40 maal W.S.C. Heist Sportief

Pierre Vantorre

“Bij het uitbreken van de oorlog 40/45 waren er te Heist drie wielerclubs, met name “De Duinenzonen“ in het café Sportwereld bij Leon Vanhulle met voorzitter Mieltje Nyckees en secretaris Leopold Savels (Pol van ‘t water), “De Heistse Duinenzonen“ bij Theo Devos in het café “De Dageraad“,  Kursaalstraat met aan ‘t roer de man van alle werk Julien Warmoes en tenslotte in “Hotel des Sports“ bij Hector Goetinck ”De Steenbakkerij Daveloose en Dumarey“.

Onmiddellijk na de bevrijding in 1944 liep ik al met het idee in mijn hoofd om zelf een wielerclub op te richten. ‘t Was alleen een kwestie van de geschikte medewerkers te vinden.

Op zekere dag liep ik René Dejonghe tegen het lijf in de Kursaalstraat en vertelde hem mijn voornemens. René vond het een goed initiatief en stelde voor er seffens eens over te praten tussen pot en pint in “Café Oud België“ bij Albert Devos. Ook daar viel mijn voorstel in goede aarde en we waren gestart.

Ik wilde echter niet in conflict komen met de vooroorlogse wielerclubs waarvan op dat ogenblik nog niet geweten was of ze al dan niet terug hun activiteit zouden hervatten. Er werd dan maar een vergadering belegd met de betrokken bestuursleden en iedereen was akkoord om de krachten te bundelen in één vereniging onder de benaming ”W.S.C. Heist Sportief“.

Enkel de “Grote Prijs Steenbakkerij Daveloose en Dumarey” werd nog enkele jaren met de medewerking van Heist Sportief in stand gehouden tot het, hoofdzakelijk om financiële reden, niet meer verder kon.”

Aldus aan het woord Medard Slabbinck, stichter van de W.S.C. Heist Sportief en sinds 1980 erevoorzitter omdat hij toen, om gezondheidsredenen, het voorzitterschap heeft overgedragen aan zijn jongere broer René. Maar wie dacht dat de erevoorzitter het nu allemaal kalm en van op afstand meemaakt slaat er naast.

Medard woont nog alle vergaderingen bij en is nog altijd intensief begaan met de organisatie van de “Kustpijl” voor beroepsrenners. Dit jaar is het al de 40ste editie voor Heist Sportief, een bijzondere gebeurtenis en meteen een passende gelegenheid om met Medard Slabbinck te grasduinen in het verleden, zeg maar het pionierswerk van Heist Sportief.

-o-oo-OOO-oo-o-

Op 24 maart 1945 kwam het trio Medard Slabbinck, Albert Devos en René Dejonghe bijeen in het café Oud België met de bedoeling een wielerwedstrijd voor beroepsrenners te organiseren ter gelegenheid van kermismaandag 28 mei 1945. Het zou de Grote prijs der bevrijding worden. Om dat te kunnen verwezenlijken moest er een bestuur gevormd worden, en... naar centen gezocht.

In elk geval lieten deze durvers er geen gras over groeien en werd het een spurt tegen de tijd want de maand mei lag niet ver af. Onmiddellijk werd aan de B.W.B. de vergunning aangevraagd en per gele briefkaart mensen aangeschreven van wie gedacht werd dat ze tot het bestuur zouden toetreden...

Twee dagen later zaten 18 wielerliefhebbers achter de bestuurstafel van wie de namen terugvonden in het verslagboek  Medard Slabbinck, Albert Devos, René Dejonghe, Richard Daveloose, Joseph Savels (Fleister), Jan Dobbelaere, Camiel Fournier, Maurice Slabbinck, Louis Savels, Joseph Devos, Cyriel Devos, René Vantorre, Maurice Vandenbussche, René Slabbinck, René Deschepper, Emile Goormachtigh, Camiel Slabbinck èn Urbain Gereels. Maar nog andere wielerliefhebbers sloten zich aan met de mannen van het eerste uur zoals bv. Medard Demarey, Omer Vlietinck, Georges Mitchell, Albert Raes, Henri Decoster die we zomaar vernoemen op ‘t gevaar af namen te vergeten, maar voor dit euvel zal allicht niemand gefusilleerd worden. Hoe dan ook, in de schoot van het bestuur konden de hoofdfuncties toegewezen worden: Voorzitter Medard Slabbinck, Ondervoorzitters Joseph Savels en Jan Dobbelaere, Albert Devos, secretaris René Dejonghe en erevoorzitter Richard Daveloose.

