Knokke in 1907

Valeer Cosyn

Het kan de lezer eigenaardig voorkomen dat juist het jaar 1907 genomen wordt om een terugblik te werpen op hetgeen Knokke in dit jaar was. Zeker gaat het toekomend jaar om "hetgeen was 70 jaar geleden". Wat toch reeds iets betekent, vooral voor een gemeente die zulke grote opgang kende.

De voornaamste reden evenwel ligt in het feit dat dit jaar een beambte - misschien veldwachter De Bruecker - het goede idee opvatte of wellicht de opdracht kreeg om een lijst op te maken van al de toen bestaande straten. Per straat dan, geeft hij al de bestaande huizen met de naam van de bewoners en van de eigenaars.

Deze lijst is later bijgehouden, en waar hij kon heeft de opsteller, in geval van verkoop van de eigendom, de nieuwe eigenaar opgegeven.

Het belang van deze lijst is dan ook groot, omdat ze een overzicht geeft van het aantal huizen die toen langs deze straten gebouwd waren. Hiervan leidt men dan ook gemakkelijk af hoe de evolutie van de gemeente verder gebeurd is. Anderzijds was Knokke in dat jaar in volle expansie. De mensen die Knokke "ontdekt" had­den, hadden er veel gronden gekocht, en ze stelden de bouwgronden te koop en legden nieuwe straten aan, waarvan men nog niet goed wist welke naam deze straten dragen. Ze kregen dan ook dikwijls de naam van één der bijzonderste bewoners ofwel van de verkavelaar. Wat de meer landelijke wijken betreft, daar hadden de wegen zeker nooit een naam gehad; daar kende iedereen iedereen. Het was niet nodig dit alles zo dicht te omschrijven: dat was een "Zoektenaar" of hij woonde in "Den Oosthoek" of in 't Kalf; en iedereen wist wie en waar dit was.

Het ligt dan ook in de bedoeling eens met onze ambtenaar samen de lijst van de straten en wijken te overlopen om aldus een beeld te kunnen vormen van wat er toen was; met de voornaamste gebouwen en inwoners, maar tevens met de eigenaars die aan de basis lagen van de ontwikkeling van de badstad.

Zoals onze lijstopsteller beginnen we met de Lippenslaan (de nummering van de huizen begint aan de zee), reeds rechtgetrokken en op volle breedte gebracht, zoals ze de oude Zeekalsijde verving. Louis Van Bunnen heeft reeds zijn "Grand Hotel" gebouwd, zodat de Lippenslaan gaat van de kerk naar het "Van Bunnenhotel”. Het hotel staat evenwel niet ingeschreven op de Lippenslaan, maar langs de Zeedijk; dat bleek een beter reklaam te zijn voor het hotel. Eigenaardig genoeg, was in 1907 de linkerkant van "Den Avenue" kijkende naar het noorden meer bebouwd dan de rechterzijde; hetgeen la­ter wel verwonderde, omdat ons inziens de rechterkant beter naar de zonnekant is georiënteerd. Zo stonden er in dit jaar 88 gebou­wen langs de linkerzijde en slechts 47 langs de overkant: samen dus 135 gebouwen.

Komende van de Zeedijk, was het eerste gebouw aan de westkant (aangezien het Grand Hotel niet meetelt) dit van Pieter Jacobs-Vermeille, handelaar. Het vormde de hoek van de Lippenslaan en de Kongostraat. De families Jacobs en Vermeille behoren tot de oudst bekende inwoners van Knokke.

Het eerste hotel was dit van Leopold Demarest en het droeg nummer 5; ernaast woonde de pasteibakker Verhelle. In nummer 11 woonde de apotheker Crousse. Het tweede hotel was het "Hotel Cen­tral" thans omgebouwd tot appartementsgebouw en het was bewoond door Charles Vermeire-Vanhoutte. Hierop volgden een reeks villa's meestal bewoond door "Brusselaars", dit zijn zomergasten. Al deze villa's zijn thans handelshuizen geworden en wij moeten komen aan nummer 45 om te belanden bij Janssen Gerard zinkwerker, die ook een winkel van ijzerwaren hield. Dit huis is nog gebleven en wordt steeds uitgebaat door de familie Janssen;

Deze situering laat toe ons terug te vinden, want er was toen zeker nog veel onbebouwde grond. Er volgen dan opnieuw een reeks villa's die andermaal slechts in de zomer door hun eigenaar bewoond werden. Het nummer 77 was het Hotel des Families, bewoond door de kinders Deckers. Dit hotel is thans afgebroken om plaats te maken voor een bankinstelling en appartementen. Na nog een viertal vil­la's vinden we de eerste geneesheer van Knokke, Victor Lamoral.

