Jan Sas en zijn anekdotes...
André Desmidt
Het voorbije jaar hadden wij een bijzonder succesvolle bijdrage over Georges Rombout en de geschiedenis van de familie Rombout. Ouderdomsdeken ‘nonkel Pros’ kroop ook even in de pen... en in de oude doos met foto’s en leverde ons ook nog heel wat materiaal, dat we u zeker niet willen onthouden.
Waar zitten de otters ?
We noteren 1935...
Beëdigd jachtwachter Marcel Rombout doet zijn dagelijkse jachtronde en wandelt vol aandacht door het jachtdomein. Ter hoogte van de Isabellavaart ziet hij de afdruk van klauwen in het slijk en bij nader toezicht ook een soort glijbaan in het water. Een vaststelling die we niet alledaags kunnen noemen. De attente jachtwachter wil er het fijne van weten en stelt zich verdekt op. Zijn schuilplaats wordt een observatiepost.
Gelukkig wordt zijn geduld niet te lang op prijs gesteld... maar zelfs goed beloond. De jachtwachter slaagde er in drie otters te lokaliseren.
In die tijd werd de otter aangezien als een schadelijk dier en werd er zelfs een premie voorzien door het Ministerie van Landbouw van 50 frank per verdelgd exemplaar. Men stelde toen dat de vissers zeer veel schade hadden van de otters.
Marcel liet het niet aan zijn hartje komen en knalde drie otters neer... en zijn dag was goed!
Op zich geen wereldschokkend nieuws, ware het niet dat Marcel de exemplaren mee nam naar ‘t kafeetje van Jan Sas en zijn vrouw Mathilde. Daar werden ze tentoongesteld en voorzien van de nodige commentaren... en hoe later het werd, hoe meer gedetailleerd de vangst werd beschreven.
Maar toeval of niet, op hetzelfde moment was er ook iemand in de gracht gereden en men had de pers opgebeld voor een foto.
Terwijl de drenkeling zich aan het verschonen en het drogen was (en aan het wachten op de verse kleren die zijn vrouw zou brengen) in de stal, zat de correspondent te wachten in het café en nam meteen ook kennis van de jachttrofee.
Op een gegeven ogenblik trok Jan Sas de staldeur open en riep: Voila, hier hebben jullie het grootste exemplaar... Dit tot algemene hilariteit van het gezelschap. Uit dit verhaal onthouden wij in elk geval dat er tot voor de Tweede Wereldoorlog nog otters in onze streek aanwezig waren. Nu wordt de otter terug ingevoerd en is het een beschermd dier...
Zo zie je maar hoe het allemaal kan evolueren...
De rattenvangers van... Duinbergen
Tegen een Rombout zou je wel eens mogen zeggen: Ge vangt gie zeker?
Niet dat we ze voor gek willen verklaren, maar gewoon omdat zij geboren zijn met een jachtinstinct. Op de volgende bladzijde hebben wij dan ook een aantal foto’s waarbij de jagers pronken met hun jachttrofeeën. In dit geval zijn het muskusratten. Een echte plaag, en dus een goede zaak dat zij er in slaagden om er een aantal te verdelgen.
Weet je dat momenteel Knokke-Heist een rattenverdelger in dienst heeft? Een landbouwer rijdt rond met een rode jeep met opschrift: rattenbestrijding.
Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om twee zelf meegemaakte gebeurtenissen te vertellen, die te maken hebben met de familie Rombout en met… ratten. En nogmaals wordt bewezen dat de Rombouts niet verlegen zitten met een stunt of een grap...
Beide verhalen spelen zich af in het Casino Knokke.
Op een gegeven ogenblik slaagden René en Georges, de twee broers-portiers er in om een grote muskusrat te vangen ter hoogte van het Canadasquare, zeg maar voor de ingang van het Casino. Hoe die rat daar gekomen was heeft men niet kunnen achterhalen, maar in alle geval waren de ‘jagers’ fier met hun buit. Je moet weten dat het weekend was en er op dat moment een poep-chique feest plaats vond.
Reden te meer voor Georges en René om een hoge borst op te zetten en hun jachttrofee aan een aantal goede klanten even te tonen. Wees gerust, die schrokken nogal wat, want de meesten van de rijke stadsmensen hadden nog nooit een rat gezien...
En zoals het hoort bij voorname feesten, is ook de pers aanwezig. Wat moesten René en Georges nog meer hebben???
Maar juist op het ogenblik dat ze fier poseerden met de rat aan de voordeur van het Casino en André Dhont (perscorrespondent Brugs Handelsblad) klaar stond om de foto te nemen en het jachttafereel te vereeuwigen, komt de grote baas mijnheer Nellens voorbij...
Jules en Marcel met hun 17 ratjes / Marcel en schoonzoon Georges Wenmaekers
Consternatie bij die man, want twee portiers met een rat aan de voordeur van het Casino, dat was nu echt niet de publiciteit die hij nodig had.
De rat werd aan de kant gesmeten en Georges en René namen snel terug hun plaats in aan de deuren... maar iedereen wist het in het Casino en zij waren weer eens de helden van de dag...
