De Tienden te Lissewege

Johan Ballegeer

We waren pas als kring gesticht (1958) of in ons tweede nummer van “Rond de Poldertorens” (1959) publiceerden René De Keyser en Johan Ballegeer een artikel over de tienden van Lissewege. Ze lieten hierbij wel uitschijnen dat ze later, als ze er meer over wisten, er ook wel wat meer over zouden publiceren. Bij toeval kreeg de kring nu een vierhonderd jaar oud druksel in de hand over deze tienden. Misschien is dit wel het oudste druksel over Lissewege. Collard Mansion was omstreeks 1475 de eerste drukker te Brugge. Het plakkaat dat we onder ogen kregen dateert van amper honderd jaar later. Daar de meeste van onze leden het praktisch onvindbare tweede nummer van RDP niet bij de hand hebben, geven we hier eerst de bijdrage uit 1959.

De tienden van Lissewege

De tienden of middeleeuwse kerkelijke belastingen te Lissewege, Heist en Knokke behoorden oorspronkelijk aan de Sint-Bertensabdij in Frans-Vlaanderen. In ruil hiervoor moest deze abdij grotendeels instaan voor het onderhoud van parochiekerk en de bedienende geestelijkheid binnen de drie parochiën. In 1119 bevestigde Lambert, bisschop van Doornik (114-1123), de Sint-Bertensabdij in het bezit der tienden van Lissewege, waartoe dan nog de latere parochiën Heist en Knokke behoorden.   1

Kroniekteksten vermelden dat omstreeks 1125 de broeder van de proost van Sint-Donaas, de tienden voor drie jaar had gepacht (in RDP staat verpacht), doch niet betaalde aan de abt van Sint-Bertens. De abt kwam zich hierover in het putje van de winter beklagen bij graaf Karel de Goede. Deze zou de schuldige ter verantwoording geroepen hebben. Daardoor haalde hij zich de haat van deze laatste op de hals. Waarheid of legende?   2

Reeds voor 1249 was Heist afgescheiden van de moederparochie Lissewege, want in genoemd jaar traden Egidius van Bredene, Wouter van Heule en Renier van Klemskerke op als scheidsrechters tussen de Sint-Bertensabdij en een zekere Margareta Mols. Deze moest de “Tiendenscheure”, die ze te Coudekerke (dat later te Heis of Heist werd genoemd), had opgericht, terug afbreken en de tienden terug geven aan Sint-Bertens.   3

In 1253 werd met toestemming van de abt van Sint-Bertens Knokke op zijn beurt van Heist afgescheiden, omdat, zegt de akte, het grondgebied der parochie Heist te uitgestrekt was.   4

Sint-Bertens is in het bezit gebleven van deze tienden tot in 1568, tot het pas opgerichte bisdom Brugge ervan in het bezit gesteld werd.   5 De “omme-loper” van de watering van Eiensluis heeft de herinnering bewaard aan twee “tienden-hoven” van Sint-Bertens, één te Lissewege en één te Heist.   6

Verscheidene Lisseweegse toponiemen herinneren nog aan de tienden van Sint-Bertens. In de “Atlas van Buurtwegen, 1842” komt een “tienden-weg” voor (breedte 5 m lengte 278 m). Hij begint in de tegenwoordige weide tussen de militaire basis te Lissewege en het hof van wed. de Grande. Hij moet heel zeker nog verder in oostelijke richting gelopen hebben om te eindigen bij de “Hendebrug” aan de molen van Desmidt, dan zou deze brug heel zeker de “Tiendenbrug” zijn, waarvan het “Registre van landen toebehoorende de Kercke van Lisseweghe, 1555”, op verscheidene plaatsen spreekt. In hetzelfde register wordt de “Tiendenscheure” vermeld in het 44° begin van Eiensluis en het Tiendenhof in het 50°. We menen te mogen besluiten, na vergelijking, dat het hof van (wijlen) wed. De Grande het bewuste “Tiendenhof” is. In de rekeningen van 1602-1603 van Sint-Bertens wordt op f.10 gewag gemaakt van de Craeyhouck, als tienden-sectie. In bovenvermeld register lezen we “noortwest vanden goede te Beuckemaere by den Craeyhouck” .   7   begin van Eiensluis.

