Het eiland Wulpen en Oostburgh Ambacht

G. Adriaenssens

De wandelaars die nu op de zeedijk te Knokke of te Cadzand lopen en naar de zeilboten op zee kijken, kunnen zich wel moeilijk inbeelden dat daar 650 jaar geleden een groot eiland lag met vier dorpen, namelijk het eiland Wulpen.

Dit eiland werd op zijn noordwestelijke flank beschermd door een hoge duinengordel, daardoor kreeg het de bijnaam Waterduinen. Tussen het eiland Wulpen en het eiland Walcheren heeft nog een ander eiland gelegen: het eiland Schoneveld.

Deze twee eilanden blokkeerden als het ware de Schelde, zodat men daar een kalme eb en vloed kende. De mensen die toen in het Scheldebekken woonden, legden dijkjes aan die toen niet breder dan twee roeden hoefden te zijn, ook de hoogte was veel minder dan nu. (1)

Ab. Ortelius, grondlegger van de moderne cartografie, geboren te Antwerpen in 1527, heeft ons met zijn kaart Flandriae, gedateerd in 1590, iets zeldzaam nagelaten in verband met deze eilanden.

Om de verkoop van zijn atlassen en kaarten te doen bloeien, wedijverde hij met G. Mercator, geboren te Rupelmonde in 1512. Mercator stak zijn kaarten wel in prachtige kleuren, maar Ortelius gaf waardevolle aanvullende informatie; in de linkerbovenhoek van zijn Flandriae-kaart tekende hij een supplementair kaartje waarop o.a. het eiland Wulpen en het eiland Schoneveld getekend staan. Hij schreef bij dit kaartje: "zo was de streek ten tijde van Gwijde van Dampierre, anno 1304" (zie kaart op voorpagina).

Het is interessant om de kaart van Nicolum Visscher uit 1656 met dit kleine kaartje te vergelijken: men bemerkt dan dat de grote zandbanken die Visscher tekende vóór de Schelde juist dezelfde vorm hebben als Wulpen en Schoneveld op het kleine kaartje van Ortelius.

Op dit kleine kaartje zijn ook de eilanden Coesant, Caedsant, en Suydsant getekend. In ons tijdschrift nr. 3 uit 1974 heb ik reeds geschreven over de samensmelting van Westmiddenzand; Caedsant en Suydsant.

Westmiddenzand was een klein eilandje met Caedsant samengesmolten daar waar nu de Lange String en het Vinkennestpoldertje zijn.

Suydsant is met zijn Noordpolder in zijn 1ste Noorman begin over de Kille romanens heengedijkt, tussen het Noormansdijkje en de Zanddijk van Caedsant slijkte het schor vol, waarna men met vijf kleine poldertjes Caedsant en Suydsant samenvoegde.

Sedertdien heb ik iets nieuws ontdekt: buiten de voorgenoemde eilanden bestond er nog een ander, namelijk de Oude- en de Zoutepolder ten westen van Groede. Aan de hand van de graad van afslibbaarheid der polders kan dit worden nagegaan, daar wordt jammer genoeg veel te weinig aandacht aan geschonken. Het liefste wat ik doe als ik in een polder kom, is de klei door mijn vingers laten glijden om te voelen hoe zwaar hij is. Zo kan ik u zeggen dat bijvoorbeeld de zeeklei van de Grote-St.-Annapolder rond de 70% is, terwijl de Oudepolder 35% niet rechtstreeks aan de zee lag toen hij opslijkte en er daarom veel zand en rivierklei bijkwam. Bij de Oude- en de Zoutepolder dijkte men ten noorden ervan, de Abtspolder in, nu bekend als Proostpolder.

In het boek Gottschalk, deel 1 (2), blz. 101, leest men dat de Isenpolder zijn eerste oogst leverde in 1253 haar teorie is dat de Oude-Zoute- en Proostpolder enz., na de Isenpolder ingedijkt zijn. Bekijk op de kaart van Pourbus (3) de vorm van de Isenpolder, zou men zulke driehoek op de schorren gelegd hebben? Nee, men heeft vanaf de Barendijk, die de oude Yevene watering omsloot een rechte dijk gelegd door de schorren naar de kleine noordkern en pas enkele jaren later heeft men de Isenpolder in 1252 bedijkt. Waar zou anders de naam Middenpolder vandaan komen?

Dit is de polder tussen de Barendijk en het huidige dorp Groede. Nu bestaat er nog een middelhoek. Op blz. 99 schrijft Gottschalk over een oorkonde van Philips van de Woestijne, gedateerd 1239, en verwijzend naar Van Lokeren (4); deze schreef: "De heren Van de Woestijne hielden ± 1200 het gebied van Baerzande in leen. De weduwe van Willem Van de Woestijne en haar zoon Philips schonken in 1212 bepaalde tienderechten".

