Deel VII
De vuurtorens van Oostende III & IV
Ingenieur Aimé Van Middelem
Derde vuurtoren (periode 1925-1944)
Intussen was men aan de bouw begonnen van een nieuwe stenen vuurtoren op de plaats van de tweede vuurtoren. Deze toren had een hoogte van 65 meter en was voorzien van een wenteltrap met 295 treden.
Het licht bestond uit een stelsel van optische panelen (zes in totaal), die werden voortbewogen door een elektrische motor van 1/4 pk. De lamp had een sterkte van 4.800 kaars, door versterking opgedreven tot een straal van 500.000 kaars of candela.
Zij had een granieten voetstuk waarin een kamer was gebouwd die moest dienen om de elektrische toestellen onder te brengen, en er was ook een radiokamer waar het radiobaken was opgesteld.
De ‘vlaggenmast’ werd als oude vuurtoren voorlopig terug in dienst genomen in de eerste wereldoorlog, tot in 1920. Dan werd er op de halve maan een houten constructie opgericht en dit voor de periode tot 1926. In tussentijd werd er een nieuwe vuurtoren gebouwd in 1924. Ook hier diende de ‘vlaggenstok’ een leemte tijdelijk aan te vullen tussen 2 vuurtorens.
Aangedreven met een elektrische motor van 1/4 pk (184 Watt) om de panelen in beweging te brengen. Door optische versterking kon een straal worden gevormd van 500.000 candela met het gebruik van circa 500 geslepen prisma’s. Aan dit optisch systeem was een prijskaartje verbonden van 500.000 Fr. (12.395 Euro), zijnde evenveel als de toren zelf.
De lenzenconstructie woog 2 ton en draaide op 300 kg kwik. Het buitenlichaam werd in witte en rode banden geschilderd. Bij de Duitse inval kreeg de vuurtorenwachter op 18 mei 1940 bevel de apparatuur te vernielen, met als doel te verhinderen dat ze in de handen zouden vallen van de vijand.
Vòòr de terugtrekking van het Duits leger lieten ze niettemin de toren op 3 September 1944 springen.
Overzichtelijke samenvatting gegevens vuurtoren (3de vuurtoren) (op huidige plaats)
Land |
België |
Provincie |
West-Vlaanderen |
Regio |
Noordzee |
Plaats |
Oostende |
Lengte Belgische kust |
68 km |
Type toren |
Toren |
Bouwjaar |
1924-1925 |
Kostprijs |
500.000 BEF + optiek van 500.000 BEF |
Aantal treden |
295 - hoogte toren 65 m met wenteltrap |
Kleur van de toren |
Wit met rode banden (1936), vissers zegden plagend “dat hij zijn badpak aan had” |
Materieel |
Stenen |
Lichthoogte in meters |
65 m |
Soort optiek |
Optisch, stelsel van 6 optiekpanelen die in beweging werden gebracht door een elektrische motor met 1/4 Pk |
Huidige functie |
Gesloopt |
In werking sedert |
1924 |
Buiten dienst sedert |
Na WO I werd de oude vuurtoren ‘de vlaggestok’ voorlopig weer gebruikt tot 1920. Door voorlopige houten constructie Halve maan tot 1926. |
Gesloopt sedert |
3/9/'44 |
Strandgegevens |
Fijn geel zand |
Geëlectrificeerd |
Ja, lamp had een sterkte van 4800 kaarsen. Door optische versterking werd een straal gevormd van 500.000 kaarsen De versterkingsoptiek, bestond uit 500 tal geslepen prisma’s en koste evenveel als de toren zelf |
Oorlogsverleden 1914-1918: Oorlogsverleden 1940-1944: |
Bij de Duitse inval op 18/05/1940 moest de vuurtorenwachter de apparaten vernielen op hun bevel. Gedurende de bezetting schilderde men de toren geel en groen als camouflage. De vuurtoren werd vernield met een explosie door de Duitsers op 03/09/1944 vlak voor hun vertrek |
Andere gegevens |
Het lenzenstel woog 2 ton en draaide op 330 kg kwik. Eerste vervanging licht op 11/05/1946. Het licht was tot 11 mijl zichtbaar |
jul/45 |
IJzeren mast 31 meter hoog |
IJzeren mast (periode 1945-1949)
In juli 1945 is men begonnen met een ijzeren mast op te richten van 31 meter hoogte ter vervanging van de vernielde toren. Op 11 mei 1946 werd het licht gemonteerd. Het licht werd voor de eerste maal ontstoken op 31 mei. Dat licht bevond zich 31 meter boven de zeespiegel en was zichtbaar tot op een afstand van 11 mijl.