De Grote prijs der bevrijding kwam er op kermismaandag 28 mei 1945.

De renners moesten achtmaal de klassieke omloop van destijds afleggen langs de Kursaalstraat, Vuurtorenstraat , Hermans-Lybaertstraat, Ramskapellestraat, naar Ramskapelle, Westkapelle en terug op de kasseien van de Westkapellestraat naar de aankomst in de Kursaalstraat. Totale afstand 125 km.

De B.W.B. stelde toen een verplichte minimum van 12.000 fr aan prijzen, doch Heist Sportief deed er nog 3.000 fr bovenop, zodat het een wedstrijd werd met 15.000.fr prijzen + premies. Nu kost een “Kustpijl” méér dan 100,000.-fr. Om de nodige centen bijeen te scharrelen werd beroep gedaan op handelaars en neringdoeners, steunkaarten verkocht tegen 25 fr, een toegangsprijs gevraagd van 10 fr “met zicht de aankomst” en tijdens de wedstrijd werd door Jantje Deckers en anderen ”programma’s” (deelnemerslijst) verkocht tegen 5-fr.
 
In het kader van de voorbereidende organisatie rezen toen nog heel wat problemen. Niet enkel het gemeentebestuur, maar ook de Militaire Overheid moest in 1945 haar toestemming geven. Het afsluitingsmateriaal was zo maar niet voor het grijpen, want ook het gemeentebestuur had nog maar weinig uit te lenen en zeker geen nadarafsluiting zoals we dat nu al geruime tijd gewoon zijn. Koorden, paaltjes en ijzeren piketten werden door de bestuursleden opgezocht en geplaatst.

Medard vertelt daarover :

“Henri Decoster zorgde voor enkele touwen en ikzelf kon piketten ter beschikking stellen die ik na de koers geplooid terug kreeg.”
“Camiel Slabbinck kon koorden krijgen die de boeren gebruikten en Joseph Savels bezorgde korretuig van de vissers. Om een degelijke afsluiting te krijgen aan de eindstreep moesten we werkelijk de “eindjes aan elkaar knopen!“.

Ondanks alle moeilijkheden was Heist Sportief er in geslaagd dat amper twee maand na de stichting ex-wielerkampioen Jules Vanhevel op kermismaandag 28 mei 1945 het startsein gaf van de “Grote prijs der Bevrijding“.

Een grote menigte was getuige van de zege van Flander Janssens die afgescheiden over de meet bolde vóór Maurice Vanherzele, Jérome Dufromont, Albert Paepe, Richard Depoorter enz.. De winnaar kreeg de bloemen van Marie-Louise Vlietinck, dochter van raadslid Victor Vlietinck die nadien nog vele jaren het startsein van de grote prijs “Heist Sportief” zou geven. Voor de kersverse wielerclub was het een succes over gans de lijn en een stimulans om er mee door te gaan.....

Het tweede jaar was het opnieuw volle bak en Flander Janssens triomfeerde op nieuw voor eigen publiek. In 1947 was de vraag: “zal Flander er in slagen een hattrick bijeen te fietsen met een derde opeenvolgende keer te winnen vlak bij zijn deur?” Neen, was het antwoord, want ondanks dat hij toch de wedstrijd geanimeerd had, was de rivaliteit zo groot dat Marcel Ryckaert de gelegenheid kreeg om te winnen met 2 min. voorsprong op Louis Michiels, Remue, Julien Vandycke, Berten Ramon, Bob Vaneenaeme en Flander Janssens. De betreurde Richard Depoorter was 8e op 11 min, en van de 65 vertrekkers hadden slechts 23 renners de wedstrijd uitgereden