"In terra Berdisant" aan de abdij van St.-Pieters ook van de nieuwe gronde die: "per alluvianen maris accrescere poterit".

Volgens mij zijn de Oude Polder, Zoute Polder en de Abtspolder identiek met de in 1212 genoemde "In terra Berdisant".

Gottschalk schreef op blz. 101: "Uit oorkonde van Philips Van de Woestijne blijkt verder dat de streek van Groede bewoond was." Waarom zou men anders van een oude polder spreken? Staat er niet op blz. 103 over de uitspraak van de tienden, ruzie die vier jaar duurde, dat de Gentse abdijen sedert onheugelijke tijden recht hadden tienden te heffen in het oude land en dat hun dat ook in de toekomst toekwam.

De nieuwe polder was door aanslibbing op de schorren tussen het eiland en de Barendijk ontstaan. Daar hadden de schapen geweid.

In 1267 zijn er 19 personen die de grond pachten van de St.- Pietersabdij in een nieuwe polder in de parochie Groede (5).

In 1261 verklaarde de abt van St.-Pieters (blz. 104 Gottschalk) dat hij van de gravin Margaretha voor een zekere som geld schorren had verkregen tussen Isendorpe en Nieuwerkercke, "in loco qui dicitur Groede".

Niet in staat zijnde alles zelf in te dijken, werd de helft overgedragen aan drie verschillende personen voor 455 per gemet, en een jaarlijkse cijns van 45 per gemet. Ze moesten de schorren inpolderen en voor het dijkonderhoud zorgen.

Dit waren weer poldertjes tussen het huidige Groede en de Barendijk aan de oostkant van de Middenpolder.

De 3 polders op blz. 105 beschreven als polreken Johannis filii Dirkini prope mare" poldertje van Ghisilin van Berdenwaan en het poldertje van de heer Van de Woestijne.

Dan staat er dat deze polders lagen bij de grens der parochies Groede en Schoondijke, dat stemt overeen met mijn teorie.

De Groedse watergang bleef hiertussen liggen als afwatering naar ter Couden Heyden en naast deze watergang heeft de lange polder gelegen ten oosten van de weg van Vraberdyc en volgens de kaart van P. Pourbus ten noorden van de Groedse watergang. Aan de zuidkant, ten oosten, lag dan de Moenespolre die volgens een charter van 1283 "in Veraberdyck neffens Diericks Storems lands bi zinen moelenwerve" lag (6).

Dicht bij ter Couderhiden lag Ter ouder Vere van waaruit men overstak naar het eiland Walcheren.

De namen van al deze polders verdwenen met de tijd omdat toen nog het recht van dijkvelling bestond, d.w.z. diegene die een nieuwe polder innam, had het recht de achterliggende dijk (oude dijk) te vellen, met de grond gelijk te maken, te slegten. Zie hierover meer in ons tijdschrift "Cnoc is ier" nr 7 (1976)(7). Wanneer de duinen van Wulpen verder afbrokkelden en het eiland zodanig verkleinde dat de zee hier rechtstreeks invloed had, heeft men na de ramp van 1404 dit oude recht teniet gedaan, en het vervangen, zodanig dat men alleen de ettinge, het vruchtgebruik van de oude dijk kreeg. Zo mag men gerust aannemen dat in de Oude Yevene watering van Oostburg tientallen dijken gelegen hebben die allen geslegt zijn. Wij zullen nu eens kijken hoe men intussen ten noorden van de Proostpolder verder ingedijkt had. In het oudste leenboek van de Burg van Brugge (8) wordt geschreven dat Gerard fil clair le Moer 104 gemeeten grond in leen hield "ke on appelle le polre monsieur Gherard" dit was de kleine polder van Namen nu 44 ha in de brochure van de "Carte geographiques du Franc de Bruges" door p. Pourbus komt deze naam niet voor, wel de Gheesten-polder (grote G de Moor polder).

Ten westen van de Zoutepolder en de Proostpolder vergroot men het kleine eiland met de 's Gravenpolder, van dan af hebben we een vaste datum 1282. De kleine polder van Namen die men ertussen indijkte, het is door de dijk van deze polder dat het kleine zwarte gat geslagen is. Dat ziet men op de 17e eeuwse kaarten. Het water stroomde door de Proostpolder tot in de Zoutepolder. Op de kaart van Pourbus is deze zwartegatse kreek nog niet te zien. Aan de noordkant van de ’s Gravenpolder dijkte men dan de kleine polder Cleytem in. Voordat de Herepolder tot stand kwam, was er reeds een dijkbreuk aan de oostkant van de Gheesten polder. Oude kaarten tonen dit wiel heel duidelijk.

