Mijn uittocht als Garde d’Honneur in 1813

Albert De Keyser

Ter inleiding

Ons ijverig medelid, de heer P. E. de Brock uit Sluis, gaf ons uit het archief van zijn stad het navolgende verhaal ter lezing. Daarbij werd de bedenking gevoegd, dat het wellicht ook de lezers van "Rond de Poldertorens" zou interesseren.

Na eigen lezing en ook deze van onze Voorzitter en onze Sekretaris, werd tot publicatie besloten. Het stadsbestuur van Sluis bleek ook tot faciliteiten bereid, en daar zijn we hen oprecht dankbaar voor.

In welke courant en in welk jaar het verhaal vroeger werd gepubliceerd, konden we niet achterhalen. Uit een "woord vooraf" kon worden opgemaakt dat 1885-87 een goede benadering van het jaartal moet zijn. Daar in wordt ook gezegd dat de namen van de personen zijn achterwege gelaten. Wat toen daarvoor een re­den kon zijn, kan zeker nu niet meer gelden.

Op een zijblad heeft iemand het volgende geschreven:

"De als Gardes d'Honneur uit Sluis (Zeeuwsch Vlaanderen) aangewezenen zijn geweest:

  • Johan Cornelis HENNEQUIN, overleden te Sluis, 1 maart 1878
  • Dr. Jacob Willem CALLENFELS, overl. te Vlissingen,12 apr. 1882
  • Jacob HENNEQUIN, overl. te Homburg, 9 december 1813 aan de legerpest.

Uit het lezen van het verhaal is ons gebleken dat achter de naamloze verteller, Docter Jacob Willem Callenfels schuilgaat. 

Over de familie Callenfels vonden we het navolgende:

Otto Callenfels, 1683-1748, wiens familie uit de Palts stamde, was kunstschilder en catechiseermeester in Den Haag.

Godefridus Callenfels, 1728-1786, zoon van Otto, was laatstelijk in Sluis hervormd predikant.

Godefridus Wilhelmus Callenfels, 1755-1822, zoon van Godefridus, was medicinae doctor in Sluis en was gehuwd met Johanna van Dormont uit Sluis. Het gezin telde negen (acht) kinderen waaronder:

  1. Maria Francina, 1794-1870. Zij huwde in 1811 te Sluis met Johan Anthony Janssen, hervormd predikant in St.-Anna-ter-Muyden, werd de moeder van Hendrik Quirinus Janssen. Deze werd na zijn vader ook predikant in St.-Anna-ter-Muyden en is tekend als historicus en medewerker met Johan Hendrik van Dale aan de "Bijdragen".
  2. Hendrik Anthony, 1791-1860, geneesheer in Oostburg en ook burgemeester aldaar.
  3. Gerrit Theodoor, 1800-1889, geneesheer in Goes.
  4. Jacob Willem, 1792-1882, geneesheer in Vlissingen (1).

Het is deze laatste die in 1813 opgeroepen werd om dienst te nemen in het leger van Napoleon.

Over de twee andere opgeroepenen hebben we geen nadere gegevens opgespoord. We weten dat het afstammelingen zijn van Hugenoten, uitgeweken van uit de omgeving van Rijsel. Reeds in de tweede helft van de 17de eeuw waren er Hennequin's in Westelijk Staats-Vlaanderen.

Nu, 173 jaar na de beschreven lotgevallen, en met voor ogen al het oorlogsleed van 14-18 en 40-45, en het huidig over de wereldverspreide, kunnen we wel met bitterheid vaststellen hoe hardleers de volkeren en hoe waanzinnig de hoogmoed en de machtswellust van hun leiders wel zijn.

En toch hopen we nog!

Voetnoot

  1. Dr. A.M. Lauret, Hendrik Quirinus Janssen 1812-1881, Zijn handel en wandel op het kerkepad; overdruk uit het Archief van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1980; p. 23 en de naamregister p. 108.

Voor het volledig artikel: Zie PDF document: 
https://www.zwinstreek.eu/images/publicaties/rdp198603p137-153.pdf

Mijn uittocht als Garde D'honneur in 1813

Albert De Keyser

Rond de poldertorens
1986
03
137-153
Charlotte Bogaert
2023-06-19 14:40:26