Mensen maken de geschiedenis (deel 4)

Victor Depaepe

Zoeken en nog eens zoeken naar geschiedkundige en rechtskundige gegevens (vervolg van Mensen maken de geschiedenis (Deel 3) )

De betwiste geleidebrief

Inleiding

In de gemeenteraadszittingen van de stad Brugge wordt alles wat gezegd wordt stenografisch opgetekend door twee deskundige stadsbedienden. (stenografisch opgetekend: opgetekend in kortschrift).

Op het einde van het jaar worden de verslagen ingebonden tot een jaarboek en elk gemeenteraadslid wordt in het bezit gesteld van een dergelijk jaarverslag.

Nu volgen een reeks oorspronkelijke uittreksels van de Brugse Gemeenteraad, waarin ik steeds beleefd vraag om een geleidebrief te bekomen van het Brugse stadsbestuur om mijn proefvaart naar Engeland mogelijk te maken, in het raam van de bestaande Brugse Visserijprivilegies.

Ik schrijf: “waarin ik steeds beleefd vraag”, maar waarde lezer, U zult ervaren aan de hand van de teksten, dat ik beter zou schrijven: ”waarin ik steeds beleefd en zelfvernederend smeek - tot vervelens toe -, zoals een uitgehongerde hond om een klontje suiker”. De teksten hierna gepubliceerd zijn oorspronkelijk. Er is geen letter gewijzigd, laat staan een woord. Dat kan ik niet en dat mag ik niet want deze teksten zijn geschiedkundig vastgelegd. Het enigste wat ik zal doen is bepaalde woorden, begrippen en uitspraken onderlijnen. Na elk verslag van een gemeenteraadszitting volgt een nabespreking. Deze tekst is in kader omlijnd.

I. Gemeenteraadszitting van 15 Januari 1960

Ik publiceer dit verslag niet van deze zitting omdat ik in herhaling zou vervallen van hetgeen reeds verschenen is in mijn bijdragen aan “Heyst Leeft” (zie nummer 4 1987 en de nummers 1 en 2 van 1988).

Nabespreking van de Gemeenteraadszitting van 15 Januari -1960. Voor de eerste maal deel ik aan de Brugse Gemeenteraad het bestaan mede van de Brugse Visserijprivilegies, namelijk het Privilegie van Engeland en het Privilegie van Schotland.

Ik stel één ding vast en dit is: dat noch Burgemeester Pierre Vandamme, noch de schepenen noch de gemeenteraadsleden iets afweten van deze Britse Koninklijke oorkonden.

Op deze bewuste vergadering bemerk ik dat er een viertal advocaten-gemeenteraadsleden de schouders optrekken en ik veronderstel dat zij innerlijk denken “Onze Vick komt nu voor de dag met museumstukken!“

Maar toch komt er een positief punt uit de bus. De heer Burgemeester Pierre Vandamme geeft opdracht aan de heer Fernand Traen, Advocaat en Gemeenteraadslid om een diepgaande studie te maken van deze Brugse Visserijprivilegies: de oorsprong, het gebruik van de Privilegies in de loop der tijden en vooral de nog gebeurlijke rechtsgeldigheid ervan. De zaak is dus gestart. (De Heer Fernand Traen is een C.V.P.-gemeenteraadslid en een zeer degelijk advocaat. Thans is hij Voorzitter van de Brugse Zeevaartinrichtingen..)

II. Gemeenteraadszitting van 17 juni 1960.

hier volgt de originele tekst:

DE HEER DEPAEPE.- Op 15 januari 1960, in openbare zitting, heb ik gewag gemaakt dat, volgens een akte van Karel II, 50 visserssloepen van Brugge in de Britse territoriale wateren zouden mogen vissen.

Dan heeft collega Fernand Traen dat bijgetreden in deze zin, dat hij het interessant vond om de zaak verder te onderzoeken. En de heer Burgemeester heeft dan aan collega Traen opdracht gegeven de juridische zijde van de zaak nader te onderzoeken. Als bestuurder van de visserijorganisatie “Technivox”, was het natuurlijk in die omstandigheden ook mijn plicht, aan deze zijde een werking op touw te zetten. In deze zin heb ik dan een brief geschreven aan Z.M. de koning, om zijn tussenkomst te vragen bij het koninklijk hof in Engeland. Ik heb ook een brief geschreven aan H.M. Koningin Elisabeth, in de Engelse taal, en aan de Eerste-Minister van Engeland. Het resultaat van deze twee brieven is als volgt: dat de onderscheidene Koninklijke Hoogheden deze zaak aanhangig hebben Gemaakt aan de wederzijdse ministeries van Buitenlandse Zaken, zowel dus aan het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken als aan ons ministerie van Buitenlandse Zaken, en dat deze beide ministeries nu zullen trachten deze zaak te onderzoeken.