Als versterking voor deze doorbraak heeft men de Herepolder erbij ingelijfd: deze op zijn beurt kreeg aan de zuidkant 2 doorbraken. Beide wielen zijn te zien op de kaart van Pourbus, waarbij men de nu als Blockspolder bekende polder indijkte.

Hierbij volgen nu drie polders die ik gevonden heb in het A.R. te Brussel; de eerste is mij onbekend (9):

  1. "Item le polre appelle lehaghelare gissant en la groede contenand 24 mesures gisante bagnez dont le...."
  2. "Item le polre appelle Saint Jehane le Steene vutenant pluteme mesure tout....."
  3. "Item le polre gisante en la Groede appelle le Buse contenant 4 mensures apportenant à Jehan Storm".

Toen men de Sint Jan Steen-polder indijkte, ging men over de watergang die daar nu nog ligt als kreek.

Dit is goed te zien op P. Pourbus zijn kaart terwijl de kaart van N. Visscher de Steenen-polder reeds veel kleiner tekent.

Hierbij volgen nu namen van polders uit de brochure van de kaart van P. Pourbus van het Brugse Vrije. De eerste 5 liggen op de laatste rest van Wulpen en zijn nu verzwolgen door de zee: de stellezantpolder; Hey Dic-; Hey Stick- en Gillemaetspolder.

Nu volgen al deze die aan de zee liggen: Verzant polder; El polder; Polder van Namen; Adornispolder; Baenstpolder; Gravenpolder; Waterpolder; Jonghe Bresken polder; de Noord-Gheerspolder; Hollants polder; Turkse polderken; den Knochaert polder; Oostmeulen polder; Nieuwvliet polder; Marienpolder; Oude land polder; een platten bessaeyden dyc; Zoutepolder; Metteneye polder; Isenpolder; Geregte Wynhene polder; Uit gheseit lant; De Meel polder; St.-Barbara polder; Speiken- Oud Bresken-Steenpolder; Gheestenpolder; Heerenpolder; Oostpolder; Proostpolder; Gallemaertsgat-Nieuwe polder; ter Hofstede-; Den Haeckelaere-Hei Kielle-Jans polder; Crubeke polder; Sint Jooris polder; Lisbette polder; Mossolleput; Crox houke; Den Cuun Dic; Den Beeren Dic; Sheer Gheermoer Waterynghe; Ghereelstraet; Willems gosse polder; Hughe Zaele polder; Den Kwadentijd polder; Sheer Jacques polder; Steillebroes polder; Bette Stoute polder; Barzand Meulen; De Gisselaere; Buse polder; Bladelin polder; Lodykse polder; oostpolder; d'oude vaert van Oostburg; Capelle polder; Cristofelspolder; Nieuwjans polderken; Rooden Dic; Waterganc Beoostersree; St. Catherine polder; Osemanspolder; Osemans capelle; De oude polders; St. Cristofels capelle; de nieuwe polder; Wijnpolder; Den Groenen Dic; Waterganc van Middelburg; Vinkebrom; Diercasteelpolder; De Ro meulen; Den joc wech; Ostener wech; Passegeulle; Passegeulle polder; St.Catherine polder; Goude polder; Durentijdpolder.

Verder staan er al de polders van rond Watervliet.

De lezer heeft wel opgemerkt dat op de kaart gelezen werd van links naar rechts en men vanaf de zee begint. Er staan veel polders op die nog bekend zijn maar ook veel die verdwenen zijn.

De grote schuld daarvan zijn de overstromingen maar ook de 80-jarige oorlog tegen de Spanjaarden.

De Verzant-polder lag voor de polder van Namen en voor de Cleytenpolder; deze laatste wordt hier als Elpolder vernoemd. Ten westen van de Verzant-polder dijkte men in 1448 de grote Guy de Baenstpolder in, en in 1536 kwam hier tegenaan de Jan Adornis-polder. De Verzant-polder is nu geheel in zee verdwenen, terwijl de beide andere polders gehalveerd zijn aan de Noordzijde. Ook de Waterpolder is door de zee weggeknaagd evenaals het grootste gedeelte van Jong Breskenspolder, Gheerspolder en Hollantspolder, die moeten daar ook aan de noordhoek gelegen hebben.

Wynghenepolder zou het Lampsinpoldertje zijn aan de zuidoostelijke kant van de Adornispolder.

De Meelpolder en Barbarapolder moeten tegen Breskens gelegen hebben, waar men ook de Spui vermeldt, om het slijk en zand uit het kleine haventje te speien.

De Gheestenpolder, door de paters van St.-Pieters naar de H. Geest genaamd, is nu de bekende grote G. de Moor-polder. De Oostpolder, die ten oosten van de kern lag op de schorren, kreeg later de naam Blokspolder.

De Mosolleput kent iedereen als de Marolleput.

