Sint-Anna-ter-Muiden : 750 jaar stad
Kroniek van een der smalle steden langs het Zwin
A.De Keyser
Woord vooraf
Dit stukje geschiedschrijving is bewust in beknopte termen gehouden, sommige aspecten komen niet of nauwelijks aan bod en het is dus zeker niet volledig. De ons toegemeten krappe tijdsspanne liet geen ruimte voor opzoekingen in archieven, we dienden ons te beperken tot uitgegeven bronnen en geschiedenis-literatuur. Soms hebben we elementen van Europese of van streekgeschiedenis vermeld; we dachten die nuttig om de plaatselijke gebeurtenissen in een ruimer kader te kunnen zien en om het hoe en waarom ervan beter te begrijpen. We durven hopen dat deze bladzijden een bruikbaar overzicht zullen bieden. We zijn veel dank verschuldigd aan Germain Bonte en Piet de Brock voor de door hen aangebrachte gegevens, aan Bert Kennis voor het tekenen van kaarten en illustraties en in het bijzonder aan René De Keyser die, benevens het aanreiken van bronnen, ook dit werkstukje geschiedkundig heeft willen nakijken.
1213
Eerste vermelding van Mude in verband met de inval van een Engelse vloot in het Zwin in de strijd met de koning van Frankrijk.
1215
Na de nederlaag van Ferdinand van Portugal, echtgenoot van Margareta van Constantinopel, graaf en gravin van Vlaanderen en hun bondgenoten in de strijd tegen de Franse koning bij de slag van Bouvines op 27 juli 1214, zoeken meerdere ridders hun heil in Engeland. Op 24 september 1215 vertrekt Hugo van Boves in Amienois met een groot aantal schepen en veel ridders vanuit Mude naar Engeland. Op 26-27 september geraakt de vloot voor Dunwich in een geweldige storm waarbij meerdere vaartuigen met tientallen ridders in de golven verdwijnen.
1226, 17 mei
Schepen uit Mude die in Engeland in beslag genomen waren, worden weer vrijgegeven.
1242, maart
Thomas en Johanna, graaf en gravin van Vlaanderen en Henegouwen verlenen aan Mude Stadsrecht en het Waterrecht op het Zwin. Het Waterrecht geldt vanaf de speie te Damme tot de laatste bebakeningston aan de zee.
Mude wordt bestuurd door twee burgemeesters en zeven schepenen. Zij worden door gevolmachtigden van de graaf onder de inwoners uitgekozen, aangesteld voor een jaar en belast met het algemeen bestuur en de rechtspraak. De baljuw als vertegenwoordiger van de graaf, en de schout of de amman worden door de graaf of namens hem benoemd. De baljuw staat in voor het voorkomen, opsporen en vervolgen van misdaden en voor de uitvoering van de door de schepenen uitgesproken straf.
De baljuw ontvangt namens de graaf de 2/3 van de opgelegde boeten, de stad krijgt het andere derde. baljuw en stad betalen in de zelfde evenredigheid de kosten van de rechtspleging. De baljuw noch zijn echtgenote mogen inboorlingen van de stad zijn.
Mude was één der steden van Vlaanderen welke deel uitmaakten van de Vlaamse Hanze van Londen. Brugge stond aan het hoofd ervan. De Hanze werd vermoedelijk in 1426 ontbonden.
1275, mei
Mude bekomt vanwege gravin Margareta en haar zoon Gwijde van Dampierre bekrachtiging van het charter van 1242.
1275
Te Mude zijn er schippers die voor rekening van Gentenaren goederen vervoeren naar Hull (Engeland).
1282
Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen en markgraaf van Namen schenkt aan zijn zoon Jan van Namen, als aanwinst bij zijn leen van Wijnendale, schorren te Monnikerede, Lapscheure en Hoeke, andere nabij Reigaarsvliet en te Groede. Daarbij ook alle aanwassen tussen Damme en Biervliet voor zover deze gelegen zijn binnen het Vrije van Brugge. Op al deze plaatsen mag hij ook de lage en hoge rechtspraak uitoefenen. In deze schenking is heel waarschijnlijk ook de aanwas waarop Sluis ontstond begrepen.
1293, mei
Door graaf Gwijde wordt het Sluis rechtsgebied met vier palen afgebakend, twee hiervan komen aan de oostzijde van Sluis, de andere worden in het Zwin geplaatst. Hierdoor bekomt Sluis een gedeelte van het waterrecht. Bij het droogvallen bij eb van de zandplaten en schorren in het Zwin is Sluis gerechtigd, wanneer deze bij vloed onder water staan is het Mude.
1295
Eerste vermelding van een Sint-Janshospitaal in Mude.
1302
Na de Guldensporenslag van 11 juli 1302 stelt Brugge een vloot samen om het Zwin te beschermen. Tot deze vloot behoort ook de kogge van Pieter Crabbe uit Mude.
1304, 11 mei
Krijgsvaart naar Zierikzee. Pieter Crabbe is bevelhebber over acht grote koggen, zijn kogge gaat verloren.
1309
Blijkens het Transport van Vlaanderen (belastingsaanslag) is Mude de geringste onder de Zwinhavens en betaalt slechts 6 den. per 100 lb., Hoeke betaalt 8 den., Monnikerede 10 den., Damme 8 sch. 10 den. en Sluis 19 sch. 6 den.
1317, 14 maart
Graaf Robrecht van Bethune herstelt het volledige waterrecht van Mude ten overstaan van Sluis.
1323
Graaf Lodewijk van Nevers geeft het waterbaljuwschap aan zijn oud-oom Jan van Namen. Na diens overlijden in 1330 blijft zijn weduwe douarière van SLuis tot haar afsterven in 1366; het waterbaljuwschap moet zij evenwel afstaan aan de graaf.
1328
Een groot aantal steden komen in opstand tegen de graaf; daaronder ook Mude, Sluis, Oostburg en IJzendijke. Als straf worden deze steden hun privilegies ontnomen.
1330, 18 oktober
Lodewijk van Nevers geeft Mude een nieuwe keure. Het magistraat zal voortaan bestaan uit 2 burgemeesters, dertien schepenen en een griffier die soms ook pensionaris (rechtsgeleerde) is.
1340, 26 april
Zeeslag voor Sluis; de Engelsen verslaan er de Franse vloot.