Bij de Flou excerpeerden (samenvatten) wij nog volgende Lisseweegse toponiemen:

  1. De Grote Meulenhoek, tienden-sectie, 1701 ,Quohier tienden v.h.bisdom.
  2. De Grote Patenthoek, tiende-sectie,1719, Reken. Bisd. Brugge.
  3. De Kleine Molenhoek, tiende-sectie, 1701, Quohier, tien. bisd.
  4. De Kleine Patenthoek, tiende-sectie, 1719, Rek. bisd. Br.f.26.
  5. Noort Craeyhouck, tiende-sectie, 1701, Quohier tiend. Bisd.
  6. De Polderhoek, tiende-sectie, 1602, Rek. St.-Bertens.
  7. De Ruwe Thiende, tiende-sectie, 1635, Rapp.arch.Et.Br.1914-18.
  8. St.-Bertins tiende, 1278, St.-Bertins, Poperinge, f.121.
  9. De Vuylenhouck, 1719, rek. bis. Br. f.26.
  10. Suijt Craeyhouck, 1701, Quohier. Tiend. bisd.

Het zal de moeite lonen verder uit te vissen waar de verschillende tiende-secties gelegen waren en in hoeverre ze betrekking hadden met Sint-Bertens.

René De Keyser en Johan Ballegeer

  1. D’ Haignerie: Les Chartes de St. Bertin â St.Omer.1886 p. 54 nr1 14,1.
  2. Kroniek van Jan van Dixmude.
  3. Prof. dr. E..Strubbe: Egidius van Bredene, stichter van de abdij Spermalie.
  4. Opdedrink: Knokke-sur-Mer, Histoire et souvenirs, 2de uitgave p. 97
  5. M. .English: Priesterjubileum te Heist van pastoor Masschelein.
  6. Heist: Staatsarchief, Fonds Vrije: nr.15958, 1ste deel: Eyensluis, 1-34 begin. S 192 in het 300 begin: d’abt van St.Bertins met zuud aan kerkmuur ende es thiendehof in Heist ten noordtoost tot aen den Thiendeweg. Lissewege: Staatsarch.Brugge.Fonds Vrije nr.15959.2de deel Eyensl.s.447: in 50ste begin de abt van St.Bertin. Het Thiendhof dat Aernout de Beste in pachte heeft met een thiendedreveken ten noordtoosthouck van de scheure tot aen de thiendebrugghe.

Tot daar onze wetenschap, wijsheid en kennis in 1959.

Oudste Lisseweegs Druksel?

Komt daar toch onze oud-leerling lic. M. Goetienk aanwaaien met een fotokopie over de verpachting van de tienden in 1596. Meteen werden heel wat vragen beantwoord en zoals gewoonlijk nog veel meer rezen er op.

Het druksel is een ‘Plakkaat’ van ongeveer 42 op 29,5 ( A3 dus) dat we hier publiceren. Het origineel bevindt zich in privé bezit. Het vermeld wel dat het gaat om de tienden van Lissewege, Heist en Knokke, maar met de beste wil van de wereld vinden we in de tekst niet het minste spoor van Knokke of Heist terug. Is het plakkaat volledig ? Chi lo sa? Eigenaardig dat wel de drukker wordt vermeld (wed. Jan Clouwet), doch niet de persoon die het opstelde of liet opstellen. Komt die misschien op de tweede of derde (verdwenen) bladzijde voor?

Situering in de tijd

Wel zegt men 1596-1597, maar de dag van de verpachting ontbreekt. 1597: We waren nog steeds onderdanen van Filip II van Spanje, in het jaar dat de Spaanse Armada een smartelijke nederlaag tegen Engeland leed. Schuld van de Vlaamse vissers (Lissewegenaars en Heistenaars) zegt een Spaanse kroniek. Die vissers moesten de vloot naar Engeland loodsen. Landvoogd alhier was Ernest van Oostenrijk, die Clais Arends voor “schelm” had uitgemaakt. Zie verder.

We zitten in volle restauratie. Tien jaar eerder werd de kerk door de geuzen in brand gestoken en in 1597 werd ze terug gewijd door bisschop Mathias Lambrecht.

Geen wonder dat de tienden opnieuw ter sprake kwamen.

Thienden te Pachten

Men laet een yghelyck weten dat men verpachten zal al la haulce den meestbiedende de naeste / de Thienden van de Prochien van Lisseweghe / Heyst ende Knocke / op den (datum niet ingevuld) ter plaetse van de Prochie van Lisseweghe ten elf uren voornoene ende dat by houcken / op de conditieën aldaer te verhaelen.

