Meester Theodoor Sevens

* Zie ook het artikel verschenen in ’Rond de Poldertorens’ 1985, p. 71-81: Meester Theodoor Sevens van Lapscheure

E.H. Andre De Bleeker (*)

Daar er in die tijd, van 15 december 1872 tot 20 februari 1881, geen aanwezigheidsregisters waren in de scholen, die dag aan dag moesten ingevuld worden, vind ik het belangrijk de geboorteregisters te raadplegen van 1860 tot 1875, en op die manier na te gaan welke jongens en meisjes hoogstwaarschijnlijk bij Meester Theodoor Sevens zijn ter schole geweest.

Ik ben gaan aankloppen bij de 'heer Aimé De Bruyckere, ambtenaar van de Burgerstand van de stad Damme, waar ik gunstig werd onthaald. In de raadzaal van het gemeentehuis van Moerkerke heb ik die registers nagekeken en ben ik tot de vaststelling gekomen dat er zeer veel kindjes werden geboren in die 16 jaar: dat waren 165 jongens en 188 meisjes.

Wanneer ik die 353 kindjes wilde thuisbrengen in hun respectievelijke gezinnen, dan kwam ik tot het volgende resultaat:

49 ervan behoorden tot 14 gezinnen van landbouwers; 69 tot 27 gezin­nen van ambtenaren, ambachtslieden en neringdoeners; 235 tot 88 gezinnen van werklieden.

Uit het schoolarchief van Lapscheure, dat Meester Guido Vermeersch met veel dienstvaardigheid voor mij opspoorde en ter beschikking voor mijn studie toevertrouwde, heb ik o.a. een tabelletje opgemaakt over de schoolbevolking ten tijde van Meester Sevens:

 

schooljaar

1873-1874

1876-1877

1879-1880

betalende jongens

15

9

9

betalende meisjes

11

6

4

kosteloze jongens

26

30

33

kosteloze meisjes

24

27

31

Anderzijds weten we dat Mietje Wagenmakers de catechismus, het ABC-boekje en de tafels van vermenigvuldiging leerde aan een twintigtal betalende boerenmeisjes, ' s zomers onder het afdak van de wagenmakerij van haar broer, en 's winters in de huiskamer.

Wanneer de kantonale inspecteur B. Mortier op 2 mei 1880 op bevel van het ministerie navraag deed naar bestaande priveescholen in de gemeente, antwoordde Meester Theodoor "dat er altijd een bestond, dat zij nog bestaat, dat zij een twintigtal leerlingen telt en dat zij wordt bestuurd door Maria De Caluwé".

Tegenwoordig wordt er veel gesproken over de kwaliteit van het onderwijs. Wat Meester Theodoor Sevens deed voor het onderwijs, mag blijken uit het Correspondentieboek in het schoolarchief. De totale schoolbevolking schommelde tussen de 65 en 80 leerlingen, allen in één klaslokaal.

Op 3 augustus 1873 schreef hij aan de kantonale inspectie: "Ik neem deze gelegenheid te baat om U te melden dat mijn letterkundig werkje 'Letteroefeningen' eerlang het licht zal zien en dat ik daarvan 2 afdruksels zal schenken aan de bibliotheek der onderwijzers".

Op 25 april 1877 schreef hij: "Tevens beloof ik U voor de tentoonstelling van Parijs ieverig te werken. Gij moogt rekenen op:

  1. mijne uitgegeven klassieke werken, waarbij de 'Schoolbode'
  2. eene verzameling grondstoffen enz door mij samengebracht;
  3. eenige schrijfboeken der leerlingen.

Ieder jaar werd per 31 december het bilan opgemaakt der schoolbehoeften zoals pennen en pennestokken, griffels en griffelbuisjes, inkt en krijt, potloden en linealen, leien en schrijfboeken.

Op diezelfde datum werd de voorziening van handboeken voor gemeenschappelijk gebruik geregeld. Deze waren voor het schooljaar 1876-77: Catechismus van het bisdom Brugge - Gewijde Geschiedenis door Boulaers - Schrijf- en Leesmetode door B. Mortier - Leesboeken I, II, III, IV, V, VI door Theodoor Sevens - Spraakkunst en Oefeningen door A.J. Germain - Rekenkunde door een oud-kostschoolhouder - Aardrijkskunde door A. J. Germain - Vaderlandsche Geschiedenis door Genonceaux - Fransch Leesboek I, II - Aanleiding tot het vervoer, door Robijs - Schrijfmethode door P. Callewaert.