Een tweede verhaal dat ik u wil meegeven, speelt zich uiteraard ook af in het Casino waar de poetsenbakkers Georges en René superactief waren...
De bewaking van het Casino gebeurde door een oudere man uit Brugge die gedurende de nacht een aantal ronden moest doen. Alle plaatsen van het Casino moesten een aantal keren per nacht gecontroleerd worden, zo ook de kelder. Als je nu weet dat die brave man uit Brugge een klein ventje was en rap schrik had van iets, dan zal je des te hartelijker kunnen lachen over de poets die Georges en René hem gebakken hebben. Zij hadden er immers niets beter op gevonden dan een dode rat te monteren op een rolschaats. De rat in een agressieve houding, met opengesperde muil...
Aan de rolschaats een dun koordje zodat ze het geheel in beweging konden zetten. Stel je nu voor dat de arme nachtwaker in de donkere kelder komt met zijn zaklamp en juist op het ogenblik dat hij de straal van zijn zaklamp licht naar een bepaalde hoek, de gemonteerde rat in beweging wordt gebracht, recht naar hem toe.
De arme man was in alle staten en kwam hijgend vertellen aan de portiers dat hij werd aangevallen door een agressieve rat in de kelder. De portiers (Georges en René) hadden een luisterend oor voor het verhaal van de nachtwaker en op de geslaagde poets werd menige whisky gedronken die nacht. Niet door de nachtwaker evenwel, want het ventje had echt de schrik te pakken en kon die poets helemaal niet appreciëren.
Maar alles koelt zonder blazen... en na verloop van tijd was alles weer koek en ei tussen de collega’s van het Casino.
Everzwijnen in de duinenpolders
Wanneer een jager je zou vertellen dat hij een everzwijn gevangen heeft in de weiden aan de voet van de duinen, dan zou iedereen wel eens lachen...
En toch is het Pros Rombout overkomen. Het verhaal speelt zich af in 1963 (het jaar van die harde winter...)
Georges Rombout zat thuis te ontbijten in zijn knusse villa in de Acacialaan... de dauw hangt over de velden, het is een dromerige morgen. Maar in de verte ziet Georges beweging, precies drie felle honden... maar bij nader toezien waren het everzwijnen. Om dit verhaal te begrijpen moet je weten dat de heer Roger Nellens een ’farm’ had waar er everzwijnen zaten. Meer dan eens hadden ze hem al gezegd dat er kans was dat die beesten zouden uitbreken... maar die opmerkingen werden afgewimpeld: impossible!
En toch is het er van gekomen... maar wat nu ?
Georges belt naar vader Jules en met het personeel van het Casino werd een klopjacht georganiseerd. Mijnheer Roger was in Parijs, maar mevrouw Nellens kwam eveneens ter plaatse. En dan maar op zoek. Eén zwijntje had zich ingegraven in een tuin in de Meerlaan... maar het verse witte zand verraadde zijn aanwezigheid.
Bij landbouwer Paeye werd een groot bietennet opgehaald en gespannen, in de hoop het dier zo te kunnen vangen.
Maar het beest dat zich bedreigd voelde was zeer agressief en stormde op het gezelschap af, sleurde het net en een aantal vangers mee... en kon nog ontsnappen ook. Het was een jachttafereel dat zeker het filmen waard ware geweest.
Op het einde heeft men nog één everzwijntje kunnen vangen en werden er twee neergeschoten, respectievelijk door Marcel en door Jules Rombout.
Jules en Marcel Rombout met het geschoten everzwijn (60 kg)
Op vossenjacht...
Marcel Rombout met de pas afgeschoten vos
Velen onder u zullen zich wellicht nog wel de Zoo in Heist herinneren. De dierentuin van de heer Vandenabeele. We gaan terug tot 1959...
De boeren in de omgeving van de Lac van Heist stelden vast dat er regelmatig kippen verdwenen. Er werd al eens tegen elkaar iets gezegd en na verloop van tijd besloot men klacht neer te leggen tegen onbekenden. Na verloop van tijd bleek de dader een ontsnapte vos uit de dierentuin te zijn.
Een kolfje naar de hand van Marcel... die op jacht ging.
In tegenstelling tot de Waaslandse wolf die men nu nog niet heeft kunnen vangen, behaalde Marcel vlug resultaat. Zijn speurdersneus en jagersinstinct lokaliseerden het dier en dan was het maar klein spel om de dader te vloeren. De vos werd afgeschoten en meegenomen naar huis. Jules Rombout zette het dier op en nu kun je het nog altijd bewonderen bij Georges thuis. Een prachtexemplaar goed gevoed door de lokale boeren in die tijd... hun kippen ten spijt I
Het eerste winkeltje in Duinbergen van radio’s en elektriciteitsartikelen van Prosper Rombout met de jagers Leon Vanhulle, Nobus, Jan Sas, Jules en Marcel Rombout
Op klopjacht met mevrouw Mary Lippens, Jules en Marcel Rombout, mijnheer Coelis en zijn hoveniers en Prosper en Georges Rombout