1351, 14 juli
Graaf Lodewijk van Male verordent aan de burgemeesters en schepenen van Mude dat, benevens zij voor hun vonnissen bij Brugge te hoofde moeten gaan, ook beroep tegen hun rechtspraak bij Brugge moet geschieden.
1386, 8 augustus
Filips de Stoute, hertog van Bourgondië en door zijn huwelijk met Margareta van Male ook graaf van Vlaanderen ruilt met Willem van Namen de stad Sluis tegen de stad Bethune in Artois; Sluis wordt dus eigendom van de graaf.
1387
Bij een inval van de Engelsen wordt Mude geplunderd en verbrand. Daar Damme in de 14de wegens de voortschrijdende verzanding van de bovenloop van het Zwin, niet meer voldoet als overslaghaven voor Brugge, wordt Sluis de voornaamste Zwinhaven. Ook Mude doet hiermede voordeel, immers oost en zuidoost van de stad hebben zich uitgestrekte schorren gevormd die geleidelijk bedijkt worden en waar een nieuwe handelswijk ontstaat die Nieuw-Mude wordt genoemd.
1395, omstreeks
Bij de kerk van Sint-Anna is er een pastorij, een kapelanij en een kosterij met een school. De bedienaars worden benoemd door de abdij van Sint-Kwintens in Vermandois die er het tiende recht bezit.
1394-1396
Filips de Stoute bouwt op de schorren van Nieuw-Mude en tegenover het Groot Kasteel de Toren van Bourgondië ofte Klein Kasteel om de ingang van de Sluisse haven te beschermen.
1404
Door de Sint-Elisabeth-vloed van 19 november worden de Maneschijnpolder en de Robepolder overstroomd.
1405, mei
Engels offensief tegen Sluis; zij steken Mude in brand. De gesneuvelde Thomas, graaf van Pembroke, ligt gedurende vijf dagen in de Sint-Annakerk begraven en wordt daarna naar Engeland overgebracht . De kerk wordt hierop geplunderd en een waardevol altaarstuk wordt meegenomen, maar het schip dat het vervoert, wordt teruggehaald.
1411, 26 juni
Mude laat onder het vidimus van burgemeesters en schepenen van Damme en voorzien van het groot stadszegel van deze stad een kopie maken van het charter van 1242. Reden hiertoe is niet bekend, misschien is de keure verloren gegaan bij de gebeurtenissen van 1405. Het stuk berust nu in het Rijksarchief van Brugge.
1417
Graaf Jan zonder Vrees geeft de schorren gelegen langs de Brixuspolder, Maneschijnpolder, Zoutepanne-polder, Robepolder en de nieuwe polder van Nieuw-Mude, samen een oppervlakte van 286 gem., in erfpacht aan Brugge. daarop zijn evenwel 30 gem. bij de Toren van Bourgondië uitgezonderd, dit terrein wordt met palen afgezet en voorbehouden voor de verdediging van het Zwin.
1422
Blijkens de stadsrekening van 1421-1422 is de Nederen Heerweg in dit jaar gekalseid.
1436
Filips de Goede was gedurende vele jaren bondgenoot van Engeland geweest. na de verzoening met zijn leenheer, de koning van Frankrijk, door de Vrede van Atrecht op 21 september 1435 komt hij in tweespalt met Engeland. In 1436 vaart een Engelse vloot het Zwin op. Mude wordt door dit leger geplunderd en in brand gezet; de dijk en de huizen van Nieuw-Mude worden als dekking en uitvalbasis tegen Sluis gebruikt.
1437, juli
Brugge belegert Sluis maar moet zich na 18 dagen terugtrekken. Hierop gaan de Sluizenaars ook nog wat vuurtje stoken in Mude.
1438, 3 maart
Brugge verliest haar heerschappij over Sluis.
1443, november
Admiraal Jan Blanckaert, kapitein van de Toren van Bourgondië overlijdt en wordt in de Sint-Annakerk begraven (zie bijlage).
1445, 6 april
Filips de Goede staat Nieuw-Mude en gronden in de polders Robe en Moreel, groot 104 gem. 2 l. 93 r. in gemene en onverdeelde eigendom af aan Sluis en Brugge tegen betaling van een jaarlijkse rente van 545 pond 10 gr. parisis 's jaars. De graaf besluit dat er op Nieuw-Mude maar vier gebouwen meer mogen staan : een schepenhuis waar de waterbaljuw en de wet van Mude kunnen vergaderen en rechtspreken, een gevangenis, een taveerne en een huis waar netten worden getaand. Tussen Nieuw-Mude en de Toren van Bourgondië ligt een terrein van 144 gem. dat slechts door een zomerkade is omringd, deze dijk mag niet worden opgehoogd tenzij stormvloed het noodzakelijk maakt.
1449
Stormvloed veroorzaakt twee bressen in de dijk van de Robepolder, maar Brugge laat deze spoedig weer dichten.
1477
Na de opstand tegen gravin Maria van Bourgondië keert Sluis terug onder het gezag van Brugge.
1485
Ten gevolge van de conflicten tussen Vlaanderen en Maximiliaan van Oostenrijk wordt o.m. ook Mude door de krijgsbenden van de aartshertog geplunderd.
1487, 14 juni
Brugge verkrijgt voor een termijn van twaalf opeenvolgende jaren het waterbaljuwschap. De waterbaljuw moet de schepenen van Mude aanstellen.
1490-1493
Door de nog voortdurende moeilijkheden met Maximiliaan enerzijds en tussen Brugge en Sluis anderzijds laten beide steden enkele dijken doorsteken. Hierdoor komen rond Mude meerdere polders onder water te staan.
1496
Bij “hallegebod” wordt te Brugge afgekondigd dat al wie op bedevaart naar Sint-Anna-ter-Muiden wil gaan, dit ongestoord kan doen en door niemand mag worden gehinderd.
1498, 28 januari
Het totaal verarmde Sluis besluit de zelfstandigheid prijs te geven en aan te sluiten bij de domeinen van het graafschap; zulks wordt door Filips de Schone aanvaard.
