Twee van onze activiteiten

Jacques Larbouillat

1 Geleide Wandeling op Koolkerke 25 mei 1986

Echt zomerweer was het: boven Koolkerke scheen een stralende zon en aan de blauwe hemel dreven hier en daar witte wolkjes.

Voor vele veteranen van de Sint-Guthagokring was het hernieuwd bezoek, na meer dan twintig jaar, aan de pas gerestaureerde Sint-Niklaaskerk van Koolkerke, een ware revelatie. Ook de andere talrijk aanwezige Leden genoten van de verzorgde herstelling en de stijlvolle herinrichting van het vernieuwde kerkgebouw.

Na het welkomswoord van de Voorzitter René De Keyser, schetste E.H. Pastoor M. Decoster de geschiedenis van de kerk, alsook de herstellingsperikelen van dit mooie monument.

De eerste bidplaats van Koolkerke dateert van rond 1150.

Kerk en parochie waren in het begin afhankelijk van de Sint-Gillisparochie van Brugge. Het eerste primitieve kerkje werd gebouwd op het hoogste punt van de parochie, 5 m boven de zeespiegel.

Van een eerste vroeg-gothisch kerkgebouw is er melding rond het jaar 1300. Het bestond aanvankelijk uit één beuk en kwam overeen met koor en middenbeuk van de huidige kerk. Het maaswerk in de koormuur, ontdekt bij de herstellingswerken, zou tot die kerk hebben behoord. Bij de recente restauratie werden deze blindnissen volledig hersteld; het hoofdaltaar werd verplaatst om de mooie koormuur tot zijn volle recht te laten komen.

Rond 1550 werd aan de kerk een kleine beuk aangebouwd. De toren kwam er pas in 1853; twee jaar later werd de eerste klok daarin gehangen.

Ingevolge de toename van het aantal kerkgangers, was de kerk in de 19de eeuw te klein geworden; en rond 1870 brak men de 16d-eeuwse rechterzijbeuk af, om aan weerszijden van de middenbeuk de huidige zijbeuken te bouwen. Eveneens werd de rechtersacristie aangebouwd. De sacristie aan de linkerzijde van het koor werd gebouwd in 1877.

Het huidig meubilair is neo-gotisch. Het hoofdaltaar werd geplaatst in 1875, de predikstoel in 1877, alsook de drie brandvensters achter het hoofdaltaar. De koorzitsels dateren van 1879 en zijn een gift van de familie van Caloen. In 1912 werd aan de voorzijde van de kerk een grafkapel gebouwd door de familie van Caloen. Bij de laatste restauratiewerken werd deze kapel afgebroken; de grafstenen werden ingewerkt in de binnenmuur van de kerk links achteraan. Gedurende de oorlog 14-18 werd heel wat schade aangericht aan het kerkgebouw; dit werd hersteld in 1921 —

23. In 1950 werd de oude gasverlichting van de kerk vervangen door electrische verlichting.

Naast het zijaltaar van O.-L.-Vrouw staat in een nis een merkwaardig beeldje van "O.-L.-V.-gesontheyt der krancken", vermoedelijk uit de 17de eeuw. Het schilderij "De Kruisiging" van Jan Provoost, dat sinds 1785 in de kerk hing, werd sedert 1870 in bestendige bruikleen "verhuisd" naar het Groeningemuseum in Brugge. We werden ook gewezen op de grafzerk van "de Croeser" de burgemeester van Brugge die aldaar Napoleon verwelkomde en die de laatste "Heer van Knokke" was.

Door de gemeenteraad van Groot-Brugge werd in 1971 een principiële beslissing genomen tot een grondige restauratie van de kerk. F. Vierin werd als architekt aangesteld. Het definitieve ontwerp kwam klaar in 1976. De ministeriele goedkeuring, een hernieuwde aanbesteding ... en begin december 1980 konden de werken aangevat worden. Administratieve en andere moeilijkheden zorgen er voor dat pas in december '85 de kerk voor de eredienst kon worden opengesteld.