In het recht van de Thiende van Lisseweghe competeert Sijn Hooghweerdigheyt den Bisschop van Brugghe de negen schoven van elfve / ende d’ander twee schoven aende Ridders van Maltha / ende is te weten dat het voorseyde recht der Thiende van oude tyden verpacht is geweest met Canten en Abouten in Ses houcken / tot ende met den Jaere 1596. Te weten:

  • Den EERSTEN HOUCK daer meesten deel ‘tbevangk van der Doest in staet / etc.
  • Den TWEEDEN HOUCK beginnende van de Hofstede daer Courijn Potters in ghewoont heeft,
  • Den DERDEN HOUCK streckende naer de hofstede van Michiel Segers / etc.
  • Den VIERDEN HOUCK streckende also naer Swanckendamme / etc.
  • Den VIJFDEN HOUCK streckende Zuyd achter het watere / etc.
  • Den ZESDEN HOUCK beginnende Zuyd achter den Watergangh die naer Brugghe loopt / etc.

Ende ten Jaere 1597, is het bestreck van de voorseyde Ses Thiende-houcken gheleyt in negen houcken / ende alzoo t’zydert tot bate deser verpacht / in dese naervolghende Canten en Abouten.

Den Doest-Houck:

Den eersten Thienden-houck is den meerderen deel daer ‘t bevanck vanden Clooster vander Doest in staet / beginnende ten eersten houcke aende de West-zyde vande Heerwech die van Lisseweghe nae Brugghe loopt / ende alzoo vanden eersten houck langhst den Lisseweegschen waterganck voor by Gyzeele over den Doest tot aen’t eerste sliet / jeghens Lieven Haeryner bedrijf / dat noemt Jacob Marcx sliet / in’t ghescheet jeghens de Thiende van Dudzeele alzoo recht Noordtoostwaerts schietende door de 14 gem. ende ander landt / ende door ‘t bevanck vanden voomoemden Cloostere / Op’t Cafcoen vande Hofstede daer nu Pieter Zeghers woont! wyle Jan Hillebrant / tot aen den Brugschen Heerwech.

Den Ghisel-Houck:

De tweede Thienden houck begint te Gyzeele aende brugge / streckende alsoo Zuyd-zyde vanden Heer-wech! die van Ghyzeele loopt voorby de Hofstede van Amandt de Brune alzoo Westwaert tot aenden Dullen wegh / uitkomende aen d’Hofstede daer Jan de Louf woonde; desen houck hem bestreckende zuydwaert tusschen den Lisseweegschen watergangh ende Dulle-wegh / tot jeghens het gescheet vande Prochie van Dudzeele ende Zuyenkercke / immers soo’t selve ‘tvoorleden jaer op gedaen is geweest : ende is den houck daer de Hofsteden in staen daer Corjn Potters woonde !Bernaert Zegers de jonge! Passchier Bollaert ende meer ander.

Den Braem-Beyer-Houck:

Den derden houck is beginnende te Gyzeele aen de brugghe / aende Noort zyde vanden voornoemden heer-wech die aen den Dullewech uyt komt! by de Hofstede daer Jan de Louf woonde / alzoo Noordtwaert tusschen den Dullewech ende den Lisseweegschen watergangh / tot aen den heer-wech die van de Huelbrugghe uyt den dorpe van Lisseweghe loopt / voor by de thien ghemeten tot aen Cruyshille ende is den houck daer de Hofsteden in staen daer Jan Mahieu / Domijn Gheyle / Loy Roose / ende meer andere in woonden.

De Potente of Grooten-Houck

Den vierden Thienden Houck is beghinnende op de thien ghemeten aen de Noordt zyde vanden Heerwech / die uyt komt aen den Dullewech te Cruyshille / tusschen den voorseyden heerwech achter het opper hof loopende naer den Hille / asoo mer wylen Vincent Golle / aende Oost syde de Dulle wech / ende ‘t gescheet jeghens Wtkercke Prochie aen de West zyde! strekkende alzoo Noortwaert tot aen den Heerwegh by Wilsberghe ende aen ‘t Weeghsken dat van wylen krepel Hans Hofstede nu Aernoudt den Bestens uyt komt / by de hofstede daer wylen Antheunis Waypoel woonde / ende daer nu Christoffel Clement ghewoont heeft / jeghens ‘t ghescheet vande Pastoors Thiende / ende isden hoeck daer de Potente in staet! de Hofstede van Jacquemine de Vroe / die Charles vanden Berghe gebruyct heeft! de Hofstede daer Clays Note woonde / de Hofstede van Aernoudt de Beste! en meer andere Hofsteden in staen.

