Nieuws over de (teruggevonden) beenhouwersvlag
(zie oproep in boekje Heyst Leeft 2013/2).
Onze oproep viel niet in dovenmansoren want niemand minder dan de heer Jacques Larbouillat besteeedde in het tijdschrift “Rond de Poldertoren” jaargang 55 - 2013/3 van de heemkring Sint-Guthago ruime aandacht aan dit onderwerp. We citeren:
De heraldiek vertelt ons iets meer over deze “Vereenigde beenhouwers Heyst-Knocke en ’t omliggende”.
In de vier hoeken van de vlag staan de wapenschilden van vier gemeenten:
Links boven: Knokke op gouden veld een rode keper beladen met drie zilveren schelpen en in de punt een duindistel in natuurlijke kleur met eronder de datum 1922 dit zal de stichtingsdatum van de vereniging zijn. Het wapenschild eronder toont op een zwart veld een rood getongde gouden leeuw. Dit is het wapen van het oude hertogdom Brabant. Er onder het wapen van België met een Koningskroon.
Links onder: wapen van Dudzele op zilver veld een keper van keel met naast de linker keperbalk een sleutel van sabel.
Rechts boven het wapen van Heist: geschaakt uit twaalf stukken van goud en sinopel. Dit is eigenlijk het wapen van de heer van Coudekerke. Dit wapenschild wordt geschraagd door twee gekruiste ankers met erboven een gouden ster. Dit wapenschild werd nooit aanvaard door de heraldische raad en werd dus nooit officieel.
Eronder staat het jaartal 1932 wat doet vermoeden dat het hier om een viering van het tienjarig bestaan gaat. De initialen JW (Julien Warmoes ?), JDC en FD zullen allicht verwijzen naar de initiatiefnemers of sponsors.
Onder de initialen staat het gemeentewapen van de stad Brugge: gedwarsbalkt van zilver en keel uit acht stukken, een klimmende leeuw van lazuur geklauwd en getongd van keel, gekroond van goud, dragende om de hals een hangend kruis van hetzelfde. Tussen de wapenschilden van Dudzele en Brugge in hoofdletters ‘Heyst-Knocke en ’t omliggende’.
Op het middenveld van de vlag wordt op de achtergrond de zee met twee vissersvaartuigen afgebeeld. Op de voorgrond een groene weide met een gelauwerd rund met rechts een silhouet van het standbeeld van Jan Breydel en Pieter de Coninc (markt Brugge). Jan Breydel symbool voor de slagers en wordt in de stadsrekeningen ook vermeld als leverancier van vlees, paarden en haver aan het leger van Willem van Gulk in de tocht naar Kortrijk voor de Gulden Sporenslag.
De vlag is langs drie zijden omzoomd met franjes in de Belgische driekleur, de vijf lussen om de vlag aan de vlaggenstok te hechten zijn ook in dezelfde kleuren.
Hypothetische besluit van Jacques Larbouillat:
Uit de tekst en de heraldiek op de vlag blijkt duidelijk dat het initiatief om deze verenging te stichten vanuit de beenhouwers van Heist was genomen in samenwerking met de beenhouwers van Knokke. De Heistse beenhouwers waren op dat ogenblik waarschijnlijk het talrijkst. Dudzele en Brugge hebben zich later aangesloten.
Dat bij het tienjarig bestaan het aantal aangeslotenen uit Brugge aanzienlijk was, laat zich merken door naast het Brugse stadswapen ook het silhouet van Jan Breydel en Pieter de Coninc aan te brengen.
Goed nieuws: de vlag werd teruggevonden in de collectie museum Sincfala (is dus in goede handen)