Na een rondgang door de kerkgebouwen en het dankwoord van René aan de sympatieke pastoor, vertrokken we naar het Fort van Beieren, gelegen op het einde van de Fortstraat, rechtover het kerkplein. Het was ons bestuurslid Albert de Keyser die optrad als gids in dit 18d-eeuwse fort, dit i.p.v. M. Coornaert die onze erudiete gids schetste eerst de historiek van de Spaanse Successieoorlog van 1701 tot 1713, d.i. de periode waarin het genoemde Fort zijn ontstaan vond. De militaire operaties door de Franse en de Spaanse troepen, alsmede de Nederlandse en Engelse strijdkrachten in 't Noord-Vrije werden door onze gids deskundig en uitvoerig toegelicht.

De bouw van de vesting door de bewoners van de streek, maar in opdracht van het Spaanse leger, werd ons uiteengezet. Bij de voltooiing moet dit fort een indrukwekkend geheel geweest zijn. Het bestond uit een hoofdwal, een voorwal en vier bastions. Het besloeg 18 ha. Het kasteel "Stockhove", in het noordelijk deel van die gronden, werd daartoe afgebroken. In de omgeving werden ook, als versterkte voorposten, enkele verschanste batterijen opgericht. Een groot deel van de aarden wallen en van de walgracht zijn gelukkig tot nu toe bewaard gebleven. Waar zich eens binnen en op de wallen barakken, opslaplaatsen en kanonnen bevonden, waarrond zich soldaten in kleurrijke uniformen bewogen, heeft zich nu een prachtig natuurgebied ontwikkeld.                                                     .

M. Degrande, ons medelid en de laatste burgemeester van de gemeente Koolkerke, vertrouwde ons toe dat hij deze historische plaats graag beter gevaloriseerd had gezien in de groene gordel rond Brugge. Intussen hadden de "botanisten" onder de aanwezigen allerlei zeldzame struiken, kruiden en mooie bloemen ontdekt.

De restanten van de oude ijskelder kregen ook zeer veel aandacht.

De tijd vloog snel voorbij in deze paradijslijke omgeving, waar egeltjes nog ongestoord hun namiddagdutje kunnen doen, zo snel dat het reeds over "vijven" was, wanneer de wagens konden starten om de verdwenen middeleeuwse nederzetting Mikhem op te zoeken.

Drs. Bieke Hillewaert, archeologe en tevens ons jongste bestuurslid, nam hier de leiding waar. De oudste vermelding van Mikhem dateert uit 1089. Oppervlaktevondsten door Mej. Hillewaert onderzocht, wijzen op bewoning in de 11de-12de eeuw, wellicht ook vroeger. Omstreeks het midden van de 16de eeuw schijnt het gebied verlaten. Pas in het begin van de 18de eeuw krijgt het terrein opnieuw aandacht, en wordt er een klein fort aangelegd als voorpost van het Fort van Beieren, De bodenverhevenheid van dit fortje is nu nog te merken.

De zon daalde aan de westerkim, de Voorzitter bedankte de

Gidsen ... en de meeste Leden gingen nog een koele dronk nemen in de schaduw van de Koolkerkse Poldertoren.

2. Studiereis naar Zuid-Westbrabant - 29 juni 1986

' t Feest van Sinte Pieter en Sinte Pol ... en van uit het "Venetië van ‘t Noorden" reden we met twee bussen naar Brabant!

In het heuvelachtige landschap, ergens tussen Zenne en Zoniën, werden de twee gidsen opgepikt, die ons de merkwaardigheden van hun streek zouden leren kennen.

Zoals bij vele goede studiereizen werd ook hier het vooropgestelde programma eventjes door mekaar geschud, dit onafhankelijk van de wil der organisatoren!

We bezochten eerst de stemmige sacristie van de O.-L.-Vrouwkerk van Alsemberg, i.p.v., zoals geprogammeerd, het Kasteel van Beersel. Die sacristie van het genoemde 14d-eeuwse heiligdom, werd gebouwd in de 17de-18de eeuw. De wanden waren bekleed met fraaie lambrisering waarin 16 portretten van kerkelijke en wereldlijke weldoeners waren ingewerkt. De zolderbeschildering droeg de bewondering weg van iedereen; zo deden ook de 17de-eeuwse kast, het liturgisch zilver en de merkwaardige relikwieën.