De W.S.C. Heist Sportief was definitief uit de startblokken en stelde zich niet tevreden met eens per jaar een beroepsrennerskoers te organiseren. Na de bevrijding waren meerdere Heistse jongeren die het op de renfiets probeerden, waaronder vooral Eugène Cattoor als een grote belofte bestempeld werd. Het was een aansporing om ook wedstrijden te organiseren voor nieuwelingen, juniores en liefhebbers, weliswaar meestal onder waarborg van caféhouders zoals een Henri Decoster, Leon, Vanhulle, Julien Gydé, Aimé Vantorre (van de Zwakkens), Medard Slabbinck, Albert Devos enz... maar met de medewerking van Heist Sportief die de formaliteiten tegenover de B.W.B. vervulde en zorgde voor een regelmatig koersverloop.

De Grote prijs Heist Sportief is niet steeds op kermismaandag gelopen.

Heist kende destijds twee topdagen in de wielersport. Op kermismaandag de grote prijs van de steenbakkerij Daveloose en Dumarey en op kermisdonderdag (Sacramentedag) de beroepsrennerswedstrijd. De twee kermisdagen, opgevrolijkt door de plaatselijke muziekkorpsen Willen is Kunnen en Ste Cecilia, waren dagen van feesten en teren.
 
De goeder relatie met sportjournalisten zoals Karel en Willenm Vanwynendale en Berten Lafosse was er niet vreemd aan dat in de loop der jaren heel wat bekende beroepsrenners te Heist aan de start kwamen. Het was o.a. onder impuls van Lafosse dat ”de grote prijs Heist sportief” steeds aan standing won om tenslotte toch iets méér te worden dan een doodgewone kermiskoers.

Nadat de grote prijs “Steenbakkerij Daveloose en Durmarey” noodgedwongen moest geschrapt worden werd alles toegespitst op de jaarlijkse beroepsrennerswedstrijd. Ieder jaar werd getracht om het sportief succes nog op te voeren.

Er werd gesleuteld aan de omloop om de toeschouwers nog meer te bieden, voor de renners werd het bedrag van de prijzen en premies gestadig verhoogd, en toen het grote publiek, omwille van de sociale voorzieningen, moeilijk werd om zich op een werkdag vrij te maken, werd de wedstrijd verschoven van de donderdag naar de vrije zaterdag.

Maar deze zet werd een sportieve flop met eens 39 renners aan de start.
Vandaar dat teruggekeerd werd naar een donderdag in mei wat veel minder concurrentie van wedstrijden meebracht.

Waar ook een punt moest achter gezet worden was het eisen van toegangsgeld op een gedeelte van de omloop en aan de aankomst.

Het werd trouwens ook veel moeilijker om verkopers van toegangskaarten aan te trekken en daarenboven was een dergelijk systeem niet meer gangbaar in andere gemeenten. Men heeft dan ook wijselijk besloten het toegangsgeld af te schaffen, ondanks dit een verlies aan inkomsten betekende…

Met de jaren groeide het idee om van de grote prijs Heist Sportief iets méér te maken dan een kermiskoers. Men dacht zelfs aan een semi-klassieker. Intussen stond op de palmares van de jaarlijkse kermiswedstrijd al heel wat bekende namen zoals Flander Janssens, Marcel Ryckaert, Miel Rogiers, Berten Ramen, Julien Plovie, Witte Vandenmeerschaut, Hilair Couvreur, Roger Decorte, Jef Plas en Germain Derycke, toen in 1957 beslist werd een wedstrijd Beernem-Heist te programmeren.

Winnaar werd Willy Truye, maar toen het volgend jaar Leon Vandaele de zegebloemen kreeg was het ook voor goed gedaan met de wedstrijd Beernem-Heist en werd zelfs gekapt met de beroepsrennerswedstrijd.

Heist Sportief 1945

heist-sportief-1945Flander (René) Janssens na zijn overwinning in de “Grote prijs der Bevrijding” op kermismaandag 28-5-1945. Rechts van hem Medard Slabbinck en Marie-Louise Vlietinck die de bloemen overhandigde. Links krullebol Samyntje (Koolkerke) en achter Flander v.l.n.r. Charles Debackere, Adhemar Vandevelde, Anselmus Serreyn (Pooye), Marcel Daveloose en René Dejonghe.

