Het einde van de militaire dienstplicht

André Desmidt

Velen herinneren zich nog wel de militaire dienstplicht of legerdienst. De jongelingen ouder dan 18 jaar die geen redenen hadden (of konden vinden) om uitstel te bekomen, kregen het bezoek van de wijkagent met een oproepingsorder om zich te melden op het Klein Kasteeltje te Brussel voor de zogenaamde drie dagen. Op het stadhuis was er een dienst militie (onderdeel van de dienst bevolking) waar men een militieregister bijhield en van elke jonge man had men een dossier met de stand van zaken.

Jaarlijks moest men naar het stadhuis komen om vrijstelling te vragen of om uitstel (bijvoorbeeld wegens studieredenen) te vragen. Er werden ook speciale zitdagen georganiseerd en informatieavonden ingericht in samenwerking met MILAC.

Finaal moest men zich aanmelden te Brussel in het Klein Kasteeltje. Sinds 1560 stond daar een groot herenhuis dat in de negentiende eeuw vervangen werd door een kazerne met al eerste bewoners het Regiment Carabiniers. (opening 23 september 1853).

Na de bevrijding in 1944 werd het een bijhuis van de gevangenis van Sint-Gillis. Dit interneringscentrum voor incivieken werd eind 1950 gesloten.

Van begin 1950 tot 1985 was het Centrum voor Selectie en Rekrutering waar vele jonge mannen één of meerdere memorabele dagen doorbrachten.

2021 01 22 144832’t Klein Kasteeltje

Er werden allerhande proeven afgenomen om te zien of men geschikt was om het vaderland te dienen. Drogredenen werden rap ontdekt alhoewel sommigen toch graag rondvertelden dat ze het hadden kunnen “regelen”. Je kon proberen de onnozelaar uit te hangen maar dan werd je verwezen naar het militair hospitaal in Antwerpen bij de “zwarte plastrongs”. Anderen dachten dat het zou lukken met bedplassen of met de homoseksueel te spelen. Maar ook dat liep faliekant uit. Een aantal politici (van diverse kleuren) hadden in het kader van hun dienstbetoon speciale aandacht voor de problemen van de miliciens en beloofden tussen te komen in Brussel om geen legerdienst te moeten doen. Tevergeefs.

Na de keuring volgde meestal een verklaring dat men geschikt bevonden was en werd men opgeroepen voor de legerdienst. Dit bestond uit twee perioden: een opleidingsperiode en dan de eigenlijke legerdienst. Sinds de Tweede Wereldoorlog had men de keuze tussen een legerdienst in België of een legerdienst in Duitsland (die niet zo lang duurde).

2021 01 22 144901De traditionele foto (met enkele Heistenaars) voor het klein kasteeltje in Brussel.

Het ontstaan van de legerdienst

De militaire dienstplicht bestaat eigenlijk al sinds de Middeleeuwen. Toen al werden jonge mannen verplicht een bepaalde tijd deel uit te maken van het leger dat toen meestal uit vrijwilligers bestond. Het waren eigenlijk huurlingen.

2021 01 22 144920Bij de Franse overheersing (begin 19de eeuw) werd het militieregister ingevoerd. Daarin werden alle ingelote dienstplichtigen en vrijwillige beroepsmilitairen inge-schreven in het stamboek van hun regiment.

Bij gebrek aan foto’s werd er per persoon ook een signalement genoteerd met alle fysische kenmerken van de persoon (gestalte, gewicht, stand van de ogen, neus, mond, kleur van het haar, bril of niet, littekens…). Zeer belangrijk bij later onderzoek naar de typologie van de mannelijke bevolking in die periode.

Na de Belgische onafhankelijkheid had België behoefte aan een regulier leger met selectieve dienstplicht. Dit werd geregeld door de wet van 3 juni 1870.

Tot 1909 bestond het Belgisch leger uit vrijwilligers en miliciens (aangeduid bij loting, per jaar en per stad werd een contingent vastgelegd). (wet 18 november 1909).

In 1909 werd de legerdienst voor één zoon per gezin vastgelegd bij wet.

Op 30 augustus 1913 werd de algemene dienstplichtwet ingevoerd.

De lotelingen

Elk jaar werden de jonge mannen opgeroepen zich te melden. Voor onze streek was dit te Damme. Met zijn allen, begeleid door de veldwachter en soms ook wel eens door een accordeonist marcheerden ze naar het stadhuis van Damme (derde kanton) waar de loting plaats vond.

Het was inderdaad zo dat een beperkt aantal jongelingen naar het leger moest. Er waren een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo moest men lichamelijk en geestelijk geschikt zijn, een minimumgrootte hebben (1,57m).

Moesten geen legerdienst vervullen: de kostwinners, zij in wiens gezin iemand tijdens de legerdienst overleden was, de gehuwden, de zeevarenden, de mijnwerkers en zij die uitgeloot werden.