Vooraleer de werkzaamheden als gemeenteonderwijzer op Lapscheure te beginnen, maakte Sevens de inventaris op van de meubelen welke in de gemeenteschool voorhanden waren, 16 decem­ber 1872: Lessenaar voor den onderwijzer - 16 schrijftafels - Lievrouwenbeeld - Kruisbeeld - Wettig stelsel van maten en gewichten - Beeld van Z.M. Leopold I, Leopold II en H. M. de Koningin - Kaarten van Belgie, Europa en West-Vlaanderen - Kachel met toebehoorten - Uurwerk - Glazen en Looden inktpotten - Genummerde kapstokken.

Op 25 april 1877 was Meester Theodoor in de hoogste hemel: hij melde aan de kantonale opziener dat al de meubelen (nu zouden wij zeggen ’didactisch materiaal', aangevraagd op 2 november 1875 en goedgekeurd op 13 december 1875, waren geleverd. Hij noemde ze alle op: Aardbol - Kaart van Europa - Kaart van Belgie - Platen: het dierenrijk (24) - Platen: het plantenrijk (30) - Platen: het delfstoffenrijk (63). Deze platen behoren tot de verzameling Callewaert - Verzameling voor Gewijde Geschiedenis - Barometer met twee thermometers - Wettig stelsel, volledig: maten voor vloeistoffen, dubbele D.L. en L. voor droge waren, al de gewichten, balans, meter, K.d.m. en K.c.m. (dit is dm³,  cm³) - Kas voor het schoolmuseum - Telraam - Drie rolgordijnen - Lievrouwenbeeld - Bel.

Het bleef niet bij een mooie verzameling didactisch mate­riaal. Er werd geleerd. Zijn leerlingen namen deel aan de Wetstrijd der Lagere Scholen, middelste en hoogste afdelingen.

Op 6 december 1877 werden 5 kandidaten opgegeven en op 14 januari 1879 waren er 11 kandidaten en op 14 januari 1880 waren er 19. Uitslagen heb ik niet gevonden.

Wanneer het te Brussel en te Mechelen dondert en bliksemt, dan deelt Lapscheure van de brokken. Zo gebeurde het 100 jaar geleden. In 1879 werd de nieuwe schoolwet, gedicteerd door de vrijzinnige Liberalen, in de Kamer gestemd met 67 voor en 60 tegen; en in de Senaat met 33 voor en 31 tegen. Die "ongelukswet" werd van kracht op 10 juli 1879. De reacties van de bisschoppen en de overtuigde katholieken waren zeer hevig. De "schoolstrijd" van 1879 lot 1884, gevoerd tussen de partijgenoten en de tegenstrevers van de scholen zonder God, brak in volle geweld los.

Herderlijke brieven werden geschreven. Bisschoppelijke richtlijnen werden gegeven o.a. dat de priesters in elke zondagmis in alle kerken van het land na de preek moesten voorbidden: "van de scholen zonder God, verlos ons Heer!" en "van de meesters zonder geloof, verlos ons Heer!".

Op 1 september 1879 gaven de bisschoppen van België hun praktische onderrichtingen ten gebruike der biechtvader, waarin zij buitengewoon scherp de officiële lagere scholen veroordeelden:

  1. geen enkel christen mag rechtstreeks of onrechtstreeks meewerken aan de ongelukswet; m.a.w. het is niet toegelaten officiële scholen bij te wonen, in te richten of te besturen;
  2. de ouders, die hun kinderen naar de officiële scholen zullen sturen zullen zich aan zware zonde plichtig maken en indien zij in hun gedrag volharden, zullen zij van de sacramentele absolutie uitgesloten worden;
  3. de onderwijzers mogen hun bedieningen in de officiële scholen niet voort uitoefenen, tenzij om buitengewone redenen. Zo staat het opgetekend in het boek "De schoolstrijd in Belgie" geschreven door Pieter Verhaegen, doctor in rechten, en uitgegeven te Zottegem in 1906 - Bibliotheca Brugensis nr 82.44.88.

Het werd voor Meester Theodoor Sevens een pijnlijke gewetenskwestie: Wat moet ik doen, als christen, als gezinshoofd, als onderwijzer?

