Honderd jaar Engelsen en hun “Anglican Church” te Knokke

Johan Ballegeer

Honderd jaar Engelsen

Met Engelsen bedoelt men in Knokke evengoed Schotten als Welshmen. En natuurlijk waren ze er al voor 1905. Denken we maar aan die keer ter voorbereiding van de Slag bij Knokke in 1340 toen de bisschop van Lincoln naar Heist kwam om het interdict op te heffen. (zie RDP XXXVII, 2)

Anglican Church

“De Vlamingen lijken op de Schotten in hun gelaatstrekken, in de klank van hun taal, en zo te zien ook in hun gewoonten en hun geduldige werklust...” Dit schreef Walter Scott in de zomer van 1815, een paar weken nadat Napoleon Bonaparte de slag bij Waterloo had verloren.

Natuurlijk had Scott, die een eminent historicus was, ons artikel in RDP 42/37 “Hoe de Vlamingen Engeland beschaafden” niet gelezen. Anders zou hij zich niet verwonderd hebben over dit feit. Misschien dacht hij hier een soort Indianen of Neanderthalers aan te treffen. Wat kwam hij hier zoeken? Napoleon? Helemaal niet. Hij wilde vooral de plaats zien waar sir Arthur W. Wellington, hertog en prins van Waterloo, die gruwelijke Napoleon had verslagen. Dat hij dat samen gedaan had met Willem 1 van Oranje, Leopold van Saksen-Coburg en Gotha, de Duitser Gebhard L. Blücher, vorst von Wahlstatt en Friedrich W. von Bülow, graaf van Denewitz vergat Scott vaderlandslievend. Engelsen zijn immers niet chauvinistisch.

Scott publiceerde de resultaten van zijn onderzoek en meteen had je een nieuw toeristisch doel voor de Engelsen. Van uit Dover via Oostende reisde men via Brugge naar Brussel en Waterloo. Op de terugreis bleef men een paar dagen in Brugge of Oostende plakken. Men stelde vast dat niet alleen de Vlamingen sterk op de Britten leken, maar ook dat het leven in Vlaanderen stukken goedkoper was dan in Engeland. Vooral oud kolonialen en militairen die met een mager pensioentje moesten rondkomen, vonden dat heel interessant.

Er ontstond een uitgebreide kolonie van Britse onderdanen in de driehoek Oostende-Brugge-Knokke. Het leven was er goedkoper en met de boot was je in een paar uur in het vaderland voor familiebezoek. 

Invoer 

Waar de Engelsen neerstrijken brengen ze hun eigen leven mee. Geen Engelsman denkt eraan zich te integreren. Hij houdt zijn gewoonten, zijn whisky, zijn thee en zijn golf.

Jean Duché beweert in zijn “Histoire de France raconté â Juliette” dat de Fransen maar twee dingen uit Engeland ingevoerd hebben: de Vrijmetselarij en de toiletten met waterspoeling. Wij kregen Anglicaanse kerken: Oostende, Brugge en Knokke. 

Welke kerk?

Nu was het zo dat naast de Roomse, de Joodse en de Protestantse cultus door de nieuwe grondwet van 1831 ook de Anglicaanse godsdienst werd erkend. Dat onze eerste koning Leopold 1 Anglicaan was zal daar wel voor iets hebben tussen gezeten. 

De Anglicaanse kerk kent wel diverse schakeringen. Het dichtst bij de Roomse kerk staat de zogenaamde “High Church” of “Anglo katholieke kerk”. Er zijn twee aartsbisdommen, Canterbury en York, en 43 bisdommen. Het mag vreemd lijken maar Knokke hoort niet bij het bisdom London maar tot ... Gibraltar. Zij is de staatskerk van Engeland. Haar leer is protestants, Haar liturgie vindt zijn wortels in de katholieke traditie. Wie midden een plechtige mis de kerk binnenkomt zal aanvankelijk weinig verschil zien met een katholieke mis. De voertaal is natuurlijk Engels. 

De “Low Church” of “Evangelicals” is daarentegen meer calvinistisch gericht. 

De derde stroming is de “Broad Church” of “Modernists”. Deze is vrijzinnig en sociaal gericht. 

Britten in Brugge 

Reeds in 1815 beschikte de Anglican Church over een bedehuis binnen Brugge, de zogenaamde Engelse kerk in de Ezelstraat. Ze kregen zelfs een eigen hoekje op de Brugse begraafplaats dat men het Engels kerkhof noemde. Was William Caxton zowat de ambassadeur van de Engelsen in de tijd van Memling, John Steimetz die zich in 1819 in Brugge vestigde speelde eveneens deze rol. Zeer gekend werd de kunsthistoricus James Weale, die ijverig de neo-gothiek propageerde met Gezelle en Duclos. Hij woonde in de Sint-Jorisstraat. Nog later kennen we de familie Sanders, bekende orchideeënkwekers. Op Sint Andries is er nog een Sanderslaan. 

Britten in Knokke 

Reeds in 1890 werd in “De Kleyne vlakte” golf gespeeld. Vanaf 1913 maakte Knokke grote propaganda voor deze bij uitstek Engelse sport. Dit bracht nog meer Engelsen, Schotten en Welshmen naar hier. Vooral veel studenten van de universiteit van Cambridge. Aanvankelijk hielden ze hun Anglicaanse erediensten in openlucht in de duinen. Maar reeds in 1905 kwam er een kleine kapel aan de Zoutelaan. Toen het gebouwtje te klein werd, verkocht men het aan de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij voor 3000 fr. Het gebouw bestaat nog steeds. 