Dan spreekt men van de Cuundic, waar lag die? Is het de zware dijk die aan de westzijde de oude Yevene watering beschermde?

De Beerendic is natuurlijk de Barendijk.

De Sheer Gheermoer Waterynghe lag tussen Groede en de Barendijk en zo oostelijk tot aan de Schelde.

De Buse-polder lag ten oosten van de Sint Johan Steene-polder met aan zijn noordoostzijde de Gisselare-polder.

Dan spreekt men van de Willem Gosse-polder, Den Kwaden tijdpolder, Sheer Jacques-polder, Stelle broes-polder, Bette Stoute-polder, bij deze vijf polders kunnen zeker deze 3 polders zijn die voordien vernoemd werden.

"in loco qui dicitur Groede" aan de oostkant van de Middenpolder.

Tijdens het 12-jarig bestand worden de meeste van deze polders heringedijkt; in 1612-16 door Jacob Cats, advocaat en dichter uit Middelburg op Walcheren. De "Cats-hoeve", gebouwd in 1614 ten noordwesten van Groede, herinnert aan deze bedijker.

In een boek uit de ex-biblioteek Baron Gillis de Pelichy (10) bestaan verschillende brieven en documenten tussen de abt Colombanus van St.-Pieters en Cornelis Cats, burgemeester van Brauwershaven en Jacob Cats, advocaat te Middelburg. Die geschriften zal ik later in een volgend tijdschrift publiceren.

Poldernamen als den Heere-polder, "den nieuwen dijk voor den Verschen polder tegenwoordig nog drijvende dat in ouden tijden plach geheeten te worden het Oude lant en nu genoemd wordt den Suytoosthoeck....een stuk lant geheeten den Cleynen Gistelaere, item de tienden daar die van St.-Pieters maar in en compreteren de eene helft waer van het capp'l van Doornick de wederhelft blijft behouden......Willem Gollepolder.......scheydende op de watergangh die van oude tijden de voorzij heerlijkheit van Breskens heeft gescheiden van de parochie van Schoondycke te weten Jan van Suytkerckens-polder, Henderick Verse-polder en de Parasijsen-polder hier onder medebegrepen degeheele tiende van Pieter de Roodes polder voor dezen....en bij den Tollenaere welke tiende van tselve poldercken het voorgenoemde Clooster van ouden tijden geheel heeft gecompeteert enz....."

De paters van St.-Pieters hebben in samenwerking met anderen tot aan de molen van Baersande ingedijkt van west naar oost. Daar lag "ons gheduchts heeren dyck" (11). Het was tussen deze dijk en de Vrabersdijk dat het Nieuwland lag, met er middenin de hoofdwatergang die men gebruikte als afwatering naar het latere nieuwerhaven.

Dit nieuwland kreeg de naam waterschap Groede dat over de Vrabersdijk heen in het noorden boven de oude Yevene watering tot tegen de rooden dijk van Gaternisse liep.

Deze rooden dijk was de westdijk van Gaternisse dat in feite ook een jonge kern of eiland is geweest op de schorren.

Tussen Schoondijk en deze dijk hebben vroeger andere dijken gelegen, waaronder de naam Vulendicke reeds vernoemd als kerkdorp in 1150. Ook hier gebruikte men de grote watergang als afwatering (zie kaart P.Pourbus).

De polders rond de Abtspolder, polder van de H. Gheest en ons Heere-polder, hadden een eigen "Ser Gerard de Moorswatering".

Achter de rooden dijk van Gaternisse lag het oude land, de oude polder met het dorp in 1150 als parochie vermeld, de steenresten ervan zitten nu buitendijks den Oranjepolder in de Hoofdplaatpolder.

Verder was er nog St.-Cristoffelcapelle dat tegen de rooden dijk lag.

Aan den Roonhoek lag de Wijnpolder, beschermd door den Groenendijk, en aan de zuidkant de Nieuwepolder met zijn nieuwe sluis die toen aan de zuidkant uitwaterde in een vliet.

Verder oostwaarts lag de vliet van Elmare, ten oosten van Biervliet de Braxeme (Braakman).

De naam "nisse" zegt ons "hoogte in de schorren". Denk maar aan Hontenisse, Ossenisse in het oostelijk deel.

De indijkers gingen vroeger met hun dijken niet over vlieten en geulen; ze gebruikten ze als waterwegen. Ze hadden er immers geen erg in dat deze vlieten hun fataal konden worden wanneer Schoneveld en Wulpen voor de monding van de Schelde wegspoelden. De stormvloeden konden nu met geweld doordringen in de Schelde en in die vlieten en zo kregen we de fatale ramp van 1376 die een ganse zuidzee sloeg en van Biervliet een eiland maakte waar de Keizerpolder had stand gehouden. Ellemaere, Roeselaere, Bysmanskerke; St. Cateline, St. Margriet, Watervliet, Willemynen, Diet S’Claes in de Varent, St. Jan in de Woestijne, Weverswale, Botersande verdwenen toen onder de golven. Ook Vremdijk, Willemskerke en Couwekerke verdronken.