Heist Sportief 1948

heist-sportief-19489-12-1948. Het organiseren van een sportavond in de zaal van ciné Palace, gaf aanleiding tot een samenkomst van bestuursleden en genodigden bij voorzitter Medard Slabbinck, café Sportpaleis, Kerkstraat. Op de foto v.l.n.r. Albert Lameire, Firmin Blondeel, Louis Savels, Julien Gydé, Cyriel Van Parijs, Mevr. Ramon, Cyriel Devos, André Maenhoudt, Wereldkampioen Briek Schotte en zijn verloofde, Julien Verhelst, Medard Slabbinck, Flander Janssens, Albert Ramon, Albert Devos, René Dejonghe, Albert Deschrooder, Charles Roels, Richard Daveloose en Leon Vanhulle. In de deuropening Leon Jonckheere en Albert Ackaert.

Drie jaar tereke werd de grote prijs Heist Sportief georganiseerd voor de categorie onafhankelijken (nu liefhebbers). Het waren drie jaren (59, 60 en 61) van meditatie en het bakken van nieuwe ideeën die in 1962 hebben geleid tot de creatie van de “Kustpijl“ voor beroepsrenners. Over deze “Kustpijl“ schreef Berten Lafosse in 1965 :

Met de slag voelde niet alleen Heist Sportief, maar gans Heist-Duinbergen dat deze wegrit de gewenste vernieuwing bracht. De flink rijdende “Tour de France-man“ Gilbert Desmet won er deze eerste pijl.

Niet alleen de renners maar ook het publiek had er smaak in gevonden en na drie jaar heeft deze “Kustpijl“ reeds burgerrecht verworven op de wielerkalender van de K.B.W.B."

Na Gilbert Desmet wonnen Emiel Lambrechts en Clement Roman de “Kustpijl“ die in 1965 het officieel kampioenschap van West-Vlaanderen als inzet kreeg ter gelegenheid van het 20 jarig bestaan van Heist Sportief.

Zaterdag 22 mei 1965 was voor voorzitter Medard Slabbinck en zijn medewerkers een extra sportdag waarop de streekrenner Bernard Deville de kampioenentrui mocht aantrekken. In een gelegenheidsfolder die toen verspreid werd, schreef burgemeester Jan B. de Gheldere het volgende:

“Een pijl op de boog van Heist-Duinbergen “DE KUSTPIJL”. Uit de vooroorlogse periode herinneren wij ons nog de “Grote Prijs Steenbakkerij Daveloose Dumarey". Sinds 1945 kregen we jaarlijks de grote prijs "Heist Sportief“. Vandaag wordt deze voor de eenentwintigste maal verreden. Deze sportmanifestatie getuigde jarenlang van de sportmin van de inwoners uit ons Heist-Duinbergen. Sinds een viertal jaren ziet men verder dan alleen een sportwedstrijd. Men wil meer. De inrichters willen Heist-Duinbergen ter gelegenheid van deze wedstrijd in de actualiteit brengen. De klassieke kermiskoers werd een wedstrijd van stad tot stad: “De Kustpijl”.
 
Drie renners met een goede faam wonnen tot op heden deze van stad tot stad wedstrijd: Gilbert Desmet, Roger Lambrechts en Clement Roman. Tom Simpson werd tweede in 1963.

Wat een sympathie voor die Vlaamse Brit... die de vlaggen op het Heistse stadhuis beloofd kreeg zo hij Bordeaux-Parijs won. En hij kreeg zijn vlaggen op het stadhuis. Vandaag is deze “Kustpijl” het kampioenschap van West-Vlaanderen.

Dat verheugt mij zeer als voorzitter van de provincieraad en als Burgemeester.