1498, 28 augustus
Sinds 1442 gaf Brugge vrijwillig en jaarlijks aan Mude 20 ponden groot om de kosten van het Waterrecht te helpen dragen. Deze bijdrage werd sinds enkele jaren niet meer betaald en daar Mude zelf het nodige geld niet kan opbrengen, wil Brugge nu op een andere wijze ter hulp komen. Mude verkrijgt het vruchtgebruik van het deel van de gronden op Nieuw-Mude en in de Robe- en Moreelpolder die Brugge in 1445 verkreeg en die niet-verpacht ligt. De oppervlakte bedraagt ongeveer 45 gemeten, zijnde de helft van de 92 gem. die Brugge en Sluis in gemene en onverdeelde eigendom hadden verworven. Daarboven bekomt Mude ook het gebruik van 27 gem. liggende in dezelfde polders en aan Brugge alleen toebehorend. Daartegenover moet Mude ermee akkoord gaan dat de door Brugge aangestelde toezichters op het stapelrecht dat deze aldaar heeft, ook zullen mogen optreden als raadgevers voor de schepenen van Mude voor alles wat het Waterrecht betreft. Deze regeling is blijkbaar later veranderd of aangevuld, volgens de stadsrekeningen van Mude van 1504 en van 1534-1535 legt Brugge jaarlijks 10 ponden groot toe om de jurisdictie van Mude te helpen bekostigen.
1501, omstreeks
Een anonieme geschilderde kaart uit deze periode toont de kerk en de omgeving van Sint-Anna-ter-Muiden. De kaart berust in het Arentshuis te Brugge.
1510
De keuren en statuten van het Waterrecht worden met tussenkomst van Brugge vernieuwd.
1513
Herman de Corte is waterbaljuw en heeft Jacob Bosschaert als stedehouder.
1516
Corn. de Maekere pacht voor een termijn van drie jaren en voor de som van 176 pond parisis het baljuwschap van Mude en het Waterrecht.
1520
In dit jaar is Guydo van Blaesvelt waterbaljuw.
1529
Mude koopt in Sluis, aan de noordzijde van de Hoogstraat, het huis "'t Witte Peerd" om te dienen als raadhuis voor de magistraat. Voor de rechtspraak wordt een huis op Nieuw-Mude gehuurd.
1545, 27 november
Karel V bevestigt ten overstaan van Oostburg het Waterrecht van Mude, niet alleen op het Zwin maar ook op de Brugse Vaart ofte Nieuw-Ghedelf. Deze vaart werd even bezuiden Oostburg gegraven om de verzanding van het Zwin tegen te gaan en werd in 1516 voor het eerst opengesteld.
1546
Jonk. Antheunis Heule is baljuw; hij stelt Jan van Blijenberghe aan als stedehouder.
1548-1551
Brugge delft tussen Damme en Sluis de Verse Vaart met op Nieuw-Mude een sas en op de westzijde hiervan een nieuwe watergang met Sluis voor de Watering Reigaarsvliet. Bij akkoord tussen Brugge en Mude wordt deze watergang de Zuidoostelijke grens van laatstgenoemde.
1565
Daar het vroeger gebouwde sas niet voldeed, bouwt Brugge een nieuw sas. Filips II scheidt het Waterrecht en de jurisdictie te Nieuw-Mude af van Mude en voegt deze bij Sluis.
1566, 5 januari
Filips II verkoopt Sluis met het aangehechte Nieuw-Mude en het Waterrecht aan Brugge dat hierom had verzocht om er de vrije hand te hebben bij het verdedigen van haar handelsbelangen. Brugge betaalt hiervoor 21.000 pond, het pond ter waarde van 40 groten Vlaams (dit zijn dus guldens; in 1526 schreef Karel V voor in guldens te rekenen, in 1540 werden z.g. Carolus guldens van 20 stuiver of 40 groten geslagen. Een pond Vlaams had een waarde van 240 groten.) Daarenboven is een jaarlijkse rente van 300 pond verschuldigd. Brugge mag een bekwaam persoon voorstellen om door de graaf tot baljuw te worden aangesteld.
1566, 11 maart
De magistraat van Mude aanhoort en bespreekt een voorstel gedaan namens Maarten Lem, voorschepen van Brugge, om het oude Mude aan Sluis of Brugge te annexeren. De schepenen van Mude besluiten hierop hun beslissing een jaar uit te stellen om te zien hoe alles zou evolueren.
1566, 29 maart
Jacques Meunnick, hoog-baljuw van Sluis, legt de eed af als baljuw van Mude.
1570, 19 april
Mude vernieuwt haar keure.
1570
De Sint-Annakerk krijgt een nieuw torenuurwerk en in de toren hangen 3 klokken. Gedurende de voorgaande jaren werden aan de kerk herstellingen uitgevoerd, ook in de volgende jaren zal dit nog gebeuren.
1572
Mude heeft haar schepenhuis en haar gevangenis binnen Sluis.
1573-1578
Er wordt een paalboek van Mude gemaakt, hierin worden alle bebouwde en onbebouwde percelen met hun eigenaars vermeld.
1576, 8 november
Pacificatie van Gent : erkenning van het Calvinisme in Holland en Zeeland.
1578, 27 februari
Sluis en omgeving komen onder het gezag van Oranje. De Toren van Bourgondië wordt als sterkte hersteld.
1578, 15 oktober
Religievrede : de Calvinistische godsdienstbeoefening wordt in Vlaanderen toegelaten.
1578, 10 november
Op last van kerkmeesters en magistraat wordt het zilverwerk van de Sint-Annakerk verkocht; dit wordt ook nog in 1579 gedaan. De verkoop geschiedt ten bate van het Staatse leger en om de kosten van de verdedigingswerken van Sluis te betalen.
1583, 12 mei
Jan van Eede, baljuw van Sluis, wordt met instemming van Brugge ook baljuw van Mude voor een periode van zes jaren.
1580-1584
Vierjarig tussentijdperk van Hervormde godsdienst in Mude.
1584, 25 mei
De Spaanse veldheer en landvoogd Alexander Farnese bezet Brugge en het Brugse Vrije.
1584-1587
De inwoners van Sint-Anna zijn merendeels gevlucht.
1587, 19 juli
De Spanjaarden veroveren het grote fort dat de Sluisse bezetting op Nieuw-Mude had gebouwd.
1587, 5 augustus
De Spanjaarden veroveren Sluis.
1588-1589
De gevluchte parochianen van Sint-Anna komen terug en de Katholieke godsdienst wordt hersteld.
1591, augustus
Het garnizoen van Zeeland komt te Mude 21 paarden roven en brengt deze naar Vlissingen.
1593-1595
Aan de kerk en de pastorij worden herstellingen uitgevoerd.
