Palingschaar
VISALXX00311
Een palingschaar bestaat uit een metalen vork met 3 stevige, platte, brede (ca. 5 cm), dicht bijeenstaande bladen en een lange (ca. 1,20-10 m) houten steel. De bladen - die aan de binnenzijde voorzien zijn van inkepingen of van een scherpe zijde - zijn waaiervormig geschikt. Men gebruikte een aalsteker vooral in de tijd als er een dikke laag ijs lag. De vissen waaronder paling kregen het met name als er een laag sneeuw op het ijs lag moeilijk door gebrek aan zuurstof en gingen zich onder de wateroppervlakte van gehakte bijten concentreren. Dat was het ideale moment om met een palingschaar aan het werk te gaan. Ook liep men langs de oevers van sloten op zoek naar luchtbellen en borrels onder het ijs. Waar het borrelde werd een gat in het ijs gemaakt en met de aalschaar gestoken en dan maar hopen dat er tussen de tanden paling klem zat. De vangst werd gerookt en geconsumeerd.
Andere benamingen: palingsteker, aalsteker, aalvork, aalschaar, aalgeer, aalst, aalspeer, elger, alger. Opmerking: Aalvisserij met een palingsteker is in Nederland verboden sedert 1931 volgens de Visserijwet.
IJzer | Vorm van vork | Drie platte, brede en dicht bijeenstaande bladen. Aan de binnenzijde voorzien van inkepingen of scherpe zijde | Lengte: 52 cm. Breedte: 17 cm. | Steel ontbreekt.
(ON: 2014/019)
Vissers- en scheepsmateriaal
Algemeen
Depot