Nota’s

Jan van Hinte

  1. Over een van de werkelijk artistiek uitgevoerde grafschilderingen in de St. Baafskerk te Aardenburg schrijft een kunsthistoricus o.m. als volgt : "Wederom verrassen ons de plompe voeten in dit zo stijlvolle beeld". Er kan geen andere conclusie zijn dan dat deze zeer geleerde auteur zich onvoldoende heeft ingeleefd in de toenmalige werkomstandigheden. Hier is dus sprake van schrijftafel-geleerdheid.
    Ook moet er bezwaar worden aangetekend dat deze wetenschappelijke criticus naar een vooropgestelde mening toe redeneert als “à tort et à travers” wordt gesuggereerd dat sjablonen van papier of van hout werden gebruikt ook als in de grafschilderingen zelf absoluut geen enkel bewijs voor die suggestie aanwezig is. Alleen maar ingegrifte lijnen om plaats en vorm van de te schilderen figuren aan te geven.
    Dan zouden we dus ook aan sjablonen moeten denken bij vele schilderingen in de catacomben, omdat daar vaak de omtrekken van de figuren met een dolk werden ingekrast.   (2)
  2. De vroegchristelijke schilderkunst. Pierre du Bourget. s.j.
  3. De Franse koning Philips II Augustus (1165-1223) werd afgebeeld met een iris in zijn hand. Zijn grootvader Lodewijk VII voerde een schild met daarop de lis. Op latere keizerlijke afbeeldingen, die kennelijk op voorstellingen van Wodan geïnspireerd waren, is de vorst slechts door een vogel vergezeld o.a. Constantijn in de kerk van Parthena-le-vieux en Karel in de dom van Zurich. (Farweck; Het teken van dood en herleving en het raadsel van het Angelsaksische runen kistje. pag. 64)
  4. In het nummer 1 en 2 van de 74ste jaargang van "Biekorf" staat een artikel, dat jaarlijks op de sterfdag van Lodewijk van Nevers (alias Lodewijk van Grecy) de graftombe, en later de gedenkplaat in de marmeren vloer van het koor, in de grafelijke kapittelkerk in Brugge werd versierd met lis en riet. Indien het de bedoeling is geweest van de au­teur verband te leggen tussen het "riet" in de gracht, waarin het lijk van Lodewijk (1346) werd gevonden (door koning Edward III) en het "riet" als versiering bij de graf­tombe dan is dat o.i. ten onrechte. Lis en riet moeten bij de graftombe de bedoeling hebben gehad de macht tot uitdrukking te brengen die Lodewijk bij zijn leven bezat.
  5. Grimm : Sprookjes voor Kind en gezin. Lemniscaat Rotterdam 1974.
  6. C.G. Jung. Psychologie en alchemie. Jung vermeldt als een van de mogelijkheden: "die beim Tod entwichene Seele (anima) wird dem toten Körper wieder vereinigt, zur Belebung derselben". Dat wil dus zeggen: de onmiddellijke opstan­ding.
  7. Bij de Bataks op Sumatra wordt vaak de vogel beschouwd als de ziel van de overledene. Maar soms ook als de vogel die de ziel van de dode naar het dodenrijk brengt. We zien dan ook bij de Bataks ,bij dodenfeesten, altijd enkele dansers in de vermomming van een vogel. Omdat zij de neushoornvogel als de heilige vogel beschouwen zijn sommige dansers dan ook uitgedost als een neushoornvogel.
  8. Jan de Vries; "Altgermanische Religionsgeschichte I", pag.219 :
    De met geestkracht geladen nageboorte van een paard wordt nu nog ham of haam genoemd . In sommige streken van ons land voelde men zich in het begin dezer eeuw nog verplicht daarbij bepaalde oude riten te handhaven: Zodra het veulen op zijn poten stond hing men de "haam" (in Drente het "voel") over een tak in een boom voor het huis. Volgens schriftelijke mededeling van bevriende zijde legde men in sommige streken in Frankrijk nog na de 2de wereldoorlog  de nageboorte op de rug van het veulen om het meer levenskansen te geven zoals men daar zeide.
