Internationaal Reglement Ter Voorkoming van Aanvaring op Zee.

Internationaal Reglement Ter Voorkoming van Aanvaring op Zee.
DIDVOXX00335
Een vaartuig bezig met bagger- of onderwaterwerkzaamheden vaartlopend moet voeren: (a) één of twee toplichten, (b) zijlichten, (c) heklicht, (d) rood, wit, rood rondom zichtbaar licht loodrecht boven elkaar, (e) twee rode rondom zichtbare lichten loodrecht boven elkaar, versperring, (f) twee groene rondom zichtbare lichten loodrecht boven elkaar, vrije doorvaart.
Indien het vaartuig niet vaartlopend is, moeten de zijlichten, het heklicht en de toplichten gedoofd worden. Wanneer het vaartuig ten anker ligt, moeten de ankerlichten vertoond worden. Deze lichtencombinaties zijn nog steeds van toepassing.
Kaartjes: hoogte 130 mm, breedte 100 mm. Zwarte achtergrond met lichtencombinaties van een vaartuig bezig met bagger- of onderwaterwerkzaamheden, voorschrift 27.
10 kaartjes met op de achterzijde voorzien van tekst met uitleg. (ON: 849).
Didactisch materiaal
Voorwerpen
Depot boven