Katwijk: na afloop haring en fruit
HUMO 1311 van 21 okt. 1965
“Ik barst van de kou”, dat zei midden in de uitzending van de eerste Interland, zaterdagavond, een meisje uit Katwijk.
Op het plaatselijke marktplein lag zij onder een deken op een bed. Haar schoenen had ze aangehouden tegen de kou. En het was koud in Katwijk. Honderden mensen kleumend achter de hekken terwijl op de zwarte asfalt van het plein de reddingsbrigaden zich op het droge warm broeiden. Een buitenthermometer van het huisje aan het plein wees zes graden Celsius. Maar, beter koud dan nat, zeiden een paar vissers.
Dat sloeg op de vrijdag vóór de uitzending, die een hoeveelheid regen had opgeleverd, genoeg voor een maand drinkwater. Het marktplein lag er die vrijdag nog doods bij. De vlaggenmasten stonden al in de grond. Enkele gemeentewerklieden trotseerden het water om visnetten tussen de palen te spannen. De kersverse haringtonnen die als decor moesten dienen zagen grauw van ellende. Twee plaatselijke agenten, die opdracht hadden gekregen het plein te bewaken, trouwens ook.
En dat deden zij de hele vrijdag...
‘s morgens vroeg was de P.T.T. er al met een twintig meter hoge straalverbinding; twee volledige TV-treinen, plus materiaalwagens van de NTS verschenen tegen het middaguur. Het werkschema vermeldde: bouwen tussen 2 u. en 5.30 u., maar om 2 u. stortten de grauwe wolken nog steeds gestaag hun ellende uit.
Gestoken in zwaar oliegoed, hollend van bescherming naar bescherming, bouwden de werkers aan de eerste Interland. Tegen een uur of vier was de hemel uitgehuild. De licht- en camerarepetitie die voor vrijdagavond op het programma stond, kon doorgaan. Alles werkte. Om elf uur s avonds gingen de lichten uit. De zeven kamera’s in de materiaalwagen en dik 60 medewerkers gingen naar bed in Katwijk.
De eerste blik op de zaterdagochtend ging naar de lucht: matig bewolkt en droog. Het Raadhuis en het Marktplein - de markt van vrijdag was naar de omliggende smalle straatjes verdrongen - werden in de loop van de ochtend tot verboden gebied verklaard. Vrijwel de gehele Katwijkse politiemacht was geconcentreerd op deze twee plekken. Alleen de mensen met een kaartje waarop de NCRV met grote letters “Interland” had laten drukken, mochten in en uitlopen. En dat deden zij de hele vrijdag.
De kamera's werden weer te voorschijn gehaald en soms met veel inspanning op de speciaal daarvoor gebouwde stellingen gehesen. Er moest snel worden gewerkt want om drie uur moest er een generale repetitie volgen. Het gigantische technische werk waaraan naar schatting honderdvijftig man hebben gewerkt, kwam op gang. Tussen drie uur en half zes moest duidelijk worden of alle op papier uitgewerkte schema's ook in de praktijk klopten. Dat deden zij, zonder één enkele hapering.
Vijf minuten spanning
Om half zes volgde een gedwongen rust. De Eurovisiekanalen waren op dat tijdstip nodig voor de dagelijkse nieuwsuitwisseling. De tientallen nieuwsgierigen die al urenlang tegen de hekken hadden geleund om - voor sommigen voor het eerst van hun leven - een echte TV-kamera te zien, lieten het plein voor wat het was om thuis te eten.
Het piepkleine houten koffiehuisje, weggedrukt in een hoek van het plein, had een extra hoeveelheid “patat” (fritten), koffie en kroketten laten komen. Doordat dit tentje tot in de verre omtrek de enige gelegenheid met café-allures (zonder sterke drank) was, beleefde de baas gouden ogenblikken. Om zeven uur waren de vroegertjes, veel zogeheten tieners, alweer bij de afzetting.
En toen kwam om tien vóór half negen even een kleine tegenslag. De verbinding met het Amerikaans Theater, ‘s middags zo vlot tot stand gebracht, wilde maar niet komen. Vijf volle minuten spanning. Het plein was er stil van. Toen startten Dick Passchier en Regina Clauwaert op de sporadisch gespreide monitors.
