Georges Parez : een sociaal bewogen en goed mens
Getuigenis van zuster-overste Jean-Marie Bleyaert Zusters Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen
Vele jaren had de heer Parez een bloeiende zaak in meubelen, tapijten en behang in de Vlamingstraat te Heist. Zo kwam hij in contact met heel veel inwoners en leerde hij ook de noden en het wel en wee van de Heistse bevolking kennen.
Wereldoorlog II werd voor hem een periode, waarin hij zijn overtuiging en zijn vaderlandsliefde in daden kon omzetten. Het werd voor hem een uitzonderlijk zware en zelfs pijnlijke tijd, vol spanning en angst, ook voor zijn familie.
Van bij de bezetting was hij actief lid in het verzet. In 1943 werd hij door de Duitsers aangehouden en opgesloten in de Brugse gevangenis. Na korte tijd werd hij overgebracht naar Sint Gillis en Essen. Maar, evenals zovele anderen, voor de Duitsers ‘staatsgevaarlijken’, werd hij uiteindelijk gedeporteerd naar het concentratiekamp van Esterwegen in Duitsland. Ook notaris Jean-Baptiste de Gheldere deelde met hem hetzelfde lot. Het zouden later heel goede vrienden blijven.
Met een zekere fierheid, maar tevens met echte afkeer, zal hij later vertellen over die vele maanden van onmenselijke behandeling en knagend heimwee naar zijn lieve echtgenote en kinderen... naar zijn dierbaar Heist.
Met een ongelooflijk geduld oefende hij dag aan dag zijn geheugen o.a. met het maken van versjes, die hij, uiteraard zonder die te kunnen neerschijven, gedurig herhaalde. In zijn christelijke overtuiging putte hij tevens de moed om de strijd vol te houden, door de gebeden die hij stamelend, meermaals per dag, reciteerde. Zijn catechismus was hem in het hart geschreven en wie zal ooit kunnen vermoeden, wat al beelden hem daarbij voor de geest werden getoverd?
Hij overtuigde zichzelf dat eens de dag zou komen, dat hij terug zou verenigd worden met zijn echtgenote.
Vanuit zijn cel sprak hij met haar en riep bijwijlen hardop: ALICE, ik kom terug...
Na de intocht van de Amerikanen werd hij bevrijd door Generaal Patton, samen met Jean-Baptiste de Gheldere en anderen die levend uit dit avontuur kwamen.
Schaars 40 kg wegend, totaal uitgeput, maar met een onverzettelijk vertrouwen in een nieuwe toekomst, kwam hij met de trein naar Brugge.
Het spookbeeld van honger en ontbering was hem welbekend.
Ik hoor hem nog vertellen dat hij bij zijn aankomst in het station van Brugge, op het perron, een jongen zag die een stuk brood weggooide. Dat was hem teveel en ...vertelt hij: ‘Ze moesten hem in bedwang houden, of ik gaf die jonge verkwister een rammeling...’
Eenmaal hersteld, was de jonge meertalige Heistenaar een tijdje werkzaam als vertaler. Samen met de Gheldere, stelde hij zich daarna kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen in 1946. De CVP-lijst behaalde de overwinning, zodat op 1 januari 1947 de Gheldere burgemeester werd en Georges Parez het ambt van schepen mocht waarnemen.
Er stond hem als schepen van openbare werken een zware taak te wachten. Onder zijn impuls, werd het door beschietingen fel geteisterde Heist, volledig heropgebouwd. In 1953 stond hij voor een nieuwe uitdaging, na de zware overstroming met ernstige dijkbreuk als gevolg.
Op sociaal vlak zorgde hij, als voorzitter van t’ Heist Best, voor de uitbreiding van het contingent sociale woningen.
Hij had veel aandacht en toewijding voor jonge mensen, had jarenlang het voorzitterschap van de gemeentelijke vak- en handelsschool, waarin talloze jongeren werden geschoold en bijgeschoold.
Andere initiatieven worden eveneens in grote mate aan hem toegeschreven. Onder andere het probleem van de ontzanding en de bestrijding ervan, de sanering van de zeedijk, de uitbouw van het brandweerkorps, de oprichting van een gemeentelijke ambulancedienst.
In 1967 nam hij ontslag als schepen, om plaats te maken voor jongere elementen.
Een rustperiode werd het in geen geval.
Op 10 augustus 1947, 50 jaar geleden, was Georges Parez in de hoedanigheid van schepen aanwezig bij de inwijding van de kliniek O.L.V. ter Linden te Knokke. Hier zou later voor hem een belangrijke rol weggelegd zijn.
In 1971 werd hij ondervoorzitter en in 1980 voorzitter, in opvolging van de heer Jozef Staelens.
Hier nam hij dadelijk zijn volle verantwoordelijkheid op en zette zich met alle kracht in voor de verder uitbouw van het ziekenhuis. Toen de uitbreiding noodzakelijk werd, stelde hij alles in het werk voor de verwerving van de grond van het Bremhuis. Hij bracht het tot een succesvolle oplossing. Als voorzitter van het bouwcomité heeft hij de werken geleid van 1974 tot 1979. De inhuldiging van de nieuwe vleugel (nov. 1979) was voor hem een heuglijke dag.
In de periode 1973 - 1981 nam Georges Parez het ook op zich om samen met de algemeen overste en de directrice van OLVO de bouwwerken in de Kursaalstraat en de Kerkstraat te volgen en te adviseren.
In 1985 nam hij ontslag als voorzitter van de Raad van Beheer van het ziekenhuis en werd opgevolgd door vrederechter Beuselinck.
In het ziekenhuis, waaraan hij zoveel tijd en energie en vooral warme aandacht schonk, is hij zachtjes heengegaan.
Wij zullen Georges Parez blijven gedenken en dankbaar zijn naam vernoemen, vooral in het jubileumjaar dat straks met luister zal gevierd worden op 13 december aanstaande.
Een schepen, een beheerder, een voorzitter, een sociaal bewogen en goed mens... om nooit te vergeten.