Een bejaardentehuis in Hoek herinnert aan Vremdijcke. Al deze dorpen staan op het kaartje van A. Ortelius, maar zitten nu onder een dikke laag klei.

Na de St.-Elisabetsvloed in 1404 is men terug beginnen herindijken vanaf de Landsdijk van Bentillecapelle en hebben enkele dorpen hun naam behouden. Maar al de nieuwe dijken zijn blijven liggen, d.w.z. geen dijkvellingen meer.

Men had geleerd hoe verschrikkelijk de zee kon toeslaan. Na de ramp van 1376 lag het ambacht Ysendycke bijna gans onder water; het ambacht Oostburg was er met zijn waterschap, de oude Yevene, beter vanaf gekomen.

Aan de zuidkant was het water tot stilstand gekomen tegen een oude geslegte dijk, die men in 1387 ging verzwaren langs de Zuidzee (12) "de zidelinghe die lach tieghen de Zuidzee". (12) Op de wijk Molentje in de Oranjepolder kan men deze dijk nog terugvinden aan de westkant in de weide van de hoeve Van Haverbeke en ook westwaarts in het veld.

Men bespreekt dat ze in 1388 zullen tesamen komen met de schepenen van het Vrije "ter Nieuwersluis" om daar ten zuiden van Nieuwersluis een nieuwe dijk te leggen, vanaf St.Cristoffeldamme. Deze dijk moest aansluiten op de zeedijk van Knutspolder (Cnuutshoek). De lengte was 269 roeden ± 1033 meter en hoogte 18 voet.

St.Cristoffelcapelle lag op Gaternisse even-als de nieuwe polder met zijn nieuwe sluis. Ik heb met mijn vriend K. Verhasselt vanaf de hoeve Van Haverbeke (Cnuutshoek) gemeten over het platte dijkje ten oosten van het hof, voorbij de hoeve Timmerman tot aan de hoeve Qaak, waar volgens mij de sluis lag; de afstand stemt overeen 269 roeden of 1033 meter. Deze dijk is nu het noorddijkje van het Durentijdpoldertje, in 1557 ingedijkt uit de Zuidzee (zie kaart P. Pourbus).

Voordien was in 1537 de Oosemanspolder heringedijkt. Het is over deze dijken dat de Canadese bevrijdingsmars gaat vanaf Roodenhoek langs de Wijnpolder, de nieuwe polder in een bocht voorbij het Durentijdpoldertje, de Oosemanspolder voorbij het Heultje van Steenhoven naar Ostburg.

Deze polders zijn opgenomen na een overstroming in de Oranjepolder, heringedijkt met de Statendijk in 1618.

De Mauritspolder die links ligt, werd in 1650 heringedijkt (zie kaart het "t'Oost Vrije van Vlaanderen" (13) en niet in 1614 zoals M.H. Wilderom schrijft (14); anders had deze zeker op al de kaarten gestaan die tussen 1620 en 1640 gemaakt zijn over deze streek. De reden dat Gerard de Moors watering en Groede watering samen met de oude Yevene geschot betaalden om daar die dijk te leggen van 269 roeden, waarschijnlijk was hun afwateringsluis aan Nieuwerhaven ook weggespoeld en zagen ze geen kans de sluis seffens te herbouwen.

Zodoende waren ze aangewezen af te wateren langs het Gat ter Nieuwer Sluis aan de Zuidzee, gebruik makend van de watergangen ten oosten van Schoondijke, ook van de nieuwe polder van Gaternisse, volgens de kaart van Pourbus.

Hier volgen nu enkele interessante teksten van het A.R. te Brussel uit de renteboeken van de Burg van Brugge. De meeste spreken over het ambacht van Oostburg waartoe ook het eiland Wulpen behoorde.

(15) "....gemeten lands liggende in de prochie van Oosemanskerke in Oostburg ambacht en staet ten dienste in trouwe en waarheden;

(16) Jonk zoete arnouts acht van Wulpe hout een leengoed van m'n w. here van XI per jaers rente leggen-mb-plaets prochie binne.....legg-in Vrouwenkerke in Wulpe dat de zee af ghewonne heeft.

hout een leengoed in ligg-binden ambacht van Ardenburg in de prochie van hanekinswerve met 7 manschepe toe behor-

rekenkamer 1074 37r

Guy Buuc hout een leengoed van mine vorz. heer van Vlaendre, van 7 gemet lants lettel meer of min lig. te Waescapelle te te Reygaerdsvliete en staet te dienste teenen valkenteertele s'jaers als men vermaend of l;w; par. over de werde.

rekenkamer 1073 f 35

P. Jacob Damaert houd een leengoed van mijn heer van Vlaanderen van .... par jaers lighende binder Stede van Brughe in de Burgh en de grond daer thuus op staet daer meest gheselbrecht nu in woont en toebehoort der stede van Bruege hier of es Jacob v.z. een hooft Vadenare en staet ten dienste....

