60 jaar geleden
Watersnood 1953
André Desmidt
Geef ons heden ons dagelijks brood
Maar alstublieft geen watersnood
Veel van onze lezers hebben het nog meegemaakt. Vele anderen weten het van horen zeggen. 1 februari 1953... een datum om nooit te vergeten !
Een samenloop van omstandigheden: zware Noordwesterstorm en springtij ! Bij ons bleef het beperkt tot materiële schade maar in Nederland vielen er meer dan 1800 doden. Beelden die de mensen van toen zeker zijn bij gebleven zijn de grote bres van aan het Heldenplein tot aan de winkel van Freddy Shop op de hoek met de huidige Albatrosstraat (zeg maar een bres voor het Hotel des Bains), de grote schade aan de voorgevels van de hotels en villa’s langs de Zeedijk, de blootliggende funderingen, het Heldenplein dat volledig onder water stond en de vernielingen aan de spoorweg...
De schade werd in feite nog beperkt door een grote rioolbuis in beton die liep langs de Zeedijk en die de golven toch een beetje kon breken.
Bijzondere herinneringen heeft men ook aan de hulpverlening: het leger dat reeds de dag nadien ter plekke was om hulp te bieden, de scouts van Brugge die kwamen om te helpen, de onbaatzuchtigheid van de brandweer en de politie en Burgemeester de Gheldere en zijn schepencollege die niet alleen zorgden voor de nationale contacten, de regeling van schadevergoeding maar ook dicht bij de mensen stonden.
In die momenten is een bemoedigend woord ook zeer belangrijk. Langs de zeedijk woonden veel mensen in de kelder (de sous-sol) in de villa’s van de rijken uit het binnenland die woonden op de belle-étage. Zij hebben enorm afgezien want alles wat ze hadden stond onder water. Ze moesten worden geëvacueerd.
In de grote hotels langs de Zeedijk was er ook zeer veel materiële schade. Aan de kant van de Zeedijk waren er grote glaspartijen en die werden uiteraard vernield door de golven waardoor het water vrij spel kreeg en binnenstroomde doorheen de grote eetzalen, in de keuken, de hall en natuurlijk in de kelder.
Het water liep door de zijstraten van de Zeedijk naar beneden. Het kolkende water zocht zijn weg doorheen de Kursaalstraat. In het klooster van de zusters liepen de kelders ook vol en dat was een ramp want de volgende dag zou zuster Vanmaele geprofest worden. Zij was de dochter van een vooraanstaande bakkersfamilie uit Brugge (zuster van de latere Burgemeester van Brugge) en de kelder stond dan ook vol met gebak en taarten voor het feest.
De toenmalige werkman getuigt: ik werd ’s nachts opgeroepen om hulp te bieden. Een van de opdrachten was om samen met de zusters de kelders leeg te maken want die stond vol taarten. “Die nacht heb ik nog nooit zoveel nunnebillen gezien !!! ” vertelde hij mij met glinsterende oogjes.
Door de straten heen stroomde het water over de boulevard en de spoorweg naar de Knokkestraat waar ook heel wat kelders onder water liepen. De schade aan de spoorweg was zeer groot. Ook aan het sas van Heist was er heel veel vernield.
Het herstel
Na de storm kwamen mensen van het Rode Kruis om schadedossiers op te stellen. Volgens Richard Rosseel was het Caritas Catholica die de vergoedingen uitbetaalde.
Het herstel van de Zeedijk was prioritair. Er werd zeer vlug een aanbesteding uitgeschreven maar in de praktijk moest elke erkende aannemer een stuk zeedijk langs de Belgische kust herstellen. En zij konden als het ware naar believen facturen indienen. Snelheid was hier gelijk aan slordigheid. De bressen moesten zo rap als mogelijk gedicht worden en van controle was er geen sprake.
Aannemers kwamen met grote steenbrokken en puin om de bressen te dichten. Het leger kwam met grote voorraden zandzakjes (vaderlandertjes). Aanvankelijk gebeurde dit zorgvuldig maar toen er een sneeuwstorm opstak werkten de jonge soldaten (rekruten) minder zorgvuldig en gooiden ze de zandzakjes kriskras door elkaar in de putten. Dit zou later zorgen voor veel miserie.
De aannemer die in Heist werkzaam was noemde BBM (Belgische Betonmaatschappij). Om veiligheidsredenen bleef de zeedijk ontoegankelijk. Vandaar dat er niet veel foto’s bestaan van de aangerichte ravage. Aan de voet van de Zeedijk werden platen in de grond geslagen ter versteviging.
De aannemers hadden de opdracht om alle zandzakjes te verwijderen en te vervangen door stabiele grond maar aangezien er geen controle was werd dit niet gedaan. Later verteerden die zandzakjes waardoor er veel verzakkingen kwamen in de nieuw aangelegde zeedijk.
In Heist had men ook een riolering voorzien aan de zuidkant van de dijk zodat bij storm heel wat water zou kunnen opgevangen worden. Door de verzakkingen liep het regenwater ook meestal de verkeerde kant op en kon het opgevangen worden door de rioolrasters.
De soldaten logeerden onder meer in het Square Hotel op de Kinkhoorn. Op het einde van hun opdracht werd een dankfeest georganiseerd. De erkentelijke Heistenaars werkten als vrijwilligers. Er namen 114 soldaten deel aan dit feest.
In Oostende maakte volkszanger en brandweerman Bertino een liedje over de ramp (in Oostende vielen er acht doden). Dit lied werd later overgenomen door Lucy Loes.
Oostende oender woater van Zwarte Pier gekend als Bertino
(op de tonen van la petite diligeance)
Mor ip de markt
Doar was ’t un ’t wadde apart
Doar liepen de wuven lik oede koeien
En zaan gin nagel nie mè vor ip te bieten
Met ulder rokken tegen ulder kieten
Geef ons heden ons dagelijks brood
Mor osteblieft gin watersnood.