1595, 11 april
Burgemeesters en schepenen van Mude verlenen octrooi tot het heffen van een belasting van 8 stuivers per gemet in 1594 gebruikt land en van 4 stuivers voor dit van 1595. Het bedrag is niet alleen binnen de palen der stad verschuldigd, maar ook zover de parochie strekt. Deze uitzonderlijke belasting moet dienen tot het bekostigen van het herstel van de kerk die door de rebellen werd beschadigd en beroofd. Klaarblijkelijk is de kerk in 1584-1587 van uit Sluis stukgeschoten en is alleen de toren, alhoewel beschadigd, blijven rechtstaan. De toren was ongetwijfeld een uiterst geschikte plaats om Sluis en het Zwin in het oog te houden en dat zal men in Sluis ook geweten hebben.
1604, 19 augustus
Prins Maurits verovert Sluis; op Mude legeren Staatse troepen en is de bevolking opnieuw gevlucht.
1609, 9 april
Te Antwerpen wordt tussen de Aartshertogen en Nederland het Twaalfjarig Bestand gesloten. In Mude is reeds weer een koningsgezind magistraat en wordt een pastoor aangesteld. De scheidingslijn loopt dwars door de Maneschijnpolder waardoor de dorpskom van Sint-Anna buiten het gebied der Staten valt. Ingevolge een resolutie van H.H. MOG. van 8 januari 1610 wordt in 1611 de grensscheiding gewijzigd en het dorp Sint-Anna bij Nederland ingelijfd.
1611, 13 mei
Een gedeputeerde van H.H. MOG. vervangt in naam van de Staten-Generaal de over een tweetal jaren namens de Aartshertogen aangestelde burgemeesters en schepenen door een Calvinistisch magistraat en gelast de pastoor Mude te verlaten.
1611-1612
De Hervormde godsdienstbeoefening wordt hernomen en er wordt weer school gehouden. Op Pasen 22 april 1612 is er een eerste Hervormde predicatie.
1614, 6 mei
Sint-Anna-ter-Muiden wordt voortaan bestuurd door één burgemeester en vijf schepenen, dus een burgemeester en twee schepenen minder dan voorheen. Een pensionaris en een griffier worden aangesteld.
1619-1620
De gemeente mag een eigen predikant benoemen en laat een klok gieten voor de kerk.
1621-1622
Nederland bouwt op Nieuw-Mude het Groot en het Klein Pasfort en de Spanjaarden richten langs de Vuile Vaart een verdedigingslinie op.
1632
De Spanjaarden bouwen onder graaf Fontaine, militair bevelhebber in de streek, een nieuwe en sterkere linie.
1633, 4 september
Prins Willem Frederik van Nassau-Dietz landt met een vloot te Sluis om de schansen in de omtrek gelegen te veroveren. Hij neemt het St.-Anna- of Sterrefort in en laat er een bezetting achter, maar na enkele dagen heroveren de Spaanse troepen het fort. Wegens het doorsteken van dijken is er in de wijde omtrek grote wateroverlast.
1634-1636
Ingevolge het wederzijds gevangen nemen van vooraanstaande personen gaat de predikant van Sint-Anna in Sluis wonen en worden de godsdienstoefeningen voor de inwoners op het Grote Pas gehouden.
1637-1638
Protestanten uit Frans-Vlaanderen komen zich te Mude vestigen.
1640-1641
Don Andrea de Cantelmo verbetert de linie van Fontaine die voortaan de Cantelmo-linie zal worden genoemd. Door deze werken is er een uitgebreide inundatie met zout water.
1648, 30 januari
Vrede van Munster : einde van de Tachtigjarige oorlog.
1650
Bij een geweldige brand gaan het stadhuis van Mude en enkele huizen en schuren in de vlammen op.
1653
Twee derden van de landerijen zijn door het zeewater overspoeld. Bouwen van het huidige kerkje aan de zuidzijde van de toren. Predikant en kerkraad hebben daartoe met grote ijver veel inspanning geleverd en veel stappen ondernomen.
1655, 27 augustus
Octrooi der Staten-Generaal waarbij Mude dezelfde keure krijgt als Sluis en ook hernieuwing van het privilegie voor het houden van twee jaarmarkten zoals deze voorheen en tot in 1620 plaatsgrepen.
1664, 20 september
In uitvoering van artikel 67 van het Verdrag van Munster van 1648 wordt te Brussel de nog hangende grenskwestie geregeld. De grens wordt vastgelegd zoals deze nagenoeg nu is.
1662
Het grondgebied van Sint-Anna-ter-Muiden west van de Cantelmo-linie gelegen wordt bij Westkapelle gevoegd. Dit wordt officieel gepubliceerd door de Raad van Vlaanderen op 4 april 1668. Het betreft de beginnen of delen van beginnen met de nummers 1, 3 tot 7, 17 tot 21, 26, 29, 30, 32 en 33 van de Watering van Greveninge; alles samen een oppervlakte van 385 gem. 30 r. De begankenis van Westkapelle door de landmeters P. Gilliodts en Ig. Drubbele van Maart 1775 geeft 415 g. 2 l. 24 r.
1672
Van de oude parochie Sint-Anna-ter-Muiden was dus een deel stadsgebied, het andere gedeelte was tot het Brugse Vrije blijven behoren. Door de grensbepaling van 1664 werd het stuk stadsgedeelte gelegen aan de westkant van de grens, circa 300 gem. afgescheiden van het oorspronkelijke stadsgebied en in 1672 gevoegd bij het gedeelte van Mude dat onder het Vrije was gebleven. Deze beide gedeelten samen 607 gem. tussen de Rijksgrens en de Cantelmo-linie vormen vanaf genoemd jaar de afzonderlijke parochie Sint-Anna-ten-Vrijen.
1672-1678
Frankrijk voert oorlog tegen Spanje en Nederland. Aanval (Berenning) op Aardenburg door de Fransen. Veel verkeer van bevriende en vijandelijke troepen in deze streken brengen grote kosten mee voor de bezochte parochies en betaling van oorlogscontributie wordt geëist door de Fransen. Het Isabellafort moet worden geslecht.
1675, 5 november
Blikseminslag veroorzaakt grote schade aan de kerk.
1682, 27 januari
Door een stormvloed wordt de vloer van de kerk los gespoeld.