Guy Buuc f, Jacobs

houd een leengoed van mijn heer voorz. van 9 gemete en 2 linen lands lettel min of meer liggende in Oostkerke te Heyenbrueghe en staet tûwen en wareden.

Jan van Hehle f. Boudens houd een leengoed van mijn heer vors. van 30 gemeten lands....lighende in Caedsant met 7 manschepe dartoe behorende houdende nu 20 gemete mette anworpe dat toebehoort en staet....

Jan van Wulpen houd een leengoed van mijn heer vors. van 23 gemeten lands lettel min of meer lighende in de prochye van Hanekin werve met 17 manschepen dertoe behorende en staet te tûwen en wareden.

Lieme begin port. in Ardenburg.

houd een leengoed van mijn heer vors. van ene gemete en 50 roe lands lettel min of meer lighende in de prohije van Heyle met 2 manschepe dertoe behorende en staet....

A.R.Br. rekenkamer 1073 f 14

Wulpen

Jacob Jan Pauwels zone van Biervliet houd een leengoed van mijn heer van Vlaenderen van 12 gemeten lands lettel min of meer lighende in den ambacht van Oostburgh in de prochije van sente Lambrechts in Wulpen en staet te dienste te tûwen en wareden.

Joncfr. Latelme Clais f. Wout-dochter. Willem Storms wijf houd een leengoed van mijn heer voorz. dat te weten 115 gemete manscapen lettel min of meer die ne voord van hare houd. lighende in Wulpen Steden en hare grond en is gheslecghen van der zee en staet te dienste te tûwen en wareden.

Jan f Boudens f. xprane houd een leengoed van mijn heer voorz. van 4 gemete en 15 roe lands lettel min of meer lighende binden ambacht van Oostburg in de prochije van Vernanenkerke in Wulpen.

Joncfr mergriete wedewe Loms van Zeberfliete houd een leengoed van 8 gemete en ene line lands lettel min (17) of meer lighende in Wulpen in de Prochije van Vernanenkerke met ere manscepe...gemete lands der toe behorende en staet ten dienste.

Lisbette Jan f Willems wijf houd een leengoed van mijn heer voorz. van 7 gemeten lands lettel min of meer lighende in de prochije Reymersdorp in Wulpen met 4 manscapen dertoe behoorende en staet te dienste...

Machalt de Weht alaerd f Piet Colme houd een leeng. van mijn heer voorz. van 10 gemete lands....met ere manscepe van 5 gemete lands die men voort van hem houdende en lighende in Wulpen en staet ten dienste te trawen en wareden.

Willem de vroe f. pieters houd een leengoed van mijn heer voorz. van 12 gemete lands lettel min of meer lighende bin. de ambacht van Oostburg in Wulpen in sente lanbrechts prochije met 14 gemete manscepe dertoe behorende en staet ten dienste...

Jan de Vrieze f Jans houd een leengoed van mijn heer voorz. van 25 gemete lands lettel min of meer lighende binden ambacht van Oostburgh in Wulpen in sente lamb. prochije met 15 gemete manscape dertoe behorende en staet ten dienste....

Jan f Jans van Hertsberghe houd een leengoed van mijn heer voorz. van 24 gemete lands lettel min of meer lighende binden amb. van Oostburg in de prochije van Oostende in Wulpen metten Waesschout hetendame van Wulpe en 100 gemete manscepe dàrtoe behorende en staet te dienste tûwen en wareden.

Joris van Hussele port. ter Sluus houd een leeng. van mijn heer voorz. van 22 gemete lands lettel min of meer lighende binden amb. van Oostburgh te Rijmansdorp in Wulpen met 25 gemeten manscepe dertoe. bhorende en staet tenen vullen cope en ten dienste te tûwen en war.

Simoen f Alaerds houd een leeng. van mijn heer voorz. van 20 gemete lands lettel min of meer lighende in Wulpen met 18 gemete manscepe dertoe behorende....

Riquaerd f Vardebouts houd een leeng. van mijn heer voorz. van 20 gemete lands lettel min of meer lighende in Wulpen met 10 manscepen dertoe behorende....

Willem f piets blaums van der Sluus houd een leeng. van mijn heer voorz. van 8 gemete lands lettel min of meer lighende in Wulpen en staet ten dienste....

henrijt f Vardebouts houd een leeng. van mijn heer voorz. van 15 gemete lands lettel min of meer lighende in Remersdorp in Wulpen met 5 gemeten manscapen dertoe behorende....

