1981 – Tijdschrift der heemkring "Cnoc is ier" vzw. – nr. 18.

Historie in privee-bezit

Cnoc is ier

"Cnoc 'is ier" bestaat reeds 10 jaar en dit willen we in 1982 met een Verwee Party ook een meer feestelijk karakter geven. De vele liefhebbers van het oude Knokke en het voortzetten van de tradities, zullen er van de partij zijn.

Bij het 10-jarig bestaan maken we ook de bedenking dat de geschiede­nis van Knokke voor een overgroot deel in handen is gebleven van privé-personen en van groeperingen. Dit is het geval voor archieven en dit is het geval bij het uitpluizen van officieel bestaande geschrif­ten. Er ontbreekt zonder meer een museum hier, om Knokke aan de wand te brengen binnen het bereik van de eigen mensen.

Wat bestaat wel op het officiële vlak?

Lofwaardig is de uitgave door het gemeentebestuur van "Knokke en het Zwin" om op wetenschappelijke basis door Maurits Coornaert de ont­staansgeschiedenis van onze kusthoek vast te leggen. Maar de studie eindigt met de 19e eeuw en kan nog gekorrigeerd worden (bv. waar de vuurtoren gesitueerd is op het Van Bunnenplein in plaats van het Licht­torenplein). Mea culpa: niets is ooit volmaakt.

Er is te Heist een merkwaardig folkloristisch museum open. We feli­citeren onze vrienden met deze rijkdom over het verleden. Maar men kan niet verwachten dat we daar ook het verleden van Knokke zouden gaan on­derbrengen, ondanks de fusie!

Het gemeentebestuur heeft zich bekommerd over de Kalfmolen, die prachtig nieuw op de Graaf Jansdijk kwam met Molenfeesten, die in 1980 een massa volk trokken. Een jaar later werden de Molenfeesten al weer een privé-initiatief.

De restauratie van de oude toren van St.-Margaretha wordt nog steeds afgewacht. De molen van moeder Siska (in privé-bezit) wacht verder op nieuwe wieken.

Wie gedacht heeft dat het kultureel centrum de mogelijkheid zou bie­den om Knokke een ruimte te geven om zijn historie op te stellen en een archief aan te leggen, moet op de wachtlijst blijven. Waar toerisme, stempellokaal, kartoenale, politieke partijen, bals, strobussels, en noem maar op, kultureel opgevangen worden, heeft de heemkunde geen vaste voet kunnen krijgen.

De tentoonstelling met "De schilders van het oude Knokke" heeft wel bewezen dat hier een vast museum met archief zou moeten ingericht worden.

Schenkingen zouden niet ontbreken en "Cnoc is ier" zou de eerste zijn om stukken uit zijn verzameling voor te stellen.

We denken ook aan een feit van enkele jaren geleden. Toen wenste een verzamelaar zijn kollektie oude prentkaarten (met praktisch alles wat bestaat) en een reeks oude boeken over Knokke en de kust van de hand te doen. Ze werden aan het gemeentebestuur voorgesteld, die ze niet kocht. Ze kwamen in handen van een privé-verzamelaar, gelukkig­lijk te Knokke.

En wat met de schitterende verzameling van wijlen Gaston Van Steene de geschiedschrijver der jaren '30? Deze kollektie is buiten Knokke in een vergeten hoek geraakt.

Het is een geluk dat er ondertussen heel wat verzamelaars geweest zijn, naar het voorbeeld van Jimmy Debruecker. Maar de historie is in zijn geheel gezien vooral privé-bezit gebleven te Knokke, met voor­werpen, foto's en oude prentkaarten.

Charles D'hont, de fotograaf van Knokke, is dit jaar overleden en in 1982 zal "Cnoc is ier" een bijzondere tentoonstelling weiden aan zijn nalatenschap, de badstad gedurende een halve eeuw.

Wie heeft ooit de verzameling oude wagens, fietsen, voorwerpen en materiaal gezien bij Jules Styns? Wat hij uit de schat van zijn va­der, Gaston Styns, bewaard heeft, kan reeds een museum vullen. We spreken hier nog niet eens over oorlog en bevrijding, de dokumenten die al evenzeer in privé-bezit moeten bewaard worden.

Mensen blijven niet eeuwig leven. Na hen geraken schatten over de badstad versnipperd of verdwijnen doodgewoon.

Het is duidelijk dat op officieel begrip gewacht wordt om uit de put te geraken.

"Cnoc is ier" doet zijn best om het oude Knokke aan bod te laten. Er zijn gelukkiglijk geschiedschrijvers, weeral privé-initiatief (met eigen centen), die zich ingespannen hebben om de historie in woord en beeld voor het nageslacht vast te leggen.

"Cnoc is ier" kan op zijn vele leden rekenen om met jaarboekjes en tijdschriften de geschiedenis van de eigen gemeenschap aan te vullen met dokumenten, die regelmatig achterhaald worden en dan ook weer uit privé-bezit komen. Dit nummer van de uitgave door de heemkring is er andermaal een illustratie van.

Voor 1982 kan men van ons boekje over de "Knokkenaars" verwachten en (ter vervanging van de twee tijdschriften) één lijvig boek met talrijke bijdragen over Knokke.

Om dit te verwezenlijken, rekenen we ook op onze leden, waar het lid­maatschapsgeld enkel 200 fr. bedraagt, en waarvoor de uitgaven zullen ontvangen worden.

Bijdrage tot de geschiedenis van Knokke: geïllustreerde katalogus: “Schilders van Oud-Knokke” (1880-1914).

Te verkrijgen door storting van 350 fr. (+ ev. 24 fr. voor port) op de bankrekeningnummers (zie verder in dit blad) of in 't lokaal “Prins Boudewijn” Lippenslaan, 37.

Historie in priveé-bezit

Redactie

Cnocke is Hier
1981
18
002-004
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01