1830 – 1930
Knokke van polder tot zee
André D'hont
Brugsch Handelsblad
Poldergemeente
- 1830: na de Omwenteling bezetten Belgische troepen de polder van het Hazegras en bleef onveiligheid bestaan voor de gemeente die 987 inwoners telde. Jan de Maecker was burgemeester (30-36) en L.G.Mattys pastoor (30-
- 1831: treffen van Nederlandse voorposten bij Zwin met Belgisch garnizoen. De woning van sluismeester J. Vervaecke werd verwoest.
- 1832: moeras- of polderkoorts leidde tot een cholera-epidemie en de verzorgster Marie Blavier onderscheidde zich met heldenmoed. Het garnizoen van het Leopoldfort ging tot muiten over.
- 1833: terwijl er nog enkel twaalf man op het Hazegras was, vond de poldergemeente met landbouw de rust terug. De schuimers trokken naar het strand voor twee boten die er vastliepen.
- 1834: bezoek van Leopold I (26 aug.) aan Leopold Fort, het voormalige Oostenrijkse fort, dat verlaten werd. Het kadastraal plan van J.P.Popp werd opgemaakt en vermeldde 212 percelen met eigenaars, vruchtgebruikers of pachters alhier.
- 1835: in de Nieuwe Hazegraspolder kwamen voor de uitbating twee boerderijen, 7/8 door de familie Lippens, verder door Piers de Raberschoot.
- 1836: Pier Vermeire werd burgemeester, in het gemeentehuis op het Kalf, centraal in de landbouwgemeente. Een ongemene stormwind verwoeste vele schuren en stallingen.
- 1839: na het Verdrag van Londen werd het Leopold Fort gesloopt (nog tot 1854 onder “Matériel du Genie”).
- 1840: 1.134 inwoners. Er werden ook woningen in het duinengebied neergezet, voor landbouw maar met magere oogst. Binnen de terreinen van partikulier bezit werd cijns ingesteld. Als gevolg van runderziekte (epizootie) werden 32 dieren geslacht.
- 1843: bij de dorpskerk St.-Margaretha werd koster Joseph Fournier, na Vervaecke, onderwijzer. De dorpskern rond de kerk kreeg uitbreiding maar bleef bezuiden de anderhalve kilometer brede duinenstrook ver van zee.
- 1845: de Zoutepolderdijk werd over 25 m. door een dijkbreuk getroffen (12 dec.). De polder liep over 24 ha. onder water, 22 gezinnen getroffen. De aardappeloogst was door ziekte vernield en hongersnood lag in het verschiet.
- 1846: maatregelen werden getroffen voor de hongersnood, die ook het volgende jaar aanhield. Er werden diefstallen gemeld terwijl bedelaars voor onrust zorgden.
- 1848: Jan Nachtegaele werd burgemeester. De Nieuwe Hazegraspolder en Zoute Polder kregen rechtspersoonlijkheid.
- 1852: nieuw kerkgebouw op de plaats van het oude van St.-Margaretha uit 1642.
In vorige eeuw werd met de koeien tot bij de duinen getrokken. De toeristen zouden later komen.
Uitbreiding
- 1853: Nachtegaele kreeg de toelating om de “briqueterie” uit te baten, de steenoven met bakstenen uit polderklei.
- 1854: Flip Tavernier werd burgemeester. Joseph Fournier, naar Amerika uitgeweken, werd als onderwijzer opgevolgd door Pierre Ackerman.
- 1855: het eerste daartoe bestemde schoolgebouw werd opgericht (8.925 fr.). Charles-Joseph Serweytens kocht de duinen tussen Knokke en Heist (latere Albertstrand) en richtte een “modelhoeve” in. Voor 30.000 fr. door François Franklin verkocht.
- 1856: kasseiweg naar Westkapelle. Weg naar zee door de duinen vanaf het dorp. Bij het strand kwam een telegraafpost van het leger.
- 1860: bij het Kalf werden verschillende huisjes tijdens een nachtelijke noordwesterstorm in november onder zand bedolven (Kalfduinen).
- 1863: een schoolgebouw voor meisjes afzonderlijk, werd opgetrokken (15.032 fr.), maar de jongens vonden er onderdak en de meisjes moesten naar het oude gebouw.
- 1864: de Zwinpolder werd aangelegd (teloorgang Sluiskade). Na het overlijden van Charles Serweytens zette zijn weduwe het werk op de “modelhoeve” verder.