  9. Jan de Vries; “Altgermanische Religionsgeschichte I, pag.  228
    Die tierische oder mensliche Form der menslichen Persönlichkeit fuhrt leicht zur Vorstellung einer der Menschen begleitenden Seele (fylgja, te vergelijken met de genius van de Romeinen), eines seelischen Döppelgangers. Sie ist nicht einfach Bild, sondern das das geistige Wesen an sich.... die fylgja nicht nur Projection des inneren wesens eines Menschen nach auszen, sondern auch ein aus zerhalb des Menschen für sich bestehendes Wesen ist, das ihn lenkt... Wie leicht heidnische und christliche An- schauungen auf dieser Stufe ineinander überflieszen, zeigt die Geschichte von Sidu-Hallr; als diese hört, wie gnädig der Erzengel Michaël denen ist, die ihm vertrauen, wünscht er diesen als seinen "fylgju engill" zu bekommen. Der Katholische Glaube an Heilige, die als Patronen ihrer Verehrer fungieren, selbst aus volkstümlichen Anschauungen in das Christentum hineingewachsen, ist auch der ähnlichen Germanischen Denkweise weitgehend entgegen gekommen, und das het zu einer so innigen Verschmelzung geführt, dasz wir Heidnisches und Christliches kaum meher trennen können.
  10. Een datoe viel in meerder opzichten nog te vergelijken met een sjamaan. In trance kon (kan) hij inlichtingen van hogere machten ontvangen zoals b.v. wie of wat de oorzaak was van een epidemie en wat daartegen moest worden gedaan. 
  11. Jan de Vries; Altgermanischen Religionsgeschighte I, pag. 186.
  12. Omdat in de lente de zonnewarmte alles deed groeien en bloeien, wilde men met magische riten bewerkstelligen dat de zon meer warmte zou geven. In duizenden dorpen en dorpjes werden in de lente grote vuren ontstoken. Dit is de oorsprong van het "Paasvuur". Vaak stond op de grote hoop droog hout en takken een groot rad. Het zonnerad.
    Ook werd dit lentevuur, als het kon, op een hoogte aangelegd. De vlammen waren dan over grote afstand te zien. En dat zou. dus de vruchtbaarheid der akkers in de wijde omtrek bevorderen. Ook het eten van eieren met Pasen is van heidense oorsprong. Dat uit een ei, een schijnbaar dood ding, een kuiken kon komen was een mysterie. Men dacht dat men, door het eten van het ei, zelf deel had aan het mysterie van het ontstaan van het leven. De R.K. kerk paste zich aan. Het ei werd het symbool van de op­standing. Grolman vermeldt in haar "Nederlandse Volksgebruiken" : "Het ei is ook het type van de eucharistie en als zodanig zijn de R.K. Christenen verplicht het met Pasen te nuttigen. In de middeleeuwen legde men in het graf van Christus dat in het priesterkoor vóór in de kerk nabij het hoogaltaar werd opgesteld (zoals met Kerstmis een kribbe), naast het kruis ook eieren om daardoor de opstanding symbolisch aan te duiden.
  13. Symbool i. /\/ zien we driemaal op het wapenschild van Adriaan Florisz. Boeyens te Utrecht. Deze Adriaan sterft in 1523 als Paus Adrianus VI te Rome. Op zijn grafmonument zien we zesmaal het teken h. Was dit teken \/\ voor hem een symbool voor de zon? En bedoelde hij daar dan Christus mee?
  14. Het onderste deel van deze grafschildering was praktisch verdwenen, naar wordt aangenomen als gevolg van de invloed van de vloeistoffen, die bij de ontbinding van het lijk in de grafkuil komen.
  15. Brochaus Enzyclopädie deel 16 v.d. 17de   druk blz. 249. Op dezelfde blz. een "Altern nordische Runnenreihe" uit de 5de  eeuw met op de 15de  plaats een (a) en een "Altere nordische Runenreihe" uit de 6de  eeuw met op de 15de  plaats een (b)
  16. Edda. Vertaald en van inleidingen voorzien door Prof. Dr. Jan de Vries, vierde druk, blz. 50.
  17. In deel 16 van de Brockhaus Enzyklopädie staan op pag. 249 twee runenrijen afgedrukt waarbij in beide rijen op de twaalfde plaats de (b) rune staat.
  18. Die Welt der symbole" von Dorothea Forstner O.S.B. D. Forstner was jarenlang medewerkster van Prof. Dr. Pius Parsch, de "Gründer des Volksliturgischen Apostolates".