1689-1697
Negenjarige oorlog tussen Spanje en Frankrijk. De landsoverheid vraagt aan de bevolking een grote bijdrage
in de kosten voor de verdediging en oorlogsvoering; aan de hier gelegerde Spaanse, Nederlandse en andere troepen moeten goederen en diensten worden geleverd of afgekocht. Het vijandelijke Franse leger eist zware oorlogscontributie en hun invallende benden dreigen met brandschatten en plundering als aan deze eis niet wordt voldaan. Naar het einde van de oorlog zijn vele inwoners helemaal berooid en onvermogend gebleven.
1700
De burgemeester van Sluis, Abraham Craey, bedijkt een kleine polder, toen Mariapoldertje en nu Craeyen-polder geheten.
1701-1713
Spaanse Successieoorlog. Karel II, koning van Spanje, overleden in 1700 schonk de Spaanse Nederlanden en Spanje aan Filips van Anjou, kleinzoon van de Franse koning Lodewijk XIV. De Fransen verjagen de Nederlanders uit Zuid-Vlaanderen, deze trekken zich nu in Zeeuws-Vlaanderen terug.
1701
In het vooruitzicht van oorlog met Nederland wordt op last van de gouverneur Luitenant-Generaal Baron d'Ostiche en M. Cobryse, intendant van Vlaanderen het Fort Sint-Donaas opgeknapt. De werken staan onder de leiding van de ingenieur Joan Lobbrecht. In maart 1701 maakt hij hiervan een kaart met een verslag; hij tekent en beschrijft het fort, de nabijgelegen sluizen en enkele overstroomde poldertjes. De Fransen bezetten Sint-Donaas, de Cantelmo-linie en het Isabellafort dat ook weer in staat van verdediging werd gebracht. "Door het maken van de fortificatiën annex het Grote Pas is de zeedijk van de Robbemoreel weggenomen en is deze polder nog alleen beschermd door het zeedijkje van het Mariapoldertje dat op sommige plaatsen onvoldoende sterk is om de zee te kunnen weerstaan en de Robbemoreel voor inundatie te vrijwaren ".
1702, mei
Nederland en Engeland verklaren de oorlog aan Frankrijk. Nederlandse troepen onder Coehoorn, Spar en Ladder slaan een kamp op tussen Sint-Anna en de Cantelmo-linie. De Fransen verliezen het Sint-Donaas-fort en de Cantelmo-linie, maar behouden het Isabella fort. Coehoorn bezet Sint-Donaas en de linie die hij laat ontmantelen en laat langs de Zwarte Sluis het land met zeewater overstromen.
1704, mei
De Nederlanders belegeren het Isabella fort waarvan de Franse bezetting zich na korte tijd overgeeft.
1706
Nederlandse, Engelse en Oostenrijkse legers verjagen de Fransen. Vlaanderen en Brabant komen onder een Engels-Bataafs bewind.
1708
Terug Franse legers in deze streken, ze worden na korte tijd terug gedreven, een eerste maal verslagen bij Oudenaarde en tenslotte op 11 september 1709 te Malplaquet.
1709, 29 oktober
Nederland en Engeland sluiten in Den Haag een verdrag tegen Frankrijk. Het Sint-Donaas fort komt aan Nederland, wordt aan de versterkingen van Sluis toegevoegd en aanmerkelijk verbouwd. Op het stadsarchief van Brugge berust een kaart van het fort Sint-Donaas getekend door ingenieur Joan Lobbrecht en gedateerd 24 april 1712. In een verslag aan de Heren Staten-Generaal der Verenigde Provinciën beschrijft hij welke wijzigingen aan het fort en in de omgeving werden aangebracht .
1713, 29-30 januari
Vrede van Utrecht en beëindiging van de Spaanse Successieoorlog. Filips van Anjou wordt erkend als koning van Spanje; de Zuidelijke Nederlanden komen aan Karel VI van Oostenrijk.
1715, 15 november
Te Antwerpen wordt het Barrièretraktaat gesloten, koning George I van Engeland en de Heren Staten-Generaal. Ingevolge artikel 17 worden Heist, Knokke, Westkapelle en Sint-Anna-ten-Vrijen bij Nederland gevoegd. Gedurende een drietal jaren twisten de partijen over de juiste interpretatie van dit artikel. Sint-Anna-ter-Muiden en Sint-Anna-ten-Vrijen zijn herenigd.
1718, 22 december
Nieuwe overeenkomst waarbij bovengemeld artikel 17 wordt gewijzigd. De grens begint nu te Knokke ten noordwesten van het fort Sint-Paul, loopt doorheen de Oude Hazegraspolder tot de Krommendijk, langs deze tot de Isabellavaart, vandaar naar de Cantelmo-linie en langs deze linie tot de Zwarte Sluis en het fort Sint-Job. Het Paulusfort, het Isabellafort en het Sint-Donaasfort worden dus Statengebied.
Ondanks veel moeite kunnen het stadsbestuur van Sint-Anna en het Vrije van Sluis hun volle bestuurs- en rechtsmacht op Sint-Anna-ten-Vrijen, wegens verzet van het Brugse Vrije, niet uitoefenen.
Het is wellicht aan bovengemelde betwistingen en moeilijkheden dat we twee belangwekkende kaarten moeten danken. Vooreerst de kaart van Pieter Horlewijn uit 1713 en vervolgens de kaart van Lenkhof en W. Tromp uit 1728. Beide landkaarten werden getekend op last van burgemeester en schepenen van Sint-Anna-ter-Muiden. Zij tonen de grens van 1664, maar betogen dat de jurisdictie van de magistraat en het Nederlands grondgebied zich uitstrekken tot aan de Cantelmolinie, dus met inbegrip van Sint-Anna-ten-Vrijen en het Isabella fort. De kaart van 1728 is in dit tijdschrift afgedrukt.
1740-1748
Oostenrijkse Successieoorlog. Maria-Theresia volgt haar vader Karel VI op als keizerin van Oostenrijk en Karel van Lorreinen is hier landvoogd. Pruisen, Beieren, Spanje en Frankrijk komen tegen haar in oorlog. De keizerin wordt gesteund door Engeland en de Verenigde Provinciën.