De richtlijnen van Monseigneur Faict, bisschop van Brugge, (1864-1894), werden door Paster Delbecque van Lapscheure (1878-84)  strikt toegepast. Meester Theodoor legde zijn probleem voor aan zijn collega en vriend Meester Hendrik Scherpereel van Dudzele, die reeds in oktober 1879 de beslissing had genomen de gemeenteschool te verlaten en tegen een hongerloon zich te engageren in het vrij katholiek onderwijs? Sevens ging ook te rade bij de vroegere pastoor van Lapscheure, Emmanuel Staelens, die in 1878 ontslag had genomen en als pastor-emeritus te Kortrijk was gaan wonen.

Officieel was er geen vuiltje aan de lucht. In het correspondentieboek gaf Meester Sevens op 2 mei 1880 volgende antwoorden op de vragen gesteld door de hoofdinspectie:

6de vraag: Welke middelen hebben de geestelijken aangewend om de ouders tot het besluit te brengen hunne kinderen van de gemeenteschool weg te nemen? - Geene.

7de vraag: welke middelen hebben zij aangewend om te drukken op diegene, welke voortgaan met hunne kinderen naar de officiële scholen te zenden? - Geene.

8ste vraag: Welke zijn de maatregelen, die de geestelijken tegen de onderwijzers der gemeentescholen genomen hebben? - Geene.

Op 21 augustus 1880 antwoordde Sevens in het Nederlands op de in het Frans gestelde vragen van de staatsinspecteur naar de inmenging van de geestelijken in het onderwijs:

"De eerwaarde heer pastoor heeft zich tot nu toe met den schoolstrijd op generlei wijze bemoeid".

Enkele maanden later bood Meester Theodoor Sevens zijn ont­slag aan, dat in de gemeenteraadszitting van 18 februari 1881 werd aanvaard. Met zijn echtgenote Louise, zijn 4 kleine kinde­ren, met zijn have en goed, met zijn klassieke werken en zijn dichtbundels verhuisde hij naar Kortrijk om er hoofdonderwijzer te worden van de vrije katholieke lagere school 'Ter Walle’.

Hij was één van de 2.252 leerkrachten die tijdens de schoolstrijd ontslag namen in het gemeentelijk onderwijs en zich edelmoedig inzetten voor het vrij katholiek lager onderwijs en dit tegen een hongerloon.

Daarmee was de schoolstrijd in Lapscheure niet gedaan, integendeel! Zijn opvolger Edmond Simpelaere was het na 2 ½ jaar beu en stapte het af. In de gemeenteraadszitting van 8 november 1883 werd Lodewijk Couvreur, geboren Lapscheurenaar en gediplomeerd onderwijzer te Brugge, gekozen als schoolhoofd van de ge­meenteschool. Pastoor Delbecque zag daar niet veel goeds in en deed al wat hij kon om de Zusters der Heilige Kindsheid in Ardooie te bewegen naar Lapscheure te komen om er een vrije katholieke lagere school te stichten. Dit gebeurde op 18 februari 1884!

De staatsinspecteurs lagen op vinkeslag en vroegen herhaaldelijk aan Meester Couvreur hoe ver dit stond met het vrij onderwijs te Lapscheure. Hij antwoordde dat de Heer Pastoor dit inrichtte, dat het personeel bestond uit nonnen, dat zij op 18 februari de school hadden geopend en dat de gemeenteschool na enkele maanden leegliep: op 31 december '83 had hij 76 leerlingen, op 31 maart ‘84 had hij er nog 22, en op 30 juni '84 waren er nog 4 overgebleven.

Zuster Germaine, Zuster Brigitte en Zuster Madeleine wonnen het vertrouwen van bijna alle Lapscheurenaren. Daar Mietje Wagenmakers haar ong. 20 leerlingen naar de Zusters stuurde en Meester Couvreur 72 leerlingen zag overlopen naar de zustersschool, was de schoolbevolking aldaar tot bij de honderd gestegen.

Op 15 September '84 werd de vrije school door het gemeentebestuur erkend en aangenomen. Met de overwinning van de katholieken in de parlementsverkiezingen van oktober, en met de benoeming van Pastoor Delbecque tot pastoor in Westkapelle, in november, was de hardste strijd gestreden. Pastoor Verwaerde was een vredelievend man en Meester Couvreur mocht zich gelukkig achten dat de knechtjes van 9 jaar en ouder naar de gemeenteschool terugkeerden. In 1886 had hij reeds 29 leerlingen; in '88 had hij er 52. De meisjes bleven bij de Zusters.