- 1866: volgens het bevolkingsregister bestonden Dorpstraat, Duinestr., Zeestr., Peperstr., Judestr., slag Hofstede Tavervier, Kalsijde naar Kalf, Graaf Jansdijk en Keuvelinckstraat.
- 1868: aanleg kasseiweg Hazegras Schapenbrug.
- 1869: rechtlijnig maken van de Zeestraat (latere Lippenslaan), met kasseien op 5m. Breedte.
- 1870: duinen verloren twee meter per jaar door ontzanding. Mej. Jeanne-Françoise Mullier werd de eerste onderwijzeres.
- 1871: het gemeentehuis kwam van het Kalf naar “De Zwaan”, in het dorp tegenover de kerk. De Zeestraat werd rijksweg. De Staat vorderde polders op, waar het zogezegd grond was die op zee ingewonnen werd (zaak pas in 1910 beslecht, Staat afgewezen).
- 1872: Sabatiaen Nachtegaele werd burgemeester. De Internationale Dijk sloot het Zwin definitief af, dwars door geul, met winning van Willem-Leopoldpolder. De vuurtoren werd op de duinen bij zee opgetrokken (vast licht).
- 1873: verdere indijkingswerken tussen Internationale Dijk en duinen ter bescherming van de Kleine Vlakte (einde van de Paardemarktkreken).
- 1874: geschillen voor eigendom van de duinen Serweytens.
- 1876: verdere ontzanding, waardoor het gebouw met de reddingsboot reeds driemaal diende verplaatst te worden. De St.-Sebastiaansgilde had alle aktiviteit stilgelegd, de pers verkocht.
- 1880: Knokke telde 1.350 inwoners.
Vijftig jaar na de Omwenteling en de onafhankelijkheid van België, kwam de eerste aanloop naar de badstad. De oude telegraafpost van de Genie werd door Dries Verheye aangekocht en op het duin bij de vuurtoren richtte hij een drankhuis in. Op de zijmuur kon men in grote letters lezen: “50e Verjaring van 1830-1880 – Bij A. Verheye en Zusters, schrijnwerker, timmerman, aannemer”. Een nieuw initiatief was geboren. De toeristen die uit Heist, reeds volop badplaats, naar hier doorwandelden, troffen de gastvrijheid van de Knokkenaar aan.
1885
- 1881: er waren plannen voor het doortrekken van de spoorlijn uit Heist naar Knokke tot Sluis, alsook voor het aanleggen van de weg naar Heist in verlenging met de Graaf Jansdijk. Lodewijk Dubois werd gemeentesekretaris, Leopold Van Steene onderwijzer.
- 1882: na de bijval van de inrichting van Dries Verheye, kwam bakker Lievens met het paviljoentje “Marguerite” bij het strand en in de buurt richtte vuurtorenwachter Franz Lutzenrath “Au Congo” in.
- 1883: ontleend uit Heist, werd de eerste badkar door een zekere Devos tijdens de zomer op het strand geplaatst. Met Alfred Verwee zakten heel wat kunstenaars naar de badplaats af. Ze vergaderden in het huis van molenaar Van Damme (waar “Prins Boudewijn” zou komen). Emile Verhaeren publiceerde het weekblad “La Plage”.
- 1884: het zomerseizoen werd een feit, met de Knokse badkarhouders Richard Lingier, Constant De Brock en Louis Vermeille.
- 1885: door de familie Lippens werden beplantingen uitgevoerd bij de Blinckaert (huidige Blinckaertlaan en Boslaan), nl. maritieme dennen, populieren en wilgen. Waar de Paulusdijk sedert de 17e eeuw liep, werd op de geëffende strook de Oosthoekstraat aangelegd.
- 1887: bij de groeiende belangstelling voor de badplaats, vroeg het gemeentebestuur bij de staat een koncessie aan voor 500 m. strand, ten oosten en westen van de vuurtoren.
Promotiegroep
De maatschappij Van Bunnen-Verwee-Dumortier kocht de Zoutepolder (ruim 34 ha) duinengrond tegen 100 fr. de ha, van dorp tot zee. Door Jean Baes werd een urbanizatieplan opgemaakt, met het duinenreliëf behouden, villa's midden veel groen, tegenover het strand een kursaal met pier in zee.
