Scheepsrampen aan de Vlaamse kust - Deel VI

Erik Baeyens

1848-1851

Het in 1848 veranderde lichtschip "Paardemarkt" scheen aan de verwachtingen te voldoen. Vier jaar lang gebeurde er niets vermeldenswaardig op de Knokse kust. De brandingsgasten schenen een goed leven voor hun geld te hebben. Dit was maar schijn. In werkelijkheid waren het 'slechterikken'. We mogen niet vergeten dat de Knokse dienst voornamelijk uit douanenbeamten bestond en naast een mensenvriendelijke opdracht, smokkelaars dienden te klissen. De volgende plagerij gebeurde te Knokke...

Een landbouwer uit Knokke had zeewater in een beerton geladen om zijn zaaigraan te besproeien. Bij zijn terugkomst van het strand werd hij door een al te ijvere tolbeambte tegengehouden, die hem naar zijn 'acquit’ (bewijs van ontvangst) vroeg. Natuurlijk met negatief resultaat. Het had voor onze brave landsman heel wat voeten in de aarde om de douane ervan te overtuigen dat zeewater gratis kom bekomen worden. Allemaal boter aan de galg. Een inmiddels bijgehaalde luitenant bevestigde de uitspraak van zijn ondergeschikte en het zeewater ging terug naar de grote plas. (Gazette van Brugge Nr 125 58e jaargang - vrijdag 20 Oct 1848).

In de vorige eeuw bestond er een accijns op zout; en zeewater bevat zout. Zo zie je maar weer eens tot welke toestanden het kan leiden.

Deze en andere plagerijen deden de Knokkenaars naar wat scheepsrampen verlangen, zodat die 'stomme kommiezen' wat anders om handen hadden. Toch diende er gewacht tot 1852 vooraleer zich nog iets merkwaardigs voordeed op de Knokse kust.

Was het op zee kalm, toch verveelde men zich niet aan wal. Aan land raasde namelijk een politieke storm over het konijnenland. Hiervan zijn de stille getuigen van enkele ingezonden brieven in een Brugse krant:

“Den burgemeester deze gemeente (Knocke) is ook niet herkozen, wat de redenen daar van zyn, weten wy niet, het schijnt enkelyk dat men in die gemeente geern veranderd".

(Gazette van Brugge Nr 103 woensdag 30 augustus 1848)

De tweede zondag van september was het op de wijk "'t Kalf" kermis. De eerste dag met een grote "ringryding" en 's avonds werd een 'schoone vuerwerk' afgestoken. De volgende dagen stonden o.a. mastklimmen met eveneens talrijke prijzen en ander volksvermaak op het programma.

Nochtans had het artikel in de krant bij één van de inwoners wrevel opgewekt. Deze had van de kermis gebruik gemaakt om een 'schoone brief' naar de redaktie te sturen met de volgende opmerkingen.

Knocke 17 september 1848
Mijnheer de Opsteller der Gazette van Brugge

Ik heb U van daegs na de kiezingen meinen te schrijven hoe de zelve voor onze gemeenten raad zyn afgeloopen, maer ik heb alle de haestige laten voorgaen en alles by myn zelven wat overleid. Er zijn er zoo ik uw blad gezien hebbe die U in tusschentyd over de kiezing van onze gemeente hebben die bezig gehouden, ofschoon het in eenen hoek tegen de zeekusten verscholen ligt. Uwen schryven heeft de niet herkiezing van onze burgemeester toegeschreven dat de Knockenaars geern veranderen. Daer tegen wil ik niets opwerpen, maer of zy geern verbeteren dat blyft een raedsel, die nog moet opgelost worden.

Ik van mijnen kant en alle de treffelyke landbouwers van Knocke, durven ronduit verklaeren dat de niet herkiezing van den burgemeester geenszins aen de genegenheid om te veranderen, maer aen de lage middelen eener kleine party moet toegeschreven worden.

Eene zekere klieke uit makers samengesteld, maer die men wel eer de brekers zouden mogen genoemd worden, daer zy door hunne dwaze poogingen alles wat goed is trachten te verydelen, heeft geene moeite gespaerd om den burgemeester te doen uit de raed vallen en eenen van hun er in te plaetsen, die er ook stillekens buiten gelaten is.

De vraekzucht van den anderen kan heeft ook eene groote rolle in het niet herkiezing van onze burgemeester gespeeld. Zekeren landbouwer die voor een geschil voor eene openbare verpachting te weeg gebragt den burgemeester vyandig geworden is, heeft ook zyn best gedaen om zyne kiezing tegen te werken en heeft van verscheide dagen voor de kiezinge onze gemeente met stembriefkens doorloopen.