*****************

2de Deel Meester Theodoor Sevens te Kortrijk. (1881-1927)

Zijn vele activiteiten in al die jaren kan ik als volgt samenvatten:

Hoofdonderwijzer

Op 1 maart 1881 werd Theodoor Sevens hoofdonderwijzer van de katholieke lagere school van Walle. Op 1 juli 1888 werd hij bestuurder van de Stedelijke Jongensschool in het centrum van Kortrijk en leraar aan de Nijverheidsschool. Wat hij te Lapscheure begonnen was als onderwijzer en opvoeder, heeft hij te Kortrijk voortgezet.

Zijn "Bloemen en Vruchten" en andere bloemlezingen kenden tientallen uitgaven.

Hij was in woord en daad een voorvechter van het vrij katholiek onderwijs en daarvoor werd hij ook beloond. Hij kreeg in 1902 de Pauselijke onderscheiding "Pro Ecclesia et Pontifice", in 1905 het Burgerkruis 1ste klasse, in 1907 de Pauselijke onder­scheiding "Bene Merenti" en hij werd in 1925 officier in de Kroonorde.

Meester Sevens ging de 1 oktober 1920 op pensioen. Hij mocht terugblikken op een schitterende loopbaan en hij dichtte:

'Na vijftig jaren lang
Met nooit beklaagde vreugd
Geslaafd te hebben voor
Het welzijn van de jeugd ...

(Ons Land, 26 sept. 1925 blz. 386)

Archivaris en Geschiedschrijver

Pierre Debboudt schreef dat 1882 voor Meester Theodoor Sevens het einde betekende van zijn romantische periode en het begin van zijn ernstige en wetenschappelijke studie en onderzoek van Vlaanderens verleden.

Toen werd hij aangesproken door burgemeester Nolf om opzoekingen te doen in het stadsarchief. Gedurende 45 jaar heeft hij de archieven van de stad Kortrijk en de omliggende gemeenten gecatalogeerd en bestudeerd.

Hij heeft talrijke historische werken geschreven en uitgegeven; o/a

  • Jan Palfijns leven - Kortrijk 1887
  • Jan Breydel en Pieter de Coninc - Kortrijk 1889
  • Geschied. Abdij van Groeninghe - Kortrijk 1890
  • Kortrijk en de Slag der Gulden Sporen - Kortrijk 1893
  • Idem, nieuwe verbeterde uitgave - Kortrijk 1893
  • Idem, in het Frans  - Kortrijk 1902

Op 1 mei 1903 werd de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk gesticht met Deken De Gryse als voorzitter en Meester Th. Sevens als secretaris. Hij verrichtte alle schrijfwerk voor de Kring en maakte van iedere vergadering een nauwkeurig en boeiend verslag. Hij verzorgde van 1903 tot 1914 de uit­gave van het Bulletin van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk; en van 1908 tot aan zijn dood (10 april 1927) de uitgave van de Handelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk.

Hij schreef er zelf 67 artikels in, o/a

  • De kerken en kapellen te Kortrijk
  • De Geschiedenis van de gemeente Aalbeke
  • Geschiedenis der gemeente Ceurne
  • Kortrijk op het einde van de 16de eeuw
  • Gulleghem
  • De Middeleeuwse Gilden van Kortrijk.

Hij heeft het niet meer mogen beleven dat alle gerangschikte archieven naar het nieuw lokaal in de Guido Gezellestraat werden overgebracht.

Vlaams Strijder

Een persoonlijk onderhoud met Guido Gezelle en een hulde aan Hendrik Conscience op 30 mei 1881 ter gelegenheid van diens 100e roman, waren voor Meester Sevens de gelegenheid om de plaatselijk afdeling van het Davidsfonds herop te richten en in korte tijd tot grote bloei te brengen.

Hij werd ook de veelgevraagde spreker. Hij oogste veel succes met zijn voordrachten en vertelavonden over Guido Gezelle, Hendrik Conscience, Deken De Bo, 1302 en de Gulden Sporenslag, De Boerenkrijg in Vlaanderen en Limburg.

