Een daguitstap naar Antwerpen...
Freddy Timmerman (van Freddy’s Shop in Heist, maar ook van de fietsenverhuringen Kurt in Knokke) was 7 jaar oud en zou met zijn ouders op zondag 1 februari 1953 naar de Zoo en Het Steen van Antwerpen reizen. Voor die tijd was dat een heel groot evenement en daarom moest kleine Freddy vroeg gaan slapen op zaterdagavond 31 januari. De zondagse kleren van zijn vader werden klaargelegd op een stoel.
Hij woonde met zijn ouders bij de winkel op de Zeedijk 293. Zijn grootouders waren in 1922 verhuisd van de Kardinaal Mercierstraat naar een winkel op de Zeedijk naast het ‘Hotel de Bruges’. Zijn bedlegerige grootmoeder woonde bij hen in. Zijn oom en tante woonden in de winterperiode ook bij hen bij. In de winterperiode waren bijna alle huizen en villa’s op de Zeedijk onbewoond en gebarricadeerd met houten platen. Houten terrassen werden in de winter weggenomen.
Adembenemend uniek schouwspel
Zo rond 22.30 uur kwam het water al over de zeedijk. Er was een kijklustige automobilist, die plots verrast werd door een grote krachtige watergolf. Die nam de wagen mee tot aan de balustrade. De man had pech want zijn wagen kon juist tussen de paaltjes die toen nog op de dijk stonden. De volgende golf tilde de wagen opnieuw op en sloeg deze terug naar de trottoir. Gevolg: de wagen bleef hier ‘hangen’ met 2 platte banden. Ondanks het slechte weer hadden een drietal personen ietsje verderop de gebeurtenis gade geslagen. Die wilden maar helpen als er iets te verdienen viel. De negus zei: “100 frank en we zullen duwen tot aan de hoek ’. De wagen stond aan het pension ‘Les Mouettes’, ongeveer 30 meter tot aan de hoek van het Heldenplein. Die ongelukkige automobilist gaf gewoon zijn portefeuille af uit pure schrik voor het geweld van de zee. Ze duwden de wagen tot voor de BBL, toen nog ‘Bank van Brussel’.
Freddy Timmerman herinnert zich het schouwspel dat de zee op zaterdagavond 31 januari bood nog zeer goed. Hij vertelt:
Om 22.45 uur is mijn ma me komen wekken voor een nog nooit gezien spektakel op de zeedijk. Het water sloeg over de lantaarnpalen die aan de rand van de zeedijk waren opgesteld.
Ik zie het nog altijd voor mijn ogen, net of het gisteren is gebeurd. Het was gewoon adembenemend mooi: een totaalspektakel. De straatverlichting werd door elke torenhoge watergolf over de volle hoogte overspoeld. Het was als een fontein over gebogen palen en het leek telkens alsof een gordijn werd toegetrokken. Als het water van de ene golf nog 50 cm van de grond was, kwam boven aan de palen al een nieuwe golf opzetten.
Mijn pa kwam dan ook kijken en had zijn getijdenboekje mee. Hij zei onmiddellijk dat er iets niet klopte. “Als het nu zo ’n toestand is om 23 uur wat zal dat zijn als het volgens het boek binnen 2 uur hoog water is”.
Mijn nonkel en tante die bij ons woonden tijdens de winter kwamen ook kijken. Ze konden gewoon hun ogen niet geloven. Zoveel stormen meegemaakt, maar dat was anders.
‘Fritz ’ zei mijn tante ‘we moeten iets doen om de winkel te beschermen ’. Mijn pa (juist geopereerd van een liesbreuk) zei doodkalm: ‘Wat kan je daar tegen gaan doen. Je zou beter naar de golven kijken en genieten van de show, want dat is eenmalig’
Nu zat iedereen voor het raam. Ik heb dat maar eenmaal in mijn leven gezien (ook wat de dagen nadien gebeurde). Er was nog meer water en de golven vlogen nog hoger. Als ik zeg 10 meter of hoger, kleinere golven waren er niet bij. Mijn ma ging toch eens kijken of er geen water in de winkel binnen gekomen was. Na nog geen 2 minuten later stond ze daar terug. ‘Er is werk ’ zei ze en verdween terug naar beneden.
Plotseling roept mijn pa: ‘Kijk eens naar de balustrade. Die is weg’. Snel daarna waren de lantaarnpalen ook weg en was er geen stroom meer. Toen werd alles kooldonker, met een hels lawaai. De kaarsen werden bovengehaald.
Toen is de grote miserie begonnen!
Miserienacht
De jonge Freddy moest terug naar bed. Maar hij heeft die nacht niet veel meer geslapen. Hij hoorde een constant hels lawaai en geruis, o.m. ook van rollende keien. Nu en dan kwam er iemand kijken of hij al sliep. Toen hij vroeg of er nog iets te zien was zei men ‘Blijf maar liggen, de kaarsen zijn bijna op en marraine slaapt ook nog ’.
Op zondag 1 februari 1953 om 8 uur ging de familie niet naar Antwerpen en ook niet naar de zondagsmis. Freddy vertelt wat hij achteraf vernam maar toen niet vermoedde:
Mijn ma was terug naar de winkel gegaan om met de dweil het water op te nemen. Ze stond gebukt toen een zware golf tegen de gevel slaat. Het rolluik, de vensters en gans de etalage sloegen over haar hoofd heen. Onmiddellijk stond een meter water in de winkel. Had ze recht gestaan, was ze zeker verdronken. In diverse gesprekken hoorde ik dat het zeker een half uur moet geduurd hebben om haar uit de winkel te krijgen.