Het vertoonde een groep van 3 schitteringen elke 10 seconden. Vanaf juli 1949 werd de lichtbron overgebracht naar de nieuw opgerichte vuurtoren.
6.9. Vierde vuurtoren (1947-1949)
In 1947 startte de bouw van de nieuwe en huidige 65 meter hoge vuurtoren. Er kwam een trap van 324 treden en de lenzen voor de optiek kwamen vanuit Parijs.
De nieuwe ‘Lange Nelle’ werd voor het eerst op 1 november 1949 in werking gesteld. Het ontsteken en doven van het licht gebeurde automatisch. De nieuwe installatie werd voorzien van een noodverlichting die onmiddellijk in werking trad bij het uitvallen van de spanning.
Dat de ‘Lange Nelle’ een moeilijke periode heeft doorgemaakt is een feit.
De toren was niet toegankelijk wegens instortingsgevaar, met steigers omringd en aangetast door corrosieverschijnselen, langzaam aan het afbrokkelen, verzakt en aan het scheuren.
Na tal van metingen kwam men tot de conclusie dat door interne roestvorming de constructie zich geleidelijk uitzette. Dit was een gevolg van ofwel te weinig dwarswapening, ofwel door roestvorming van dwarswapening die zich te dicht tegen de buitenkant bevond. (IJzer dat roest zet zich uit en duwt de buitenkant weg). Er werd gekozen voor beton met weinig poriën, om te verhinderen dat er langs daar water zou binnendringen.
Door vorst in de winter kon dit uitzetten met alle gevolgen van dien.
Hier heeft men zelfs vastgesteld dat ter hoogte van de dubbele vensters de dwarswapening onderbroken was. Door het aanbrengen van ringvormige elementen aan de binnenkant werd dit probleem verholpen. Aan de buitenkant werd de toren hersteld door een gespecialiseerde betonfirma. De toren bestond uit twee halve cilinders wat bouwtechnisch geen veilige situatie bleek te zijn.
Na de lijdensweg van ‘Lange Nelle’ kunnen volgende gegevens worden vooropgesteld:
- 4de vuurtoren
- bouwjaar 1949
- geheel in beton, uitgezonderd het voetstuk dat samengesteld is uit graniet en arduin
- hoogte 65 meter
- 324 treden
- reikwijdte van 21 zeemijlen (39 km)
- werkt automatisch
- kleur: wit met blauwe strepen
- werkte tot 1953 op gas, daarna op elektriciteit
‘Lange Nelle’ werd uiteindelijk gerenoveerd.
Haar lifting werd gerealiseerd door Ignace Van Isacker, (1941) kunstenaar uit Knokke-Heist.
Overzichtelijke samenvatting gegevens vuurtoren 4 (Lange Nelle). (op zelfde plaats)
Bouwjaar/maand/dag |
operationeel sedert 1/11/1949 |
Land |
België |
Provincie |
West-Vlaanderen |
Regio |
Noordzee |
Plaats |
Oostende |
Lengte Belgische kust |
68 km |
Positie |
51°14’12”NB en 2°55’54” OL |
Type toren |
Toren |
Bouwjaar |
1947-1949 |
Grondvorm |
Blokvormige inkompartij, zeskantig, onder en cilindervormige bovenbouw |
Aantal treden |
324 treden |
Onderkelderd |
Neen |
Kleur van de toren |
Op initiatief van Dominique Vervaecke werd de vuurtoren geschilderd in het wit met 2 blauwe banden door de kunstenaar Ignace Van Isacker. De Inhuldiging vond plaats op 1 juli 1994 |
Materieel |
Beton |
Lichthoogte in meters |
65 meter |
Soort optiek |
Draaiend optiek. De lichtsignalen verschijnen om de 10 seconden (3 maal lang van het morseteken “O”) |
In werking sedert |
1/11/1949 |
Buiten dienst sedert |
/ |
Gesloopt sedert |
Neen |
Radar |
Neen |
Soort ontsteking |
Volledig automatisch |
Strandgegevens |
Fijn geel zand |
Geëlektrificeerd |
Ja, lenzen uit Parijs eveneens voorzien van noodverlichting op gas (bij de overstroming van 1953 in werking) |
Geautomatiseerd |
Ja, het ontsteken en doven gebeurde automatisch |
Geprogrammeerd |
Ja |
Personeel |
In die tijd had de vuurtorenwachter een volle nachttaak om het licht brandende te houden. Het aanpalende huisje bood onderdak aan drie lichtwachters |
Oorlogsverleden 1914-1918 |
Dateert van na de oorlog |
Oorlogsverleden 1940-1944 |
Dateert van na de oorlog 1914-1918 |
Inplanting in stads- omgeving (toeristisch |
Ja |
Andere gegevens |
Als de elektrische lamp defect raakte, kwam er automatisch een reservelamp in werking. Gedurende de dag wordt het lenzenstelsel afgedekt door een gordijn. 10 cm hoge halogeenlamp van 2000 Watt en resterend Frensnel lenzen |
Binnenin de toren was een wenteltrap voorzien, die doorliep tot op een gaanderij, waar de toeristen, mits betaling van 0,25 BEF (0,625 cent), de 324 trappen moesten bestijgen om, op de gaanderij te genieten van een enig mooi panoramisch zicht op zee, duinen en de stad.