Knokke kwam reeds voor in de gids “Le Littoral Belge” van M. en A.Heins.
- 1888: na de verkiezingen bleef Sebastiaan Nachtegaele burgemeester, met Leopold Vlaeminck en Philip Tavernier als schepenen. Verwee liet langs de Zeestraat “Fleur des Dunes” als eerste een villa bouwen. Van Bunnen volgde met “Marie”, “Louis” en “Napoleon”. Knokke stond als badplaats en schilderachtig dorp uitgebreid in de gids van Jean d'Ardenne.
- 1889: het molenaarshuis van Van Damme werd tot eerste hotel, de “Prins Boudewijn”, in het dorp omgevormd. In de Dorpsstraat openden de “Cygne”, “Communal” en de “Bruges”. De buurtspoorweg uit Brugge over Westkapelle tot Knokke werd aangelegd en de stoomtram liep door tot Heist.
- 1890: bouw van de eerste stenen zeedijk door de promotiegroep, bekroond door het “Grand Hôtel” van Van Bunnen. In het dorp kwamen meer hotels: “Lion d'Or” en “Cosyn”. Bij de dijk werd de villa “Ten Anker” opgetrokken. Op het strand, met een koncessie (5 fr. te betalen aan de Domeinen), gaf het kollege toelating om cabines te plaatsen. De St.-Sebastiaansgilde herleefde met hoofdman Paul Parmentier en deze richtte samen met Verwee ook de vereniging “Knocke Attractions” voor zomerfeesten op. De gemeente telde 1.501 inwoners.
- 1891: de weg naar Heist werd voltooid (112.000 fr.). Bij de ontzanding werd de vraag tot het bouwen van twee golfbrekers verworpen. Leopold II verbleef een week in het “Grand Hôtel” en werd bij St.-Sebastiaan ontvangen, met een stoet georganizeerd door “Knocke Attractions”. Constant Verlinde was de eerste brievenbesteller met heel wat werk tijdens de zomer. Paul Parmentier volgde Philippe Tavernier als schepen op.
- 1892: bij de groei van de badplaats stond het gemeentebestuur met een tekort in de begroting en de belasting op gebouwen werd verhoogd tot 20 centiem per kubieke meter. De kunstenaars waren steeds van de partij en ze loofden bij St.-Sebastiaan een prijskamp met schilderijen uit.
Badendienst
- 1893: de Graaf van Vlaanderen, prins Albert en de prinsessen Henriette en Joséphine kwamen op bezoek. Gaslantaarns werden geplaatst langs de Zeestraat en op de dijk alsook tien zitbanken. Er was vast personeel voor de badendienst en een reglement bepaalde de uitbating. Door de Zoutepolder werd aan de gemeente grond afgestaan voor de bouw van een openbaar plein (later Verweeplein), met als voorwaarde de benaming Lippenslaan voor de Zeestraat (officiële akte in 1897). De zusterschool met klooster werd opgericht.
- 1894: de grens tussen de gronden Serweytens (Albertstrand) en Van Bunnen werd 120 m. ten westen van de Lippenslaan vastgelegd. De landbouwgemeente was zeker niet vergeten: de Hazegrasstraat werd langs de oude St.-Paulusvaart door de Hazegraspolder met Schapenbrugge verbonden.
Knocke sur mer. Het kaartje uit Knocke-sur-Mer op het einde van vorige eeuw.
BOVEN: de laan naar zee, het strand en de dijk. MIDDEN: de hotels Bruges en Cygne, en de vuurtoren.
ONDER: het Grand Hôtel.
- 1895: na een laatste bezoek aan Knokke, overleed Alfred Verwee te Brussel. Overlijden op 20 december van Sebastiaan Nachtegaele, de eerste burgemeester van de groeiende badplaats. In dit jaar werd de fanfare 'De Duinenzonen” opgericht, met Edward Verheye als voorzitter. Het “Hôtel du Kursal” ging open op de dijk.
- 1896: Theophiel D'Hoore burgemeester. Meer belastingen werden noodzakelijk, bijzondere op bouwen en herbouwen, bijkomende opcentiemen, grondbelasting en andere op personeel - de badplaats bracht meer lasten bij.
Voor Alfons Verwee werd een borstbeeld (Mignon) onthuld op het plein dat zijn naam kreeg. Het “Hôtel de la Plage” kwam naast de vuurtoren tot stand. Voor kinderen van Britse toeristen opende het Salisbury College (in 1897 bij een storm ingestort).
