Hoofdstuk I
A. Ligging van de dorpsmolen van Oostkerke
René De Keyser
De dorpsmolen staat sinds eeuwen ten westen van de kerk, op de westkant van de huidige Eienbroekstraat, die loopt van het dorp naar de wijk Eienbroeke.
Volgens de kadasterkaart van Popp, gemaakt omstreeks 1845, draagt de molenwal het nummer Sectie C nr 172 en 173, met een oppervlakte van resp. 3a 20 ca en 10a 90ca. Volgens de ommelopers of oud kadasterregisters ligt de molenwal in het derde begin van de Kerkwatering van Oostkerke en had de molenwal een oppervlakte van 108 roeden.
In een ommeloper van de Kerkwatering, op het Rijksarchief te Brugge, steekt een 17de of 18de eeuws schetskaartje van de molen en de omgeving, dat door een onbekende landmeter gemaakt werd om de tekst van de ommeloper duidelijker te maken. De molen staat er op getekend en ook een verdonkerde landweg, die lag ten westen van de molen, is er zichtbaar. Die verdonkerde landweg was oorspronkelijk een deel van de tweede oudste weg op Oostkerke, nl. de Spegelsweg.
De Spegelsweg begon op Sijsele aan de Antwerpse Heerweg en liep naast Spermalie in noordelijke richting voorbij Bonem op Damme, in de richting van Oostkerke waar hij ten oosten van het kasteel lag en doorliep voorbij de dorpsmolen naar Eienbroeke en verder naar de Heernis op Oostkerke. Het was de verbinding tussen de bezittingen van de Heren van Oostkerke. Hij bestond al in 1134, want dan werd hij doorsneden door de overstroming waardoor het Zwin ontstond. Langs de Spegelsweg bezaten de Heren van Oostkerke in de 13de eeuw het landgoed Spermalie waarop later de abdij van Spermalie verrees te Sijsele, het landgoed Bonem met de Bonempolder te Damme, hun woning of kasteel, in Oostkerke, de dorpsmolen en een deel in de Heernis te Oostkerke (1). Reeds uit de ligging van de dorpsmolen blijkt dus het verband dat hij had met de Heren van Oostkerke.