Grand Hotel de la Plage in de frontlinie

Rita Peckelbeen

Het Grand Hotel de la Plage was een mooi gebouw, opgetrokken in een Franse stijl. Toen begin 20e eeuw de ouders van Willy Van Isacker als eersten een elektrische lift hadden geïnstalleerd in het Heistse zeedijkhotel, werd de inhuldiging daarvan opgeluisterd met de aanwezigheid van het Linieregiment uit Brugge. Toen waren er nog mooie villa’s op de zeedijk. De bewoners daarvan zijn later allemaal vertrokken naar Het Zoute. Voor WO II kwam het chique cliënteel ’s avonds dineren in het hotel in avondkledij.

Het Links hotel (hoek Elisabethlaan/Zoutelaan) en de Saint Georges (Zeedijk Knokke aan het Wielingenplein, palend aan de Plaza en de Grosvenor) werden uitgebaat door haar schoonbroers Van Isacker.

Wereldoorlog II en het hotel

In het begin van de WO II werd Willy Van Isacker op hun vlucht naar Bergues-Plage krijgsgevangen gemaakt. Hij verbleef 6 maanden in een kamp aan de Oost-Pruisische grens. Toen hij in 1941 terug kwam was zijn oudste zoon André geboren. Het jonge gezin Van Isacker had op bevel van de Duitsers het hotel verlaten. Hoewel de Duitsers hen altijd correct en respectvol hebben behandeld kon Willy pas na lang aandringen bij een Duitse officier bekomen dat de familie een camion meubelen mocht meenemen. De andere meubelen uit het hotel werden in de zustersschool gezet.

Tijdens WO II is het gezin herhaaldelijk verhuisd: van het hotel naar Patisserie Vandeputte en dan naar een iets groter appartement bij Van Hecke. Daarna heeft het gezin nog een tijdje in de Dumortierlaan in Knokke gewoond. Het ging daarna naar Vande Calseyde’s en terug naar Van Hecke. Door toedoen van haar schoonbroer die priester was, kreeg het gezin een gratis villa in het Zoute. In januari 1944 is men naar Bornem (bij de Engelse moeder van mevrouw) getrokken. Daar is men reeds in september bevrijd door de Engelsen. Willy Van Isacker had de Engelse vlag op het stadhuis gehesen, maar beleefde opnieuw bange momenten toen de Duitsers terugkwamen. Gelukkig zijn die vlug teruggetrokken. De Engelse (en later Amerikaanse) officieren waren in Bornem zelfs ‘gekazerneerd’ in het kasteel van de familie Marnix van Sint Aldegonde. In september 1945 is de familie terug naar Knokke gekomen.

Het hotel na WOII

Na de bevrijding van Knokke en Heist is een schoonbroer eerst een kijkje komen nemen vooraleer het gezin terugkeerde uit Bornem. De muren van het hotel stonden nog recht, maar de plankenzolderingen waren weggenomen. De dragende balken waren tot op een dertigtal cm van de muur afgezaagd. Alles was verwijderd: lavabo’s, sanitair....Al deze ‘afbraak’werken werden verplicht uitgevoerd door inwoners van Heist op bevel van de bezetter. Misschien werd al dat hout in het hotel Kursaal gelegd? Het resultaat was dat men van het gelijkvloers tot boven kon kijken. De meubelen in de zustersschool waren ook weg.

De heropbouw van het hotel is vlug aangepakt met heel veel personeelsinzet. Met eigen middelen werden drie verdiepingen afgewerkt. De hotelnijverheid is in 1946 opnieuw beginnen draaien: in alle eenvoud want in het begin waren er nog kasten met gordijnen.

De bedden was Willy Van Isacker goedkoop gaan kopen bij het leger in Eupen. De beslommeringen en inspanningen eisten ook hun tol: de werklustige Willy werd geveld met een maagbloeding.