Good luck organisatoren, good luck winnaar en good luck kampioen.
Good luck en.... dank van Heist-Duinbergen. “

Een wielerwedstrijd als de “Kustpijl“ eist niet alleen meer organisatorische inspanningen dan een kermiskoers, maar ook een hoger financiële inzet, waardoor het aantrekken van belangrijke “sponsors“ met de tijd noodzakelijk bleek. Dit jaar brengt Heist Sportief de 23e editie van de “Kustpijl” die in een periode van bijna een kwarteeuw de evolutie van de wielersport heeft overleefd, terwijl vooral de jongste jaren heel wat organisatoren van wielerwedstrijden hebben afgehaakt.

Al heel wat beroepsrenners met naam en faam zijn aan de start verschenen en naast de reeds vernoemde winnaars van 1962, 1963 en 1964 vinden we op de erelijst namen zoals Noël Van Clooster, Willy Teirlynck, Patrick Sercu, Julien Stevens, Frans Vanlooy, Marc Demeyere en Gerry Verlinden, terwijl André Dierickx en Alain Desaever zelfs tweemaal zegevierden.

Medard Slabbinck voegt er nog aan toe:

“Eens waren er 119 deelnemers, waaronder 6 gewezen of toekomstige wereldkampioenen, maar ik heb er nog altijd spijt van dat Rik Van Looy op de erelijst ontbreekt.”

-0-0-0-0-0-

Met de indruk te wekken dat de activiteiten van Heist Sportief zich altijd beperkt hebben tot de jaarlijkse wedstrijd voor beroepsrenners en enkele wedstrijden voor jeugdrenners, zouden we de waarheid geweld aan doen.

In de jaren dat ieder vereniging zijn dansfeest had, werden ook de wielerfans ten dans gevraagd bij Theo Deyos in de “Belgica“ langs de N. Mengélaan of in “Hotel des Sports“ bij Natte Goetinck.

In 1948 werd in de zaal ciné Palace een knalsportavond georganiseerd met Karel VanWynendaele als gastspreker. Om dit sportfeest luisterrijk aan te kondigen werden wereldkampioen Briek Schotte, Flander Janssens en Berten Ramen per auto door het centrum van Heist rondgevoerd, begeleid door de twee plaatselijke muziekkorpsen. Het werd een succes met een bomvolle zaal en een namiddagvertoning voor de schooljeugd.

Op het sportieve vlak dan weer mocht Heist Sportief in samenwerking met het feestcomité in 1950 instaan voor de aankomst van de 2e rit Moeskroen-Heist van de ronde van België voor onafhankelijken.

Medard Slabbinck daarover:

“Instaan voor een dergelijke aankomst is verre van een lolletje! De aankomstlijn was getrokken in de Hermans-Lybaertstraat en de renners konden zich na de aankomst wassen en opfrissen op de koer achter mijn café. Je moet je voorstellen dat de renners toen nog tevreden waren met emmers en bassins om zich poedelnaakt in open lucht te wassen.

‘t Ergste van al was dat ik alle moeite van de wereld had om voldoende emmers bijeen te krijgen en als uiteindelijk alles in orde kwam, was het dank zij de wasserij Lust-Lelieur. Er was ook nog een voorval met de logies van de renners. Een hotelier die niet had toegezegd om renners te logeren was er na de aankomst toch als de kippen bij om tientallen renners binnen te halen voor wie eten en bed klaar stond in een ander hotel ! En dat moet je dan maar trachten in het reine te trekken.

De bestuursleden van Heist Sportief en alle sportminnende Heistenaars zullen allicht met nostalgie terug denken aan de ritaankomsten van de ronde van België voor beroepsrenners in 1970, 1971 en 1974, toen Heist-Duinbergen het kruim van de Belgische wielersport en deels uit het buitenland mocht herbergen.

Heist Sportief had in de organisatie van deze ritaankomsten een niet geringe rol te vervullen, zoals trouwens blijkt uit het archief “Ronde van België” die wij hebben kunnen raadplegen ten huize van voorzitter René Slabbinck.

Om maar één voorbeeld te geven omtrent de voorbereiding, citeren wij dat reeds op 5 november 1969 de betrokken partijen in vergadering waren om de aankomst van 9 april 1970 voor te bereiden. Het was tijdens deze vergadering in pension Etienne dat de heer Vanderwallen van het inrichtend blad “La Dernière Heure“ zich liet ontvallen dat de aankomst te Heist tegenover de sporthal "De Speelman" de schoonste was die hij heeft gekend. Na de aankomst in 1970 was er in de namiddag een tijdrit en in 1971 en 1974 genoot Heist van een proloog-tijdrit en de start van de ronde van België.

