Bovenaan links is er een opgekleefd gekleurd prentje van een vrouw in groen kleed dat wijst naar een boek dat op haar schoot ligt. Een meisje met de handen tegen elkaar gevouwen, kijkt haar aan. Beiden hebben ze een aureool. Boven hun schijnt een zonachtige figuur. Naast de onderkant van de illustratie staat in zwarte inkt 'Zeer lieve Meter'. Daaronder begint een tekst in blauwe inkt, die voorloopt op de rechterbinnenzijde en de achterkant. 'Ik voel mij oprecht gelukkig op het plechtig oogenblik van de vernieuwing des jaars. Het is omdat ik de gelegenheid heb om U mijn liefde en dankbaarheid uit te drukken. Ik herinner mij thans vol erkentenis de ontelbare weldaden met welke gij mij in 't verleden jaar hebt overladen. Het spijt mij grootelijks noch woord, noch uitdrukking te vinden krachtig genoeg om U mijn vurige en rechtzinnige dankbaarheid aan te bieden. Ik durf U vast te beloven, dat de gevoelens van mijn hart meer zijn dan enkele woorden. Ik zal U in alles gehoorzamen, ik zal U helpen al waar ik kan, en ter school zal ik neerstig leeren. Ik zal den goeden God bidden dat Hij U een lang en gelukkig leven, en kloeke gezondheid, een volmaakt geluk op aarde verleene en later de kroon der onsterfelijkheid in de hemel. Dit zijn, zeer lieve Meter, de vurigste wenschen van Uw dankbaar doopkind, Mariette Van Overmeeren. Ronse, den 1 januari, 1938'.