Facsimile van een prent van Henri Cassiers. Een dorp op de buiten helemaal onder een dikke sneeuwvacht onder een loodgrijze hemel met een bleek oranje winterzon. Het zicht opent met een brede weg die met karrensporen is doorploegd en met klompenafdrukken bezaaid. Links vooraan komt een vrouw met dochter voorbij een paar vrouwen aan de overkant van de weg. De vrouw duwt een groene slee met rijshout voor zich uit. Ze gaat langs hoeven die onder hun grote lage daken enorme sneeuwlasten torsen. Achter het vrouwenpaar staat een boer met een werktuig over de schouder. Hij staat voor een schuur dat met ruige houten wanden is opgetrokken en een schuin dak met zwaar sneeuwdek. Aan het eind van de weg liggen nog enkele hoeves met schouwen waar een rookpluim traag uit opstijgt. Kale bomenrijen sluiten het dorp in. Zwarte vogelsilhouetten zweven boven de grauwe kruinen.