- 1897: bij het ondertekenen van de akte met de Zoutepolder werd voorzien dat op het Verweeplein het nieuwe stadhuis zou komen. De Lippenslaan werd rijksweg. De molen van Van Damme werd in het dorp door een storm omvergehaald. Tijdens het zomerseizoen werden 11.382 baden geteld.
- 1898: het aantal baden steeg tot 13.453. Het gemeentehuis kwam in de “Communal” en de gemeenterekening zag 75.704.39 fr. ontvangsten en 66.830.97 fr. uitgaven. De Zoutestraat werd verbeterd. Het Dorpsplein werd voor markt verpacht.
- 1899: de Staat stelde het koncessierecht van het strand vast op 900 fr. Er waren 15.681 baden. De Judestraat werd verbeterd.
De 20e eeuw
De tweeledigheid van Knokke kwam pas met de 20e eeuw volledig tot haar recht. De landbouw bleef voor een groot deel van de bevolking het levensbestaan vormen. Hiernaast was het toerisme het nieuwe doorslaggevende element geworden dat tot de definitieve ontwikkeling van de gemeente moest leiden. De dorre duinengrond bleek zoveel waarde te hebben als de vruchtbare polderbodem. Meer nog als vaste belegging, renderend van jaar tot jaar.
Als het toerismeseizoen met aktiviteit en tewerkstelling wel beperkt bleef tot de twee zomermaanden, dan leidde het toch ook tot een nieuwe bedrijvigheid tijdens de lange winterperiode. Er werd gebouwd, wegen aangelegd, de openbare diensten uitgebreid, nieuwe mogelijkheden uitgediept. Uit de streek kwamen vele nieuwe inwoners zich alhier vestigen met een onderneming. Knokke kon rekenen op allen die met initiatief bezield waren.
- 1900: Knokke telde 2.022 inwoners. Burgemeester was Theophiel D'Hoore met schepenen P.Parmentier en A.Van Hecke, raadsleden L.Bonte, J.Fincent, F.Beyne, L.Tavernier en P.Vermeire; sekretaris L.Du Bois. Voor her westelijk deel van de badplaats werd de Société Knokke-Duinbergen-Extension opgericht, met urbanizatieplannen voor een “Plage St.-Arnold” (latere Albertsrand). Inde duinen van het westelijk deel werd de Golf Club voor de Engelse bezoekers geopend, 9 putjes van Plettincks Hul tot de Lekkerbek.
- 1901: schepen Parmentier vroeg de afschaffing van het sluitingsuur voor de herbergen.
- 1902: er werd aangedrongen op een betere buurtspoorwegverbinding met Heist, zo ook op het verplaatsen van de markt naar het Verweeplein en het verbeteren van de weg naar zee. Het kwam tot een akkoord voor een paardentram langs de Lippenslaan, waar de koets reed (15 centiem per rit). “Le Knockenaar” verscheen in twee talen in juli:
“Wat voorzeker ook in de smaak der ambachtlieden van Knokke zal vallen, is het voorstel dat komt neergelegd te worden aan het schepenkollege teneinde een nieuw stadhuis te bouwen, in Vlaamse stiel, en die zoude staan op de achtergrond der Verweeplaats”.
Paul Parmentier op 22 aug. overleden, werd als schepen opgevolgd door Eduard Verheye. Nieuwe molen van Moeder Siska gebouwd.
- 1903: de karabijngilde der “Vlaamsche Scherpschutters” meldde zich aan. Pier Cosyn opende een bierbrouwerij ter Smedenstraat. Eugène D'Hooghe was de aannemer die verschillende villa's in de duinen neerzette. “Le Carillon” schreef op 4 aug.: “Over weinige jaren zal Knocke een benijdenswaardige plaats innemen onder de badplaatsen van de Belgische kust”.
- 1904: onderhandelingen voor het aanleggen van nieuwe straten. De steenbakkerijen floreerden bij het bouwbedrijf. Brouwer Demey maakte kunstmatig ijs. “Knocke Voorwaarts” voor feestelijkheden werd door Malou opgericht. Louis Herreboudt was aan het stuur van de paardentram voor de eerste rit naar de dijk. De Golf Club kreeg 18 putjes. “La Mouette. Organe de la ville de Knocke” verscheen 's zomers. Einde augustus brandde het Hôtel du Phare volledig uit.