En eindelinge den veldwachter Van Houtte, die schynt ook zyn woord in het gemeente-bestuer te willen hebben, is zynen wettelyken meester te keer gegaen, en heeft hem dry dagen voor de kiezing gezegd dat hy welhaest geene bevelen van hem meer zoude te ontvangen hebben, en om dit te weeg te brengen hy heeft zyn uiterste best gedaen, ja zoo zeer, dat er ten gevolge daervan een geschil opgerezen is, waermede de regterlyke overheid van Brugge gemoeid is.

Zie daar mynheer de Opsteller, de waere oorzaek der niet herkiezing van den burgemeester van Knocke.

Men mag dus met rede zeggen dat hy, in weerwil alle het goed dat hy voor onze gemeente heeft gedaen, zoo tydens de plaeg der beesten als in alle andere gevallen, en de listen en afgonst der eene en den baet den andere opgeofferd is geworden.

E enen uwer lezers van Knocke.

Een vonnis uitgesproken door de Correctionele Rechtbank van Brugge leert ons wat meer over dit gemeentelijk drama.

Zaak Van Houtte, veldwachter

“Op 19 augustus lestleden omstreeks tien uren van den avond, bevond den burgemeester der gemeente Knocke, P. Vermeire zich te samen met Joannes Buyse, landbouwer te Sint-Anna-ter-Muiden, en Philippus Van Landschoot schepen der genoemde gemeente Knocke, in den herberg 'De Vrede' alwaer Joannes Van Houtte, veldwachter van gezegde Knocke, zich ook bevond. Den veldwachter begon welhaest den burgemeester met alle slag van scheldwoorden te overladen zeggende onder andere dat hy, Van Houtte aen zyne bevelen niet meer moest gehoorzamen, en dat Vermeire welhaest eenen schup onder zyn broek ging hebben en andere schooneigheden.

Den burgemeester, als een braef en voorzigtig man, verliet den herberg zonder het minste woordje aen Van Houtte te hebben gesproken. Voornoemde Buyse liet zich nogtans toe aen den veldwachter zyn onbeschoftheid te doen verstaen in zyne hoedanigheid van onderhoorigheid aen de burgemeester. Op deze gezegdens greep Van Houtte hem tot twee mael toe vast, scheurde zyne kledingstukken en het gevecht had kunnen bloedig worden, had en schepen Van Landschoot er geen einde aan gesteld.

Het is over alle deze daedzaken dat voormelde Joannes Van Houtte alsnu noch veldwachter der gemeente Knocke, vrydag lestleden (6 oct 1848) verscheen voor onze correctionele regtbank, alwaer hy is veroordeeld geworden eene gevangzitting van eene maend en eene boet van 16 frs alsmede in de proces-kosten.”

Tot daar deze storm in een glas water. Voordat we verder gaan met onze scheepsrampen is het misschien nuttig een lijst op te maken van de rampen die we tot nu toe hebben kunnen achterhalen.

De volgende scheepsrampen putten we uit het boek "Heist en Eiensluis van M. Coornaert. Deze lijst behandelt meer de strandvonderij gekend als Lagaanrecht. De scheepsrampen op zich zelf bevatten weinig gegevens en zijn minder interessant als maritieme geschiedenis van de schepen. Vandaar het ontbreken van scheepsnamen en dergelijke.

1340 (24 juni)     Slag van Sluis, zeeslag in het Zwin

De volgende scheepsramen verschenen, van kommentaar voorzien, in het jaarboek van “Cnoc is ier” sedert 1983.