Verslaggevers Herman Emmink, die deze week op reis gaat naar Israël, en Jan Theys, in Nederland populair geworden door het Grand Gala du Disque, konden beginnen aan het afwerken van het strak opgezette draaiboek. Herman Emmink vertelde na afloop: “Als medewerker zie je van de wedstrijd zelf niet veel. Je bent te veel bezig met je eigen werk, dat overigens tot op de minuut scherp omlijnd was. Er waren bijvoorbeeld in twee minuten vier reporters aan het woord en in beeld: een halve minuut bedden in Katwijk, een halve minuut zware mannen in Heist, een halve minuut zware mannen in Katwijk en dan weer een halve minuut bedden in Heist. Wij moesten steeds zorgen op de juiste tijd op de juiste plaats te staan. Ik geloof dat het prachtig geklopt heeft”.
“Ik ben niet treurig”
Het heeft geklopt, inderdaad. Maar met de toevoer van bedden was dat een wonder. Op een gegeven ogenblik stonden er op het Katwijkse plein zeker honderddertig bedden, waaroverheen talloze al dan niet rechtmatige bezitters krioelden. Vóór de ingang had de politie intussen handenvol werk om een nieuwe stroom beddenbieders tegen te houden. Buiten de hekken stonden na anderhalf uur wedstrijd nog zo'n dertig bedden. En al die bedden moesten weer terug naar het huis waar zij uit waren gehaald!
Wonder boven wonder werd het een keurig georganiseerde aftocht. Binnen het halfuur was geen bed meer te zien. Iedere Katwijker heeft zaterdagnacht in zijn eigen bed kunnen slapen. Dat vooral doordat burgemeester Duinker en zijn medewerkers al wekenlang hun eigen ordedienst hadden voorbereid. Zo een driekwartier na de wedstrijd waren op het plein alleen nog de afbrekers aan het werk, want die zelfde zaterdagnacht moest de NTS zijn spullen weer terug hebben in de Bussumse garage.
De Katwijkse ‘Raad van Tien” met in ‘t midden Tanja Koen: in de steek gelaten door “hinterland” en worstelend met onmogelijke opgaven. Of kon het hen niet schelen?
Ja en neen
Het was echter vooral een technisch kunststukje van de bovenste plank. Hoofdorganisator Dick van Bommel zei er ons later dit over: “Dit is pas echt TV maken”. Het gaat er bij deze wedstrijden om een echte België-Nederland-sfeer te krijgen en ook een heel seizoen lang anderhalf uur echte televisie. Is hij daarin geslaagd? Ja en neen, dachten wij. Die België-Nederland-sfeer was er zaterdagavond in Katwijk beslist nog niet. Herman Emmink zei: “dat is ook een beetje moeilijk. In België hebben ze al zestien maal “Eén tegen Allen” beleefd. Wij nog niet de helft. Bovendien zijn Katwijkers niet zo uitbundig. De Belgen leven meer op straat en zijn ook direct bereid tot een carnavalssfeer.”
In Katwijk werd na afloop haring gegeten en fruit. Gezond hoor! Maar ook aan de samenwerking van Nederlanders buiten Katwijk ontbrak nog veel. De Raad der Wijzen, bijvoorbeeld, heeft niet zo bar veel Steun gehad door telefonische tips. Ook de zware mannen kwamen zonder uitzondering alleen uit Katwijk zelf. Voor de Nederlandse T.V.-kijker, die zich “Eén tegen Allen” van het vorige seizoen herinnert, was deze “Interland” technisch een verademing. Vrijwel alle overgangen klopten. Er was op het marktplein niet zo'n rommeltje dat de kijker er niet meer uit kon komen.
In het Raadhuis was het inmiddels en waar gedrang geworden. Daar verzamelden zich alle medewerkers, die van de burgemeester te horen kregen: “Ik ben er niet treurig om dat wij hebben verloren. Het was gewoon een leuke wedstrijd.”
“Te weinig spanning.”
Er was wèl deze bedenking: doordat de wedstrijd in zovele onderdelen was gesplitst, ontbrak de spanning van “Eén tegen Allen”. Het oplossen van diverse theoretische vragen en praktijkvragen in de laatste minuten of soms zelfs in de laatste seconden, ontbrak nu. Misschien dat daar nog iets aan te doen is. Herman Emmink geeft wat dat betreft wat hoop: “Het was de eerste aflevering en het zal wel net gaan als bij Eén tegen Allen”; wij leren van elke vorige uitzending”.
Jan Theys: van ‘t éne bed naar ‘t andere.. De gluurders bleven in de buurt.