Na de loting trok men terug naar Heist. Vrolijk voor diegenen die uitgeloot werden of die zich hadden kunnen uitkopen en triest voor diegenen die bij loting aangeduid werden voor de dienstplicht. Men dronk van vreugde en verdronk zijn verdriet.

Het is inderdaad zo dat de rijken zich konden vrijkopen door iemand uit te kopen, meestal een minder begoede van het platteland. Documenten moesten ondertekend worden en de persoon die uitbetaalde bleef verantwoordelijk voor zijn plaatsvervanger. Wanneer de plaatsvervanger om een of andere reden toch zijn legerdienst niet kon doen of voleindigen dan werd de oorspronkelijke kandidaat aangesproken voor het vervolg van de dienst.

Door dit systeem bleef de kapitaalkrachtige klasse vrij van legerdienst en waren het de volksjongens (die meestal enkel Nederlands praatten) die onder de wapens moesten en onder het bevel kwamen van Franstalige officieren.

Tot 1967 bedroeg de duurtijd van de legerdienst 30 maanden. Dit werd afgebouwd tot 24 maanden en in het begin van de twintigste eeuw 20 maanden. Juist voor de eerste Wereldoorlog bedroeg de legerdienst nog “amper” 15 maanden. De duur was evenredig met de hevigheid van de “koude oorlog”.

De mobilisatie

2021 01 22 144938Prosper Vanhulle

In oorlogstijden was er ook de algemene mobilisatie. Los van de legerdienst werden alle weerbare mannen opgeroepen om ingelijfd te worden in het leger. Niet als soldaat-milicien maar als effectieve soldaat en dit voor onbepaalde duur (meestal voor de duur van de oorlog). Mobilisatie wil eigenlijk zeggen dat men het bestaande leger versterkt in functie van een dreigende oorlog. Dit kenden we in 1914 en in 1939. Een mobilisatie kan ook beperkt zijn.

Soms spreekt men ook van algemene mobilisatie.

Mobilisatie kan zich richten op bepaalde militieklassen of tot een (mannelijke) groep van de bevolking volgens leeftijd.

De legerdienst na de Tweede Wereldoorlog

S2021 01 22 144950oldaten-miliciens Alfred De Vestele, Fernand De Backere …

Onmiddellijk na de oorlog en na de demobilisatie werden opnieuw jonge mannen opgeroepen voor de legerdienst die toen 24 maanden duurde. Nieuw was dan men kon kiezen voor legerdienst in België of in Duitsland (minder lang).

In Duitsland had men de BSD (Belgische Strijdkrachten in Duitsland) ook de tiende provincie genoemd. Heel wat jongens voltrokken hun legerdienst in Duitsland waar er echte kazernesteden ontstonden (vb. Soest, Siegen, Aachen, Keulen, Weiden, Kassel, Spich…).

De Belgische kazernes bevonden zich in de Britse zone, meer bepaald vooral in de deelstraat Nordrhein-Westfalen. De beroepsmilitairen woonden er en de kinderen volgden er onderwijs in Belgische scholen en er ren eigen winkels. In totaal waren daar zowat 40.000 mensen gehuisvest.

Slechts om de maand konden de miliciens naar huis... met de soldatentrein. Ook gedurende de vakantieperiode of verlof moest men het uniform dragen. De milicien had ook de keuze tussen landmacht, zeemacht of luchtmacht.

2021 01 22 145005Tijdschriftje MILAC Heist oktober 1966 (10de jaargang nr 10)
Redactie Manu Desutter en Germain Brouns druk Broeders Xaverianen

De drie dagen in Brussel werden weldra nog slechts één dag in het Centrum voor Selectie en Rekrutering in Neder-over-Heembeek waar de proeven voor de geschiktheid moesten worden afgelegd.

Het Klein Kasteeltje wordt sinds 1986 beheerd door Fedasil voor de opvang van asielzoekers.

Vanaf 1963 werd het statuut van gewetensbezwaarde ingevoerd en kon men ook opteren voor burgerdienst (voor diegenen die om principiële redenen niet onder de wapens wilden).

2021 01 22 145021In 1994 schortte de toenmalige CVP-minister van Landsverdediging Leo Delcroix de legerdienst op. In het vooruitzicht van die beslissing werd de legerdienst al fel afgebouwd in tijd. De laatste miliciens zwaaiden af in 1995.

Uiteindelijk was het minister André Flahaut die in 2004 de legerdienst afschafte.

Voor sommigen was het de schoonste periode uit hun leven, was het de periode gedurende dewelke zij echt man werden… Voor anderen was het verloren tijd, een periode zonder inkomen, een zinloze periode.