Jan f Jans ghents houd een leeng van mijn heer van Vlaendre van 7 gemete lands lettel min of meer lighende in Remersdorp in Wulpen met 27 gemete manscepen dertoe behorende...

Jan f Maes Jans f diederik houd een leeng. van mijn heer voorz. van 10 gemete lands lettel min of meer lighende in Wulpen in de prochije van Vernanenkerke met 9 manscepe dertoe behorende inhoudende 14 gemete lands lettel min of meer en staet tenen vullen copen en ten dienste ten tûwen en wareden.

Joncfr. lateline henrys dochter pieters wijf van Wulpen houd een leeng. van mijn heer voorz. van 15 gemeten lands lettel min of meer lighende in Caedsant en staet tene vullen cope ent ten dienste te trouwen en wareden.

It. zo houd Joncfr lateline voorz. een leeng. van minen vorz. heer van 15 gemete lands lettel min of meer lighende in Caedsant en staet ten dienste....

philips Storem f Jans houd een leeng. van mijn heer vorz. van 33 gmete ene line lands lettel min of meer lighende in sente lambrechts prochije in Wulpen en staet ten dienste....

Clais f. clais Vermarmen houd een leeng. van mijn heer vorz. van 8 gemeten lands lettel min of meer lighende in remersdorp in Wulpen t'welke men wilen houden was van Joncfr marg. dochter Wout, f goffens Jan ghents wijf en staet ten dienste....

Jan f piets f Jans houd een leeng van mijn heer vorz. van 2 Gmeten en 25 roe lands lettel min of meer met 13 gmeten manscepen dertoe behorende lighende in sente lamb. prochije in Wulpen en staet ten dienst....

Wulfard de Grote houd een leeng. van mijn heer vorz. van 17 gemete lands met 10 manscepe dertoe behorende lighende in Remersdorp in Wulpen en staet ten dienste.....

It. zo houd Wulfard vorz. een leeng. van mijn heer vorz. dats te wetene 5 manscepen die men voord. van hem houden en lighende in Remersdorp in Wulpen en staet tenen vullen cope en ten dienste te tûwen en wareden.

Joncfr lateline docht. Clais f. Wouters wedewe Willem Storems houd een leeng. van mijn heer vorz. van 3 gemete lands lighende in Wulpen met 30 manscepen inhoudende 115 gemete lands lettel min of meer daar of 5 manscepe zijn van vullen cope en andre t'helft vroone: en staet te dienste van mijn heer vorz. te diene met enen P. de van l0w par. 15 daghe binne s'lands op haren cost en buten s'lands op mijns heren cost en de mare gheldende elk gemet, gemet ghelike.

Jacob van Sereghem houd een leeng. van mijn heer vorz. van 10 linen lands lettel min of meer lighende in zente peat prochije in Wulpen staende ter best vronie en staet te dienste te tûwen en wareden.

Jan van den berghe Jan f Diederyx van berghen op ten zoom hout in lene van achte ponden en 10 par. s'jaers lighende het huus dat wilen was Willem van der rubbele staende staende bij de vischmaert te Brueghe welke hem toe comen....

Jacob eppe f Jans houd een leengoed van mijn heer vorz. groot 7 gemeten lands lettel min of meer gheleghen in de prochije van Romendike en staet te trauwen en te wareden.

Rekenkamer 1073 A.R. Brussel f 15

Caedsant en Ardenburgh ambacht

Clays van den Baerle houd een leeng. van mijn heer van Vlaendre van 28 gemeten lands lettel min of meer lighende onder de poort t'ardenburg in zente baefs prochije met 10 manscepe dertoe behorende en staet te dienste te tûwen en war.

Caedsant

Mijn heer Jan van Montenguh Ridder, houd een leeng. van mijn heer van Vlaendre. van 126 gmete lands lighende in Caedsant met 224 manscepe dertoe behorende houdende 110 gemete van de lands lettel min of meer metten anworpen die toe behoren enstaet ten dienste te tûwen en wareden.

Lippin de grote f. Wulfaerds wonende in ardenburg ambacht houd een leeng van mijn heer vorz. van 10 gmete lands.... lighende in Caedsant.....

Jan f Jans de Jonghe houd een leeng van mijn heer vorz. van 7 gemete lands lettel min of meer lighende in Caedsant...

Wout van Ghend f. mer Woutz. houd een leengoed van mijn heer vorz. van 22 gemete lands lettel min of meer lighende in Caedsant met 120 manscepen en den anwerp dertoe behorende en staet te dienste te tûwen en wareden.

Mijnheer philips Collin Ridder. Burghgrave van Aelst houd een leeng. van mijn heer vorz. van 33 gemete lands lettel min of meer lighende in Caedsant met 97 gemeten manscape dertoe behorende en staet te dienste....

