Verslagen
A. Het Hof Bladelin te Brugge

Jacques Larbouillat

(bezoek en voordracht)

Op zondag 14 april ll. verzamelden zich rond 14.30 u. meer dan 45 Leden, vòòr de eerder streng aanvoelende ingangspoort van Het Hof Bladelin in de Naaldenstraat te Brugge.

Eenmaal het poortgebouw binnengestapt, werden we onder het gewelf, van harte begroet door Eerw. Zuster Gabriëlle Claeys, archiviste en auteur van een interessante studie over deze stijlvolle herenwoning.

Door het stemmig binnenpand, met kleurrijke Vlaamse tuin, omgeven aan de zuid- en de westkant met een galerij, gingen we, langs de witstenen trap naar de ingangsdeur van het gewezen middeleeuwse bankiershuis.

Onmiddellijk werden we geboeid door de kraagstenen met sierlijke motieven, links een bevallige Bourgondische Dame, rechts een ernstig kijkende Aartsbisschop. Via de grote inkomzaal, met indrukwekkende moerbalken, waarvan de balksleutels met de wapens van Filips de Goede en van Isabella van Portugal zijn versierd, kwamen we in de projektiezaal terecht. Bij middel van een prachtige reeks kleurendia's, vertelde en illustreerde Zuster Gabriëlle op pittige wijze de geschiedenis van de familie Bladelin, alsook de bouwgeschiedenis van dit prachtig paleis in gothische stijl. 

Pieter Bladelin stamde uit een oude familie uit Veurne Ambacht. Sommige van zijn voorouders waren reeds ambtenaren aan het Grafelijk Hof. Vader Bladelin vestigde zich als bokraanverver (stijflinnen) op de "Bursa Brugensis" d.i. het huidige Schouwburgplein. Hij was een rijke en welvarende Brugse poorter.

Zijn zoon, Pieter Bladelin huwde met Margeriete Vanden Vagheviere, die samen met haar broer Jacob, de grondpercelen bezat, waarop Pieter Bladelin zijn "Hof" zou bouwen in 1435.

Pieter Bladelin was eerste raadsheer van Hertog Filips de Goede en algemeen beheerder of "Major Domus" van de hertogelijke bezittingen. Zijn financiële loopbaan was hij begonnen als ontvanger van zijn geboortestad Brugge in 1436. In 1440 werd hij "Tresorier van de Ridderorde van het Gulden Vlies". Vaak kreeg hij ook diplomatieke opdrachten te behartigen voor de Hertog.

Tussen Aardenburg en Moerkerke had P. Bladelin vroeger reeds landgoederen gekocht. Hij bekwam de toelating van de Hertog om daar een burcht of "Hof" te bouwen. Hij noemde het “’t Hof van Middelburg in Vlaanderen". Zo ontstond de "Heerlijkheid Middelburg", met een kerk, een klooster en een hospitaal. Rondom de burcht ontwikkelde zich vlug een stad. De burcht werd gebouwd in 1448. P. Bladelin betrok die in 1451. Rogier Vander Weyden schilderde 10 jaar later een triptiek in opdracht van P. Bladelin, met op het middenstuk een kersttafereel met hemzelf in aanbidding voor het Kind. Op de achtergrond rijst de stad Middelburg met de burcht. Het Hof Bladelin te Brugge werd aldus in 1451 een leen van Middelburg.

P. Bladelin overleed op 8 april 1472 te Middelburg; zijn vrouw stierf vier jaar later. Beiden werden aldaar bijgezet in de kerk. Van het praalgraf bestaat nog de tafel met wapen en initialen. De liggende beelden en het opschrift zijn in de geuzentijd vernield.

In 1466 werd het Hof Bladelin, te Brugge ingericht als bankfiliaal van de machtige bankiersfamilie 'de Medici' uit Firenze. Pietro de Medici wordt er de eerste leenman. Hun embleem, ring met lint en drie pauwenveren, wordt vereeuwigd in de stenen van het Hof Bladelin. In 1469 is het Lorenzo il Magnifico die er het Hof als leen houdt. In 1472 koopt hij het leen af. Het huis wordt nu bewoond en bestuurd door Thomasso de Portinari, die intussen de plaatselijke 'Directeur' van de Brugse filiaal is geworden.

In 1480 koopt de Portinari het Hof van Lorenzo af. Door de dood van Karel de Stoute en de toen ongunstige wisselwerking tussen financiën en politiek, gaat de Portinari bankroet. Hij keert in 1497 naar Italië terug. Daar zal hij vier jaar later sterven, totaal berooid. Tevoren evenwel had hij de gebouwen Bladelin en de Bank de Medici verkocht aan Jacob van Luxemburg, Heer van Fiennes en Ridder van het Gulden Vlies.

Het Hof Bladelin werd aldus opnieuw een herenwoning en kreeg de naam van de eigenaar: Hof van Fiennes. In 1530 verwerft Françoise de Fiennes, zuster van Jacob, het Hof. Zij was gehuwd met Jan van Egmont. Haar zoon, Jan Lamoral Graaf van Egmont, erft het herenhuis. Door de Hertog van Alva voor de Bloedraad gebracht, en beschuldigd van majesteitsschennis, zal hij, samen met de Graaf Filip van Hoorne, onthoofd worden op de Grote Markt van Brussel op 5 juni 1568. Zijn goederen worden in beslag genomen en in 1571 zal het Hof van Fiennes, in de Naaldenstraat, door de stad Brugge ingericht worden als een "woekerbank" (d.i. de Berg van Barmhartigheid) waar de Spaanse soldaten hun panden konden inruilen.