1386 (najaar) Amsterdams schip Voor Heist gestrand. Er werden 66 tonnen haring opgevist.
1387   ? Balen amandelen
1387—1388   ? 2 balen konijnenvellen en 37 koevellen te Kadzand
1390 (voorjaar) ? Gestrand voor Heist. De eigenaar Adrien de Molenare kocht zijn schip terug tegen 13 schgr.
1390—1391   Schip uit Vere Voor Heist vergaan, het schip was geladen met steenkool en Engelse pelgrims op bedevaart naar Rome waren op het schip zes lijken werden geborgen
1392 (voorjaar) ? Voor Heist vergaan. De eigenaar kocht het wrak en andere stukken terug tegen 2 nobels (7 pd, 14 sh pazr.).
1392 (zomer) ? Voor Heist vergaan.
1393-1394 (winter) ? In twee gebroken voar Heist.
1396   ? Schip vergaan voor Blankenberge; wrakstukken spoelden aan op Knokse kust.
1399 (17 december) Spaans schip vergaan voor Kadzand
1416 (voorjaar) Maria Cogghe Voor Heist vergaan, eigenaar Gysbrecht van Amsterdam
1410 (14 jan) Hollands schip voor Heist vergaan (met wol geladen)
1419 (zomer) Hollands schip De Heistse vissers visten 16 zakken Engelse wol weggedreven uit een gezonken schip.
1427 (voorjaar) Amsterdams schip In het voorjaar vonden Knokkenaars op hun strand 60 el laken uit A’dams schip. De eigenaar kocht zijn waren terug aan 36 pd par.
1419 (zomer) Hollands schip Voor Heist vergaan met wol
1420 (okt ) Hollands schip Voor Heist vergaan met vellen. De Heistenaars visten 110 schapevellen, 52 kalfsvellen en 43 lamsvellen op. Ze kregen de helft van het lagaanrecht.
1421 (24 april) Duits schip Voor Heist vergaan met wol en vellen.
1421 (kerstdag) ? Voor Heist vergaan met wijn.
       
1425 (nov ) Schots schip Voor Heist gestrand; een Heistse visser Anthonis Willaert kocht in jan 1426 het wrak met takelwerk voor 100 pd par. Uit het schip kwamen juwelen, zilverwerk en weefsels aan land. De Schotse natie kon geen bewijs van eigendom voorleggen en kwam niet in aanmerking voor opeising. De baljuw verkocht na enkele maanden het schip tegen 129 pd- 18 sh aan Willaert.
1427 (voorjaar) Amsterdams schip Voor Knokke vergaan met laken.
1714 (16 maart) Frans Schip Voor Knokke - openbaar verkocht op het strand.
1715 (nov ) ? Gestrand op Knokse kust.
1741 (5 mei) ? Griffier De Gheldere onderzocht te Knokke een gestrand schip en de onregelmatigheden daaromtrent.
1737 (1 jan) Engels Schip Gestrand te Knokke.
1748 (15 nov) ? Gestrand te Knokke.
1749 (18 nov) Engels Schip Gestrand te Knokke.
1749 (23 dec) ? Gestrand te Knokke.
       
1816   Le patriarche - Rusland  
1817   Henriette - Holland  
1822   Adolph - Frans  
1824   Harlingen - Holland  
1831   Manning - Engeland  
1831   Kannonneerboot - Holland  
1831 ?(25 dec) Antigone Gestrand op de Paardemarkt; bemanning gered door Vlissingse loodsboot.
1833   Ridder Darre - Noorwegen  
1833   Stoomboot?  
1833   La Jeune Aurelie - Frankrijk Thomas De Graeve red drie opvarenden.
1833   Charlotte and Ester - Engeland Op de Paardemarkt, 5-koppige bemanning gered.
1833   Per Everence - Belg  
1835 (23 okt) Meduse - Belg Op de Paardemarkt, bemanning omgekomen
1835   Jonge Therpes  
1835   Vrouw Gelie Van Tuyden - Hannover  
1837   Vrouw van Linden  
1839   Jane Leander Waeghe, Emanuel Waeghe en Pieter De Graeve redden vier bemanningsleden
1840   Laura  
1840   Soho  
1840   Alexis en Felix  
1841   Clio  
1841   Monkey Philipus Van Dierendonck, Joseph De Jonghe, Hendrik Helliot en Michael Westin.
1843   Nelson Joannes Boeleman, Jan De Jonghe, Frans De Zutter, Gustave Van Geys (schipper Joannes De Zorger)
1845   Holland schip?  
1845   Liverpool Packet  
1845   Malabar  
1846   Holland schip?  
1846   Camil De Groote, De Westerlynck, De Zutter, Viane en De Waele (schipper Rappe).
1847   Engelse schoener  
1848   Octavie Schipper Joannes Franciscus Rappe, onderbrigadier Andreas De Groote, Frans De Zutter, Phillipus Dewaele, Joannes Westelinck, Frans Albich en Joannes Baeteman.

België was een van de eerste landen die klimatologische waarnemingen begon te doen en wel in 1888 in de pas opgerichte sterrenwacht, het latere Koninklijke Meteorologisch Instituut te Ukkel. Pas in 1877 verschenen de eerste weerbulletijns. Voor de vissers was het als van ouds verhelpen met oude weerspreuken.

Scheepsrampen aan de Vlaamse Kust . - Deel VI

Erik Baeyens

Cnocke is Hier
1988
25
061-066
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01