Toen men later een lening bekwam kon men nog een vierde en vijfde verdieping bijbouwen. Toen was het al 1952!

Het ‘Grand Hotel de la Plage’ (met 30 meter zeedijkgevel) had drie eetzalen o.a. in het terras vooraan tegen de dijk. Het hotel had een uitgang in de Duinenstraat (op de hoek van het Heldenplein was café Navy en in de Duinenstraat een apotheek). Daar was achteraan ook de keuken en daarmee aansluitend het grote restaurant van het hotel. De familie Van Isacker had daar zijn appartement in het hotel.

Het hotel had ook een terras op de zeedijk dat enkel toegankelijk was voor de hotelgasten. Zij konden op het privaat terras rustig zonnebaden: in die tijd kwam het water nog tweemaal per dag tot tegen de zeedijk. Op het terras hadden de gasten geen ‘last’ van eb en vloed. Ook aan de kant van het Heldenplein was nog een terras, aansluitend op het terras van hotel Royal (van Victor Wittesaele).

In de bar werd regelmatig gefeest en hing een vogelpikbord. Willy Van Isacker was daar dikwijls ‘entertainer’ van dienst. Willy Van Isacker bracht graag ‘ambiance’ in het hotel. Mevrouw herinnert zich dat hun kinderen uit bed kwamen, opgeschrikt door de ‘grosse caisse’.

Mijnheer had het op de zeedijk spelende muziek van Heist gevraagd een rondje te lopen door de eetzalen! Caroline met haar orgel kreeg zo ook ‘optredens’ in het hotel. De klanten kregen een lunchpakket mee op hun excursies. Die gingen vooral richting Brussel, Middelburg en Frankrijk.

Al die jaren werkte men aan het toerisme voor Heist met een bijna vaste équipe van maitre- d’hôtel, keukenchefs, receptionisten, mensen aan de plonge... Dat alles werd goed gecoördineerd door een energieke en ondernemende Willy Van Isacker. Hij was ook genereus voor degenen die hard en goed gewerkt hadden.

In de twee zomermaanden kwamen er altijd een achttal jobstudenten van de Broeders Xaverianen uit Brugge werken in het hotel. Zij verbleven hier twee maanden in het hotel en leerden er Engels praten, ’s Morgens werden zij gewekt door mevrouw om 6 uur voor hun eerste opdrachten. Zij zorgden voor het ontbijt voor de hotelgasten die vanaf 8 uur aanschoven. Rond 10.30 uur zat hun eerste service erop. Rond 12 uur werden ze terug verwacht voor het middagmaal. Daarna waren ze vrij van 14.30 uur tot ongeveer 17.30 uur.

Toen was het tijd voor het klaarzetten en de bediening van het diner. Na het afdienen zat hun dienst er rond 21 uur op en konden zij nog eens uitgaan. Nooit heeft mevrouw problemen gehad met de jobstudenten, waaronder er nu een aantal in Knokke-Heist wonen. Ze herinnert zich onder meer Gerald Muylle die mooi kon tekenen en schilderen.

Het moet in 1962/1963 zijn dat hij jobstudent was, want hij heeft een schilderij gemaakt voor het huwelijk van de enige dochter Patty!

Van hotel naar appartementen

Eind de jaren ’60 ondervonden de anglofiele eigenaars dat er minder klanten kwamen naar de Vlaamse Kust. Vooral het Britse cliënteel van toen vond de warmte van de Spaanse goedkope costa’s aanlokkelijk voor een zonvakantie. Zij bleven hier weg. Het cliënteel was ondertussen ook veel veranderd. Geen van de kinderen zag het zitten om het hotel over te nemen en toen bood men reeds goede prijzen (uiteraard niet te vergelijken met de huidige fenomenale bedragen!).