1744-1746
Franse legers vallen ons land binnen, overwinnen in 1745 te Fontenoy en verjagen de Nederlandse garnizoenen uit de Barrière-steden. Deze troepen komen in het Noord-Vrije legeren en zetten in de zomer van 1745 gedeelten van onze streek onder water. Het fort Sint-Donaas wordt door hen uitgebreid met een groot hoornwerk en de bekende Zwaluwstaart en op de oevers van de Verse Vaart en van de Zoute Vaart plaatsen ze vier rijen palissaden.
1747, 22 april
Franse troepen veroveren Sluis en bezetten ook Sint-Anna-ter-Muiden.
1748, 26 februari
Volkstelling te Sint-Anna-ten-Vrijen; men telt er 33 zielen, waaronder 15 kinderen; er zijn 2 grote landbouwerbedrijven en 5 arbeidersgezinnen.
1749
Ingevolge de Vrede van Aken van 18 oktober 1748 verlaten de Fransen op 29 januari de stad Sluis en verder ook de Zuidelijke Nederlanden.
1749
De Sint-Kwintenabdij in Vermandois laat een kaart van haar tiende gebieden vervaardigen; deze bewijst nogmaals dat Sint-Anna-ter-Muiden hiertoe behoort.
1782
In de Barrièresteden liggen weer Hollandse garnizoenen om de Franse grens te bewaken. De Oostenrijkse keizer Jozef II doet hen deze steden ontruimen waardoor Nederland en Oostenrijk weer op gespannen voet komen en troepen alhier komen legeren. Jozef II wil nog slechts de grens van 1664 erkennen.
1783
Na enkele geschillen als gevolg van de betwiste grenzen doet de keizer in begin november de overigens meer symbolische dan feitelijke versterkingen slechten. Op 18 november worden de landmeters van het Brugse Vrije naar Sint-Anna gestuurd om de grens van 1664 op te sporen, juist vast te leggen en er palen te plaatsen. Op 17 december komt een commissie van het Vrije van Brugge, samen met de reeds vermelde landmeters, de met acht staken afgebakende grens tussen het Lapscheurse Gat en het Zwin officieel vastleggen.
Langs de Nachtegaalstraat te sint-Anna staat in de Zoutepanne polder een arduinen paal met aan de ene zijde de Oostenrijkse arend en aan de andere kant de Nederlandse leeuw gebeiteld. Vier dergelijke palen staan op de kade in Sluis. Zijn dit de palen van de grens van 1718 of hebben ze na het verdrag van Fontainebleau de staken van 1783 vervangen ? Het eerste lijkt het meest waarschijnlijke. Als tegenmaatregel houden de Nederlanders de Passluis dicht met als gevolg dat grote langs de grens gelegen gebieden niet meer kunnen ontwateren. Zo komen van Sint-Anna in 1784 476 gemeten 293 roeden onder water te staan.
1785, 8 november
Verdrag van Fontainebleau. De grens van 1664 wordt opnieuw de officiële scheiding tussen Noord en Zuid.
1759-1792
In deze periode worden meerdere uitgaven geboekt voor restauratie- en/of veranderingswerken aan het stadhuis dat vermoedelijk na de brand van 1650 in de tweede helft van de 17de eeuw werd herbouwd. Het betreft vooral kosten voor hout, ramen, timmerwerk en arduin.
1789
Plaatsen van de blauwe arduinstenen stadspomp op het stadsplein. Het monumentje werd getekend en vervaardigd door de Brugse steenhouwer Charles Schoone in eigen werkplaats te Brugge. Jan Jounaart, waarschijnlijk ook uit Brugge, maakte en leverde het koperwerk.
1789
Franse Revolutie.
1792
Franse legers rukken ons land binnen, worden eerst teruggeslagen, maar overwinnen op 26 juni 1794 de Oostenrijkers te Fleurus en wij komen onder Franse overheersing te staan.
1794, 27 augustus
De Fransen bezetten Sluis en omstreken.
1795, 1 oktober
Onze gewesten worden bij de Franse Republiek ingelijfd. Nederlands Sint-Anna en Sint-Anna-ten-Vrijen worden weer samengevoegd en maken deel uit van het Departement van de Leie, kanton Westkapelle. De Schelde wordt open verklaard.
1796
Het herenigde Mude gaat over naar het Departement van de Schelde, kanton Sluis. Over de dwingelandij, godsdienstvervolging en plunderingen door de Fransen moet hier niet worden uitgeweid. Enige verbetering komt er nadat Napoleon Bonaparte door een staatsgreep in 1799 aan de macht kwam.
1815
Napoleon wordt te Waterloo voorgoed uitgeschakeld en door het Verdrag van Wenen van 9 juni 1815 wordt het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opgericht. Het verenigde Sint-Anna gaat over naar de provincie Zeeland, vierde district.
1817, 31 juli
De Hoge Raad van Adel stelt de definitieve vorm van het stadswapen vast op basis van een afbeelding uit de collectie van de Zelandia Illustrata en naar een brief van de burgemeester.
1818
Aanleg van de steenweg Sluis-Schapenbrug doorheen Sint-Anna.
1818
Omwille van de Engelse blokkade wilde Napoleon destijds de haven van Duinkerke langs de binnenwateren verbinden met de Westerschelde. Daartoe diende een kanaal gegraven vanaf Brugge dwars door Damme en Sluis tot Breskens. Het gedeelte Brugge-Damme werd einde 1811 voltooid; vanaf Damme tot het fort Sint-Donaas werd in 1812-1814 gegraven. Door de val van het keizerrijk vallen de werken dan stil. Onder het Verenigde Koninkrijk wordt in 1818 gegraven vanaf Sint-Donaas doorheen de Craeyen-polder tot het Gat van Sint-Donaas dus op het grondgebied van Sint-Anna. In 1854-1858 wordt in het Sint-Donaas-gat de verbinding met de haven van Sluis uitgediept en bedijkt.
1820, 2 maart
Hevige storm en buitengewone hoge vloed veroorzaken dijkbreuken waardoor de Gouverneurspolder, de Robbemoreelpolder en de Craeyen-polder overstromen.
1830
Bij het uitbreken van de Belgische revolutie worden om strategische redenen de bovengenoemde polders geïnundeerd.
1830
Belgische revolutie Kleine groepen zogenaamde patriotten vallen Zeeuws-Vlaanderen binnen om het te annexeren Over de schermutselingen met het vertoon van een operetteoorlog en de bijpassende heldendaden is uitvoerig gepubliceerd en er wordt hier niet verder op ingegaan. Voor Sint-Anna is er een prachtige tekening aan overgebleven.