We blijven even stilstaan bij de 55e ronde van België die door Eddy Merckx werd beheerst. De zaterdag 10 april ‘71 won hij de proloog-tijdrit over een afstand van 13 km vóór René Pijnen (Ned) en Ferdy Bracke.

‘s Anderendaags in de rit Heist Hyon was Merckx opnieuw primus met opnieuw Pijnen op de tweede plaats

Over die tijdrit schreef "Het Nieuwsblad-Sportwereld“:

“Deze tijdrit die op het organisatorisch vlak zeker voor geen dergelijk nummer in de “Tour“ of de “Giro“ diende onder te doen (wegenaanduiding en afbakening waren al even perfect als de tijdopname en de ordedienst) werd ondanks het effenaf winters weer door een massa volk bijgewoond.“

Een extra evenement was destijds ook de wielerwedstrijden voor dames die te Heist verreden werden. Dit was trouwens een initiatief van Medard Slabbinck, die van mening was dat de Heistenaars daar ook recht op hadden.

“Ze hadden te Heist nog nooit een wedstrijd voor dames gezien en de belangstelling was , zoals een beetje verwacht, erg groot. Zelfs een “Brobbel“ (Camiel Lannoo) die al jaren niet buiten kwam, zat op een stoeltje voor zijn huis in de Pannestraat om de vrouwelijke pedaalridders te bewonderen. Onder de deelneemsters bevonden zich o.a. de wereldkampioene Yvonne Reynders en de landskampioenen van Frankrijk, Nederland en Luxemburg.

De meeste renners waren tevreden met de terugbetaling van de reiskosten, maar de vedetten eisten een hoger startgeld. Na de aankomst was mijn café Sportpaleis stampvol bewonderaars en de bestuursleden van Heist Sportief waren uit mijn keuken niet weg te krijgen. Het ging er echt gezellig aan toe en ik had voordien nog nooit, op één namiddag, zoveel bier verkocht.“

-0-0-0-0-

In het lang bestaan van de W.S.C. Heist Sportief zijn er, zoals allicht in alle verenigingen, hoogten en laagten geweest zowel op het sportieve als op het financiële vlak. Maar vooral in de tijd dat de “Oude Garde“ er nog was scheen niets onoverkomelijk. Zo was er eens een “Gat in de kas“ die door de bestuursleden moest gedicht worden en omdat men vreesde dat op de “vereffeningsvergadering“ wel eens enkele bestuursleden zouden afwezig blijven, stel de Richard Daveloose voor om op de uitnodigingskaarten te vermelden: “Verdeling winst koersen“.

Omtrent het tekort zei de olijke Richard Daveloose achteraf: “‘t Is nog geen karre stenen“ en de zaak kwam in orde.

Medard Slabbinck denkt nog altijd graag terug aan de beginperiode van de “Grote prijs Heist Sportief”, toen enkel moest aangeklopt worden bij de naburige gemeenten Ramskapelle en Westkapeile om de doortocht van de renners te regelen.

Het waren gemoedelijke gesprekken, te Ramskapelle met secretaris Alberic Burggraeve in het café hij Roosje en te Westkapelle met de sportieve burgemeester Lybaert die boven de toelating nog enkele premies schonk en zelfs de wedstrijd volgde.

Vanaf het ontstaan van de “Kustpijl“ was het uitstippelen van een omloop van om en bij de 100 km een veel zwaarder karwei, vooral in de periode vóór de gemeentefusies. Bij de mondelinge navraag in kleine gemeenten gebeurde het dikwijls dat voor het bekomen van de toelating de burgemeester naar de veldwachter verwees en de veldwachter naar de gemeentesecretaris. Het verkennen van de omloop, ophangen van affiches in cafés en het schooien van premies was een werk van dagen met achteraf een resultaat dat niet navenant was aan de inspanning.

