Scheepsrampen aan de Vlaamsche kust - Deel 12
Eric F. Baeyens
vervolg van jaargang 1998: Scheepsrampen aan de Vlaamsche kust - Deel 11
** 1882**
Het Franse vaartuig Marguerite, onder het gezag van kapitein Grandville, verging op 21 maart 1882 recht tegenover de Knokse vuurtoren. Het schip kwam van Rotterdam met een lading Schiedam-jenever en tabak met bestemming het eiland Saint-Pierre-et-Miquelon (Franse kolonie in Amerika). Men slaagde erin het schip vlot te krijgen en het naar Oostende te slepen voor herstellingen.
**1883**
Op 6 maart 1883 woedde er een hevige noord-noordwesterstorm. De Blankenbergse visserssloep van stuurman Derycke die haar thuishaven wilde binnenlopen, sloeg tegen het staketsel, brak een van zijn “afdrijvers” en kon tenslotte met veel moeite maar zonder problemen in de schuilhaven afgemeerd worden.
Een andere Blankenbergse schuit had minder geluk. Ze werd tegen het strand omvergeblazen. De bemanning kwam in de branding om het leven. Deze was samengesteld uit: stuurman Joseph Marrannes, Jean Deboo, Jan Marrannes (18), Leon Waeghe (22), (lees de “Moniteur” van 1883 blz 909).
Tussen Blankenberge en de sluizen van Heist kapseisde een Heists vissersvaartuig. Hierbij kwamen eveneens vijf vissers om het leven; schipper was Jan Gezelle.
Een andere Heistse sloep geraakte voor Wenduine in moeilijkheden. Door tussenkomst van een onderluitenant der douanen en de burgemeester van Wenduine kon de schipper gered worden.
In totaal hadden negen Heistse vissers de dood gevonden in deze maartse storm.
Een brief uit Heist op datum van 6 maart:
35 sloepen waren gistermorgen uitgevaren ter visvangst. Het weer was mooi en men hoopte op een goede vangst.
Welke teleurstelling: Een 20-tal sloepen zijn deze morgen- de woedende zee ontvluchtend- terug gekeerd. Een sloep heeft haar stuurman dicht bij het ‘Grand Hôtel de la Plage’ verloren. Een andere sloep is omgeslagen een weinig voor de sluizen. Vier man zijn in zee omgekomen. De vijfde was aan de mast van het omgekantelde schip vastgebonden (Pieter Dewaele!). Hij leefde nog toen de redders bij de sloep kwamen. Gelukkig heeft men met een bijl een opening in de romp kunnen hakken en alzo de gevangene (kunnen) bevrijden; die men denkt het leven te kunnen redden.
De omgekomen vissers zijn (bronnen nogal verward) schipper Jan Verbeken 33, Sebastiaan Van Torre, 58, Constant Van Torre, zoon van Sebastiaan, 24, Jan Van Torre, 23, Pieter Dewaele (komt niet voor op het memoriam paneel in de St. Antoniuskerk), Louis Vlietinck, 20.
Volgens het “doodzantje”: zijn de slachtoffers:
Sebastiaan Vantorre-Van Damme (58), Constant Vantorre (25) zoon van Sebastiaan, Joannes Verbeke-Neyts (45), Joannes Vantorre (44) en Ludovicus Vlietinck (20).
Een hulpcomité is te Blankenberge ingericht ter ondersteuning der slachtoffers. De Mytternaere, de eerbiedwaardige pastoor is er ondervoorzitter van.
Wij zullen ons gaarne gelasten met de giften te bestellen die onze liefdadige lezers ons wel zouden willen zenden ter lening (leniging) van de smarten der naastbestaanden.
Het lijk van Jan Van Torre is gistermorgen om 7.00 u te Oostende rechttegenover het “Hôtel du Phare” aangespoeld.
Het verhaal van Jules Nollet in Heyst-aan-zee en zijn verleden, uitgegeven in Brugge 1909:
Den 6 maart woedde er een hevige storm, bij het naar huis zeilen werd stuurman Jan Vantorre overboord geslagen. De reder van de schuit was Pieter De Groote-Vermeire.
Dezelfde dag werd de schuit van stuurman Jan Verbeke, reder Charles Deckers, omvergeslagen, 4 man kwamen om, nl: Jan Verbeke-Neyts (45), Sebastiaan Vantorre (25) zoon van Sebastiaan, Ludovicus Vlietinck (20). De vijfde opvarende Pieter Dewaele had zich in de schuit vastgebonden; het schip kwam met de kiel omhoog niet ver van de plaats waar nu de zeehaven is (Zeebrugge). Dewaele begon te kloppen en gerucht te maken in de schuit; personen die de schuit hadden zien aankomen, hoorden dit; zij haalden alaam (gereedschap) en begonnen aanstonds te kappen tot dat zij er in lukten ene opening in de schuit te krijgen en alzo Dewaele uit zijn netelige toestand konden verlossen, waarin hij gezeten had van 8 uur 's morgens tot 2 uur ‘s namiddags. Stuurman Pieter Vantorre werd overboord geslagen op de Wenduine zandbank. Gelukkig was hij met een koord vastgebonden. Eigenaar van de schuit was Pieter De Groote-Van Kersschaever. De heer Vanden Berghe, burgemeester van Wenduine, ging in het water en gelukte erin Pieter Vantorre aan wal te brengen. Hij werd bij de burgemeester thuis verzorgd. De burgemeester kreeg later voor deze moedige daad het ‘kruis eerste klas’.
Lees verder: Scheepsrampen aan de Vlaamse Oostkust - Deel 13