1831, 26 juni
Het Voorlopig Verdrag der XVIII Artikelen bepaalt dat Zeeuws-Vlaanderen aan Nederland blijft en de Schelde vrijkomt. Koning Willem I weigert het verdrag te erkennen en valt op 2 augustus 1831 België binnen. Het door België ter hulp geroepen Franse leger dwingt Nederland tot het sluiten van een wapenstilstand. Uiteindelijk tekenen Nederland en België op 19 april 1839 het Verdrag der XXIV Artikelen waardoor de scheiding definitief wordt vastgelegd en de limietscheiding van 1664 voor de derde maal de landsgrens wordt. In het Traktaat van Maastricht van 8 augustus 1843 wordt door een commissie van Nederlandse en Belgische afgevaardigden de grens uitvoerig beschreven en worden spoedig grenspalen geplaatst. Sint-Anna-ten-Vrijen wordt bij Westkapelle aangehecht.
1825-1832
Invoering van het Nederlands Kadaster waarvoor alle grondpercelen worden opgemeten en in kaart gebracht. Op bijhorende tafels worden de eigenaars en andere gegevens ingeschreven. Voor Sint-Anna zijn de opmetingen in 1825 begonnen. Door een gelukkig initiatief worden nu de Kadastrale Atlassen 1832 gepubliceerd en in een dezer, uitgegeven in 1990, vinden we Sint-Anna-ter-Muiden. We wijzen op enkele opmerkenswaardige gegevens : de totale oppervlakte bedraagt 393 ha 41 a 57 ca waarvan 71% bouwland of weide is; het domein is met bijna 77 ha de grootste grondbezitter, gevolgd door de stad Brugge met ruim 27 ha. Een verklaring voor dit laatste toch wel merkwaardige feit is te vinden in onderhavige bijdrage bij het jaartal 1445.
1864
Het grondgebied wordt groter door de bedijking van de Zwinpolder.
1865
Sint-Anna-ter-Muiden telt 250 inwoners en heeft een oppervlakte van 402 bunders (hectaren). (Hier dus een verschil ten overstaan van de Kadastrale Atlas van ruim 8 ha.
1880
Sint-Anna-ter-Muiden houdt op een zelfstandige gemeente te zijn en wordt bij Sluis aangehecht. Wat in 1566 door Maarten Lem namens Brugge aan de magistraat van Mude werd voorgesteld en door deze in beraad werd gehouden, wordt meer dan drie eeuwen later, toch onvermijdelijke werkelijkheid. Hier eindigt ook deze kroniek, de meer recente geschiedenis neerschrijven, laten we aan de vorser die makkelijker de Zeeuwse archieven kan opzoeken en uitpluizen. Moge Sint-Anna-ter-Muiden nog lang het pittoreske en vredige bewaren waardoor het zo aangenaam is er rond te kuieren en te genieten van dorp en dijk en polder.
Bijlage 1
Admiraal Jan Blanckaert: Sommige Blanckaerts verwijzen naar admiraal Jan Blanckaert. Philippe L'Espinoy in zijn "Recherches des Antiquitez et Noblesse de Flandre" schrijft over hem : "Il y a eu des belles charges, comme Messire Jean Blanckaert Chevalier qui fut Capitaine de la tour de Bourgogne les l'Escluse". Hij was in 1425 kapitein van de Bourgondische Toren bij Sluis en was gehuwd met Katelijne van Roeselare. Dit vermeldt dezelfde L'Espinoy, die erbij voegt ten bewijze van het huwelijk "comme appert par le régistre de la keure de l'an mille quatre cent cincq fol. LIIII verso". Curtis in zijn Jaerboeken van Brugge, schrijft dat hij behoorde tot de Brugse edelen. Hij was admiraal van Vlaanderen van 1396 tot 1432 en kamerheer van Jan zonder Vrees, hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen.
De stad Brugge betaalde in 1402 per dag 18 gr. aan een hoofdman, 12 gr. aan een schutter, en bovendien 6 pond gr. aan Jan Blanckaert "admirael vander zee, omme dat hi ute reeden soude ende trecken in de zee met twee scepen ghemannet ende voorzien met lieden van wapenen, omme te bevredene de coopliede ende poorters van Brugghe, die commen zouden van der maerct van Antwerpen, jeghens de likedeelres (= Friese zeerovers) die ter zee laghen". In 1403 lag hij bij Biervliet.
Hij ging mee op heirvaart in 1421 onder Filips de Goede om de vermoorde Jan zonder Vrees op de Dolfijn van Frankrijk te wreken. Hij bleef ook onder hertog Filips de Goede admiraal en kamerheer. Als admiraal is hij bekend omdat hij als weerwraak Engelse vissersvaartuigen liet aanhouden en Engelse koopvaardij schepen, geladen met wol en komende van Kales (= Calais), beval aan te vallen. Jan Blanckaert overleed in 1443 en Katelijne van Roeselare "zijn wijf" stierf in 1429. Hij werd begraven in de kerk van St.-Anna-ter-Muiden. Zijn uitgesleten grafzerk, die nog bestaat in "het Zuidelijk gedeelte van den toren van de kerk van St.-Anna-ter-Muiden" (zoals Janssen zegt) gaf aanleiding tot verschillende interpretaties. Vooreerst werd het jaartal verschillend gekopieerd. Karel de Flou vermeldt 1413; Janssen, Blois Treslong-Prins en Belonje geven 1443 aan als jaar van zijn sterven. Ook de titulatuur verschilt. Janssen noemt hem "Messire" en zegt dat hij "rudder raet en de camerlinc was van mijns heeren van borgogne". Blois van Treslong-Prins en Belogne vermelden het volgende grafschrift, dat het juiste is : "Hier leghet Mr. Jan Blanckaert Ruwaert en camerlinc van mens here va Burg ii en capetein va Torre va Burg ne die starf it jaer MCCCCXLIII d. XXVste dach in november; thier leechet vrouwe Kateline va Roesselare mr. Jans wijf die starf int jaer XXIX".