De Groote Meulen-Houck:

Den vyfden Houck is beginnende te Lisseweghe in ‘t Dorp aende Huelbrugghe aende Noordzyde vanden wech die loopt naer de thien gemeten tusschen den Lisseweeghschen watergangh ende Swackendammme / ende Heyssche waterganck aen de Oostsyde / den Heerwegh die achter ‘t Opper Hof loopt naer den Hille aende West-zyde streckende / ende alsoo Noordtwaert tot aende oude Darijnck Moer / op de rechte vanden Torre van Heyst / jeghens ‘t ghescheet vande Pastoors Thiende / soo dat ten voorleden jaere ende van ouden tyden ghebruyckt is geweest / ende is den houck daer ‘t Opper hof in staet de Thiende van Lisseweghe / daer Vidua Amant de Brune woont Jan de Tegheldeckere ende meer ander in woonden.

Den Polder-Houck:

Den Sesden Thienden Houck is beghinnende te Zwanckendamme aende Brugghe / tusschen den Heysschen Watergangh ende den wegh die voor by Joos mijn Vriendt loopt aende Oost syde / eenen breeden wegh lopende van by Mahieu Schodets naer de Huele by Christiaens Koens / alzoo over den Evendyck langhst ‘t weegsken tot Clays de Smidts aende Oost zyde / strekkende vande Zantscheersschen Heerwech die van Zwackendamme loopt naer Heyst / Noort tot den Evendyck / ende alzoo mde Poldere tot aen de Duynen / ende alzoo westwaert tot jeghens ‘tgescheet vande Thiende van Wtkercke : ende is den houck daer de Hofstede in staet daer Leenaert Geyle / Adrieaen de Meyere / en Jacques Constantie inne woonden / ende de Hofstede daer Dyeryck Huuge woonde mde Poldere / ende daer Christiaens Boens woonde /

Den Craey-Houck:

Den Sevensten Thienden Houck is beghinnende te Zwackendamme aen de Brugghe / aende Oostzyde vanden Lisseweegschen watergangh tusschen den Zandscheersschen Heerwegh aende Noordt zyde / den Heerwegh die van by de Thien / Brugghe aende Dryhouck loopt naer Bueckemaere Hofstede / alzonaer den Oosthouck voor by de Hofstede daer Clais Aerents / wylen Huughe Legiers onde aenne Zuydzyde / streckende alzoo Oostwaert tot aen den Heerwegh die van Zantscheere loopt / naer wylen Laureyns Blocx Hofstede tot Mattheeus Verpoorts uytkomende : ende is den Houc daer Pauwels van Rarnsbeke geseyt Tyte / Gaven Verlaere / Maerten Golle /Marcx Bolle in woonen / ende daer de Hofstede van Jr. Anteunis vanden Berghe ende Aernout de Beste in stae.

Den Kleenen-Meulen-Houck:

Den achsten Thienden houck begint aende Oostzyde vanden Lisseweegschen Waterganck by de thiende brugge / tusschen den voors. Heerwech die voor by Bueckemaere loopt / naer den Oosthouck aende Noortzyde / den Heerwech die van de Huelbrugghe door’t dorp te Lisseweghe voorby de Hofstede daer Aernout Verseurs woonde / loopt naer de adere by de Hofstede daer Cornelis Driesschaert woonde / aen Zuyd-zyde strekkende alzoo Noort-oostwaert tot aende voorsz. adere / ende aen den wegh by de Hofstede daer wylen Bartholomeeus Vermeulen woonde / ende is den houc daer ‘t kleen Molenken stont / daer Cornelis de Brune woonde / daer Lauwereyns Pauwels / Klays Aerents en meer ander woonden /

2016 03 18 141045Kaart 1: Lissewege voor 1896

2016 03 18 141136Kaart 2: Toponiemen uit de “Verpachting”

2016 03 18 141305Kaart 3: De Tiendenhoeven uit 1596

Den Kerk-Houck:

De negesten en laetsten Thienden houck vande Prochie van Lissewege / is beginnende te Lissewege in ‘t Dorp aenden Oostzyde vanden Heerwech die naer Brugghe loopt / ende aende Zuydzyde vanden Heerwech die uyt den Dorpe loopt voor by de Hofstede daer Aernout Verseurs woonde / alzoo Oostwaert in ende Zuydwaert tot in ‘t gescheet van Thiende van Dudzeele / ende is den houck daer de kercke van Lissewege in staet / de Hofstede daer Amant de Brune /Adriaen Luuccx Jacques Sys en andere woonden.

