Flitsen bij en na de evacuatie van Heist
Uit een brief van Eerwaarde Zuster Thérèse (Jeanne Creyf) Zusters Onbevlekt Ontvangen Heist
16 september 1944, ik was toen 16 jaar oud en woonde met mijn ouders en familie in Heist.
Op maandag 25 september 1944 moesten we samen met alle inwoners van Heist evacueren. Binnen de 48 uren have en goed verlaten want Heist zou beschoten worden en onder water gezet. Wij gingen op zoek naar logement en vonden dit in de Koningslaan te Knokke. We verzamelden onze inboedel op een stootkar en gingen zo vlug als het kon richting Knokke.
Ter hoogte van de villa “De Pagode” langs de grote baan hoorden we plots een hels lawaai. De obussen vielen rondom ons aan scherven. Ik raakte in paniek en liet mij op de grond vallen doch mijn broer trok me bij de arm recht want wij moesten verder.
Eens voorbij de watertoren hielden we halt. Ineens werd ik getroffen en kreeg een hevige pijn in mijn linker scheenbeen en uit een wonde sijpelde een straal bloed tot in mijn schoen. Ik knoopte mijn zakdoek rond mijn been en zo goed als ik kon sukkelde ik naar ons logement. Andere vluchtelingen hadden ons onderweg gezien en al vlug deed het nieuws de ronde dat mijn been afgerukt was en zelfs dat ik aan de verwondingen was bezweken. Ik moest mij aanmelden in de Kolonie naast het stadhuis. Daar aangekomen dacht ik alleen te zijn doch wat zag ik daar allemaal!
Wat was mijn wonde en pijn maar klein in vergelijking met al die andere slachtoffers die hulp nodig hadden. Een vriendelijke dame, mevrouw Noël, kwam mij helpen en toen heb ik dr. Mattelaer ontmoet die samen met zijn lieve echtgenote de gekwetsten verzorgde en ondersteunde met goede raad. Aangezien er zoveel gekwetsten waren en die meer hulp nodig hadden dan ik, kreeg ik het nodige materiaal mee om zelf mijn been te verzorgen.
God dank kwam dit goed in orde. Wij moesten iedere nacht schuilen in een kelder niet ver van onze woonst maar die zat vol muggen. Gelukkig kon iemand aan stro geraken om te verbranden zodat die beestjes vlug hun weg naar buiten zochten maar van slapen kwam er niet veel in huis.
Op 1 november werden wij bevrijd. Enkele mensen trokken al naar Heist om te zien of hun huis nog recht stond. Van uit het appartement waar wij verbleven zagen wij rookwolken opstijgen... drie huizen stonden in brand.
Eén ervan was van mijn zuster, alles was weg. Ja mijn familie is niet gespaard gebleven in de oorlog.
Een schoonbroer werd vermist tijdens de overtocht met de vissersvaartuigen naar Engeland en een broer gedood in een bombardement in Duitsland en dit op de dag dat hij naar huis zou komen. Gelukkig zijn wij in ons landje jaren gespaard gebleven van oorlog.
Laat ons hopen dat VREDE geen ijdel woord is !