  19. Een volkomen andere verklaring van "doopwater, priester, kaars" geeft Erich Neumann op pag. 293 van zijn boek "Die grosse Mutter". Daar staat :
    "Aber der matriarchale Mutter-Sohn-Inzest vollzieht sich nicht nur auf der Stufe der unteren Fruchtbarkeit, sondern ebenso auf höhere Ebene. Fackel und Licht sind auch zeugende Geist-Symbole, und noch im Katholischen Ritus der Weihung des Wassers  des Mutterlich gebärenden Prinzips  wird die brennende Kerze ins Wasser gesenkt und in ihm aufgeloscht mit dem Spruch : "ab immaculato divini fontis utero in novum renata creaturam progenies coelestis emergat". (Uit de onbevlekte schoot van de Bron, die god is, rijze op, tot nieuw schepsel, een hemels kroost).
    In aansluiting hierop schrijft Neumann dan : "Durch den Hieros Gamos mit dem licht und dem Feuer wird das Obere und das Untere Weibliche entzündet, und noch Maria ist "igne sacro inflammata".
    Das Geheimnisvolle dieses Geschehens besteht darin, dasz das Weibliche das in ihm zeugende licht immer auch als den von ihm geborenen Sohn erkennt und dasz das Mysterium des Mutter-Sohn-Inzistes den heimlichen Hintergrund dieser Geisterführung des Weiblichen bildet. So ist auch Christus der Bräutigum der Maria-Kirche, die seine Mutter ist und bleibt. Das alte matriarchale Mysterum der Geburt des Licht-Sohnes lebt in den Worten : "Die Jungfrau het geboren, das licht wächst . Die Geburt des Göttlichen Kindes, ob dies den Namen Horus, Osiris, Helios, Dyonysos oder Alon trägt, wurde in Alexandrien im Koreion, dem Kore Geweihten Heiligtum gefeiert und zwar am Tag der Wintersonnewende, der Geburt des neuen göttlichen lichtes.
    Daarom wordt de geboorte van Jesus ook gevierd tijdens winterzonnewende.
  20. Prof. Dr. J.J.M. Timmers, Symboliek en iconografie der Christelijke kunst.
  21. Bauerreis (O.S.B.) Das lebenszeichen.
  22. Natuurlijk werden al heel vroeg de tempels gebouwd naar de vorm van de hemelberg. Met veel steden omhoog naar het sacrale. Ook de vorsten hebben dit voorbeeld gevolgd. De marmeren treden van hun paleizen maakten goed duidelijk dat men opsteeg naar een gewijde plaats. En zelfs in de middeleeuwen werd hier elk raadhuis gebouwd met een hoge stoep. Burgemeester en schepenen vertegenwoordigen dan immers zowel geestelijk als materieel, de "hogere macht". Drs W.P. Dezutter wijst in zijn scriptie "Beschilderde middeleeuwse grafkelders in Zeeuws-Vlaanderen "op de overeenkomst tussen de grafschilderingen waarop de hemelberg met daarop het kruis en sommige middeleeuwse handgemalen (een handgemaal is een notarismerk of een notaristeken)".
    Hij schrijft : "Hetzelfde kruisteken wordt tevens teruggevonden op een verhoging of voet bij oude notarismerken".
    Als het mogelijk zou zijn uit te pluisen waar die notarissen toen dit zinnebeeld vandaan hebben gehaald zouden we misschien dezelfde "op eigen voordeel gerichte toe-eigening" van het oude symbool dat sacrale macht inhield  ontdekken als dat ook het geval is geweest bij de stoepen van vorstenpaleizen en raadhuizen.
  23. Soms vliegt dat schip in de gedaante van een neushoornvogel door het luchtruim daarheen.
  24. Timmers : Symboliek en iconografie.
  25. Men neemt tegenwoordig aan dat Homeros leefde in de tweede helft van de 8ste  eeuw v. Chr. Hij wordt beschouwd als de dichter van de Illias en de Odyssea.
  26. E.C. James : "Religionen der Vorzeit".
  27. W. Brede Kristensen, "Symbool en werkelijkheid".
  28. Hierbij moet worden opgemerkt dat niet bij alle priesters deze gedachte geldt of heeft gegolden. Bij meerdere priesters leefde (en leeft nog) het begrip niet boven hun parochianen te staan, maar gewoon ertussen als hun gelijke, Maar wel, door hun winding, de opdracht te hebben hen te geleiden. Daarom dus ook niet op de dag der opstanding, met de Heer tezamen, de gelovigen tegemoet te treden. In tegendeel tezamen met hen tegenover de Heer te staan om verantwoording af te leggen voor de wijze waarop hij als priester zijn opdracht heeft vervuld. Hierop extrapolerende zou dan kunnen worden verondersteld dat men in de middeleeuwen kan hebben gedacht dat de priester, doordat hij tegenovergesteld georiënteerd werd begraven, ook in zijn graf nog de in zijn nabijheid rustende gelovigen moest beschermen en hoeden.
