Gerard Demey bouwde ooit de kerk van Coudekerke

Wij waren te gast bij Gerard Demey en echtgenote Mariette Decloedt in de Westkapellestraat, dit om een en ander te vernemen over de processie van Heist.

Reden om even te peilen naar het verleden van de oudste inwoners van de Westkapellestraat, ooit een van de drukste Heistse straten met niet minder dan 11 café's.

Is Mariette een rasechte Heistenaar, dan is Gerard eigenlijk afkomstig van Oedelem, althans zijn ouders. Want Gerard werd in 1910 geboren in het huis rechtover zijn huidige woning, gekend als “Oedelem Bolbaan”, waar in dit gezin tien kinderen op de wereld kwamen, op de voutekamer. Drie zijn er nog in leven. De Westkapellestraat was een belangrijke straat in Heist, waar onder meer Charles Dejonghe woonde, de grootste aannemer van Heist. Ook de familie Desutter woonde er. Vader Demey was dus van Oedelem en moest, zoals het toen hoorde, zeer vroeg gaan werken. Hij kwam in Heist terecht na een vrijage met een dochter Gheselle (Krette). Vader had gewerkt met Dejonghe op de muur in Zeebrugge, en later 30 jaar in de Cokesfabriek. Dat wil zeggen elke dag te voet op de kloeffen naar de fabriek en te voet weer terug. Van auto of radio was er geen sprake.

Een straat vol herbergen

Laten we even wandelen met Gerard in de Westkapellestraat. Op de hoek met de Krommedijk hadden wij een café ‘Het Molentje’ van Dewitte-Thiel, daarna Anselmus Vantorre, getrouwd met de zuster van Door Coornaert. Er voorbij was Café De Reisduif, het lokaal van de plaatselijke duivenmaatschappij. Dan hadden we Oedelem Bolbaan gevolgd door de café van Marie Chuufelette, de zuster van Deklerk. Dan sprong het naar Theophiel Devos, met café De Dageraad. Devos was ook afkomstig van Oedelem.

Dan hadden we de wagenmaker, 't Smisje en Louis Vandamme, de voerman. Dit noemden ze ‘t Mutstje, omdat moeder en de twee dochters altijd een “sjetten mutstje” droegen. Dan hadden we de Wolkenkrabber van Pietje Savels, en achter de “geule” hadden we dan Van Middelem en Martony. Dit was een blinde man die manden vlechtte. Dan de Grote Pinte, juist over de markt. De koers van de steenbakkers begon aan Charles Dejonghe. De koers werd ingericht door Medard Dumarey en Richard Daveloose, een koers voor juniors. Het is trouwens in een huisje vroeger eigendom van Dejonghe dat Gerard en Mariette nu wonen.

De goede oude tijd

Vroeger deden de mensen verschillende jobs om rond te komen. Zo ook mijn vader die voerman was en wat land bewerkte. Eerst woonden ze iets verder in de straat, op de hoogte waar vroeger een molen zou gestaan hebben. Toen hij rond 2 uur in de namiddag te voet op zijn klompen van de fabriek kwam, begon hij op het land te werken. Hij slaagde er vaak in nog een “gemet” af te pikken. Op het einde van zijn carrière leerden de oudste zoons vader met de fiets rijden.., en met succes... alhoewel. Vader kon wel rijden, maar opstappen en van de fiets komen dat ging niet: het was telkens een prettig zicht in de straat om vader te zien arriveren,… want hij liet zich dan rustig op de kolenhoop vallen om zo van de fiets te komen.

Het was de tijd dat er in de Westkapellestraat nog geen auto’s reden. Trouwens van auto’s gesproken, toen ik bij Coppens werkte, kwam men met het onderstel van een auto en Coppens maakte dan de cabine in functie van het gebruik als wagen voor de bakker of de brouwer.

Met een gezin van 10 kinderen was het nodig dat vader én moeder werkten, want er bestond nog geen kindertoelage.

Moeder werkte bij Goormachtigh en nam een paar kinderen mee. Wij gingen op de klompen naar de gemeenteschool. Wanneer de klomp brak dan werd die door vader deskundig hersteld, en af en toe droegen wij wel eens twee linkse of twee rechtse klompen. Vader kon alles, want hij maakte bezems en manden en speelde ook goed fluit. Hij had dat geleerd toen hij koeier was en een tak van de boom trok om er een fluit van te maken.