De Torre van Borgondië of het Klein Kasteel van Sluis, gelegen tegenover het Groot Kasteel, ten noorden van de stad en aan de westzijde van de haven, was gebouwd onder Jan zonder Vrees en werd gesloopt onder Karel V. Die toren lag dus op het grondgebied van de parochie en het stadje Sint-Anna-ter-Muiden en daarom werd Jan Blanckaert in die kerk begraven en niet te Sluis. Zo bewijst H. Janssen. Hij droeg als wapen : een blauw veld bezaaid met gouden leliebloemen, met een keper van dezelfde kleur. Bij dit wapenschild, op de grafzerk, staat op een banderol : "heer va Wytscate ten tegre (?) en va Voerde". De tak van de Blanckaerts uit Sluis, voerden dit wapen tot in de 19de eeuw. De Blanckaerts van het Westland kennen het devies : "Een Blanckaert kan maar vrij leven of sterven". Of de admiraal deze leuze voerde staat niet vast.
Bijlage 2
Lijst van de landgebruikers te St. Anna-ten-Vrijen in 1792
(volgens de rekening van het jaar 1792-1793, f° 6v°-7v°, Vrije Reg. 5125)
Deze 24 personen woonden niet alleen op St-Anna-ten-Vrijen, aangezien de bevolking in 1797 slechts 25 zielen telde. Onder de familienamen zijn er enkele van Zeeuws-Vlaamse oorsprong. Daarenboven zijn enkele voornamen ontleend aan personen uit het Oud Testament, wat wijst op protestanten, die dus te St-Anna-ter-Muiden woonden, op het gebied van de Staten Generaal.
Gem.- I. - roed. | |
Hooftman Adriaen Plasschaert | 111-2-69 |
Joannes Voscamp | 118-0-0 |
Petrus Leroy | 16-0-24 |
Pieter van den Ameele | 3/02/1973 |
Mattheus de Bruyne | 38-2-32 |
Idem, Fort Isabelle | 19-0-50 |
Isaac Nortier | 41-2-64 |
Isaac van Waeyenberghe | 7-0-23 |
Cornelis Almekinders | 16-0-65 |
Joannes Vrombout | 7-0-23 |
De Wateringhe Grevelinghe, geseyt Kl. Reygarsvliet | 1-0-60 |
François Bokelaer | 0-1-30 |
D'heer Adriaen Cleyman | 14-0-95 |
D'heer Jacob Bouvin | 10/02/1990 |
D'heer Pieter Dullaert | 13-0-62 |
Vague landen | 27-0-60 |
Pieter Onolf, nu Pieter de Swarte | 68-0-14 |
Joannes Onolf | 8-0-12 |
Pieter de Bruyne | 5-0-40 |
Jacobus Leroy | 53-0-28 |
Idem, Forteresse Haesegras | 6-0-76 |
Abraam van Waeyenberghe | 2/02/1990 |
D'heer J.L. Stern | 2-0-14 |
Mevrouw c. van Affele | 7/01/1987 |
Joannes Bellinck | 6/01/2013 |
Pieter Aerny | 81-1-52 |
Joseph de Meyere | 0-1-8 |
Isaac Boddery | 1-0-31 |
t'saemen : | 692 gem. 1 lijn 1 roede |
Pourbusschilderj 1571
Bibliografie Sint-Anna-ter-Muiden in Rond de Poldertorens
- CROIS, R., Nederlands-Oostenrijkse grenspalen uit de 18e eeuw, Rond de Poldertorens, 8, 1966,4, p. 130
- CROIS, R., Twee bewaarde processtukken van ,,Mude en het Waterrecht”, Rond de Poldertorens, 15, 1973, 1, p. 30
- CROIS, R., Een vervalst zilverstuk, naar verluid geslagen te Mude, Rond de Poldertorens, 15, 1973, 1, p. 33
- CROIS, R., Een onbekend paaltje te Sint-Anna-ter-Muiden, Rond de Poldertorens, 15, 1973, 1, p. 34
- CROIS, R., Uit de stadsrekeningen van Sint-Anna-ter-Muiden, Rond de Poldertorens, 15, 1973, 2, p. 47
- CROIS, R., Twee sluizen van Groot Reigaarsvliet, Rond de Poldertorens, 17, 1975,4, 185
- DE KEYSER, R., Nog over de Turken van Sint-Anna, Rond de Poldertorens, 10, 1968, 1, p. 42
- DE KEYSER, R., Het Sint-Janshoofd te Sluis en te Sint-Anna-ter-Muiden, Rond de Poldertorens, 29, 1987,2, p. 89
- DE MEESTER, R., De laatste molen van Sint-Anna-ter-Muiden, Rond de Poldertorens, 4, 1962, 3, p. 106
- DE MEESTER, R., De opgravingen te Sint-Anna-ter-Muiden, Rond de Poldertorens, 6, 1964, 2, p.42
- DESMET, 1, Over het ontstaan van de huidige rijksgrens tussen de zee en Middelburg, Rond de Poldertorens, 2,1960,4, p. 10
- DESMET, J., Sint-Anna-ten-Vrijen, een verdwenen parochie uit onze streek, Rond de Poldertorens, 5, 1963, 1, p. 1 (p. 10: bijlage: lijst landgebruikers 1792)
- DESMET, J., De bevolking van Sint-Anna-ten-Vrijen in 1748, Rond de Poldertorens, 6, 1964, 3, p. 82
- LOWYCK, A., De Blanckaerts, Rond de Poldertorens, 23, 1981, 2, p. 52
- RAU, J., De brug van Farnese, Rond de Poldertorens, 4, 1962, 3, p. 102
- RAU, J., Sint-Anna-ten-Vrijen onder de Franse Republiek, Rond de Poldertorens, 5, 1963, 1, p. 1
- RAU, J., Een Bestek voor het aanleggen van het Isabellafort en de linie van Cantelmo, Rond de Poldertorens, 5, 1963, 1, p. 11
- RAU, J., De grens van het Barrièretraktaat 1715-1718, Rond de Poldertorens, 8, 1966, 3, p. 102
- RAU, J.,Twee dokumenten bij Nederlands-Oostenrijkse grenspalen uitde 1 8deeeuw, Rond de Poldertorens, 8,1966,4, p. 132
- RAU, J., De Turken van Sint-Anna, Rond de Poldertorens, 10, 1968, 1, p. 42
- VAN CATZ, J.P.A., Opgravingen te Sint-Anna-ter-Muiden, Rond de Poldertorens, 4, 1962, p. 77
- VISSER, W., Lijst van Waterbaljuws 1384-1477 en landbaljuws van Sluis 1387-1477, Rond de Poldertorens, 23,1981,1, p. 37