Alsof het gisteren was...

Rita Vandewalle

Het gezin van Albert Beirens, uit de Noordstraat 30 te Heist, telde drie kinderen.

Gilberte was de jongste. Ze was pas 9 jaar toen de oorlog uitbrak Toch herinnert ze zich nog levendig alle gebeurtenissen, vooral hun vlucht naar Engeland.

Het was op een vrijdagavond in mei 1940 toen de bom viel in de Molenhoek. De volgende dag zocht de ganse familie een veilig onderkomen bij de boeren. Ze vonden een slaapplaats in Dudzele, maar het zou slechts voor één nacht zijn. Want de zondagmorgen keerde haar vader reeds terug naar Heist. Ze vermoedde toen nog niet dat de familie concrete plannen smeedde om de oorlog te ontwijken via de plas.

Tegen de middag kwam vader terug op de fiets, met een tweede exemplaar aan de hand. Een uur later vertrok het gezin van Dudzele naar Heist. De twee broers deelden één fiets, en moeder en dochter gingen te voet. “Inboedel verzamelen en wegwezen”, zei vader.

Er was geen tijd van dromen. Gilberte’s grootvader langs moeders zijde, Leopold Vantorre, had twee eigen vissersboten.

Hij stelde voor dat de ganse familie zou vertrekken richting Engeland. En zo gebeurde het. De Z 5, de Z 34 en de H 34, garnaalboot van haar nonkel Frans Vantorre, vaarden in blok tot aan hun einddoel.

Ze scheepten in te Zeebrugge op zondag, en kwamen pas op donderdag aan in Weymouth. Het werd een woelige reis, en de eerste haven die ze aandeden was Calais. Daar hebben ze beschietingen meegemaakt. Ze besloten door te varen naar Dieppe. Daar was een Oostends vaartuig op een magnetische mijn gelopen.

Tussen zware bombardementen door, namen ze drie Belgische loodsen aan boord, die hen veilig zouden overbrengen naar Engeland. Er was geen tijd voor angst...

Eenmaal in Weymouth kregen de families opdracht van de Engelse havenautoriteiten, om vrouwen en kinderen van boord te halen. Die eerste nacht sliepen ze in een ontruimde cinemazaal. De mannen bleven aan boord.

Op zaterdag werden alle gezinnen per twee ondergebracht bij plaatselijke families.

Gilberte en haar moeder voelden zich al dadelijk thuis bij het echtpaar Hoff in Wallington. Zij hadden immers een dochter Scheila, en de meisjes waren van dezelfde leeftijd.

Na vier weken werden ze opnieuw verplaatst, omdat de woning pal gelegen was aan het vliegveld van Crydon.

De ganse familie verhuisde toen voor vijf weken naar Kingston aan de Theems.

Ze logeerden in een klein pensionnetje, en zorgden samen voor hun eten. Ondertussen hadden de vissers ook niet stilgezeten.

Na het afzetten van vrouw en kinderen in Weymouth, waren ze doorgevaren naar Dartmouth.

Aan de monding van de rivier Dart vergaderden alle Belgische vissers. Daar werden ze bevoorraad met voedsel. Ze mochten niet aan land vooraleer hen een thuisplaats werd toegewezen.

Voor de H 34 (garnaalvanger) werd het Brixham. Voor de Z 5 en de Z 31 werd het Newline. Wanneer de vissers paraat waren om weer te varen, en ze een geschikte woonst hadden gevonden in Penzance, mochten vrouw en kinderen overkomen per trein. Het werd hun nieuwe thuis van mei 1940 tot augustus 1945.

Het leven van elke dag kon weer beginnen...Ze woonden in een groot huis met ruimte, voor zeker drie gezinnen. Bijna allemaal eigen volk. De vrouwen verzorgden het huishouden, en gelukkig was er eten genoeg. Gilberte liep school in het plaatselijke pensionaat. Eerst kreeg ze Vlaamse les, maar op een gegeven ogenblik vond de lerares dat het beter was dat ze zou overschakelen naar het Engels. In het begin had ze wat taalproblemen, maar kinderen leren snel...

In Penzance leerde ze vriendjes kennen, waaronder Bill Ross, een jongen wat ouder dan zij. Na de oorlog verloren ze evenwel contact.

Ze woonde al in haar café toen een visser haar nieuws bracht van Bill. “Of ze opnieuw vriendschapsbanden wilde aanknopen?”

Tot vandaag hebben ze elkaar niet meer uit het oog verloren. Bill, een vrijgezel, is dikwijls in Heist geweest, en goed gekend onder de mensen.

Ook vissers van Heist waren altijd bij hem thuis. En over thuis gesproken...In 1945 kreeg de familie Beirens bericht van de Belgische overheid in Engeland, dat er een trein vertrok uit Penzance op 4 augustus richting Dover.

Daar konden ze de boot nemen; en met het troepentransport terugvaren naar Oostende. Wat zou grootvader Leopold Vantorre gedacht hebben toen hij zijn familie veilig wou onderbrengen in Engeland?

Calais en Dieppe waren een hel, dus onderduiken in Frankrijk kon niet meer...

Dit in tegenstelling tot de eerste wereldoorlog, waar vele Belgen zich veiliger voelden in Nederland en Frankrijk.

Misschien verkoos hij Engeland voor de ligging? Een eiland, geen vasteland... wie zal het zeggen?

Gilberte had Heist verlaten als kind, en kwam er terug als tiener. Ze voelde zich onwennig in het begin, en haar eerste gedacht was: ik wil terug naar Engeland. Ons Heist lag er verlaten bij, en er was veel schade. Het leven was er duur en de armoede groot.

Ginder had ze de stad gekend, hier waren er zelfs geen grote winkels. Toch was ze blij haar vriendjes terug te zien. De oorlog was voorbij.

Maar twee maanden later sloeg het noodlot toe !

De Z 5 is toen vergaan met aan boord vader Albert Beirens, twee nonkels Victor Vantorre en Gustaaf Savels, 1 neef Joseph Vantorre en een andere Heistenaar Albert Neyts.

Alsof het gisteren was .. - Het gezin van Albert Beirens

Rita Vandewalle

Heyst Leeft
1994
04
011-014
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:38:19