Het Grand Hotel de la Plage is in 1969 verkocht, waarna de familie in Knokke is gaan wonen. Waarom de afbraak twee a driejaar duurde en het hotel in ruïne bleef staan, is onduidelijk. Maar uiteindelijk is naastliggend hotel Royal ook verkocht (in 1972/1973?) en in het bouwproject betrokken. Ondanks de vraag om de nieuwe residentie La Plage te noemen, kent iedereen nu op de hoek Heldenplein-west/Zeedijk als de ‘Pub Royal’.

De grootste storm sedert mensenheugenis en het hotel

Rond 2 uur ’s nachts werden Willy en Monique Van Isacker wakker door het geluid van de loeiende sirène. Het lawaai was enorm. Veel kasseistenen waren door het water losgerukt en rolden weg en weer. Het was als een cavalerieregiment die in de straten passeert.

Toen ze beneden kwamen konden ze hun ogen niet geloven. Ze stonden machteloos bij het zien van de aangerichte schade en enkel roepen en schreeuwen: Op dat ogenblik konden ze niets doen. Door de storm waren alle grote ramen (een dertiental) en de inkomdeur kapot geslagen. Een aantal grote lusters in de salons, het terras en eetkamers lagen op de grond. Het vasttapijt was doordrongen van water, zand en modder. Men heeft het later kunnen verwijderen en laten reinigen in een wasserij in Brugge. Ze hadden pas gerecupereerd van de schade na WO II en nu gebeurde dit.

Het parket in de bar (6m2) in de kelder was doordrongen van het zeewater en moest vernieuwd worden. Door de ramen (die ter hoogte van het trottoir zaten) is het water daar binnen gekomen.

De meubelen waren door het gewicht van het water ‘verplaatst’: in de grote inkomhall werden een tiental zetels gewoon tot tegen de receptiebar gedreven. De afgerukte gordijnen lagen er kris kras over en onder. In het grote restaurant was het idem dito met tafels en stoelen. De zandspatten zag men later tot op het plafond.

In Ons Land van 7 februari 1953 verscheen een foto van Willy Van Isacker in de grote eetkamer en een foto van de bar..

De put van het Heldenplein stond vol water en het water liep verder tot in de Kursaalstraat.

Op zondagmorgen 1 februari 1953 is burgemeester de Gheldere gekomen en ook haar schoonbroer die ook foto’s nam van de ravage. In tegenstelling tot andere zeedijkbewoners die verplicht werden geëvacueerd, mocht de familie Van Isacker in hun appartement achteraan tegenaan de Duinenstraat blijven wonen.

Op zondagnamiddag waren de boy-scouts uit Brugge al in het hotel aan het opruimen. Een deel van de ‘paravang’ werd voor de ingang van het hotel geplaatst. Men gebruikte werkelijk alles om te barricaderen.

Dank zij goede schrijnwerkers uit Heist is veel kunnen hersteld worden voor de paasvakantie. De centrale verwarming werkte toen weer op twee verdiepingen. Een groot deel van het vast cliënteel waren Engelsen (via Wallace Arnold uit Yorkshire) en Engelse schoolgroepen die vanaf Sinksen naar onze kust kwamen voor 8 tot 14 dagen.

De heer Van Isacker had een goed contact met de Heistse bevolking en sloeg regelmatig een babbeltje met Heistse vissers. Mevrouw Van Isacker was druk doende met haar gezin (5 kinderen: André, Ignace, Patty, Bemard en Francis) en het hotel. Zij kan vertellen wat hun gezin heeft meegemaakt, maar niet hoe de toestand toen in Heist was.

Na de storm is de familie Van Isacker goed geholpen: de schade werd gedeeltelijk vergoed door de verzekering van de Boerenbond, door het Rode Kruis, door de Staat en ook door goede werken.

2015 06 19 1417322015 06 19 1418042015 06 19 141820

Grand Hotel de la Plage in de frontlinie

Rita Peckelbeen

Heyst Leeft
2003
02
hle200302p012-016
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:43:22