- 1905: een “Brandspuitdienst” georganizeerd, dertig man met kapitein Eugène D'Hooghe. De St.-Margarethakerk werd met het altaargedeelte uitgebreid. De Noordschutters kwamen op de liggende wip, F.C. Knokke op het voetbalveld.
Het “ Grand Hôtel du Zoute “ van Ko van de Velde werd gebouwd in 1909 bij de stenen dijk van de nieuwe badplaats het Zoute.
Aan de Zeedijk vierde het seizoenleven hoogtij . 's Avonds brandden de gaslantaarns en in enkele hotels speelde ook een strijkje. In de groep huizen ziet men de brede gevel van het “Hôtel du Phare” dat in 1904 volledig uitbrandde.
- 1906: een kapel voor de Anglikaanse eredienst werd geopend bij de Zoutelaan. Nieuwe straten kwamen door de Zoutepolder.
- 1907: 2.801 inwoners en 694 gebouwen (510 het hele jaar bewoond). Louis Van Bunnen opende de eerste “cinematograaf” na het installeren van een elektriciteitsdinamo en petroleummotor. Het “ Brugsch Handelsbald” bracht van week tot week het nieuws uit Knokke, met o.a. de aktie om een spoorwegstation te bekomen, de goedkeuring om de Lippenslaan op 30 m. breed te kasseien. En de havendam van Zeebrugge werd aangeduid als de oorzaak van ontzanding van het strand.
Zoute van wal
- 1908: oprichting van de Compagnie du Zoute door Raymond en Maurice Lippens en ontstaan van het Zoute als badplaats, met urbanizatieplan Stübben. Eerste stenen zeedijk in het Zoute. Plannen voor waterkasteel. Place Publique door Van Bunnen aan gemeente afgestaan, voor Van Bunnenplein. Vijftien badkarhouders op het strand, 36.358 baden. In de vuurtoren kwam een draailicht. Studiekomitee voor riolen.
- 1909: “Grand Hôtel du Zoute” van Jacques van de Velde, eerste bij verlengde dijk oostwaarts. Bouwen van Terminus, Zomerlust en Jacobs in het Zoute. Aanleg van Elizabetlaan, Kustlaan en Sparrendreef. De Zoute-Compagnie vooruitstrevend voor elektriciteit, drinkwater en riolering. De Aeroclub van Brussel kreeg toelating met “vliegmachien” te landen.
- 1910: snelle evolutie van de badplaats, onder impuls van het Zoute, waar paden door de duinen aangelegd werden. Na de golfterreinen ook tennisvelden. Naar Duinbergen toe aanleg van zeedijk. Knokke telde 3.040 inwoners. Het werd het laatste jaar van de paardentram. Bij het Verweeplein kwam een kostschool voor meisjes. De automobiel reed in de straten.
De badkarren werden met de ezel tot bij de laagwaterlijn getrokken, zedelijkheidshalve, want de baders in hun lichte uitrusting werden liever niet blootgesteld aan al te nieuwsgierige blikken.
De paardentram scheen wel gans de hoofdlaan te beheersen als hij boven bij het Van Bunnenplein kwam. De rijweg zelf was nog aan één zijde, met enkel druk verkeer van karren en koetsen.
- 1911: uitbouw van Albertstrand verzekerd. Bouwgronden 11 fr. per vierk. meter, bij zeedijk 60 fr., in Kustlaan 33 fr. Constant Schotte kocht grond voor “Lekkerbek”, uitbating meest ten oosten tegenover zee. Compagnie stichtte “Soc. Ann. D' Eclairage Electrique Le Zoute” (in werking in 1912). Vuurwerk voor Continental. Meer dan 50.000 baden.
- 1912: Louis De Klerck burgemeester. De oude molen van Lievens werd hersteld, maar het malen gebeurde nu meer in mechanische instellingen. Peiling in het Zoute naar steenkool, maar enkel water vanuit 454 m. diepte, wat tot de “Bron” leidde. De gemeente telde 54 landbouwers. De elektrische spoorlijn Oostende tot het Zoute uitgebaat. “Cinéma Parisien” bij Cornelis Verbrugghe ter Lippenslaan in het dorp. Bouw van stadhuis.
