingen van verantwoordelijk aannemers, financieringsmoeilijkheden en een problematische beschikbaarheid van bouw- en transportmateriaal leidden tot vertraging. Uiteindelijk kwam de weg (met aftakkingen naar Sluis en Eeklo) pas in 1820 gereed.
Van de route zijn als gevolg van ingrijpende wegvernieuwingen en ruilverkavelingswerken na de Tweede Wereldoorlog nauwelijks meer resten overgebleven.

Het kanaal Sluis-Brugge

De aanleg van een kanaal van Brugge naar Sluis was eveneens een gecombineerd economisch-militair initiatief. Het was bedoeld om Brugge te verbinden met de Schelde en zo de economie te stimuleren van het noordwestelijke deel van Vlaanderen. Aangezien de kustwateren gedomineerd werden door de Engelse marine kon de nieuwe vaarweg dienen als alternatief. Ook soldaten konden ongestoord via het kanaal aangevoerd en bevoorraad worden.

In 1810 werd begonnen met de aanleg. Hiervoor werden krijgsgevangen uit Napoleons oorlogen in Spanje ingezet. De graafactiviteiten gingen gepaard met de gedeeltelijke afbraak van het centrum van Damme. De aanleg was ten tijde van Napoleons nederlaag nog maar gedeeltelijk gerealiseerd. In 1856 werd het traject tussen Hoeke en Sluis gegraven. Economisch heeft het Napoleonkanaal nooit gefunctioneerd, wel is het van belang geweest als verbindingsroute. Momenteel is de vaarweg vooral een landschappelijke en toeristische attractie.

Oostende

In 1805 vond een van de belangrijkste zeeslagen plaats, de slag bij Trafalgar. De gecombineerde Frans-Spaanse vloot werd daarbij vernietigd door de Engelse vloot. Dankzij deze slag beheersten de Engelsen de zee. In reactie hierop werden langs de kust op verscheidene plaatsen versterkingen opgericht. Een ervan ligt bij Oostende, een plaats waaraan Napoleon grote waarde hechtte, onder andere als ontschepings- en transitplaats voor troepen. Het (gerestaureerde) fort Napoleon is een van de best bewaard gebleven Napoleontische forten.  De bouw ervan werd versneld door gebeurtenissen in 1809.

napoleon-haven-oostende

Stelling van Breskens

In 1809 deden de Engelsen een poging de oorlogshavens van Vlissingen en Antwerpen te vernietigen. Na een succesvol begin strandden zij op Walcheren. Ze vielen daar massaal ten prooi aan ‘Zeeuwse koortsen’ en werden in het najaar verslagen. In reactie op de inval gaf Napoleon opdracht de riviermond te versterken. Tussen 1810 en 1812 werden bij Breksens twee grote forten aangelegd, genaamd Fort Napoléon en Fort Impérial. Verder verrezen er drie kleinere kustbatterijen en de zogeheten toren van Caffarelli. Daarmee kon, in coördinatie met de vestingwerken te Vlissingen, de toegang tot de Westerschelde afgesloten worden. Fort Impérial, later herdoopt in Fort Frederik Hendrik, fungeerde tijdens de bevrijding in oktober 1944 nog als schuilplaats voor Duitse soldaten tegen geallieerde bombardementen en beschietingen. Op de plaats van het voormalige Fort Napoléon staat nu de Camping De Napoleonhoeve.

Terneuzen

Ook elders in Zeeuws-Vlaanderen werden onder Napoleon vestingwerken gemoderniseerd of nieuw aangelegd. Terneuzen nam in het militaire beleid van Napoleon een centrale plaats in. Hij was voornemens om het stadje uit te bouwen tot een grote marineplaats, goed voor 30.000 man personeel en – inclusief families – een bevolking van 50.000 bewoners.

Vergevorderde plannen uit 1805 voorzagen in de aanleg van drie havens (buitenhaven, binnenhaven en achterhaven), arsenalen, kazernes, magazijnen, werkplaatsen en vuurtorens. De oorlogshaven moest ruimte bieden aan 30 schepen. Het enorme complex zou worden omgeven door uitgebreide vestingwallen en –grachten.

Van de plannen werd alleen een batterij in de  Sint-Margarithapolder op de zeedijk aan de Westerschelde gebouwd. Tijdens hun poging om de havenplaats Vlissingen en Antwerpen te veroveren. Walcheren werd veroverd, maar Antwerpen kon door Engelse schepen niet bereikt worden. In augustus van dat jaren voeren de Engelse schepen de Westerschelde op. Ten oosten van Terneuzen werden zij beschoten door de Battérie Marguérite. Een Engelse granaat, afgeschoten van een van de schepen, raakte het kruitmagazijn, dat daarop in de lucht vloog. Het kostte het leven aan (naar alle waarschijnlijkheid) 23 mensen.