Ondertussen heeft collega Traen zijn juridische studie over die kwestie beëindigd. Volgens het artikel dat ik hierover in de pers gelezen heb, heb ik kunnen vaststellen dat hij geen juist standpunt in die zaak heeft kunnen nemen. Hij is het antwoord schuldig gebleven en hij zegt noch ja noch neen. De heer Traen geeft bij zijn studie wel inlichtingen, maar hij neemt geen definitief standpunt in; hij is zeer voorzichtig. Ziehier waarom ik nu hier over spreek: omdat iemand van Buitenlandse Zaken mij getelefoneerd heeft, gevraagd en gezegd heeft: Laat absoluut die zaak vallen, want dit zou diplomatieke verwikkelingen kunnen teweegbrengen.

(Gelach.) Dit is een feit. Ik heb gezegd aan die persoon: Dit is juist een enige gelegenheid om de crisis op economisch gebied in ons land op te lossen. Ik heb getracht hem te overtuigen van de juridische waarde van de akte en ik heb gezegd: Wij zullen ervoor vechten om recht te laten gelden. Ik heb ook gezegd: Voilà, er worden ongeveer 445 miljoen kg. vis per jaar in de territoriale wateren van Engeland en Schotland samen gevangen. 247 miljoen kg per jaar voor Engeland en 195 miljoen kg voor Schotland. Ik heb gezegd aan die persoon van Buitenlandse Handel: Ik zal voor die zaak vechten tot het laatste haartje op mijn hoofd. Ik ben dan nog verder gegaan en ik heb gevraagd aan iemand van het visserijbedrijf of hij zou bereid zijn met zijn schip het experiment te wagen om in de territoriale wateren van Engeland te gaan vissen.

Ik heb een akkoord bekomen en ik heb dan geschreven aan de Stad Brugge en gevraagd, aangezien in de akte van Karel II vermeld staat dat in geen geval in de territoriale wateren mag gevist worden zonder geleibrief, mij een dergelijke geleibrief te bezorgen.

Er werd dan gezegd: wij zullen of wij kunnen voor dit schip nog geen geleibrief geven om in die territoriale wateren te gaan vissen, zolang onze collega de juridische kant van deze zaak niet onderzocht heeft. Het schijnt nu dat de zaak onderzocht is.

Misschien is die telefoon van Buitenlandse Zaken wel bedoeld om de zaak op een heel lange baan te schuiven, maar, volgens de akte van Karel II, volstaat een geleibrief van de stad Brugge. Daarmee zouden wij kunnen van wal steken, en wanneer daartegen opgetreden wordt, de zaak kunnen aanhangig maken aan een internationaal gerechtshof dat dan de koe zou kunnen bij de horens pakken. Anders zullen wij binnen vijf of tien jaar nog steeds spreken over de akte van Karel II en zullen wij geen stap verder zijn. Daarom vraag ik, Mijnheer de Burgemeester, om een geleibrief te krijgen om in de territoriale wateren te mogen gaan vissen. Misschien zullen ze wel onze boel aanslaan, onze vis en ons vaartuig, maar dan zullen wij een punt hebben om te vertrekken. Dit is de vraag die ik zou willen stellen.

DE HEER BURGEMEESTER.- Mijnheer Depaepe, ik heb goed geluisterd naar uw zeer interessante uiteenzetting. U zegt dat de zaak aanhangig werd gemaakt bij de Engelse en Belgische ministeries van Buitenlandse Zaken, en U zegt ook dat dit een stap vooruit is. Ik betwijfel dit. Enkele dagen terug hebben wij het verslag van onze collega Traen ontvangen. Wij zullen dit verslag in de schoot van het Schepencollege bespreken. U zegt dat de heer Traen geen bepaald standpunt ingenomen heeft en dat hij zeer voorzichtig is in die zaak....