- 1913: stadhuis op 15 juni bij het Verweeplein ingehuldigd en de gelegenheid voor een hulde aan “dezen die door hun ondernemingsgeest of hun hoge bescherming de vooruitgang van deze badstad hebben bevorderd”: het driemanschap Verwee-Van Bunnen-Dumortier en de families Lippens en Piers de Raveschoot. Op het strand kwamen tien golfbrekers. De zeedijk werd 2.400 m. lang. De Extention protesteerde tegen het doortrekken van de spoorweg doorheen de duinen.
Van Bunnen was, meer nog dan Verwee, de grondlegger van de badstad, met het “Grand Hôtel” dat een indrukwekkend gebouw was voor die tijd. De paardetram had hier zijn terminus bij het plein dat nog met duingras begroeid was. In 1912 zou de paardentram reeds vervangen worden door de elektrische tram die naar het Zoute doorreed.
Moeder Babelute heeft vele jaren aan de dijk gezeten met haar zoete karamels, de babeluten die ook als souvenir aan het slot van het verlof naar huis meegedragen werden, dan voor een zoete nasmaak in de winter.
Caroline was de exotische zigeunerin die vele mannen heeft doen staren, als ze wiegde bij het draaien van het orgeltje. 's Avonds kon men dansen op de tonen der tokkelende muziek.
Uit het zuiden was de troebadoer gekomen, Iesse Brandani, om de kinderen in de rondedans te roepen en met hen een spelletje te spelen. Met zijn liederen die hij lustig begeleidde op zijn gitaar, kreeg hij in de volksmond vlug de bijnaam van “ Jampe”.
Oorlog
- 1914: 3.326 inwoners. Officieel wapen van de gemeente erkend. Ontzandingsprobleem waar de “zee strand en duinen verslindt”. Samenwerkende vereniging der eigenaars van Knokke en het Zoute opgericht. Er kwamen badkarren ten westen van het Grand Hotel. Naast burg. Deklerck waren V. Lamoral en P. Vermeire schepenen, L. Loeys, C. Baeyens, C. De Mey, D. Ryckaert, J. Van Houtte en L. Tavernier raadsleden. Alle openbare diensten funktioneerden: post, afhaling huisvuil, doeane, belastingen, enz... Maar toen brak de oorlog uit.
De soldaten werden voor 1 augustus terug opgeroepen en al zingend trok de grote groep naar de trein te Heist, met het idee dat enkel de grenzen moesten bezet worden. Maar … Op 18 oktober bereikten de Duitsers Knokke. Vluchtelingen trokken naar Nederland, velen kwamen terug. Het sluitingsuur werd om 20 u. vastgesteld en tegen 1 november was het reeds verboden naar andere gemeenten te gaan.
Zo werd de groei van de badplaats onderbroken. Met de vraag wanneer dit alles zou eindigen.
- 1915: aan de grens kwam een elektrische draadversperring. Onder de smokkelaars naar Nederlands viel Leander Waeghe op 13 juli als slachtoffer. En Knokke was weer eerder een landbouwgebied geworden. In deze terugkeer naar het verleden werd gerekend op de voortbrengst om te overleven, rantsoenering aan de orde, in 1917 de hongersnood.
De oorlog liep door, zonder veel nieuws van het IJzerfront. - 1918: men wist dat het weer menens werd op de St.-Jorisnacht van 22 op 23 april toen de Engelsen op Zeebrugge afzakten en de kanonnen van de Wilhelm II Batterij alarm bulderden. Op 1 oktober werden alle weerbare mannen weggevoerd. Op 18 oktober was Knokke bevrijd.
De eerste wereldoorlog was de snelle opgang van de jonge badplaats Knokke komen onderbreken. Op de Belle Epoque volgde de werkelijkheid met een militaire bezetting die vier jaren zou aanslepen. De herinnering leefde voort als een droom. Tot op de dag van Wapenstilstand toen er weer plannen konden gesmeed worden.
- 1919: de dijk leek meer op een slagveld, maar de gebouwen waren overeind gebleven. De kostschool ter Verweeplein werd aangekocht door het Nat. Werk voor Kinderwelzijn en werd de “kolonie”.
- 1920: de ondermijnde dijk naar Duinbergen stortte volledig in. Het ontzandingsproces tastte verder het strand aan, vooral de duinen die oostwaarts niet door een stenen zeedijk beschermd waren. De treinverbinding werd doorgetrokken, met als stationsgebouw een houten barak bezuiden de dorpskerk. Er kwam een schoolkolonie, O.-L.-V. Van de Ijzer, benoorden Plettincks Hul.
