Bij het Dudzeelse bedevaartvaantje

Broeder Gaëtan

Ons werd een cliché van een oud bedevaartvaantje in bruikleen gegeven. Wij maken er dankbaar gebruik van om het te reproduceren op onze fotopagina.

We vinden dit vaantje op groter formaat gedrukt in het schoon werk van Maurits Van Coppenolle "Westvlaamse Bedevaartvaantjes" (Walleyn, Brugge 1942) samen met een ander uit de jaren 1600, dat beter is en dat als model heeft gediend voor het vaantje dat ons bezighoudt.

Ons vaantje werd destijds gedrukt met een koperplaat, 19,5 cm hoog en 32,1 cm lang, die bewaard wordt in het Oudheidkundig Museum te Brugge. De plaat werd in 1732 gegraveerd door Hendryck Pierens (1).

Op het vaantje vinden we eerst en vooral Sint Lenaart, de patroon van Dudzele. Vele eeuwen lang trokken bedevaarders op de eerste zondag van augustus naar de grootse romaanse kerk te Dudzele om er St.- Lenaart te smeken of te danken. De verering van St.- Lenaart kwam naar ons uit Saint Léonard de Noblat in Frankrijk waar de heilige monnik was in het klooster van Nobiliac en er stierf rond het jaar 560. Na Zoutleeuw, was Dudzele de grootste bedevaartplaats van St.-Lenaart in het Vlaamse land.

De Heilige werd eerst en vooral aanroepen voor het vrijkomen der gevangenen. Vandaar dat hij steeds afgebeeld staat met ijzeren boeien in zijn handen. Omdat men vroeger de zwakzinnigen in boeien vastlegde, werd hij ook aanroepen tegen krankzinnigheid en razernij. Van verlosser der gevangenen is hij ook de voorspreker geworden der moeders in barensnood. Maar te Dudzele is hij vooral de geneesheer van rheumatiek, "zeere leên" en flerecijn.

Sint Lenaart wordt hier afgebeeld als diaken met in de rechter hand een boek en in de andere de boeien. Naast hem hangen enkele ex-voto's; en er worden vijf personen bij afgebeeld: een blinde man met zijn stok, een lamme die ten gronde ligt, een kreupele vrouw met krukken, en een andere vrouw die een zieke man ondersteunt.

Onderaan op het vaantje, de verzen: "Comt pelgrims alwie datge syt / Naer Dudzele St Lenaert eeren / Om door Godts help te syn bevryt / Van blintheyt lamheyt en veel seeren".

Boven Sint Lenaart prijkt de monumentale kerk van Dudzele met de zware westbouw waarvan wij nu nog een deel als kostelijk puin bezitten. In de top van het vaantje, een niet al te juist weergegeven wapen van Dudzele: van zilver met een keper van keel, in het schildhoofd rechts vergezeld van een sleutel.

De rest van het vaantje verbeeldt een kaart met de bedevaartwegen van Brugge naar Dudzele, die ik hieronder voor U op juiste schaal heb overgetekend. Aan de rand van de stad vinden we daar eerst de St-Lenaartspoort. Die poort stond west van de Dampoort (zie kaart Wintein, bijkaart 7 nr 240) en gaf toegang tot de banen op Koolkerke en op Dudzele.

2016 03 22 090237De bedevaartwegen

Van uit die Poort konden de bedevaarders de Dudzeelse Heerweg volgen. Daarlangs worden als richtpunten aangegeven: Ter Panne, het stenen Kruis rechtst, de Molen links van de baan, Kruisabele en het Hof de Twee Poorten. Aan de Rontsaartbeek bij de Rode Poort, konden ze ook nog rechts afwijken om eerst te bidden en te rusten aan de O.L.Vrouwkapel, op het vaantje afgebeeld, vooraleer zij langs de Popelierdreef en de Oostheerweg Dudzele bereikten.

Ofwel konden de voetgangers en de wagens aan Ter Panne links de Vaneweg en de Vieringweg opgaan en passeren voorbij het Kasteel Pathoeke en het Kasteel Ter Bolle; om verder weer naar rechts in te slaan op de weg van Zeven Eken naar Stapelvoorde. Tegenaan Dudzele kwamen ook zij bij de Zuidmolen, die eveneens wordt afgebeeld.

Veel bedevaartgangers zullen echter nog meer naar links gegaan zijn om zeker te gaan bidden in de grote en beroemde Sint-LaureinskapeI. Zij trokken dan langs het Schotte Kasteel naar het St-Lenaartsdorp.

Voor lammen en kreupelen en zieken was die lange voetweg niet te doen. Daarom wordt op het vaantje als bijzonderste en duidelijkste bedevaartweg aangegeven, de watergangen. De watergang recht naar Dudzele, de Eevoorde, was niet bevaarbaar. Maar de Lissewegerede en de Dudzeelse Watergang stonden tussen dijken op hoger peil. Op het vaantje vinden we als water aangeduid: eerst het Vestewater, dan de "Vaert" of de Ieperleet , nu de Oostendse Vaart.

Daar waar de Lissewegerede in de Ieperleet liep, stond het Speyhuys of Sashuis, d.i. de Monnikenspei. De bootjes werden naar het noorden gevlot voorbij de kasteelhoeve Zeven Eken, waar ook gelegenheid was naar St-Laureins te gaan bidden. De tocht ging dan verder, waar men rechts de Dudzeelse Watergang binnenvaarde. Al onder de Knekersbrug, die op het vaantje niet al te best op zijn plaats is aangemerkt, kwamen de bootjes met bedevaarders en zieken tot in het dorp.

2016 03 22 090301Het wapen van Dudzele op het vaantje

(1) De Sint-Lenaardbeevaart te Dudzele (M. English 1950)

Bij het Dudzeelse bedevaartvaantje

Broeder Gaëtan

Rond de poldertorens
1965
02
067-069
Achiel Calus
2023-06-19 14:38:19