In 1911 schonk de Compagnie du Zoute een lap grond waarde huidige kapel werd opgericht. De Brusselse architect Adolphe Pirenne (1876 1932) tekende de plannen. Op dit ogenblik woonde hij in de villa “L’ Enclos” aan het Vlaams pad. De Knokse aannemer Kamiel Deckers voerde de werken uit. De kosten beliepen 16 651 frank; Men had al 3000 fr en leende er nog 9000 bij de “Society for the propagation of the Gospel” . Nog hetzelfde jaar waaiden bij een hevige storm de vensters aan de oostkant uit. Aannemer, architect en kerk betaalden elk een derde van de schade.

De kribbekerk

In 14-18 werd de kerk geprofaneerd door de Duitsers die haar als paardenstal gebruikten. De gladde vloer werd opgebroken en er kwamen boxen en kribben tegen de muren. Ze bleven er als getuige. Na de oorlog schreef G.R. Long in zijn boekje “History of St George’s Church” over “The Church of the Mangers”, de kerk met de voederbakken. In 1920 kreeg ze eindelijk haar definitieve naam Saint George church.

 Ondertussen had ook het Belgisch leger de kerk al een poosje als stalling gebruikt.

In 1926 besloot men de kerk uit te breiden, daartoe werd beroep gedaan op architect E. E. Lofting, architect-inspector van de Westminster abbey. Hij stelde voor een galerij bij te bouwen om de middenbeuk te steunen. De kerk kreeg haar huidig uitzicht onder leiding van de Brugse architect Dugardyn. Er kwam toen ook het voor het Engels platteland zo typisch gotisch torentje zonder spits. Ook bij de beschieting van 1944 werd het gebouw ernstig beschadigd. Er volgde een grondige restauratie o.l.v. Charles Piercy en de kerk werd in 1953 heropend. In 1983 werd er een nieuwe vloer gelegd en de verwarming gemoderniseerd.

In 1989 werd gezorgd voor een parking voor de “Chaplain”.

Kunstwerken

Boven het portaal zit een een beeld met Sint Joris die de draak velt. Een steen vermeldt het jaartal 1926. Een andere gevelsteen met 1911 herinnert aan de eerste bouwfase. In de toren bevinden zich enkele grafplaten als herinnering aan overleden parochianen. De kerk heeft wel een klokkentoren, maar geen klok.

De Duitse voederbakken zijn er nog steeds en in het koor ziet men een brandvenster dat herinnert aan de raid op Zeebrugge in 1918. Het werd in 1921 onthuld door admiraal sir Hubert Brand en stelt Christus voor die over de golven wandelt. Daar hangen ook een paar schilderijen die kopieën zijn naar werk van Rubens.

Wie was en is St. Joris?

Joris, een Romeins soldaat afkomstig uit Cappadocië (Turkije) onderging de marteldood in 303, waarschijnlijk te Lydda (nu Lod) in Palestina. Richard Leeuwenhart, koning van Engeland stelde hem aan als patroon over de kruisvaarders. Vandaar naar patroon van Engeland was maar een stap. Maar hij werd ook de patroon van de boeren, de scouts, ruiters en militairen. Volgens de legende doodde hij een draak toen die een koningsdochter wilde verslinden. Zijn feest valt op 23 april en het was op die dag dat de Britse vloot een raid uitvoerde op de môle te Zeebrugge.

Nog meer

In 1340 greep voor Knokke de Zeeslag op Sint-Jans dag plaats en niet voor Sluis, zoals we bewezen in RDP XXXVIII39. De Vlamingen had de kaart van Engeland getrokken. Denk aan Artevelde. Daarom had de paus het interdikt over Vlaanderen uitgesproken. Dus geen dopen, biecht, kerkelijke huwelijken en begrafenissen. Je ziel ging dus recht naar de hel omwille van een koning die je niet eens kende. Dus zond King Edward III de bisschop van Lincoln naar Heist en omliggende om met een schare priesters hier de schade te herstellen.

Tegelijk zond hij Boudewijn, heer Van Lissewege naar de paus in Avignon om als koning van Frankrijk erkend te worden. Edward IV dan, bezocht ooit Hoeke en de Engelse heraldicus Frank Smith schilderde zijn wapenbord dat in de kerk werd opgehangen. De Britten zijn dus al heel vroeg in de Zwinstreek aanwezig geweest. Niet alleen improviseerden ze de eerste golflinks, naast deze elitaire sport werden door de Engelse leerlingen van de Brugse Broeders Xaverianen de eerste kiemen gelegd van de “Royal Cercle Brugeois”. De Frères hadden immers heel wat Engelse leerlingen.

Maar daarnaast was er nog in de dertiger jaren aan de Zoutelaan de St. George’s School, getuige de afbeelding van een publiciteit die we terugvinden op p. 296 in Danny Lannoy’s “Knokke-Heist terugblik”. De school beroemt er zich op te zijn: “First class preparatory School for English and American boys -English and French Masters - Separate Kindergarden - Games, including Golt Gymnastique, sea-Bathing -Highest references - For prospectus apply to the Headmaster” (Sint George’s School: Eersterangs basisschool voor Engelse en Amerikaanse jongens - Engelse en Franse onderwijzers - Afzonderlijke kleuterklas - Spelen, alsmede Golf, Turnen, zeebaden. Beste referenties - Prospectus aan te vragen bij de Hoofdonderwijzer)

Honderd jaar Engelsen en hun Anglican Church te Knokke

Johan Ballegeer

Rond de Poldertorens
2004
04
163-166
Mado Pauwels
2023-06-19 14:41:38