- 1921: tijdens de winter werd volop gewerkt voor het “seizoen”. Er was veel arbeid en de talrijke werknemers zakten iedere dag uit de streek af. Velen kwamen zich hier vestigen, waar ook een nieuw tijdperk aangebroken was. Knokke herdacht pastoor Opdedrinck, de geschiedschrijver die te Damme overleed en zijn graf kreeg bij de St.-Margarethakerk.
De bouwkoorts
Een groep Antwerpse financiers, vertegenwoordigd door senator Joseph Nellens, nam alle aandelen over van “Knocke-Duinbergen-Extensions” (Serweytens), met 1.900 m. tegenover zee, 1.600 m. duinen landinwaarts op grondgebied Knokke en Heist. Het werd de aanloop voor Albert Plage.
Verschillende plannen kwamen klaar voor het Albertstrand: achterwaarts leggen van de zeedijk met het vormen van een baai; doortrekken van de kustweg over de eigendom; graven van een meer in de Lispanne en het openen van een casino.
Terwijl het centrum verder uitbreidde en het Zoute volgens het voorgenomen plan van Stübben doorging, werd de badstad een nieuwe vleugel rijk. Ook ditmaal liet het privé-initiatief zich gelden.
- 1922: het bouwen nam een aanloop, met zo'n 50 nieuwe werken, en ons blad schreef in februari dat het niet “ziekelijk of zinneloos” moest gebeuren! Men vroeg een tramlijn Breskens-Knocke over Retranchement. De gemeente was bevlagd als Maurice Lippens, goeverneur van Kongo, op zijn zomerverblijf van het Zoute kwam. Het gedenkteken voor de gesneuvelden werd op 11 juni onthuld. Het badseizoen viel tegen als gevolg van ongunstig regenachtig weder en in september waren de verblijfsgasten vlug vertrokken. “De bouwkoorts herbegint”. De maatschappij K.D.Extensions schonk het terrein voor Knokke FC (op 5 nov. ingehuldigd) bezuiden de Batterij Wilhelm II (behouden als museum).
- 1923: de stoomtram reed nog op Brugge maar reeds werden voetstappen aangewend voor elektrificatie. Van 1 juli af kwamen drie treinen per dag uit Brugge. Terwijl de zeedijk naar Duinbergen aangelegd werd, zorgde het Zoute voor de “Oosthoekdijk” tot voorbij de Lekkerbek. De molen van de Graaf Jansdijk in het Kalf werd door de staat aangekocht. In november werd de Zwinschorre overstroomd en zowat 1.500 konijnen moesten het bekopen (30 centiem 't stuk verkocht). Het werd dan weer een bouwwinter, langs Lippenslaan en in het Zoute, 48 villa's aan het Albertstrand.
- 1924: 5.148 inwoners. Het middenpad van de Lippenslaan werd voorzien van bloemenperken. Het Zegemeer over 6 ha uitgegraven benoorden de Batterij. Met het Paasseizoen staken de hotels bij de dijk vol Engelsen. Riolering en leidingen voor drinkwater. Hotelkamers à 50 tot 60 fr. per dag. Studie voor weg Knokke-Maldegem. De Goeverneurspolder (Zwin) werd aan Maurice Lippens toegewezen voor 350.000 fr. In de vuurtoren kwam een oorlogsmuseum. Nathalie Devulder, die ontelbare Knokkenaars ter wereld hielp brengen, op 81 jaar overleden (na sedert 1867 vroedvrouw geweest te zijn).
- 1925: bevolking naar 6.000. Zoutekerk voltooid. Werken voor Leopoldlaan en Dumortierlaan voorzien. Vele villa's langs Elizabetlaan en Sparrendreef. Het seizoen was “goed”. Ondanks de “algemene handelskrisis” werd toch weer flink gebouwd, ook hotels vergroot en gemodernizeerd.
- 1926: uitbreiding van zeebadendienst. Pavillon du Lac gebouwd, voltooid ondanks instorting middendeel. Aan Albertstrand eerste hotels: Soleil en Rubens. In de Carlton in het Zoute verbleef de Britse eerste-minister Ramsay MacDonald. Verkiezingen zes liberalen en vijf katolieken. Er werd besloten tot het indijken van het Zwin bij de monding (maar gebeurde niet). Er verblijven tijdens de winter ruim tweehonderd Engelsen in het Zoute: “het leven is hier goedkoper dan in Engeland”!