Een paar voorbeelden:

Op sommige plaatsen hadden de renners wel gespurt voor een premie, maar wie gewonnen had was niet genoteerd. Toen Gilbert Desmet in 1962 de ”Kustpijl“ won, werden de renners door de Rijkswacht te Nieuwpoort op een verkeerde weggestuurd. Het gevolg was dat op sommige plaatsen de ordedienst en toeschouwers tevergeefs op de renners wachtten en op andere plaatsen wandelaars raar opkeken naar een voorbijflitsend peloton renners en volgwagens aan een snelheid van 60/70 km per uur omdat ze onverwacht een felle wind in de rug hadden en zodoende ook Heist bereikten met een grote voorsprong op het voorziene uur. Mettertijd werd aan de omloop gesleuteld en die kwestie van premies en affiches in vreemde gemeenten opgedoekt…

Spreken met Medard Slabbinck, is spreken over wielrennen. Was hij zanger geworden dan stond hij zeker bovenaan in de top-tien met de schlager: “Op de fiets ben ik geboren“.

Dagelijks zien we hem trouwens nog rondtoeren op een vrouwenfiets, rechtop gezeten, genietend van zijn geliefkoosde sport.

Tijdens ons gesprek bleek alvast dat zijn geheugen nog intact is hoewel hij als man van de preciesheid er toch de documenten wilde bijhalen om zijn verhaal te staven.

Een vlotte verteller..., als het maar over wielrennen gaat.

Thuis op de boerderij van vader Maurice heeft Medard geleerd wat werken is en aan de lijve ondervonden hoe zwaar en moeilijk het is om ècht wielrenner (leest beroepsrenner) te worden. Niet te verwonderen dus dat Flander Janssens dikwijls zei: “Hij die zijn vader en moeder vermoord heeft, is nog te goed om wielrenner te worden’”. Toch heeft Medard Slabbinck niet kunnen weerstaan aan de drang naar de koersfiets, allicht ook gestimuleerd door veel Heistse jongeren die vlak voor de oorlog 40/45 op de renfiets kropen. Kent u ze nog de Heistse renners van de dertiger jaren? De zoon van Pier Leerze (Constandt), Frans Vantorre (ketser), Albert Lameire, Jérôme Mesuere, Marcel Dumeez, Albert Delanghe, Leon Debackere, Maurice en Jules Eekhout, André Duchène, François Callant, Vanhaecke e.a. die het “geprobeerd“ hebben maar het niet zo ver brachten als Arthur Huisseune bij de onafhankelijken en Jef Devos en Flander Janssens bij de beroepsrenners.

Hoe het met Medard Slablinck als wielrenner verlopen is, laten we hemzelf vertellen:

“Toen ik mijn eerste broek versleet op de schoolbanken, verzamelde ik foto’s van wielrenners en van jongsaf was fietsen iets dat ik zeer graag deed.

Toen ik met vader en moeder eens mee mocht naar de Gentse zesdagen, in gezelschap van René Ackx, Constant Desmidt, Alberic Vanmeenen Michel Vanmaldeghem die nadien zelfs te voet naar Heist terug keerde, was voor mij een feestdag. Ik groeide omzeggens automatisch naar het wielrennen toe.

Ik herinner me nog altijd goed mijn eerste wedstrijd bij de onderbeginnelingen met vertrek en aankomst bij “Krulle“ (Reyzerhove) nabij het station te Zeebrugge.

Ik had een steenbakkersfiets gekregen met spatborden en een “Carbuurlicht“ erop. Op de fiets werd een stuur van een renfiets gemonteerd en het zadel zo laag mogelijk geplaatst want ik was maar een klein manneke. In de wedstrijd bracht ik er niet veel van terecht en kwam met grote achterstand over de eindmeet om mijn troostprijs in ontvangst te nemen.

