Afdrukken
titel_knokke
Halfweg de 19de eeuw telt Knokke 1.200 inwoners, waarvan de meesten leven van de landbouw. Strenge winters, waterellende en een cholera-epidemie teisteren de bevolking. Vanaf 1870 gaat het er weer wat beter en het dorp breidt geleidelijk uit. Omstreeks 1884 komen de eerste toeristen vanuit Heist met ezeltjes langs het strand naar de Knokse vuurtoren. Kunstenaars ontdekken er de ongerepte duinen, die ze weergeven op doek. De stenen vuurtoren wordt in 1872 opgericht op de schepen veilig naar de Schelde te loodsen. In 1882 richt de vuurtorenwachter een houten paviljoen op naar het voorbeeld van het Pavillon du Phare (1877). In 1885 richt bakker Lievens een derde paviljoentje op. In 1889 ruilen ze alle drie plaats voor de bouw van het Grand Hôtel.

Knokke_Verwee-stadhuisEen aantal kunstenaars en hun vrienden hebben meer dan alleen schilderen in hun mars. Het consortium Verwee-Van Bunnen-Dumortier laat architect Jean Baes voor de buurt van wat nu het einde van de Lippenslaan en de Dumortierlaan is een plan met exotische en Moorse invloeden ontwerpen. Het eerste verkoopkantoor dateert van 1888. Het plan wordt nooit uitgevoerd. Er komt wel een verkaveling in een dambordpatroon.

 

Knokke_BaudouinHet Grand Hôtel Prins Baudouin, oorspronkelijk een molenaarswoning, wordt in 1899 uitgebreid met één verdieping en een zadeldak. Het wordt het kunstenaarsverblijf bij uitstek. Het is de pleisterplaats voor de Cercles des Artistes van Albert Verwee, Paul Parmentier, Theo van Rysselberghe… In 1900 worden de fundamenten van het hotel verstevigd en komt er een tweede verdieping bij. In een periode van tien jaar verschijnen langs de Zeeweg (nu Lippenslaan) - die de verbinding maakt van het “oude” Knokke met de woningen in de duinen – meer en meer huizen, villa’s en hotel in Belle Epoque-stijl. Hier en daar staat nu nog een stille getuige. Voor het neogotische stadhuis uit 1911 inspireert bouwmeester Jules Wassenhove zich op het gemeentehuis van Maldegem.

 

Naar hoofdpagina /  Naar OMD 2006