- 1927: de zeedijk is 5.625 m. lang. De verkiezingen werden verbroken, om bij nieuwe tot de omgekeerde uitslag te komen; weer verbroken, uiteindelijk toch 6 lib. en 5 kat. Honderdtachtig nieuwe villa's. Een bad in zee kostte 3 fr. Pierre Van Daele bouwde een garage, ter Lippenslaan, voor honderd auto's. “Cinema Royal” (op plaats Nova van nu) en “Cinema Modern” in Prince's. Marcel Rombout, dijkgraaf van de Zoutepolder, gehuldigd in de Central, in aanwezigheid van Maurice, Edgard en Raymond Lippens. Bouwkoorts duurde voort: 300 nieuwe villa's in winter. Medard Cosyn besluit Hotel Cosyn bij dijk te bouwen. Ijsvermaak op meer.
Seizoen en geld
Het toerismeseizoen was de rijkdom van Knokke geworden.
- 1928: 6.332 inwoners. Steeds meer “aangespoelden”. Oprichting van de Verenigde Bruggelingen. Bilan van het bouwen: 130 gebouwen, 14 hotels, 60 handelszaken. Gemeente schrijft 4.800.000 fr. uit voor uitbreiding waterleiding, riolering, wegenis e.a. Sedert de oorlog werden 1.234 nieuwe gebouwen opgericht. Er was “nooit zoveel volk” met Pasen. Een pullmantrein zal de verbinding Parijs-Knokke verzekeren. Frans Desmidt werd burgemeester. In de vuurtoren kwam een inlichtingskantoor. Er wordt 13 miljoen voorzien voor een “kuurzaal” bij het Albertstrand. In het Kalf werd de gerestaureerde molen ingehuldigd. Er waren 213.819 baden. De Zoute-Compagnie zette de werken in voor een vliegplein, terwijl een aanlegkaai bij het strand ook noodzakelijk geacht werd, zelfs een verlenging van de spoorlijn tot het Zoute bij de Lekkerbek.
Knocke. Een merkwaardig dokument uit de dertiger jaren, een ontwerp van de vader van Kuifje, Hergé.
- 1929: meer dan 7.000 inwoners, toename “te wijten aan vreemden aangelokt door de uitbreiding van de badstad en om ook deelachtig te worden in de voorspoed”. Het was een strenge winter geweest met ijs op het strand. Opening vliegveld in juli en vijf toestellen neergestreken. Grote drukte voor seizoen en alle hotels en pensions vol. Aantal baden 268.467. Van september af kermissen, om de week in ieder wijk. Werken aan het casino aangevat met “honderden stielmannen”. Van rond de dorpskerk werden de resten van de oude Knokkenaars opgegraven en naar de nieuwe begraafplaats overgebracht, in de Papepolder. Van zee en duinen terug naar de polder.
- 1930: Knokke telt reeds bij de 8.000 inwoners (achtmaal meer dan vijftig jaar voorheen), er zijn 2.452 gebouwen met een vijfhonderd woningen tijdens de winter betrokken. Het bouwen kent geen verpozen, veel in Pierslaan en Parmentierlaan, verschillende hotels, eerste officiële steen van casino (25 jan.). Op het vliegveld kwam een loods voor de Sabena. Straten werden gekasseid: Van Bunnenlaan, Dumortierlaan, Koninginnelaan, Albertstraat, Naaldenstraat (Verheyestraat). De tram naar Brugge werd elektrisch. Op 5 juli officiële opening van het casino met dankwoord van burg. Frans Desmidt voor Jozef Nellens “die zijn werkkracht en kapitaal ten dienste stelt van de gemeenschap”. Officiële inhuldiging van vliegveld met toespraken door burg. Desmidt en minister Lippens.
Het zomerseizoen bracht “veel volk, alhoewel er in andere badsteden geklaagd wordt”. Het was het jaar van de 100e verjaring van de Onafhankelijkheid, met wereldtentoonstellingen te Antwerpen en te Luik. In het eerste jaar telde het casino een opbrengst van 1.540.322 fr.
In december kondigde zich een krisis in het bouwen aan, enkel twintig villa's in het vooruitzicht.
Tot zover het Knokke van “toen”.
André D'hont
Brugsch Handelsblad