DE HEER ARNOU.- ‘t Is een jurist.
DE HEER BURGEMEESTER.- …Wij moeten voorzichtig handelen. Na onderzoek van het verslag zal het Schepencollege oordelen welk standpunt dient ingenomen. Dit zal in de loop van de eerste dagen gebeuren. Dan zal U misschien een geleibrief overhandigd worden. Ik zeg: misschien.

- Nog andere ordemoties ?
Ik verklaar de openbare zitting voor geheven.

Nabespreking van de Gemeenteraadszitting van 17 juni 1960

1.De Visserijorganisatie “Technivox”

Ikzelf heb deze Visserijorganisatie opgericht. Het woord “Technivox” spreekt voor zichzelf: “De stem van de Techniek” Er zijn twee afdelingen voorzien:

a) De Technische Documentatieburelen voor de Zeevisserij, de Zeevishandel en de Visindustrie.
b) De rechtskundige inlichtingsdienst.

Wat de technische Documentatieburelen voor de Zeevisserij, de Zeevishandel en de Visindustrie betreft, staan er duizenden dossiers ter beschikking van de reders, de visgroothandelaars, de viswinkeliers, de visventers en de visindustrieën.

Onder visindustrieën verstaan wij: visdrogerijen, viszouterijen, visrokers, visconservenfabrikanten enz...
Deze dossiers worden kosteloos ter inzage gesteld van alle betrokken partijen.
In deze dossiers vindt men al de laatste snufjes van materialen, apparaten en machines om bijv. een schip te bouwen, een nieuwe viswinkel, gekoelde viswagens of een conservenfabriek op te richten.

Vooral aan de koeltechniek wordt er grote aandacht besteed omdat mijn droom steeds geweest is de toepassing te zien van de koelketting van de vis, het is te zeggen vanaf dat de vis gevangen wordt totdat hij bij de verbruiker komt.

Wat nu de Rechtskundige Dienst van Technivox betreft, omvat deze alle nationale en internationale visserijreglementen, visserijwetten, conventies, traktaten enz...

2. In deze zin heb ik dan een brief geschreven aan Z.M. de Koning om een tussenkomst te vragen bij het koninklijk van Engeland.

Ik had in de nationale pers gelezen, dat Z.M. Koning Boudewijn een staatsbezoek zou brengen aan Koningin Elisabeth II van Groot-Brittannië en dat hij zou vergezeld zijn van de Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Paul Henri Spaak. Ook de Minister van Buitenlandse Zaken van Groot-Brittannië zou van de partij zijn.

Dit alles zou gebeuren in Buckingham Palace te Londen. Dit was voor mij een sublieme gelegenheid om deze vier persoonlijkheden op de hoogte te brengen van de Brugse Visserijprivi1egies vooral steunende op het feit dat er in de loop der tijden nog geen sluitend bewijs geleverd werd dat zij niet meer rechtsgeldig zouden zijn. ik schreef prompt vier brieven gericht aan Buckingham Palace en het moet wel ingeslagen zijn want vanuit Londen kreeg ik vier antwoorden, twee afzonderlijke brieven van de Koninklijke Hoogheden, en twee afzonderlijke brieven van de heren Ministers van Buitenlandse Zaken.

Zouden zij dit besloten hebben bij het drinken van een lekker theetje? - God weet !  

3. De Heer Arnou - Hij is een advocaat van formaat. Thans is hij onderzoeksrechter te Brugge. Hij trad op als C.V.P. Gemeenteraadslid.

4. Met betrekking tot mijn aanvraag van een geleidebrief, zegt Burgemeester Pierre Vandamme: “Ik zeg misschien”. Ik voel nu reeds aan dat ik het niet onder de markt zal hebben om een geleidebrief te bekomen. Ergens schuilen er addertjes onder het gras..... en dit zal wel uitkomen.

Lees verder: Mensen maken de geschiedenis (deel 5)

Nadruk verboden

wandelplaats-van-sint-james-park

Tekening van de kunstenaar S. Begg. Inspiratie van dit kunstwerk heeft hij gevonden in het toneelstuk “English Nell” dat gespeeld werd in de Prins van Wales Schouwburg. Fragment van het tweede deel: “In de beschutte wandelplaats van St. James Park”.
N.B.: Mevrouw Nell Gwin, was onder de Engelse bevolking één der meest sympathieke maîtresses die Koning Karel II heeft gehad.

Mensen maken de geschiedenis (deel 4)

Victor Depaepe

Heyst Leeft
1988
03
002-008
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:44:32