Spoedig werd hij als vertegenwoordiger van West-Vlaanderen opgenomen in het hoofdbestuur van het Davidsfonds te Leuven.

In 1898 werden in Vlaanderen en in Limburg "'Boerenkrijgfeesten" gevierd. Hij werd de grote bezieler van deze eeuwfeestvieringen, vooral te Kortrijk en te Hasselt. Hij schreef een feestcantate die door Eugeen Dierickx werd getoonzet, een lang gedicht "De Boer in 1798" en een studie "De Boerenkrijg in het Kortrijkse".

In 1902 werden in Kortrijk nationale feesten gehouden om de 600ste verjaring te vieren van de Gulden Sporenslag. Hij was de voorvechter van "De Vlaamsche Leeuw op het Groeningemonument". Zijn gedichten, zijn voordrachten, zijn geschiedkundige bijdragen, zijn jarenlange polimieken in de voorlopige commissie stonden alle in bet teken van die strijd. Uiteindelijk heeft hij zijn slag thuisgehaald. Op zondag 17 augustus 1902 werd het Groeningemonument ingehuldigd en werd zijn feestcantate gezongen en er werd in Kortrijk 14 dagen feest gevierd!

Ook actuele problemen lieten hem niet onverschillig. Hij bestudeerde ze, gaf informatie en schreef zijn mening in dagbladen, weekbladen en boeken o/A

  • De Belgische Congostaat
  • De Europeesche Oorlog '14-'18
  • Het Socialisme in België.
  • De Toerist

Meester Theodoor Sevens heeft veel gereisd. Hij wilde zijn reisherinneringen niet voor zich alleen houden. Hij leerde zijn volk reizen!

Als inleiding tot zijn boek 'Reisjes in Zuid-Vlaanderen' (uitg. Davidsfonds nr 123, 1901) schreef hij:

“In ons kleine vaderland hebben de ijzeren wegen eene lengte van meer dan vijf duizend kilometers ... Voor 23 fr mag men gedurende 15 dagen op al de ijzeren wegen van den Belgischen Staat naar hartelust weg- en wederrijzen... Zelfs de mindere man wil de wijde wereld in om met eigen ogen de werken der nijverheid, de voortbrengselen der kunst en de schoonheden der natuur te bewonderen...

Niet zelden zullen wij om den nieuwsgierigen lezer te bevredigen, onze beschrijvende schetsen met historische en andere bijzonderheden afwisselen. Want het woord van den dichter blijft altoos waar: Ken uw land en gij zult het beminnen”.

Naast het bovengemeld boek, schreef hij nog:

  • Eenige dagen in de Luiksche en Luxemburgsche Ardennen (1901)
  • Lang de Leie en de Yperlee (1903)
  • In de Yzerkom (1903)
  • Ons schoon Vaderland (1904-05)
  • In Fransch Vlaanderen (1909)

Mag ik even blijven stilstaan bij zijn standaardwerk "Ons schoone Vaderland" (21 delen 2.130 blz.)? Daarin beschrijft hij alle streken van Vlaanderen en Wallonië. Het werk werd opgedragen aan Z. M. Leopold II, Koning der Belgen. Hoe hij het aan boord legde om deze koninklijke attentie te bekomen mag blijken uit de brief van het Hof:

Palais de Bruxelles, 27 nov.1903. Monsieur, en réponse à la lettre que vous m’avez adressée le 14 septembre dernier,  j’ai l’honneur de vous faire savoir que le Roi vous autorise a Lui dédier votre ouvrage intitulé "Ons schoone Vaderland".

Sa Majesté me charge de vous transmettre ses sincères remerciements de l’attention que vous avez eue de Lui offrir cette dédicace.

Agréez, Monsieur, l’assurance de ma considérarion distinguée.
Le secrétaire du Roi, E. Carton de Wiart.
Monsieur Th. Sevens, Homme de Lettres, Directeur de l'Ecole du Centre à Courtrai.

Tegenwoordig zou men zeggen: je moe maar durven! Ik wil U enkele bladzijden ter lezing voorstellen uit het 12de deel: nr3  Lissewege  - nr4  Damme - nr5  Eene verdwenen stad, Monnikerede, Hoeke.  Neem en lees wat hij schrijft over ons gewest, waar hij van 1 juli 1869 tot 20 februari 1881 leefde en werkte.

