Bijzonderheden over de aanval op Sluis in 1747, met bezetting en later weer de ontruiming van de stad door de Franse troepen

P.E. de Brock

In 1745 hadden de Fransen, Gent en Brugge bezet. De troepen trokken eind 1746 tot aan de Nederlandse grens, echter zonder vijandelijkheden te beginnen.

Op maandag 17 april 1747 werd het gerucht de waarheid, dat de Franse troepen Staats-Vlaanderen (later Zeeuws-Vlaanderen) zouden innemen.

Graaf Löwendal naderde van uit Brugge de vestingstad Sluis, ter wijl men van uit Gent 't land van Cadzand, rovend en plunderend introk, daarbij alle overzet-veeren en passen bezetten, zodat Sluis rond om werd ingesloten.

Löwendal vestigde zijn hoofdkwartier in Aardenburg en liet op dinsdag 18 april de stad Sluis opeisen.

In de nazomer van 1745 had men, terwijl de vruchten nog te vel­de stonden, de stad rondom onder water gezet met zout water, en wel een uur gaans richting Aardenburg, en naar St. Anna ter Muiden een half uur gaans.

Op dinsdagmorgen veroverden de Fransen het fortje van de Aardenburgse haven, den haven was gedempt ten behoeve van de inundatie.

Een Schots officier van het regiment Stuart met 25 à 30 man kreeg te laat steun van reservetroepen en ontruimde het fortje. Dezelfde dag trokken de Fransen door naar de Oostsluis in de buurt van de Oostpoort en lieten zich zien bij het veerhuis achter het kasteel, maar werden de dag daarna weer terug geslagen.

Ondertussen begonnen de Fransen van af het fortje bij de Aardenburgse haven, dag en nacht loopgraven aan te leggen langs de dijk naar de Oostsluis zonder dat ze veel last hadden van twee of drie kanonnen en enige mortieren die geholpen door de bur­gers der stad pas de woensdag in gebruik werden genomen omdat de opper-officier van de stad niet in staat was het commando te voeren.

Toen op vrijdag 21 april de Fransen met hun loopgraven tot op 20 à 30 roeden van de Oostsluis waren genaderd, gaf de commandant van Sluis de stad over aan de Fransen.

Zo werd de stad waar drie regimenten lagen, nl. dat van Stuart, van Zoute (zijnde Schotten) en van Rheede van Outshoorn te saman met de artilleristen 1500 à 1600 man, met meer volk dan de aanvallers binnen vijf dagen aan de Fransen overgegeven, en zonder dat zij er een kanonschot op hadden gelost, alleen de snaphaan kogels waren met grote hoeveelheden in de stad gevlogen.

Het Hollands garnizoen werd op dinsdag 25 april afgevoerd naar Frankrijk in krijgsgevangenschap. Op 30 april werd de Vrede van Aken getekend, en op 18 oktober 1748 de definitieve vredesovereenkomst. Dit hield in dat de Fransen onze streken weer zouden verlaten. Op 28 januari 1749 vertrokken de Fransen dan eindelijk weer naar hun land.

Maar eerst had men nog tijd genoeg gevonden om de magazijnen in Sluis leeg te halen en naar Frankrijk over te brengen. Het is wellicht interessant wat zo'n vestingstad Sluis eigenlijk allemaal in huis had om de stad te verdedigen. Dominé J. Baggelaer uit Sluis tekende dit in een boekje als volgt voor het nageslacht op:

"Ziet hier een Lijste van 't geen een geloofweerdig persoon daartoe van die, die 's lands belang zig ter herte liet gaan, aangestelt, uijt het Magazijn dezer stad heeft zien wegvoeren in de maand December 1748, welke lijst ik met eenige verschikking, hier mede deele, als zijnde in veeler handen, als volgt:

  • 9 stukken Metaal Kanon, daar onder een van 24 pond
  • 1 stuk yzere dito
  • 1 Mortier van 1515 pond
  • 1 Koperen Slang van de westbattery (steenen beer)
  • 7 Nieuwe Affuyten
  • 4 Moertierstoelen  
  • 1 Mortierwagen met stoel
  • 1495 Musketloopen
  • 1341 Snaphaanen
  • 7830 Granaten van differente soorten
  • 2375 Kogels van differente soorten
  • 1000 Pekballen
  • 4000 Pekkransen.
  • 60 Druyvetrossen
  • 180 Tonnetjes Snaphaankogels op 18 wagens, 10 op yder
  • 6 Wagens met Lonten.
  • aatjes Viersteenen.
  • Vaatjes Zwavel, 800 Pieken.
  • 306 Helbaarden en Pieken.
  • 44 Wagens yder met 5 Vaten Kruyt, yder 200 pond =42000 pond 27 dito yder met drie vaten dito, ad idem =16200 pond
  • 30 dito yder met twaalf Vaaten van 100 pond =30000 pond
  • Aan Kruyt te zaamen 88200 pond
  • 13000 zandzakken 9 Vaaten met dito
  • 1000 Schoppen. 943 Spaaden. 200 Handspeeken 227 Bijltjes. 316 Kapmessen. 60 à 70 Kruytschoppen 20 Leere Kruytzakken, 500 Kussentjes. 2 Bokken 6 Bierbomen. 12 Handberiën. 14 Affuytwielen.
  • 20 Yzere Handboomen. 9 dito Koorn-handmoolens
  • 25 dito Fakkels en stokken. 27 nieuwe reepen: daar onder 16
  • zwaare Reepen. 73 Gareelen. 12 Zaalen voor Trekpaarden. 12 Toomen dito. 27 Trommels. 68 Sleutels om onder Canon te doen. 17 Vaaten om Kruyt in te doen. 11 dito Buysen. 1 Slypsteen en Bylsteelen. 39 nieuwe planken.

Eindelyk veele gevulde vaaten met yzerwerk enz. en andere goederen desn nagts in stilte weggevoert. Wat van dit alles de Franschen mogt toekomen, laat ik daar. Veele Wagens met Kruyt hebben zy wel hier ingebracht. Ondertussen hebben zy in het begin van onze overheersing 7 à 8 stukjes Metaal Canon weg gevoert, en naderhand 10 à 12 diti grootere, zoo Metaale als Ysere zeer veele wagens met Snaphaanen, Kogels, gevulde Bommen en Kruyt: om niet te vergeten eene nieuwe Brandspuyt, door hunne Ed. Mog.: de Heeren Raaden van Staat voor 3 à 4 jaaren aan de stad vereert. Dit alles hebbe ik hier wel willen aanteekenen, of het dienen mogte daar, en zoo als het behoort. De tyd zal leeren wat’ er weder van te regt zal koomen.

EEN KORT VERHAAL van het voorgevallene in de OVERGAVE en WEDERINRUYMING der Stad Sluys Door JOHANNES BAGELAAR,
Leeraar Jezu Christi in de Gemeinte aldaar."

2021 03 09 112404

2021 03 09 112505

Bijzonderheden over de aanval op Sluis in 1747, met bezetting en later weer de ontruiming van de stad door de Franse troepen

P.E. de Brock

Rond de poldertorens
1987
03
233-238
Charlotte Bogaert
2023-06-19 14:39:17