Lateline f. Cox f. arnouds houd een leeng van mijn heer vorz. 12 gemete lands lettel min of meer lighende in ons vrouwen prochije t'ardenburg met ere manscepe deertoe behorende en staet te dienste tene p de van l.w. par te weesen en hernaerden als men vermaend.

Hughe f Hughes f Beghin houd een leeng. van mijn heer vorz. van 13 gemete lands....lighende in zente loys prochije t' oostburgh en staet te dienste....

Jan f ghiselius f Jans houd een leeng. van mijn heer vorz. van 35 gemeten lands lettel min of meer lighende in de prochije van Bengaertskerke en staet tenen pde van l.w. par. te resen en h.naerden als men vermaent.

Mijnheer van Axele houd een leeng. van mijnheer vorz. van 166 gemeten en 116 roeden lands lettel min of meer met 327 gemeten manscepen en zijn deel van de anwerpe die valt bewesten der kerke van Caedsant al den vorz. leene toe behorend lighende in Caedsant en staet te dienste te tûwen en wareden.

Joncfr margriete pieter meniaers dochter houd een leeng. van mijn heer vorz. van 73 gemete lands lettel min of meer met 117 gemete manscepen dertoe behorende lighende in t' ambacht van ardemburg en staet ten dienste tenen p.de van x-w par. mijn heer mede te diene te zinen orloghe 15 daghe binne zinen lande als men ze vermaend op haren en haerren mannen cost.

Nu we in het "Jaar van het Dorp" zijn, komt het goed uit eraan herinnerd te worden hoeveel dorpen er door de zee voor eeuwig verzwolgen zijn:

Bengaertskerke (Coxijde), Hanekinswerve, ten noord-west van draaibrug. Gaternisse, Oosemanskerke (Bysmanskerke), enz.

De dorpen van het eiland Wulpen:

Vrouwenkerke, sinte Lambrechts, Wulpen stede, Vernanenkerke, Reymerdorp of Romerdorp.

Oostende in Wulpen, sinte peat.

Wulpen-stede kan wel Westende Wulpen zijn; met sinte Lambrechtsprochije kan men Oostende Wulpen bedoelen; het blijftraadselachtig na al die eeuwen.

Eenmaal werd in Wulpen een dijknaam vermeld: Romendike.

De tekst over Wulpen "dat de zee af ghewonne heeft" bewijst dat het eiland toen reeds aan het verkleinen is, terwijl deze over Caedsant aantonen dat het in volle uitbreiding was.

De Ridders met hun vele manschappen dijkten de aanworpen in. Verder zien we dat er te Reygaerdsvliet ieder jaar een valkenjacht werd gehouden.

Ik hoop dat dit geschrift bijgedragen heeft tot de geschiedenis van onze streek.

Voetnoten:

  1. 1 Brugse roe = 3,84 m.
  2. Hist. Geografie van westelijk Zeeuws-Vlaanderen.
  3. Pourbus, stadhuis Brugge 1560-1570.
  4. (4) hartres de St.-Pierre I nr 542 - Van Lokeren, aanwinst I nr 433.
  5. R.A. Gent St.-Pieters Cartulorrium nr 10f37 van f 85.
  6. Archief ter Doest Groot Seminarie Brugge nr. 1216.
  7. Knokke en de Watering Volkaerts-scote (G-A).
  8. A.R.B.R. rekenkamer nr. 45925 f 46 V.
  9. Algemeen rijksarchief Brussel rekenkamer 45325 renten F61 rentenboek Burg van Brugge 14e eeuw.
  10. Second Cartulaire de Gand par Fr. De Potter.
  11. Gottschalk: deel 2 blz. 255.
  12. Gottschalk: deel I Hist. Geogr. v. West Z.V. blz.177 tot 180.
  13. kaart door N.Visscher 1656
  14. Z.V1. 4:Tussen afsluitdammen en deltawerken.
  15. A.R. Brussel rekenkamer 1072 f 12, (14e eeuw).
  16. A.R. Brussel rekenkamer 1074 25r.
  17. ene line land was 100 roe, 300 roe is 1 gemet.

*******************

't Volgend nummer van het tijdschrift "Cnoc is ier” verschijnt in november 78. Eenieder die bijdragen over heemkunde heeft, en deze wil laten verschijnen, moet ze uiterlijk op eind augustus aan dhr A. Sandelé, sekretaris, Dumortierlaan, 99 te Knokke bezorgen.

Dit geldt eveneens voor publicitaire aankondigingen.

Met beleefde dank bij voorbaat voor uw welwillende medewerking en simpatie.

Het Bestuur.

 

Het eiland Wulpen en Oostburgh ambacht

G. Adiaenssens

Cnocke is Hier
1978
11
005-023
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01