* * *

Pierre Debbaudt heeft in 1927 Meester Theodoor Sevens en zijn werken vanuit een Kortrijkse hoek bekeken. Pater Mattheus Brouns heeft hem in 1958 vanuit een Limburgse hoek gezien. In 1983 heb ik geprobeerd deze verdienstelijke man vanuit het Noorden van Brugge te benaderen, vanuit die streek die hijzelf zo graag noemde: "0 Kerlingaland gegroet!".

Hartelijk dank aan allen, die mij daarin hebben geholpen.

Bijlage

Uit de Licentiaatsthesis van Hubert Van Eygen, over de volkskundige elementen in het werk van Theodoor Sevens (periode 1873-1900).

Toen ik aan het napluizen was, wat ik kon terugvinden, over Meester Sevens, was de hoogstudent H. Van Eygen volop bezig zijn verhandeling te schrijven om te verdedigen tot het bekomen van de graad van licentiaat in de Germaanse Filologie aan de U.K.L. te Leuven.

Op 19 november 1983 ontving ik een brief waarin hij mij melde dat hij met veel interesse mijn eerste redactie over Meester Sevens had gelezen en dat er een aantal onderwerpen waren waarover hij nog niets wist, vooral de gegevens over Sevens' leven in Lapscheure. Hij schreef verder: “Nu vind ik het prachtig dat er in ons kleine landje nog iemand interesse toont voor een groot Vlaming, die jammer genoeg bijna totaal vergeten is.

 In mijn eindverhandeling probeer ik te bewijzen dat Sevens een van de grote mannen van de Vlaamse Beweging is geweest in de tweede helft van de 19de eeuw. Hij leerde zijn volk Vlaanderens verleden en schoonheid kennen; hij leerde de volksmens bewust te worden van zijn Vlaamse eigenheid en daarin is hij geslaagd. Daarom vind ik dat deze kleine Limburger, die een grote Westvlaming werd, niet vergeten mag worden en zelfs in ere hersteld moet worden”.

Op 19 dec. 1983 heb ik hem geantwoord dat ik hoop te kunnen meewerken om Meester Theodoor Sevens, deze verdienstelijke Vlaming, uit de vergetelhoek te halen. Op 2 jan. '84 kreeg ik als nieuwjaarsgeschenk een exemplaar van zijn licentiaatsthesis.

En nu op zoek naar de Lapscheurse elementen in deze 380 bladzijden tellende verhandeling.    

Deel I - Bio-bibliografie en resultaten van het volkskundig onderzoek.

"Op 11 december 1872 trad Sevens in het huwelijk met mejuffrouw Ludovica Fr. Bostoen van Zuienkerke. Vier dagen later werd hij als hoofdonderwijzer benoemd te Lapscheure, waar hij tot 1880 zou blijven. In deze periode ,tussen 1872 en 1880, verschenen zijn eerste dichtbundels zoals Letteroefeningen (1873), Rozen en dooren (1874) en Binnen en Buiten (1877), waarmee hij definitief binnentrad in het kleine Vlaamse wereldje, dat op dat moment maar weinig vernieuwende dingen voortbracht.

Zijn gedichten kregen lovende kritieken en werden gepubliceerd in talrijke tijdschriften. Zoals we al zeiden, had zijn poëzie een rustig "huiselijk" karakter, hij zou trouwens één van zijn bundels 'Huiselijk Leven' noemen -het waren verzen die de eenvoudige dingen van alle dag beschreven en die getuigen van een diep kristelijk geloof. Daarnaast schreef hij talrijke "vaderlandsche" gedichten, waarvan er vele op muziek werden gezet. Eén van de bekendste is ongetwijfeld "Ons Vaderland" dat op muziek werd gezet door Peter Benoits beste leerling, Jan Blockx. Het is een lied dat populair is gebleven en nog in veel liedbundels is weer te vinden

"Van in het begin van zijn loopbaan als onderwijzer, was Sevens ervan overtuigd dat hij in zijn ijveren voor Vlaanderen en het katholiek geloof,  voor de algemene ontwikkeling en de verheffing van de culturele standing moest beginnen met de jeugd. Kinderen namen een centrale plaats in zijn leven. Op het einde van zijn leven was hij trouwens de gelukkige vader van 11 kinde­ren. Om de jeugd een goede basis, geschoeid op een sterk katholieke leest en doordrenkt van Vlaamse gedachten, mee te geven,  begon hij al in het midden van de jaren 70 lees- en leerboeken samen te stellen voor de jeugd. Vele van die schoolboeken zoals “Bloemen en Vruchten”.  Aanvankelijk schrijf- en leesonderricht, Leesboek voor de hoogste klas der Lagere Scholen, beleefden verscheidene uitgaven, zelfs na 1900.