  29. "Beschilderde middeleeuwse grafkelders te Aardenburg en Sluis", pag. 64, (scriptie van Drs. W.P. Dezutter en Drs. Jacob).
  30. Waaraan we dan gaarne zouden willen toevoegen dat de christenen, ook nu nog, erg vaak meer indachtig zouden moeten zijn aan de woorden van Jezus : "Wat gij de minste Mijner broeders hebt gedaan, dat hebt gij Mij gedaan".
  31. Klementine lipffert; "Symbolfibel" 4de  druk pag. 142.
  32. Erich Neumann: Die grosse Mutter. Die Archetyp des grossen Weiblichen. (296-297)
  33. Afbeelding 31 is overgenomen van de pla naast pag. 96 in "Die Anfange der Astronomie" van B.L. van der Waerden. Het onderschrift onder die plaat (ingekort) luidde: "Ritszeichung aus der Seleukidenzeit (312-64 v. Chr.) Die Jungfrau mit der Ahre, die man auch auf ägyptischen Abbildungen findet. Tierkreisbild Jungfrau oder sessen hellsten Stern Spika. Das griechische Wort Spika bedeutet Ahre. Die Zeichung deutet darauf hin, dass die Vorstellung der Jungfrau mit der Ahre ursprünglich babylo- nisch war. Aus E.F. Weidner, Arckif für Oriënt Forschung.
  34. Prof. K.H.Bouman, Forgotten Gods, pag. 26, 27, 28.
  35. Karl Heinrich Deschner: Abermals krähte der Hahn, pag. 336-367.
  36. Neumann beschouwde dit beeld als een afbeelding van Diana. Diana was een Italische maan- en jachtgodin door de Romeinen gelijkgesteld met Artemis.
  37. H.M. Böttcher: "Gott hat viele Namen", pag. 355.
  38. Erich Neumann, "Die grosse Mutter, pag. 309
  39. "De zwarte Madonna", Ir. F. de Fremery, in Nehalennia V. 2. 1960.
  40. Fustel de Coulange (1830-1889) professor aan de Sorbonne.
  41. Dorothea Fortsner O.S.B. "Die Welt der Symbole", pag. 225
  42. Dr. Jos Schrijnen. Nederlandse Volkskunde I, pag. 247
  43. De oudste tot nu toe bewaard gebleven blokboeken werden vervaardigd in steden als Brugge, Brussel, Utrecht en Haarlem. Biblia pauperum, Ars moriendi. Apocalypsis, Specu­lum humanae salvationis. (1430-1480)
  44. Nu Spitsbroek geheten, ongeveer 3 km O.Z.O. van het raad huis in Aardenburg. Nederzetting in het laatst der 12e eeuw van de monniken van de abdij Ter Doest om het land opnieuw in cultuur te brengen na de overstromingen in het midden der 12de  eeuw.
  45. H. Halbertsma: Terpen tussen Vlie en Eems II, 1963.
  46. De limbus is de plaats waar de zielen der rechtvaardigen van het Oude Verbond de komst van Christus afwachten. (Het voorgeborchte der Vaders, de Limbus Patrum). De Limbus Infantium is het voorgeborchte der kinderen, de plaats waar de kinderen met hen op één lijn te stellen personen verblijven, in staat van erfzonde gestorven zijn, zonder besmet te zijn door persoonlijke actuele zonde. Hun toestand wordt gewoonlijk geschetst als een staat van (natuurlijk) geluk, zonder de minste smart en zonder droefheid omtrent het gemis der hemelse glorie.
  47. Edda van prof. dr. Jan de Vries. Elsevier 1942.
  48. Heidens ritueel; besprenkelen met water van pasgeborenen kinderen.
  49. E.O. James, "Myth, and ritual" in Eranos-Jahrbuch 1949, Band XVII.

Nota's

Jan Van Hinte

Rond de poldertorens
1982
02
112-118
Mado Pauwels - Chantal Dhondt
2023-06-19 15:26:46