Hij heeft veel jaren te Knokke gewoond, was gemeenteraadslid; een zijstraat van de Lippenslaan draagt nu zijn naam. Hij kwam uit de omgeving van Brussel. Hij was een zonderling man en het was niets ongewoons hem zijn cliënten te zien bezoeken lopend op een paar "bultekloefen" met stro gevuld, en een rode bolzakdoek om de hals.

Een ander gekend persoon woonde in nr 91; het was Kamiel Demey, brouwer van beroep. Zijn brouwerij stond op de plaats waar hij later het Princess Hotel en een cinemazaal heeft gebouwd. De Elisabethlaan was toen nog een zandweg, richting Heist. Kamiel Demey is ook jarenlang gemeenteraadslid van Knokke geweest, die zich vooral instelde voor het aanleggen van de spoorweg van Heist naar Knokke. Het station moest volgens zijn plan gebouwd worden tegenaan de Elizabethlaan en het spoor zou lopen dwars door de duinen die toen onbebouwd waren en waar nadien de hele wijk Albertstrand is gegroeid. Zijn plan werd gelukkig niet uitgevoerd.

Na nog in nr 95 de zinkwerker E. Vandenbroucke genoemd te hebben, die ook overbekend was bij de oude Knokkenaars, en een paar villa's, komen we in nr 97 aan een eigendom van Louis Van Bunnen "Fleur des Dunes" genaamd. Het was de villa waar kunstschilder Alfred Verwee heeft gewoond. Het was een typische villa uit deze tijd en ze werd jammer genoeg op een ongelijke manier veranderd: wat er thans van overblijft geeft een spijtige indruk. Het is niet te begrijpen hoe het gemeentebestuur destijds een dergelijke ontmanteling heeft toegelaten: de villa stond er tussen hoge populieren midden een stuk platte duingrond. Ze had een verhoogd open terras en een torentje dat bewaard is gebleven. Het weghakken van de bomen en een vernietigende aanbouw hebben er iets treurigs van gemaakt.

Vanaf de Nestor de Tièrelaan tot aan de ingang van het klooster, stonden 13 woningen, meestal villa’s slechts in de zomer be­woond. Wij geloven niet dat er hier veel aan veranderd is, buiten dat ze alle tot handelshuizen ongevormd werden. Langs de ene zijde van de ingang naar het klooster woonde Emiel Scherens, die er handel dreef en tevens verhuringsagent was. Daartegenover woonde Meester Leopold Van Steene, en zijn vrouw Elisa Lievens hield er een handel. Dit huis is steeds door de zoon Robert Van Steene bewoond. Er volgen dan opnieuw een reeks villa’s, eigendom van "Brusselaars".

In nr 139 woonde Louis Tavernier; hij hield er het “Hôtel de L’Esperance". Aannemer Edmond Mergaert woonde op de hoek van de Fincentlaan; hij was herbergier en één der eerste aannemers van Knokke. In nummer 155 woonde Louis Vermeire in het Hôtel Prince Bauduin. Dit was de rendez-vous-plaats van al de schilders die naar Knokke kwamen. Nummer 163 was het postgebouw. Het Hôtel de la Poste van veldwachter De Buecker was nog niet gebouwd, maar wel woonde bakker David Wagenaere in nr 165. In nr 173 woonde Victor Haegeman, die stoffen en tabakswaren verkocht. Eindelijk stond er nog het hofstede van Seven Baes en een onbewoond huis. Dit moet het huize van Melanie Dryepondt geweest zijn. Zo komen we aan het hoveke rond de kerk en de pastorij.

Thans willen we even nagaan wie er al langs de overzijde van de "Avenue Lippens" woonde. We beginnen weer van aan de "Place publique", nu Van Bunnenplein.

Het eerste gebouw nr 2, was bewoond door Cyriel Gysels. Hij hield er hotel en cafe: Au Lion belge. Dit huis is verleden jaar afgebroken en herbouwd. Ernevens hield Louis Devisscher een Pen­sion de Famille. In nr 8 woonden de gezusters Fevery in het "Hô­tel des Dunes". Dit hotel werd omgevormd; nu schoenwinkel. Vol­gen dan drie villa’s, en we vinden Jules Wassenhove, aannemer.

