Priester Historicus Jozef G.M. Van den Heuvel 1922-2002
Danny Lannoy
Wat geef ik Hem terug
die d’handen op mij lei,
die gaf ook tas en staf
“Mijn herder dat ben Jij"
die mij van wieg tot graf
in vreugde en droefheid zei:
“Ik ben je steun en stem.
Vrees niet, blijf Mij nabij.”
Wat geef ik Je terug?
Veel is het niet, o Heer:
een bloem, wat zand, een mens ...
Zorg Jij nu verder weer.
J .v.
In de voetsporen van Opdedrinck
Hoe herinner ik me pastoor Van den Heuvel?
Toen ik als jonge telg in 1976 mijn eerste boek uitgaf in eigen beheer, zocht ik iemand om mijn teksten na te zien. Via penningmeester Harold Van Eeckhoutte kwam ik in contact met pastoor Van den Heuvel die onmiddellijk toestemde om mijn boek “Van Polderdorp tot Badplaats” te verbeteren. Ik woonde toen nog in het stadhuis en op zondag was hij dikwijls onze gast aan tafel. Jaren later, toen hij reeds in Brugge woonde, deed ik andermaal beroep op hem, om enkele Latijnse teksten te vertalen, bij de opmaak van mijn stamboom. Hij hielp me dan ook met het zogeheten “potjeslatijn”. “Mijnheer Van den Heuvel”, want zo noemde ik hem, had toen al heel wat werk verricht als historicus.
Jozef Van den Heuvel zag het levenslicht te Nevele op 10 februari 1922. Hij was de oudste in een gezin van 13 kinderen. Zijn ouders, Antoon en Josephine de Vos, trokken naar Brugge om er een handelszaak in wijnen en likeuren uit te baten op de Oude Burg, achter de Halletoren. Als jonge knaap moest hij regelmatig naar Damme om er wijn te leveren.
Na zijn lagere school kwam hij terecht in het St. Lodewijkscollege te Brugge, later te Roeselare en vervolgens opnieuw te Brugge waar hij filosofie en wijsbegeerte studeerde. Hij specialiseerde zich verder aan de Universiteiten van Amsterdam, London en München.
Jozef Van den Heuvel werd priester gewijd op 31 mei 1947. Op 8 januari 1948 werd hij leraar ad interim aan het college in Veurne; in augustus 1948 was hij leraar te Avelgem. Hij werd mede-pastoor in de St. Martinuskerk te Koekelare vanaf 10 oktober 1959.
In 1960 belandde hij te Kortrijk als leraar in het college. In de vakantieperiodes trok hij naar Parijs, New York en Detroit. In die laatste stad, waar heel wat Belgen verbleven, werd hij aangesproken als “father Van”, zijn achternaam was te lang en te moeilijk om uit te spreken.
KNOKKE
In de warme augustusmaand van 1966 kwam E. H. Van den Heuvel zich te Knokke vestigen. Hij werd onderpastoor van de H. Margaretakerk en betrok een woning in het Duinenpark, een oase van rust, op 50 meter van de drukke Lippenslaan. De villa was in 1893 opgetrokken voor rekening van Eugeen Stubbe, handelaar uit Brugge.
Te Knokke zette hij zijn opzoekingswerk verder. Hij bezat een rijke schat aan oude boeken en documenten met betrekking tot de streek. In diverse publicaties schreef hij artikels o.m. in Vlaanderen, Het Land van Nevele, Rond de Poldertorens, Den Dysere en Cnoc is Ier.
Van zijn hand verschenen: De Heilige Bloedkapel te Brugge (1963), Heiligenverering en volksdevoties in het St. Janshospitaal (1976), Karel de Goede en de geschiedschrijving (1978), De historiek van de Blindekensprocessie (1980), Historiek van de St. Jozefs-vereniging te Brugge (1981), Betels Schatkiste: gedichten van Guido Gezelle en Michiel English, De Zwartzusters te Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne (1981), De heilige Walburgis en haar verering in Brugge (1982), Heiligenverering in het Land van Nevele (1983), Pastoors, kapelaans en onderpastoors te Beerst (1983), Volksdevotie en vroomheid (1843-1952) en de Geschiedenis van het bisdom Brugge (1984).
Voor de plaatselijke heemkundige kring “Cnoc is Ier” schreef hij in 1976 “Alfred Verwee en Knokke” dat werd uitgegeven naar aanleiding van de tentoonstelling in het stadhuis. Enkele jaren later werd hem de opdracht toevertrouwd “Schilders van Oud Knokke” samen te stellen. Deze overzichtstentoonstelling greep plaats in 1981 in het Cultureel Centrum Scharpoord.
In 1984 werd hem gevraagd het jubileumboek te schrijven “Heilig Hartparochie Knokke-Zoute 1935-1985”. Als pastoor was hij de geschikte persoon om dergelijke materie neer te pennen. In 1987 volgde het boek “Duinbergen Geschiedenis van de H. Familieparochie”.
Ondanks zijn verhuis naar Brugge in oktober 1985 bleef hij zich verder inzetten voor de heemkunde. Ondertussen had hij op3i augustus 1982 eervol ontslag genomen als leraar in het Sint Jozefinstituut te Brugge.
In de rustige buurt van het Duinenpark heb ik hem herhaaldelijk bezocht. Dit oude gebouw, weinig verwarmd en met de geur van oude boeken, was jarenlang de werkruimte van Jos Van den Heuvel. In 1988 vierde hij zijn 50ste priesterjubileum en bij een bezoek aan een activiteit van “Cnoc is Ier” overhandigde hij zijn herdenkingskaartje met foto!
Dezelfde foto prijkt nu op zijn “doodzantje”. Priester Jos Van den Heuvel overleed te Brugge op 14 december 2002.
Knokke zal hem niet vergeten...
We zijn hem dankbaar voor zijn onschatbaar opzoekingswerk en tal van publicaties.
Artikels Jozef G.M. Van den Heuvel in tijdschriften Cnoc is Ier.
- Affiches uit de 1ste Wereldoorlog, Nr. 6, 1975.
- De Klokken van Knokke, Nr. 7, 1976.
- Dominee H.Q. Janssens van St. Anna ter Muiden, Nr. 10, 1977.
- De geschiedschrijver van Knokke, J. Opdedrinck, Nr. 9, 1977.
- De inhuldiging van burgemeester Lodewijk Deklerck, Nr. 12, 1978.
- Schatten van de H. Margarethakerk, Nr. 11, 1978.
- De streek van het Zwin rond 1830, Nr. 13, 1979.
- Guido Gezelle, een Engels verslag, Nr. 16, 1980.
- Jean Parmentier, een stille liefde voor de Zwinstreek, Nr. 19, 1982.
- Abraham Hans, Knokke en de bestedelingen, Nr. 20, 1983.
- De Kapel van Pieter Bonte, Nr. 20, 1983.
- Camille Pissarro, een wereldberoemd schilder, Het Kerkje van Knokke, Nr. 21, 1984.
- Pastoor Fonteyne, Nr. 81, 1984.