Tot Brugghe, Gedruct by de Weduwe van loannes Clouwet.

manuscript

Commentaar ?

De Spelling: Is de zogenaamde spelling van Keizer Karel, waarbij men zoveel mogelijk letters probeerde te gebruiken. Verder schenen er weinig spellingregels te bestaan. Zo lezen we zowel Houck naast houk en zelfs hoek. Nu eens spelt men Swackendamme, dan weer Zwanckendamme. Vanaf de 8ste en de 9de hoek ziet de drukker dat hij in plaats nood komt en gebruikt hij afkortingen en zet hij Lissewege in plaats van Lisseweghe. Zelfs de namen van de personen worden nog al eens variabel gespeld. Golle Galle, Klais naast Claeis en zo meer.

De toponiemen: Voor zover mogelijk hebben we de toponiemen in kaart gebracht op een kaartje uit 1890, dat we vooraan in Amedée Boi’s ‘Album Lissewege 1942’ vinden. Heel klaar en duidelijk is de beschrijving van de tiendehoeken niet. Er is waarschijnlijk niet eens een ‘beterdinghe’ (van terten, treden) gedaan. We vermoeden dat de scribent gewoon een paar gebruikers heeft samen geroepen en hun heeft laten vertellen waar de hoeken gelegen waren. Zo situeert hij de Tiendenbrug bij het begin van Beukemarestraat, maar daar ligt de Klembrug, terwijl de eigenlijke Tiendenbrug ligt waar ooit de Dorpsmolen stond.

Eersten houck:            ook Esinehoek, is de landerij aan de overkant van de ter Doeststraat tegenover het huis van dr. S.Geerts. Daar lag voor 1932 nog de Esinebrug over de Lisseweegse watergang. Gyzele : De wijk nu doorsneden door de Zeelaan en waar Hubert Jacxsens woont.

Dulleweg:                    vormde de grens tussen Lissewege en Zuienkerke. Een van de oudste wegen uit de streek. Langs deze weg dreven de Frankische schapenboeren hun kudden de nog niet ingepolderde schorren in. Is grotendeels verdwenen onder de spoorlijn en de Blankenbergse Steenweg.

De Tiengemeten :        Het stuk land ten zuiden van het huidige Zeewege waar dr. E. Masschelein woont.

Cruyshille:                  de wijk Zuienkerke statie, ook al is de statie er niet meer.

Wilsberghe:                 een verhaspeling van Wulfsberge.

Pastoors tiende:           We vermoeden dat dit een landerij is tussen Gaarlem en de Zeebruggelaan.

Darynckmoere :          Kan dit het nog steeds zeer laag liggend weiland zijn tussen de Zeebruggelaan en de Wulfbergestraat naar Zwankèndamme toe?

De Evendijk:               Genoegzaam bekend. Bestaat nog steeds.

Tiendebrug:                 Door verwarring van de Th op sommige kaarten aangeduid als Hendebrug.

Dryhouck:                   Het stukje land tussen de Lisseweegse watergang en het Nieuwdorp?

De Oosthouck:                        Landerijen ten noorden van de Distrigaztanks?

‘t Kleen Meuleken:      We vermoeden dat het hier gaat om de toen reeds verdwenen Beukemaeremolen. Verdween voor 1624 (RDP 12.75.).

Zandscheersen heerweg : Later vaak de Sanselstraat genoemd. Liep van Zwankendamme voorbij het Zeebrugs kerkhof naar de Zandscheere waar wijlen Wemer van Hulle woonde.

Personen:

De Ridders van Malta:            orde van de Johannieters, de latere souvereine Orde van Malta geheten, is de oudste geestelijke ridderorde. Ze vond haar oorsprong circa 1050 in een hospitaal te Jeruzalem (Hospitaalridders). Na het uitmoorden van hun wapenbroeders de Tempeliers door Filip de Schone met medeweten van de paus erfden ze alle rechten en bezittingen van deze ‘Miles Christi’. Wat dus weer in de richting wijst van onze hypothese vooropgesteld in ‘De Compagnons, de Tempeliers, de kerk van Lissewege’. Na zijn veroordeling trad Willem van Saaftinge toe tot de Orde van Malta. Ze bestaat nog steeds en is vooral in Duitsland en Oostenrijk actief op philantropisch vlak.