Toen ik al met de betere beginnelingen kon wedijveren kreeg ik in 1935 van Wardje Hertsoen een koersfiets van het merk “Leo“ om met Albert Devos, Gustje Vermeulen e.a. te kunnen starten in een wedstrijd voor Heistenaars. Ik was in die wedstrijd al één van de uitblinkers en kreeg nadien van grootvader en nonkel Dumarey een nieuwe fiets die 1,000 fr kostte wat in de jaren ‘30 veel geld was. Tegen dat “leren voor coureur" hadden ze thuis geen bezwaar op voorwaarde dat ik het werk op de boerderij niet verwaarloosde. Ik was de oudste en tijdens de wintermaanden en het voorjaar moest ik om 5 u ‘t bed uit om de beesten eten te geven, pas daarna mocht ik op training meestal in gezelschap van Jef Devos. Het werd soms een rit van 200 km alover de Kwaremont- en Kluisberg. 0p een van onze oefentochten - ik reed al met de juniores (nu liefhebbers) - kregen we het gezelschap van Sylvère en Romain Maes. Het werd voor mij een extra zware dag met de terugtocht over Deinze, Maldegem en... een overzet aan de Siphon“. Toen ik rond 15 u. thuiskwam was het trainingspak af en hooi inhalen.
 
Van het wielrennen heb ik ook een blijvend litteken overgehouden in mijn aangezicht, na een valpartij te Ramskapelle. Het was een wedstrijd Ramskapelle-Heist en terug langs de Ramskapellestraat. Aldus kruisten de renners zich ieder ronde nadat het peloton verbrokkeld was. Tijdens de laatste ronde reed ik aan de leiding met Pier Vermaele en Staelens toen ik in een groepje tegenliggers terecht kwam.  

Resultaat: een verwrongen fiets en acht dagen te bed in een donkere kamer wegens een hersenschudding. Ik heb altijd graag gekoerst, niet dikwijls gewonnen, maar had toch eens een goed jaar met 30 keer een tweede plaats.

Ik kapte met het wielrennen in 1937."

-0-0-0-0-

De korte rennersloopbaan van Medard Slabbinck weegt uiteraard niet op tegen over zijn verdiensten in de wielersport, meer bepaald zijn inbreng in de werking van Heist Sportief. Tijdens dit interview was het niettemin opvallend dat de huidige erevoorzitter meermaals verwees naar de verdiensten van alle bestuursleden, zonder onderscheid die het voortbestaan van zijn wieler- en supportersclub Heist Sportief helpen bestendigen.

In 1984 zijn dat:

René Slabbinck         Voorzitter
Arnold Defruyt          OnderVoorzitter
Roger Monbaliu         Sekretaris
Roger Degraeve       Penningmeester
en de bestuursleden Albert Devos, Gentil Couvreur, Cyriel Devos, Dany Couvreur, Leon Jonckheere, Sylvain Vilein, Freddy Devos, Guy Smet, Georges Vanquathem, Germain Brouns.

In eigen gemeente is erevoorzitter Medard  Slabbinck lid van de raad van beheer van de sportraad en het zwemcomplex “De Raan".
Hij kan tevens prat gaan op vier onderscheidingen:

1) De zilveren medaille van de orde van Leopold II (KB 7.4.62) als voorzitter van W.S.C. Heist Sportief.
2) De gouden medaille voor sportverdienste, wegens zijn toewijding en bewezen diensten bij de stedelijke sportraad (18.4.75).
3) De gouden medaille van de K.B.W.B. (4.2.76 )
4) De sportverdienste van Bloso (1982).

De 40e grote prijs “ Heist Sportief die meteen de 23e “Kustpijl” is, zal in de geschiedschrijving van Heist Sportief als een bijzonder feestdag geboekt staan.

Tenslotte hopen wij dat ex-wielrenner Medard Slabbinck veel genoegen zal beleefd hebben aan de samenkomst met zijn nog in leven zijnde vrienden-renners uit een periode die nu al een halve eeuw achter ons ligt ...

-0-0-0-0-

Dit nummer 1984-01 werd gerealiseerd met:

Teksten: Pierre Vantorre, Georges Devent, Cyriel Vantorre en Dany Vantorre.
Fotoreproductie: pvba Eddy-Druk, Typo/Offset
Stencilreproductie: Cyriel Vantorre

40 maal W.S.C. Heist Sportief

Pierre Vantorre

Heyst Leeft
1984
01
003-014
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:37:15