De beroerde oorlogsjaren

Tijdens de oorlog waren het voor het jonge gezin ook beroerde tijden en moest Gerard hier en daar gaan werken, waardoor hij ook in Frankrijk belandde. Uiteindelijk kon hij op het einde van de oorlog vluchten en via Kortrijk in Brugge geraken, waar hij overnachtte “in de bak”. Maar ‘s morgens werd hij samen met André Degroote gelost zodat hij juist voor de evacuatie naar Knokke thuis kwam. Ze verbleven toen een tijdje in de Sint—Jorisstraat te Knokke. Elke dag trokken we er op uit om hier of daar aan aardappels te geraken; Er werd ook veel vee doodgeschoten en wij gingen zoeken om hier of daar een stuk vlees te gaan afsnijden...Na de oorlog werkte Gerard terug bij Pyckavet, evenwel nadat hij thuis alle oorlogsschade had hersteld.

Gerard gaat in ‘t klooster

Zijn eerste schade bij opdracht na de oorlog was het herstel van de schade bij de broeders Xaverianen. Deze klus werd in acht weken hersteld en toen vroeg Pyckavet om bij de Zusters ook alle schade te gaan herstellen.

Samen met Frans Wittewrongel herstelde Gerard de schade van zowat 50 obussen. Ook in de verschillende bijhuizen van het hoofdklooster moest heel wat hersteld worden. Frans is gestorven aan 63 jaar na vele jaren hard labeur.

Directeur E.H. Dumortier vroeg Gerard dan op een bepaalde dag of hij niet definitief zou willen werken voor het klooster. Er werd overleg gepleegd met moeder de vrouw en tenslotte werd een overeenkomst gesloten. Gerard heeft er dertig jaar lang gewerkt... vooral tijdens het verlof. Dan kwamen de zusters—leerkrachten met hun lijstje voor de karweitjes en Gerard trachtte al die verlanglijstjes af te werken, tot algehele voldoening. Bewijs daarvan is dat Gerard en Mariette hun gouden jubileum zeven jaar terug in het klooster mochten vieren.

Een gouden paar op rust

Nu genieten zij, na vele jaren van hard werken, van een welverdiende rust. Als leden van de Katholieke Bond van de Gepensioneerden ontmoeten zij elke week weer vele vrienden en kennissen om een kaartje te leggen in Ravelinqen.

Gerard blijft actief in het verenigingsleven, waar hij af en toe nog wel eens op het voorplan treedt, om een stukje te spelen of iets voor te dragen.

Maar al bij al kwamen wij op bezoek om iets meer te vernemen van de processie. Gerard maakte in 1949 op vraag van EH Dumortier de maquette van de oude kerk, in 48 uren tijd.

Aan de muur hangt nog een oude foto die daar aan herinnert.

Gerard wandelde ook altijd mee in de processie, aanvankelijk om het baldakijn te dragen, later om een fakkel te dragen.

En zegt Gerard, weet ge waarom ik het baldakijn niet meer wilde dragen? De heer Robert de Gheldere trapte met zijn grote voeten steeds op mijn hielen toen hij achter ons liep in zijn hoedanigheid van voorzitter van de kerkfabriek. Ik besloot dan maar om naast hem te gaan met een fakkel, zodat ik geen last meer zou hebben van zijn grote voeten.

Met deze anekdote namen we afscheid van Gerard en Mariette, met dank voor de informatie, en in de hoop hun te zullen mogen gelukwensen met hun diamanten huwelijksjubileum, binnen enkele jaren.

**************

Heyst Leeft in 1990

Ook in 1990 zal Heyst Leeft veel aandacht besteden aan de uitgave van de vier tijdschriften. Wij zullen niet alleen in het verleden kijken maar ons ook op de toekomst van Heist richten.

  • Op 10 maart vieren wij met al onze leden ons 15-jarig bestaan met een plechtige eucharistieviering en wijding van een vaandel, geschonken door de heer Volksvertegenwoordiger Manu Desutter. Ons feest gaat dan verder met een souper en de muziek van Kurt Vlietinck.
  • Tijdens het Paasverlof houden wij dan een tentoonstelling in zaal Ravelingen over de processie O.L. Vrouw Ster der Zee.
  • 10 juni is dan weer de dag voor de 5-de uitgave van het Festival van ‘t Visserslied.
  • Na het succes van onze reis naar Zierikzee zullen wij ook dit jaar proberen opnieuw een daguitstap in te richten.
  • Hoofdactiviteit zal beslist het opnieuw invoeren zijn, op 15 aug., van de processie 0.L. Vrouw Ster der Zee (dit na 25 jaar!). 0 ja, kunt u ons helpen met foto’s of herinneringen aan de processie neem dan contact op met A. Desmidt (tel. 61.24.92), of bij gelijk wie van ons bestuur. Ook pastoor Van de Sompele zal het graag aanvaarden.
  • Een Avondje Heist en onze Aktie voor het Vissersmonument worden zeker ook niet vergeten

 

Gerard Demey bouwde ooit de kerk van Coudekerke

Redactie

Heyst Leeft
1990
01
011-013
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:44:32