Pieter Zeghers:                        werd gehoord in het proces tegen Clais Aerents.

Jan de Louf:                woonde op Gizele, waar nu Hubert Jacxsens woont.

Coryn Potters:                         zijn dochter Vincentia (+ 1612) had haar zerk in de kerk. (RDP6.3.99)

Bernaert Zeghers:        strodekker in 1641 (of was dit al zijn zoon of kleinzoon ?) Zijn sibbeteken geven we in RDP 6.2.37.

Vincent Golle (Galle):woonde toen al waar de Galle’s nog steeds wonen (over de vaart). Hij deed prysien (schattingen) in opdracht van de kerk. Krijgt in 1620 samen met nog andere boeren een vergoeding voor het brengen van bouwmateriaal voor ‘t Spaanse leger naar ‘t Hazegras (RDP 6.2.40).

Aernout de Best :        getuige in proces tegen Clais Aerents. Christoffel Clement: in RDP 6.2.3 8.

Mahieu Schodets:        (of Schoddits) werd door Clais Aerents met een zwingel geslagen in zijn eigen stal, waar C.            Aerents ook ‘toverj’ zou uitgehaald hebben (RDP 23.110 e.v.).

Clays de Smidt:           woonde aan het uiteinde van de biesweg (Beselsuitweg) bij het Clais Smitswegeltje.Zijn hofstede verdween bij het opwerpen van de tweede inlaagdijk -( M.Coornaert (RDP 4.4.38)

Leenaart Gheyle:         wordt vergoed voor logies aan de ‘Spaanse’ kapitein Cauwenbergh in 1631 (RDP 4.4.145).

Clais Aerents:              verdacht en beschuldigd van a) tovenarj b) rebellie: zou de gouverneur Ernest voor schelm gescholden hebben c) slagen en verwondingen ten aanzien van de persoon van M.Schodets, wordt voorwaardelijke vrijgesproken. G.Vandepitte publiceerde zijn proces in RDP 23.llOe.v.

Pauwels:                      van Ramsbeke, bijgenaamd Tyte ( Tiet of Tette ?): in 1653 is ene Pauwels van Ramsbeke hoofdman. Zijn zoon of kleinzoon? (RDP.6.2.66)

Cornelis de Brune:      Kerkmeester, dismeester, voogd over de kinderen

Marc van den Broucke: Voerman (RDP.6.2.41).

Lauwereyns Pauwels: Ontvanger van de Dis (RDP.6.2.38).

Wat zijn tienden, tiendlastigen, tiendeheffers, tiendpachters?

  • Tienden waren een kerkelijke belasting die de pachters, naast hun pacht te betalen hadden aan de heer, een abdij of de bisschop. Nu kon de bisschop of zijn kannunniken zich niet bezighouden om bij de vele boeren jaarlijks die tienden ( tiens schoven), maar gewoonlijk de tegenwaarde ervan, te gaan ophalen. Dus werd de tienden per hoek verpacht aan de tienden-pachter. We kunnen deze dus best vergelijken met de tollenaar uit het evangelie. Hij perste de tienden tegen een bepaald percentage uit de pachters.
  • Dat dit niet steeds zonder moeilijkheden ging lezen we in de inleiding van deze bijdrage, waar de abt van St.-Bertens gaat klagen bij de graaf over de proost van St.-Donaas. Deze proost was dan nog verwant aan de heer van Lissewege.
  • Vandaar dat proost Haket na de moord op Karel de Goede naar het Upperhof vluchtte te Lissewege. Wat niet belette dat hij later ook nog zalig werd verklaard.

En wat ons het meest verrast. Iedereen weet waar de huidige Braambeierhoek ligt in Lissewege.

Maar in 1596 lijkt dit de hoek te zijn tussen de Canadezenlaan, de Lisseweegse watergang en de Assestraat.

Vreemd!

Verpachting van de tienden van Lissewege

Johan Ballegeer

Rond de poldertorens
1997
01
012-024
Mado Pauwels
2023-06-19 14:41:38