Confrontatie met de schade en de gevolgen
Mijn ouders kregen rond 10.30 uur bevel van burgemeester de Gheldere om het huis aan de Zeedijk te ontruimen tegen het volgende hoogtij in de namiddag. Freddy vond dat maar niets: het huis zag er (volgens hem) nog goed uit. Juist de gelijkvloers was weggespoeld (!?). Zijn pa had voor alles een oplossing had. ‘We zullen ons plan trekken in de Serweytens de Mercxstraat 11’.
Zijn gedeeltelijk verlamde grootmoeder moest ook geëvacueerd worden van de eerste verdieping. Freddy heeft nooit zoveel helpende handen gezien als toen zij naar buiten werd gebracht. De familie had nog een huis in de Serweytens de Mercxstraat op 20 meter van de hoek, waar de hulpverleners naar toe spurten. Toen pas besefte de jonge kerel wat ze hadden meegemaakt!
Geloof het of niet in al die miserie kwam zijn pa toch een ‘persoon tegen met een valies’: die was erop uit om waar het kon in de geteisterde huizen iets mee te pikken. De dieven werken altijd en overal! Later hoorde ik verhalen van ‘mannen met de valies’ die alles konden gebruiken; maar ook van hulpverleners die hun zakken vulden.
De Freddy Shop was een grote ruïne: alle ruiten waren weg, er zat geen deur meer in .... In de etalage stond nog één console recht, maar al de rest was weggespoeld. Centimeters zand, stenen, puin, een grote blauwsteen met een stuk balustrade ... dat lag wel binnen. De blauwsteen woog 2 ton en was gewoon opgetild door het water en zo in de winkel beland.
Zijn ouders hadden niets meer: in de winkel was alle speelgoed, kranten... weg. Op zondag heeft men de klaargelegde zondagse kleren van zijn vader aan het station teruggevonden. In de kelder van het huis stond een gasvuur dat zijn ouders gewonnen hadden met een tombola. Dit en de winkelvoorraad is weggespoeld. Het water stond zeker 1,5 m hoog. De kolenvoorraad was kapot, maar de aardappelen die direct werden gedroogd, waren nog heel goed te eten en zelfs lekker
De dijk tussen het Heldenplein en de Serweytens de Mercxstraat was weg tot 1 meter van de gevel. Gelukkig was een betonnen rioolbuis, die uit één stuk gebouwd was, de grote redding voor deze buurt.
De schade was echt heel plaatselijk, wat zeer eigenaardig was. Zijn tante had een winkel naast ‘Hotel de Bruges’ en zij leed geen enkele schade. Het café Cavila van Zulma Eeckhout (naast dokter Alexander) had evenmin schade. Het eigenaardige was dat aan de overzijde in de Serweytens de Mercxstraat in de sous-sols zelfs geen spatje water was binnengekomen, terwijl in de Freddy’s Shop het water op manshoogte stond.
Toezicht en hulp van het leger
De Rijkswacht en het Leger hebben later de Zeedijk afgesloten om plunderingen te voorkomen. De zeedijk werd continu bewaakt door de Rijkswacht. Aan het huis van dokter Alexander (thv Serweytens de Mercxstraat) stond altijd een rijkswachter. Toen hij van school kwam, bracht een gendarme hem aan de hand tot bij de voordeur.
Dat het niet altijd even makkelijk was om als bewoner/eigenaar toch in je woning te geraken, weet Freddy uit verhalen van zijn vader, die ook met een moeilijk doende jonge luitenant was geconfronteerd. Er moet een ferme woordenwisseling ontstaan zijn tussen die twee!
Freddy heeft het leger zien komen om zandzakken te vullen want tegen 13 uur was het opnieuw hoog water. De eerste dam heeft niet veel uitgehaald, het was gewoon te licht: een zak van 50 kg is niks tegen het krachtige water. Iedereen liep weg, maar ditmaal is het hoogtij zonder verder erg verlopen.
Het weer is toen ook zeer koud geworden. De hulpverleners en Rijkswachters stonden dikwijls te bibberen van de koude. Om 12 uur was er soep voor iedereen, ook voor de mensen buiten.
Schadevergoeding
Van de verzekering kreeg de familie Timmerman een aalmoes terugbetaald. De stormschade was aanzien als overmacht. Caritas Catholica heeft ook iets gegeven. Freddy was toen nog te jong, maar meent zich te herinneren dat er zeker 300.000 BEF schade was bij zijn ouders, maar zeker is hij dit niet.
Flarden jeugdherinneringen
Nu, in 2003 na al die jaren is het moeilijk om de rest van het verhaal in een lijn te krijgen. Er zijn vele losse flarden jeugdherinneringen: Het was een ‘vreemde’ wereld in die dagen.
Toen ik op een bepaald moment naar W. Vandewalle om hesp moest, was iedereen die ik tegen kwam, echt vreselijk in de war. Je hoorde allerlei zaken vertellen: ‘Iemand is door de versperring rechtdoor gereden met zijn wagen met een vlieg in zijn oog’ ...
Op een dag stopte er een mooie limousine voor ons huis. Een oudere chique dame kwam iedereen een pak overhandigen met allerlei gerief. Van het Rode Kruis konden ze ook iets krijgen, maar dat kwam over het algemeen iets te laat. Dit ergerde de mensen in de straat. ‘We hebben alles verloren en krijgen niets ’ waren de woorden. Later lukte het toch...
In die jaren begon het ‘seizoen’ op 1 juni en eindigde op 15 september. Toch was voor de paasvakantie de dijk al hersteld.