In 1617 koopt Messire Henri de Vicq, Heer van Meulevelde, het Hof Bladelin, dat hij op 12 december doorverkoopt aan Jacques de le Flye. Deze laatste staat toe aan de Zusters Karmelietessen, gevestigd in de Oude Zak, om in het Hof de Fiennes te komen wonen in 1632.

In 1633 kopen deze slotzusters het pand en bouwen het om tot een slotklooster. Zij zullen er verblijven tot in 1669. In dat jaar waren de bouwwerken van hun nieuw convent in de Ezelstraat voltooid. De overste van de Karmel verkocht dan het huis in de Naaldenstraat aan Pierre de Southieu. Nadat in 1681 het Hof nogmaals van eigenaar was veranderd, kwam het opnieuw in het bezit van de familie ‘de le Flye' door erfenis. 

In 1787 wordt het aangekocht door Graaf de Buisseret, gouverneur van West-Vlaanderen; en het wordt bewoond door zijn neef Hendrik Ysenbrandt-Lybaert. Deze laatste was een intieme vriend van Priester Leon de Foere.

In 1816 stichtte "l'Abbé Leon de Foere" een congregatie van Zusters, onder de naam "Zusters van O.-L.-Vrouw Hemelvaart" Het doel was: opvoeding en onderwijs aan de volkskinderen; en het aanleren van een kunstambacht, namelijk het kantklossen. Om de kosten van deze Instelling te dekken, schreef hij en publiceerde hij een zeer gelezen tijdschrift: Le Spectateur belge! Het zou een politiek en geschiedkundig blad zijn. Bij de 16de aflevering van "Le Spectateur" werd de Foere op de vingers getikt door de Overheid, om zijn gedurfde allusies op de politiek. In 1817 werd de 23ste aflevering in beslag genomen en E.H. Leon de Foere werd opgesloten in de gevangenis te Vilvoorde. Na twee jaar werd hij vrijgelaten.

Met de oprichting van de Belgische Staat in 1830, werd hij lid van het Nationaal Congres. Hij was, met enkele anderen, afgezant naar Londen om de Kroon aan te bieden aan Leopold I. 

In 1829 koopt Leon de Foere voor zijn Congregatie het "Hof Bladelin" en het "Hôtel Miraumont". Dit laatste pand was gelegen aan de Naaldenmarkt en liep door tot aan de hoek van de St.-Jacobstraat en de Ezelstraat. Het Hôtel Miraumont bevond zich gedeeltelijk op de grond van het gewezen "Schietspel". Dit hotel werd eerst aangekocht door E.H. de Foere om er de kantschool in te richten. Het Hof Bladelin moest dienen als klooster voor de Zusters. De verbindingsas tussen de twee eigendommen werd de nieuw te bouwen kapel! 

De oude "Naeldenmarkt" bleef immers bestaan tot het einde van de 18de eeuw. Het marktje bevond zich tussen het Hof van Gistel en het Hof Bladelin; en het paalde aan de zuidgevel van het Hôtel de Groz. De "Naaldenmarkt" is nu een pandhofje ... en ook de kapel werd op een deel van het marktje gebouwd.

Door de grondige veranderingen in het economisch bestel na de Tweede Wereldoorlog, werd het maken van manueel kantwerk niet meer rendabel. In 1948 werd de kantschool gesloopt om plaats te maken voor een rustoord.

De huidige Congregatie, de Zusters van O.-L.-Vrouw van de VII Weeën, blijft evenwel 'de Foere's' gedachtenis in ere houden. Het rusthuis voor dames beslaat ook een deel van het Hof Bladelin. Het is een oase van kalmte en rust in het hart van de stad Brugge.

Na de interessante voordracht bezochten wij het ganse pand. De prachtige kapel, in neo-classieke stijl, is een repliek van de St.-Agneskerk in Rome. Wij bewonderden er de talrijke kunstwerken, die getuigen van verfijnde smaak.

De verschillende zalen met kleurrijke balksleutels en prachtige schilderijen droegen de bewondering van iedereen weg.

De vele architecturale merkwaardigheden deden "de tongen loskomen" van de talrijke kenners en de kunstliefhebbers. 

Tot slot:

Hen die graag historisch en bouwkundig meer willen weten over het Hof Bladelin, kunnen wij warm aanbevelen:

  • Luc De Vliegher, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, Deel 3, De Huizen van Brugge, Uitg. Lannoo, Tielt en Den Haag, 1968, Blz. 219.
  • E. Z. Gabriëlle Claeys, Het Hof Bladelin te Brugge, Uitg. Koninklijke Gidsenbond van Brugge en West-Vlaanderen, 1988.

Verslagen - A. Het Hof Bladelin te Brugge

Jacques Larbouillat

Rond de poldertorens
1988
03
135-138
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:39:17