Vijfenzeventig jaar Zoute-Compagnie
André D'hont
Zonder al te veel tromgeroffel werd vorig jaar het 75-jarig jubileum van de Zoute-Compagnie gevierd. De invloed van de Compagnie du Zoute, die in 1908 van wal stak, is zo groot geweest in de ontwikkeling van de Tuin aan de Noordzee, dat de driekwarteeuw niet onopgemerkt kon voorbij gaan.
In 1984 is het 200 jaar geleden dat de Hazegras- en Zoutepolders ingedijkt werden. Hiervoor stond François-Philippe Lippens in 1784 in. Sindsdien bleef het uitgestrekt domein grotendeels eigendom van de familie Lippens, die het ongerept bewaard en beheerd heeft.
De nieuwe badplaats “Het Zoute”
Bij het overlijden van familieleden in 1908 nam de familie Lippens het besluit niet in verdeeldheid te komen, om een rampzalige versnippering van het domein te vermijden. Het natuurschoon moest behouden blijven en de nieuwe badplaats “Het Zoute” werd gesticht.
Zo ontstond de NV Compagnie Het Zoute. Aanvankelijk waren er twaalf aandeelhouders (vandaag de dag meer dan honderd), drievierden uit de familie Lippens, één vierde uit de familie Piers de Raveschoot. De stichters waren de neven Raymond en Maurice Lippens, grootvaders van burgemeester Leopold Lippens (te Knokke geboren in 1941) en nu beheerder-direkteur van de Zoute-Compagnie, tevens dijkgraaf van de Nieuw-Hazegras-Polder, en van broer Maurice Lippens (geb. Knokke 1943), voorzitter van de Compagnie, afgevaardigde-beheerder van de Groep AG.
De nieuwe badplaats moest werkelijk uit de grond gestampt worden, in een uitgestrekt gebied met nog niets dat aan het toekomstige Zoute deed vermoeden: geen zeedijk of straten, geen bomen. Er was in de gemeente Knokke evenmin elektriciteit, drinkwater, riolering, zelfs geen stadhuis of spoorwegstation. Dan heeft de Compagnie, onder impuls van haar stichter, samen met privé-initiatief baanbrekend werk verricht. Het was de tijd zonder auto's, spoorweg of betaald verlof. Het eindstation voor de trein uit het binnenland was te Heist.
De Compagnie bouwde in die 75 jaar op eigen kosten, zonder ooit één cent toelage gekregen of gevraagd te hebben. Terwijl het ontzandingsprobleem nijpend was, werd dadelijk de stenen zeedijk gebouwd. De Elizabethlaan werd aangelegd, naast straten en paden. Op de hoek van Elizabethlaan en Zoutelaan werd een elektriciteitscentrale gebouwd, bij de Helmweg een pompstation voor drinkwater, bij de Marcelweg wellicht het eerste zuiveringsstation voor afvalwater in het land. Tientallen hektare bos werden aangelegd. Voor 1 fr. werd aan de gemeente het Verweeplein verkocht om het stadhuis op te trekken. Golf- en tennisterreinen werden gerealizeerd.
Te onthouden is zeker dat voor de urbanizatie, plans en lastenboeken de raad gevolgd werd van architekt Stübben, de Duitse raadgever van Leopold II. Zo werden de eerste villa's en hotels gebouwd, langs de zeedijk, de Elizabethlaan, Kustlaan en Sparrendreef. Het privé-domein met honderden hektare Zwin, bos en duin werden kosteloos voor het publiek opengesteld.
Tussen twee oorlogen
De eerste wereldoorlog kwam de aanloop verbreken. De werking viel volledig stil, terwijl er van 1914 tot 1918 ook heel wat vernield werd.
Onmiddellijk na de wapenstilstand begonnen Raymond en Maurice Lippens zonder verdere uitstel aan de wederopbouw van het Zoute. Nieuwe initiatieven werden genomen: uitbreiding van golf en tennis, rijschool, verlenging zeedijk, vliegveld, nieuwe straten, koninklijke villa, Binnenhof, Zoutekerk, badinrichting met Prado, derde golf bij Lekkerbek, kleiduivenschieting, tramverbinding met Nederland, internationale golf-, tennis- en paardenwedstrijden. Nieuwe bosjes werden aangelegd.