De elektronische verlichting van de noodtoren werd later vervangen door een hyper moderne verlichting, die zich bevindt op ongeveer 65 meter waarvan de stralen zichtbaar zijn tot op een afstand van 21 zeemijl.
In september 1998 werd, in opdracht van het Ministerie van Vlaamse Gemeenschap de aandrijving volledig vernieuwd. Er werd gebruik gemaakt van een totaal nieuwe motorwormwielreductor van Italiaans fabricaat voorzien van een rotor en een frequentieregelaar. De snelheid van aandrijving was identiek aan de oude situatie en voor fijnregeling werd een nieuwe frequentieregelaar geïnstalleerd. Alvorens het licht ‘s avonds aanschakelt komt de loodzware spiegelunit gedurende enkele minuten op snelheid door middel van de nieuwe wormwielreductor. Er werd gezorgd dat voordat het licht van 2.000 watt in werking wordt gesteld, het geheel van spiegels de juiste snelheid heeft.
“Lange Nelle”, want zo wordt de nieuwe toren genoemd, heeft reeds veel diensten bewezen aan de zeevaart en blijft hopelijk nog vele jaren in dienst ten behoeve van onze zeelui.
Bronnen
- Inge Zeebroek, Dries Tys, Marnix Pieters, Cecile Baeteman. Van schorre tot slagveld. Oostende (Domein Raversijde), 2002.
- Edward Vlietinck. Cartulaire d’Ostende, texte original avec des notes et additions précédé d’une introduction historique, 1267-1577. Antwerpen (De Vlijt), 1910.
- Edward Vlietinck. Het oude Oostende en zijne driejarige belegering van 1601 tot 1604. Oostende (Jos. Vlietinck), 1897. (anastatische herdruk: Vlaamse Vereniging voor Familiekunde Oostende, 1975).
- J.B. Dreesen: “St. Catharina-West”, De Plate nr. 9 sept. 1988.
- i.d. “Nieuwe gegevens over Ter Streep” Ostendia VI 1993 blz 141
- Ed. Vlietinck “Het oude Oostende 1879” vermeld foutief “Poiton” i.p.v. “Ponthieu”, blz. 35 en 37.
- Diverse auteurs in “Een oord genoemd Bredene”. Confrerie van ’t Vynckx- en Woutermans ambacht. Bredene 1991.
- “De drie gapers”: Jg 3, nr. 14, dec. 1999. ”De Broederlijkheidstraat”.
- “Ommelooper van ’s Heer Woutermans ambacht, 1559" Watering Blankenberge nr. 517. Rijksarch. Brugge. Toelichtingen door J.B. Dreesen in “De Plate”: Dec. ’89, Nov. ’90, Mei ’93, Okt ’93, Sept. ’94.
- Ed. Vlietinck: “Het oude Oostende...” blz 35
- Ed. Vlietinck: “Het oude Oostende...” blz 40
- Ed. Vlietinck: “Het oude Oostende...” blz 69
- “De 3 Gapers”. Buurtgazet Westerkwartier.
- De plate nr 3 (1991)
- Oostendse Numismatiek door Ed Lietard
- De vuurtorens van Oostende door M. Maes
- De platen r 5-8bis (1983)
- Dany De Soete, Vuurtorens langs Vlaanderens Kust
- Dossier: Vuurtorens, F. Vandekerckhove, Het visserijblad, juli 1989
- Persmap Royale Belge: inhuldiging gekunstschilderde vuurtoren. 1 juli 1994, M. Loy
- Uitgaven van de Westvlaamse Gidsenking vzw.