In 1810 werd de stelling versterkt met onder andere een kogelgloeioven, een ondergrondse kruitkelder en twee waterputten. Alleen de laatste zijn nog enigszins zichtbaar. Dat is het enige wat nog resteert van de grootse plannen van Napoleon met Terneuzen.

napoleon-kaart-route-zwinstreek

Napoleon in de streek

Napoleon heeft verscheidene keren de streek bezocht . Zijn bezoeken zijn, zoals bij elke “grote man” omgeven door anekdotes en legenden.

Op 14 februari 1798 bezocht hij, toen nog een generaal in dienst van de Franse regering, komend vanuit Veurne en Nieuwoort Oostende en besprak hij de verdediging van de kust. Een dag later ging hij naar Antwerpen en Gent.

In  juli1803 bracht was hij, toen in de functie van Eerste Consul, eveneens een Oostende. Daarna ging hij naar Brugge, Maldegem/Adegem en het noorden om bij Breskens overgezet te worden naar Vlissingen. Toen hij Schoondijke naderde kwamen hem driehonderd boerenzoons tegemoet, die hem (zegt het verhaal) juichend begeleidden naar Breskens. Of zij kwamen uit nieuwsgierigheid, bewondering of verplichting vermeldt de historie niet, maar Napoleon schijnt de boerenprocessie zeer te hebben gewaardeerd.

In augustus 1804 was hij opnieuw te Oostende.

Ook in mei 1810 was Napoleon in de streek, Vanuit Brugge maakte hij ’s morgens vroeg een uitstap naar Sluis. Daar inspecteerde hij samen met een adjudant de sterkte (of liever zwakte) van de stadswallen. Op een gegeven moment wandelde hij midden door een groepje knikkerende kinderen, terwijl hij helemaal opging in een discussie met zijn begeleider. ‘Beroerde kerel, gij hebt ons spel bedorven,’ schreeuwde het grootste joch brutaal. Blijkbaar wist deze niet dat hij de beroemdste man van de wereld uitschold. Napoleon beende echter onverstoorbaar voort. Nederlands was een taal die hij gelukkig niet beheerste.
Ruim een week later bezocht hij de Westerscheldekust, Damme en – alweer - Oostende.

napoleon-oproep-aan-soldatenEen jaar later, in september 1811, reisde Napoleon van Oostende opnieuw naar Breskens. Via Blankenberge ging hij richting Sluis. Bij het Zwin aangekomen (toen nog een open water), werd hij bij heel slecht weer overgezet door veerman Hennefreund. Napoleon wilde de vaarcapaciteiten van de veerman wel eens testen, vroeg na een tijdje varen hoe lang de overtocht nog zou duren en kreeg een timide antwoord. Vervolgens pakte de keizer zijn horloge, hield de tijd in de gaten en prees de verbouwereerde Hennefreund toen de resterende vaarduur exact bleek te kloppen. Op de Zwinoever warmde Napoleon zich even aan het voor hem aangelegde kampvuur, roemde de armlastige veerman opnieuw en zegde hem een jaarlijkse uitkering toe van 100 napoléon d’or, de destijds gangbare rijksmunt.

Vervolgens sprong hij snel op een paard en verdween in vliegende galop richting Breskens. Vandaar werd hij in een oorlogsschip overgezet naar Vlissingen. De overtocht en aanlanding verliepen door een bulderende storm vertraging op. “Eindelijk had ik eens de kans wat bij te slapen,” berichtte hij in een brief naar huis (één van de vele duizenden die hij gedurende zijn leven schreef).

Op de terugreis vanuit Vlissingen naar Antwerpen bracht Napoleon een bezoek aan de havenwerken van Terneuzen en de batterij in de Sint-Margarithapolder, waar twee jaar eerder bij een Engels bombardement 23 mensen om het leven kwamen.

Tekst: Arco Willeboordse

(Lees hier het verslag van Marc De Meester)

Praktische informatie


Lezingen zijn gratis voor leden van Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago.
Niet-leden betalen 3,50 euro, bezoek aan het museum inbegrepen. Na de lezing bieden we je een drankje aan.

Plaats: Sincfala, Museum van de Zwinstreek, Pannenstraat 140, 8300 Knokke-Heist. (tel 050 530 730)
Parkeergelegenheid: op de speelplaats van de gemeentelijke basisschool Het Anker (bereikbaar via de Felix Timmermansstraat)