"Na de uitvaardiging van de nieuwe wet op het onderwijs in 1879, nam hij ontslag als officieel onderwijzer en koos hij voor het vrij onderwijs. Zo werd hij schoolhoofd op de Walle in Kortrijk. Vanaf dit moment zou Sevens een ongewoon oeuvre opbouwen, dat vooral in dienst stond van de opvoeding van het volk en de Vlaamse Beweging”.

"Het belang van zijn gedichten ligt er in dat zij door vele componisten op muziek werden gezet en aldus een Vlaamse liederschat vormden ter propagering van de Vlaamse gedachte”.

"Van een geprezen dichter en liedschrijver, evolueerde Sevens tot een man die als voorbeeld kan gesteld worden voor de echte Vlaming, strijdend voor Vlaanderens eigenheid en taal, die aan de basis lag van het Vlaanderen dat wij nu kennen. De strijd die hij leverde op kultureel en vooral op politiek vlak, bracht vele vruchten voort o.a. de vernederlandsing van het onderwijs, de kulturele ontvoogding en verheffening van het Vlaamse volk.

Daarvoor moeten wij Sevens, naast de vele naamloze anderen, dankbaar blijven. En hoe kunnen wij onze dankbaarheid beter betonen dan door zijn liederen van onder het stof te halen en ze aan de jongere generatie door te geven.

"L. Opdebeek schreef op 23 juli 1893 in 'Vlaamsch en Vrij': Gans Vlaanderen kent dichter Sevens. Op onze feesten en vergadering worden zijn liederen door oud en jong gezongen. Zijne geschiedkundige werken berusten in de boekerij van elken Vla­ming. Zijn gedichten zijn door iedereen gekend. Onze school­boeken krielen van zijn pennevruchten."

In de lijst der afzonderlijke publikaties in boekvorm van voor 1900 (bladzijde 21 en volg. van de Licentiaatsverhand.) vind ik (d.i. A. De Bleeker) een nieuw facet uit de Lapscheurse periode, namelijk een hele reeks boekjes voor het lager onderwijs, die Sevens zijn klassieke werken noemt.

  • Aanvankelijk schrijf- en leesonderricht (3 delen)
  • -Botten en Bloemen (2 delen)
  • -Bloemen en Vruchten, leesboek voor de hoogste klas
  • -Bloemen en Vruchten, leesboek voor de jeugd, ten gebruike van de katholieke volksscholen: 1° laagste klas, 2° middelste klas, 3° hoogste klas
  • -Bloemen en Vruchten, leesboek voor de jeugd ten gebruike van de Nederlandse Volksscholen (2 delen)
  • -Nederlandse taal- en stijloefeningen.

Waar heeft Meester Theodoor Sevens de tijd gevonden om, naast zijn gedichten, al deze bloemlezingen te verzamelen?

* * *

Deel II - Inventaris van de volkskundige elementen,

666 gegevens worden volgens het plan Hoffmann-Krayer geordend.

  • In de lagere school maakte men op het einde van de 19de eeuw veel gebruik van liederen en gedichten om de opvoeding van de jeugd te bevorderen (Kindergedichten voor de lieve jeugd)
  • evokatie van een St.-Niklaasavond en een verhaal rond dit feest 'De weldoende wintervorst' (Botten,Bloemen)
  • Godsdienst en zedenleer zoals zij werden onderwezen in de 19de eeuwse lagere scholen (Bloemen en Vruchten, laagste klas)
  • Men gebruikte het meiklokje om er kransen mee te maken en er zo het O.-L.-Vrouwbeeld mee te tooien (Kinderdichten voor de lieve jeugd)
  • Zeven fabels van De la Fontaine (Kindergedichten voor de lie­ve jeugd) enz…

Deel III - Bevat de liederenteksten van 55 liederen,

Uitgegeven vóór 1900, met bespreking van de eerste publikatie, de komponisten, de populariteit, enz.

