Merkwaardige gebouwen: Het statige hoekhuis van de Albertlaan en de Helmweg
Danny Lannoy
Meer dan eens wandelen wij langs gebouwen die opvallen door hun architectuur of een ander kenmerk. Deze belangrijke gebouwen bepalen het straatbeeld van een wijk in onze badplaats. Een van deze gebouwen staat achter het stadhuis, een imposant groot herenhuis op de hoek van de Albertlaan en de “Kattewegel” of Helmweg.
Wie bouwde het, wie woonde er en hoe oud is de woning? De antwoorden op al die vragen worden in deze bijdrage gegeven.
Het was notaris Joseph Stroobandt uit Brugge die in 1929 de statige woning liet optrekken op de gronden van de Cie. Het Zoute.
De aanpalende gebouwen waren het Frans Klooster uit 1909, toen eigendom van Het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn, waar in de zomer kinderkolonies naar toe kwamen; ten westen stond het stadhuis uit 1911-13 en ten oosten de villa van Julianus Kreps, controleur bij het kadaster en landmeter.
Het gezin Stroobandt liet zich inschrijven te Knokke op 14 augustus 1928.
Joseph François Julien (°Brugge 1894) was de zoon van Julius Eduard Stroobandt en Maria Maquet. Hij trad in het huwelijk te Brugge op 7 februari 1923 met Renilde Houtsaeger (°Br 1888), dochter van Charles Louis en Valentine Van Hecke. Dit gezin telde één zoon Jules Edward (°Brugge 18.04.1924).
Liggingsplan:
Plan van een perceel bouwgrond
Gelegen langs de Albertlaan te Knokke
Gekend bij het Kadaster III Afdeling
Sectie H deel van nummer 194
Oppervlakte 129 m2
Honderd negen en twintig vierkante meter
Knokke, de 5 maart 1958
De Stadsingenieur
ir P. Callier
Verder woonden in: Maria Houtsaeger, zuster van Renilde, Margareta Maertens (°Kn 13.06.1902) dochter van Adolf en Katharina Van de Slycke van de Vrede als dienstmeid, Leontine Van der Linden (°Stekene 1894) dienstmeid vanaf 1935, Adela Van De Wiele (°Roeselare 1895) dienstmeid vanaf 1939, en Maria Prudentia Maquet (°Br 1854) weduwe Jules Stroobandt vanaf september 1940.
Zoon Jules Stroobandt, student in de rechten zou gedurende W.O.II worden opgepakt door de bezetter. Hij werd afgevoerd naar Nordhausen-Dora waar hij stierf op 28 april 1945.
Joseph Stroobandt werd in augustus 1945 schepen, met burgemeester Camiel Deckers, in opvolging van de betreurde burgemeester Frans Desmidt die ook niet terug kwam van de kampen. Bij de verkiezingen van 1947 bleef hij gemeenteraadslid tot 3 september 1951. Familiale moeilijkheden en problemen met zijn kantoor deden Stroobandt Knokke verlaten.
Het eigendom werd verkocht en Roger Cafmeyer-Mergaert, apotheker uit de Lippenslaan, liet er in 1958 verbouwingswerken uitvoeren onder leiding van architect Paul Decuypere. Het aanpalend zuidelijk perceel werd als ruime tuin ingericht en afgesloten met een hoge gemetste muur.
De vzw Familiezorg West-Vlaanderen kon het pand verwerven. De afdeling Knokke-Heist ruilde hun vroegere locatie in de Pierslaan voor dit in het oog springend gebouw in de schaduw van het stadhuis.
Het statige gebouw ligt op de grens van Knokke-centrum en het groenrijke Zoute. Het was immers in de Helmweg dat de eerste villa’s nog voor W.O.I werden gebouwd. De grond was eigendom van de Cie. Het Zoute, die de voorliggende percelen in de buurt had afgestaan aan de gemeente voor het aanleggen van een openbaar marktplein en de bouw van een gemeentehuis.
Huidige toestand van het hoekhuis.
Het huis is in rode paramentsteen opgetrokken en gedeeltelijk voorzien van gepleisterde delen rond de raamvlakken. Deze witgeschilderde delen zorgen voor een groot contrast met de rode gevelstenen. De beide gevelvlakken of noordwestgevels hebben erkers die doorlopen tot op de eerste verdieping en zijn afgedekt met zwarte schalieën. Het volledige dak is voorzien van rode Vlaamse pannen, de dakkapellen hebben kleine daktegels.
De witgeschilderde bepleistering rond de raamvlakken en erkers hebben een in- en uitspringend motief. De brede plint op de benedenverdieping is afgewerkt met een cementlaag bekleed met kiezelstenen.
Centraal is de hoofdingang met bordes, die destijds de entree was van het notariaat. Op de eerste verdieping is een vooruitspringend balkon met eenvoudige gepleisterde borstwering en smeedijzeren leuning.
Het hoekperceel is voorzien van een muurtje met gemetste consoles en een plint bekleed met kiezelstenen. Het smeedijzer is sober afgewerkt.
De binnenindeling van de woning heeft weinig veranderingen ondergaan. In de hall bevindt zich de trap met sierlijke ijzeren leuning. De ruime vertrekken op de benedenverdieping hebben nog steeds de originele parketbevloering. Het hoekvertrek van de westvleugel deed dienst als ontvangstruimte van de notaris. De oostvleugel was de woonruimte van het gezin met ruime living, eethoek en keuken. Op beide verdiepingen waren slaapkamers welke nu als diverse burelen ingericht zijn.
De huidige binnenlokalen zijn allemaal eenvormig wit geschilderd en dit doet geenszins afbreuk aan de charme, integendeel het brengt klaarte en licht in het gebouw.