20/05/1938, Verbinding Zeeland – Vlaanderen, Algemeen Handelsblad (www.delpher.nl)

VERBINDING ZEELAND-VLAANDEREN

Belgisch-Nederlandsche samenwerking.

Ten gemeentehuize te Sluis is gisteren een bijeenkomst gehouden, welke voor de wegverbinding Zeeland-Vlaanderen van groot belang kan worden. Ter bestudeering van den onverharden weg langs het kanaal van Brugge naar Sluis ontmoetten elkaar de vertegenwoordigers van het gewest-Zeeland en het bestuur van de provincie West-Vlaanderen. Van Belgische zijde waren o.m. aanwezig de gouverneur van West- Vlaanderen, de heer Baels, de bestendige deputatie en de griffier dezer provincie Lommez, de hoofdingenieur van de provincie Cloet en de arrondissementsingenieur Levy.

Nederland werd vertegenwoordigd door den commissaris der Koningin in de provincie Zeeland, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, de leden van Gedeputeerde Staten van Zeeland, den griffier van de Staten van Zeeland, dr. B. D. H. Tellegen Azn., den hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat in Zeeland, ir. J. J. van Leeuwen, den ingenieur van den rijkswaterstaat in de directie Zeeland, ir. J. Volkers, burgemeester A. F. J. Aernoudts van Sluis, den secretaris van Sluis, den heer P. F. van Hootegem en de beide wethouders.

De Commissaris der Koningin opende de bijeenkomst met een woord van welkom tot de gasten. Ir. Levy gaf vervolgens een uiteenzetting van het Belgische standpunt. Langs het kanaal Brugge—Sluis loopt op het oogenblik een weg tusschen Brugge en Damme. Tusschen Damme en Sluis, een afstand van tien kilometer, gaat slechts een onverharde weg aan de Oostzijde van het kanaal. De vraag was nu, of, indien de provincie West-Vlaanderen voor de verbetering het noodige zou ondernemen, de weg op Nederlandsch gebied aansluiting zou kunnen vinden aan den weg Breskens- Oostburg-Sluis. Van de zijde der provincie Zeeland werd geantwoord, dat voor aansluiting op dezen Rijksweg men zich in verbinding zou stellen met het ministerie van Waterstaat en met het oog op de douane, met het ministerie van Financiën.

In beginsel was men gaarne bereid zijn medewerking te verleenen aan het tot stand komen van deze wegverbetering, welke voor het verkeer tusschen Zeeland en Holland eenerzijds en West-België en Noord-Frankrijk anderzijds een belangrijke schakel zou beteekenen. Vooral voor Brugge en Sluis is zulk eenverbinding van groote waarde. De heer ir. Volkers verklaarde, dat zich geen enkel technisch bezwaar tegen aanleg op Nederlandsch gebied verzet. De weg zou komen te loopen beoosten Sluis, met behoud van de oude wallen en zou ter hoogte van het gesticht „St. Joseph" op den weg naar Oostburg aansluiten.

De eindbeslissing over deze zaak berust bij de regeering.

20/05/1938
Algemeen Handelsblad (www.delpher.nl)
1938