900

Omstreeks 900 loopt een groot deel van de Vlaamse kustvlakte slechts bij stormvloed onder water. Vele stroken van het schorrenveld hebben het stadium van de zoete flora bereikt. Zulke weiden worden 'vaccaria' genoemd omdat daar runderen grazen. In het zuidelijke deel van de kustvlakte is het zoutgehalte bij de kreken en de tussenliggende stukken grond zozeer verminderd dat men openkele hoger gelegen terreinen al kan ploegen en zaaien (omgeving van de woonterp Meetkerke, gewest tussen de Jokweg en de Dulleweg (noorden van St.-Pieters); de strook ten noorden van de Bommelbeek en ten westen van de Dudzeelse Weg; omgeving van Koolkerke, Blauwe Zaal, Bonem, Stampaertshoek, de Hoorn). Men kan evenwel moeilijk de landbouw en de runderteelt bedrijven zonder stallen en schuren. We geloven echter niet dat de boeren hoeven gingen oprichten in de onbeschermde kustvlakte, tenzij op een kunstmatige verhevenheid. Het is dus best mogelijk dat op het grondgebied van Moerkerke, Damme, St.-Kruis, Koolkerke en St.-Pieters al in de 9de of de 10de eeuw enkele hoeven ontstonden waar ze op een mote gevestigd worden en door een opgehoogde schapenweg met de nabije Zandstreek zijn verboden. Anderzijds evolueert de uitbating van de schorrenweiden waar het groeiend aantal schapen de wolproduktie doet stijgen.

Maurits Coornaert

Dudzele en Sint-Lenaart : de geschiedenis, de topografie en de toponymie van Dudzele tot omstreeks 1914, met een studie over de Sint-Lenaartommegang
Dudzele : De vrienden van het ambacht Dudzele, 1985. - 640 p. : ill
25