  • Ave Maria (Rond den Heerd 1881) F. Mille
  • Avondlied (liederen en andere gedichten voor de jeugd 1875) Mille.
  • De Bie (idem 1875) M. Verrus
  • De Ezel (De Nieuwe Schoolen Letterbode 1876) E. Gregoir
  • De Heer is groot en goed (Binnen en buiten 1877) L Van Gheluwe
  • De Kikvorschen (Liederen en andere gedichten 1875) F. Mille
  • De Kreet van de Belgische Jeugd (afz. uitg. 1880) E. Gregoir
  • De Lente lachte (Binnen en buiten 1877) L. Hinderyckx
  • Den Heere zij lof en dank (idem 1877) 1. Van Gheluwe
  • De Schelde (Binnen en buiten 1877) Karel Mestdagh
    Dat is een van Sevens meest populaire liederen gebleven
  • Des Morgens (videm 1877) F. Mille
  • Douw – douw - dijne (Nederlandse dicht en kunsthalle 1878) A. Berghs
  • Feestzang 'Liederen van te lande’ (afz. uitg.) onbekend
  • Gelijk ik mijne moeder min (Botten en Bloemen 2e deel 1876) Hinderyckx
  • Goeden Morgen (Rozen en doorenen 1874) F. Mille
  • Goeden Nacht (Voor de lieve kinderen)L. Van Gheluwe
  • Het ledige Kinderstoelken (Binnen enbuiten 1877) L. Hinderyckx
  • In den toren ( Het Belfort 1880) F. Blondeel
  • In Vlaanderen (Rozen en doornen 1874) F. Mille
  • Kerlingaland (Binnen en buiten 1877) Karel Mestdagh
  • Lente, lente, lieve lente (Liederen en andere gedichten 1875) L. Van Gheluwe
  • Moederlijke liefde (binnen en buiten 1877) H. Bal
  • Morgenlied (idem 1877) L. Van
  • Naar buiten (idem 1877) F. Mille
  • Nederland is onze moeder (Binnen buiten ) K. Mestdagh
  • O Liefde (idem 1877) L. Hinderyckx
  • Ons Vaderland (Letteroefeningen 1873) Jan Blockx
    (Dit vaderlandlied is ongetwijfeld het beste en meest gekende lied van Sevens gebleven.)
  • Oogstlied (Liederen en ander gedichten 1875) F. Mille
  • Oogstliedeken (Binnen en buiten 1877) L. Van Gheluwe
  • Oorlog en Vrede (afz. uitg. 1877) L. Hinderyckx
  • Op moeders schoot (Binnen en buiten 1877) L. Hinderyckx
  • Voor vader en moeder (Liederen en ander ged. 1875) F. Mille
  • Vragen naar God (idem 1875) F. Mille
  • Werken (idem 1875) F. Mille
  • We wonen in het blonde Noorden (Rozen en Doornen 1874
  • Mevrouw Marie Van Gheluwe-Simonis; 2e Heimatlied -tekst verder
  • Wiegeliedeken (De Toekomst 1875) L. Hinderyckx
  • Winterzang (Liederen en ander ged. 1875) F Mille
  • Zijt gerust, o vaderland (Binnen en buiten 1877) L. Van Gheluwe
  • Zomeravond ( (idem 1877) E. Dierickx
  • Zondag (Liederen en andere gedichten 1875) F. Mille

Zo werd Meester Theodoor Sevens vanuit het kleine Lapscheure de romantische troebadoer, de minnezanger van Vlaanderen.

* *
*

We Wonen in het Blonde Noorden.

We wonen in het blonde Noorden
En toonen onvervaard de vuist,
Wanneer een nieteling, besloten
De moedertaal verguist.

Wij zijn de zonen van de helden,
Die voor den ouderlijken grond
De knodsen drilden en den roover
Verpletten die de grenzen schond.

Gelijk de wilde baeen woeden,
Wanneer ze beuken op het strand,
Zoo rukken wij de vreemden tegen,
Die loeren op het vaderland.

We wonen in het blonde Noorden,
En haten wie het volk verknecht;
Wij strijden voor de Vlaamsche zeden
En voor het goede Vlaamsche recht.

Zie nog een korte aanvulling op bladzijde 41

Meester Theodoor Sevens

André De Bleeker

Rond de poldertorens
1986
01
007-020
Charlotte Bogaert
2023-06-19 14:39:17