Titel: 'Kritisch kleingoed'. De schrijver werpt zijn licht op de taal van verscheidene andere auteurs: Jan van Ruysbroeck, Jan van Hout, Hooft, Vondel, Bilderdijk, Van effen, Van Alphen, der Untergang des Niederländischen Liedes, Dr. Nuyens, De Hollandsche Modernen, Willem Kloos, Fr. van Eeden, Helene Swarth, Couperus, Jac van Looy, Frans Erens, J. de Meester, Van Hulzen, Heijermans, Haspels, Eduard Brom, H. Robbers, Ae. Timmerman, Scharten-Antink, Boutens, P. N. Van Eyck, Binnewiertz, A. Van Schendel en Pieter van der Meer de Walcheren