Het was Jules Wassenhove die in 1913 ter gelegenheid van de inhuldiging van het nieuw stadhuis, mede opsteeg in de balon die op de Verweeplaats opgelaten werd.

Na een open vlak hebben we in nr 22 het "Hôtel Edward VII" gehouden door Mej. Devenijs en Albrecht. In nr 24 woonde de kleermaker Jan Quintyn. Een naam die zeker goed gekend was te Knokke.

In nr 28 woonde de timmerman Edgard Deknok en in nr 30 hield P. Debrock het "Hôtel du Rivage". De eerstvolgende gekende Knokkenaar was dan Eugene Dhooge, die aannemer was en veel gebouwen opgericht heeft in het opkomende Knokke. In nr 54 woonde Pieter De Groote, beter gekend onder de naam van Pito de sch... Hij hield er een bloeiende vishandel.

Wij zijn thans reeds dicht bij het Verweeplein. In nr 56 hield Charles Duysburgh de "Delhaize Frères"; en het volgend nummer 58 was het "Hôtel du Nord" van Meysman-Schepens; het vormde de hoek Lippenslaan Verweeplein; het bestaat nog. De overhoek van het Verweeplein was zoals nu een bakkerij en het was toen bewoond door Emiel Everaert. Ernevens woonde Joseph Lambrechts; hij was behanger en winkelier. Pieter De Jude, coiffeur, woonde ernevens.

Achtereenvolgens woonden dan: Richard Demyttenaere, beenhouwer; August Baervoets, glazenmaker en herbergier; August Degroote, huurhouder en herbergier; Charles Baes, groenselier en herbergier.

Zo zijn we aan de Boudewijnlaan gekomen. Op de hoek woonde Louis Tavernier Degroote. Hij had zoeven de "Lion d’Or" opgericht. In nrs 78 en 80 woonden Pieter Deckers en onderwijzer Frans Decuypere. Na een onbewoond huis, vinden we beenhouwer August Lievens. In nr 88 woonde We Gysels met haar dochter Marie, die mercerie artikelen verkocht. Daarnevens haar broer, bakker Charles Gysels. Wij vin­den in nr 92 Leopold Devos, beter gekend onder de naam Padje Vos; hij was rentenier en verzekeringsagent. Eindelijk was er het "Hôtel de Bruges" bewoond door burgemeester Louis Deklerck.

In al deze namen, waarvan wij de bijzonderste hebben opgesomd, vinden we de namen van dezen die de eerste ontwikkeling van Knokke beter doen kennen. Hiermede is wel het grootste aantal dezer personen gekend. Een volgende maal zullen wij, met behulp van dezelfde bron, eerst de bijzonderste aanpalende straten van de Lippenslaan overlopen, om te belanden in het meer landelijk gedeelte van onze opkomende badstad.

*******************************

Een verstrooidheid bij de eindredactie van het voorgaande nummer van "Rond de Poldertorens" (Nr 3 van sept 1976) is er de oorzaak van dat de bladzijden verkeerd zijn genummerd. Volgend op bladzijde 90 van Nr 2, moesten in Nr 3 de bladzijden lopen van 91 tot 146, en niet van 1 tot 56. Wie het nodig acht, kan gemakkelijk verbeteren. In het onderhavige nummer van december 1976, lopen de bladzijden dan ook verder van 147 tot 186.

*******************************

IMMORTELLEN VOOR BLANQUINA

Is een historische roman voor volwassenen van de hand van ons bestuurslid Johan Ballegeer.

Dit werk verschijnt bij de Antwerpse uitgever C. de Vries-Brouwers en zal alleen bij de erkende boekhandel te verkrijgen zijn. Johan verhaalt hier het leven van de Spaanse-Bruggeling, pedagoog en filosoof Juan-Luis Vives.

Wij kunnen vooral de dames dit werk aanbevelen. Juan-Luis Vives was de eerste feminist. Elk hoofdstuk draagt de naam van een vrouw, die een rol speelde in het leven van deze beroemde Bruggeling, die zijn standbeeld heeft bij het St. Bonifacius bruggetje.

Een cadeau dat je jezelf schenkt ter gelegenheid van Kerstdag of van Nieuwjaar!

Knokke in 1907

Valeer Cosyn

Rond de poldertorens
1976
04
181-186
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:40:26