Dank zij minister Maurice Lippens kreeg Knokke een nieuw station en in 1936 de wegverbinding Knokke-Maldegem. Dit bezorgde meteen veel werk alhier en leidde tot welvaart voor de groeiende middenstand. De tijd was achter de rug toen zovelen naar Amerika uitweken voor den brode. Al wie met werklust bezield was, kon zich van Knokke tot het Zoute installeren.
De Compagnie waakte er ondertussen over opdat de duinen en het Zwin ongerept zouden bewaard blijven binnen het natuurschoon, om als wandeling voor Knokkenaar en toerist open te staan.
De wereldkrisis van 1929-34 kon zonder veel drama's overbrugd worden. Weer brak dan een wereldoorlog uit en de bezetting legde andermaal alles lam. De Compagnie trachtte tussen 1939 en 1945 zoveel mogelijk haar personeel te behouden. Er werd geen grond verkocht om iedere spekulatie te voorkomen. De vernielingen waren bijzonder groot: golf, tennis, badinstelling en Prado, straten, bossen, zeedijk en vele villa's en hotels.
Het ontwerp van kunstschilder Flasschoen uit Gent dat in 1908 op een affiche en op publiciteit de eerste lokroep was voor de Zoute-badplaats.
GLANSJAREN
Uit de publiciteit der jaren '30, in de werffolders. LINKS: prinses Josephine, prinsen Boudewijn en Albert met hun gouvernante; Maurice Chevalier en Ray Ventura. -- RECHTS: koning Leopold en minister Lippens met de golfbroek van de tijd.
Wederopbouw en bloei
KNOCKE ZOUTE ALBERTPLACE. De elegante badplaats aan de Belgische Kust. HET MEEST GEZOCHTE STRAND.
De Compagnie gaf na de tweede oorlog het voorbeeld voor de wederopbouw. Leon Lippens werd in 1946 burgemeester van Knokke en ook afgevaardigde-beheerder van de Zoute-Compagnie.
Er werd zonder uitstel overgegaan tot herstelling, vernieuwing en modernizering van golf en tennis. Meer dan 90 ha nieuwe bossen werden aangelegd. Uit de duinen, bossen en het Zwin werden de Duitse betonbunkers verwijderd. Een nieuwe badinstelling werd opgetrokken met Prado. Het vliegveld diende aangepast en uiteindelijk uitgeschakeld toen het als een storend element beschouwd werd.
Een mijlpaal was in 1952 de stichting van het natuurreservaat. Het Zwinpark en beschermd schorgebied maakte het Zoute nog meer bekend en is nu, met bezoekers uit vele landen, ook de voornaamste toeristische aantrekkelijkheid van de badstad.
Naast jumping vonden grote internationale tornooien in golf en tennis plaats. Voorbij de Lekkerbek werden in een prachtig kader twee olympische zwembaden met verwarmd zeewater gebouwd. Het waren opnieuw privé-initiatieven; de Compagnie bleef immers haar winsten steeds, en bijna uitsluitend, in Knokke investeren.
De beste betrekkingen tussen bestuur en werknemers in de loop van de 75 jaren, maken de fierheid uit van de Compagnie. Er was nimmer één dag staking. Vele bedienden en werklieden bleven van 30 tot 40 jaar in dienst. Het is zeker deze nauwe samenwerking die de opbouw van het Zoute tot Tuin aan de Noordzee mogelijk gemaakt heeft.
In de Compagnie legt men er de nadruk op dat alles mogelijk was binnen vrijheid en eerbied voor privé-initiatief, terwijl overheid, staat, provincie en gemeente hun rol speelden om aan te moedigen, te helpen en te steunen. “Nu wordt echter vastgesteld dat er stelselmatig stokken in de wielen gestoken worden”.
Als de tijden veranderd zijn, blijft de toekomst ook een vraagteken. Maar de Zoute-Compagnie wil wel het bewijs leveren dat er in West-Vlaanderen nog toekomst is voor het privé-initiatief.