Dan volgde een rondgang op de heuveltop, waar het zandstenen kerkmonument staat ingeplant. Wij bewonderden daar de Brabantse laat-gotische bouwstijl, opgetrokken tussen 14de en 16de eeuw, alsook het glooiende landschap er om heen. Van de gids vernamen wij dat de O.-L.-Vrouwkerk van Alsemberg één der oudste Lieve-Vrouwebedevaartplaatsen is in ons land. Het werd opgericht voor de verering van de "Sedes Sapientiae" uit de 13de eeuw, dat volgens de legende in 1242 door Sophia van Brabant werd geschonken. Tot kort na de laatste Wereldoorlog, was Alsemberg een drukbezochte bedevaartplaats, om in de zestiger-zeventiger jaren terug te lopen tot bijna niets. Sedert een paar jaren herneemt er een zekere verering, dank zij de inzet van de nieuwe pastoor die een Westvlaamse Salesiaan is.

Daarop vertrokken de bussen naar het Kasteel van Beersel. Vóór het bezoek konden de dorstigen zich eerst laven in de rustieke herberg of in de tuin. De gids vertelde vervolgens dat het Kasteel van Beersel een vlakteburcht is uit het begin van de 14de eeuw. De drie halfronde woontorens zijn uit de 17de eeuw.

De indrukwekkende vesting was oorspronkelijk een militair bolwerk, dat in de loop der tijden eveneens gebruikt werd als woonstede.

Nu is het een museum.

We reden terug naar de Alsembergse kerk, ditmaal om het interieur te bezichtigen. Het was ruim over de "twaalven" wanneer we de richting Halle insloegen, waar in "De Bres", de cafetaria van het sportcomplex, de hongerigen gespijzigd en dorstigen gelaafd werden.

Het bezoek aan de stad werd aangevat goed na drie uur.

Aan de Grote Markt lag het laat-renaissance stadhuis vredig te soezen onder de blakende namiddagzon. Dat gebouw werd in de 19de eeuw grondig gerestaureerd. In de rechterzijgevel is in 1912 een gedenkplaat aangebracht, die herinnert aan het verblijf van Hendrik Conscience te Halle.

Wij bewonderden in de nu lege kronkelende winkelstraatjes talrijke gevelpanden uit einde 1700 begin 1800 met omlijstingen in classicistische stijl; ook gevels naar de mode van einde 1800 begin 1900. Op weg naar de basiliek bekeken we het oud Jezuïetencollege in zandsteen met barokinslag.

De St..-Martinusbasiliek, een droom van de laat-hooggotische architektuur, werd opgetrokken in verschillende bouwcampagnes in de 14de-15de eeuw. De gidsen leidden de St.-Guthagoleden in twee groepen rond in de kerk en de crypte. De vele merkwaardigheden en kunstwerken opnoemen zou ons verslag te langdradig maken. Alvast kunnen we vertellen dat de 32 kanonkogels die in een nis opgestapeld liggen door verschillende leden werden opgeteld ... en de telling kwam nooit juist uit! We verlieten allen volbewondering dit prachtige bedevaartsoord ... na eerst nog wat gepalaberd te hebben!

Te Huizingen namen we afscheid van de twee sympatieke gidsen. Iedereen kon nu vrij rondkuieren in het prachtige park.

Het bezoek werd door velen besloten met een dikke boterham met platte kaas en een stevige pint kriek-lambiek in de landelijke herberg "Boelekewis".

Aan onze bestuursleden Karel Aernoudts, Albert De Keyser en Maurits Dekeyzer van het "werkteam studiereizen" hartelijk dank en tot de volgende reis!!!

Twee van onze aktiviteiten: 1. Wandeling op Koolkerke - 2. Studiereis naar Zuid-Westbrabant

Jacques Larbouillat

Rond de poldertorens
1986
03
127-132
Charlotte Bogaert
2023-06-19 14:40:26