De miliciens in Duitsland konden zeer goedkoop naar de kantine en sommigen leerden er goed drinken. Anderen dreven een handeltje in sigaretten want elke week kreeg men een bepaalde hoeveelheid sigaretten wat voor de niet-rokers een bron van inkomsten was. Velen behaalden er hun rijbewijs en voor diegenen die geen auto hadden thuis was dit zeer belangrijk met het oog op een job na de legerdienst.

De opleiding

2021 01 22 145037Chris Bonny Zeemacht Sint Kruis

Tijdens de legerdienst had men als start de opleiding. Daar zorgde men voor de discipline. Alles werd er in gedrild... Leren marcheren, groeten, zorg voor de kledij, de persoonlijke hygiëne. Soms was er ook een specifieke opleiding zoals leren omgaan met wapens en het leren schieten.

Voor diegenen die bij de transmissietroepen ingedeeld waren (TTR) kwam daar het aanleren van morse bij (in kazerne Mechelen). De dagelijkse leiding was in handen van sergeanten die meestal niet met mensen konden omgaan en alles zwart-wit zagen. Roepen en bevelen geven alsof hun leven er van af hing. waarschijnlijk om op een goed blaadje te staan met hun directe oversten. Want hiërarchie in het leger was zeer belangrijk.

De meest gevreesde was de adjudant-chef die als een officier met een stokje onder zijn arm rondliep maar bijna in zijn broek deed als de commandant voorbij kwam.

 

De muur doen

2021 01 22 145048Soldaat-milicien Norbert De Vestele 6de Artillerie Kassel (D) - 1967

Discipline was er nodig bij al die jonge gasten. 's Morgens op tijd uit bed en voor het begin van de dagtaak groet aan de vlag... in weer en wind. Na de dagtaak was men "vrij". Men kon gaan sporten, een boek lezen, wandelen of de stad intrekken. Bij het verlaten van de kazerne moest men zich wel melden aan de wachtpost en zo ook bij het terug binnen komen (op tijd). Meestal moest men om 22 uur terug in de kazerne zijn. Maar er waren er wel altijd die ofwel te laat binnen kwamen of 's nachts nog probeerden een stapje in de wereld te zetten.

Om zich niet aan te melden bij de wacht deed men de muur op risico gepakt te worden en gestraft te worden met enkele dagen cachot. Over de muur de stad in maar met het risico dat men Belgische militairen in burger of de Militaire Politie ontmoette die dan ook hun werk deden en je met de jeep binnen brachten in de kazerne via de wachtpost uiteraard. En de volgende dag op het rapport.

Eten en drinken

2021 01 22 145116Soldaat-milicien André Desmidt 6de Artillerie Soest (D)- 1969

Er waren verschillende categorieën van eetzalen: de refters voor de soldaten-miliciens. De mess van de onderofficieren en de mess van de officieren. Het is niet geweten of de oorsprong van een sterrenrestaurant bij het leger ligt maar feit is dat de officieren (de mannen met sterren en strepen) het beste eten kregen. De bediening was in handen van miliciens en in de keuken was er een beroepskok die bijgestaan werd door miliciens. Eén van de klassieke straffen voor een miliciens was "patattenjassen". Men kreeg een paar zakken aardappelen en grote kuipen om de geschilde aardappelen in te gooien.

En af en toe kwam men kijken of de schillen niet te dik waren. Op de gewone dagen at men uit borden en met mes, vork en lepel. Telkens weer waren er gasten die voor het eerst aten met mes en vork. Wanneer men op oefening was dan at men uit de gamelle en schoof men aan in de rij waar er een bedeling van voedsel was.

Om de jonge mannen wat rustig te houden werd er wat kamfer in de koffie gedaan. Men smaakte het niet maar het had als resultaat dat de hormonen wat minder actief waren.

Afzwaaien

2021 01 22 145131Hoewel het voor sommigen een aangename periode was toch keken alle jongelingen uit naar het einde van hun legerdienst.

Ook in het leger vierde men de honderd dagen. Het was het ogenblik om een lintmeter aan de muur te hangen en elke dag knipte men daar een centimeter van af tot op de heuglijke dag dat men mocht afzwaaien.

 

2021 01 22 145154Deze “heuglijke” dag was niet voor iedereen hetzelfde want soms kwamen er een aantal dagen bij ingevolge opgelopen straffen wegens onaangepast gedrag.

De laatste dag moest men met zijn militiezakboekje naar de verantwoordelijke gaan waarin vermeld werd dat je aan de militieplicht had voldaan.

Bepaalde goederen moesten ingeleverd worden en de kitzak werd klaargemaakt om te vertrekken. Dit gebeurde in uniform en met een zware groene zak waarin de stapschoenen, kledij, gereedschap, de gamelle enz… opgeborgen zaten. Al dat gerief moest een aantal jaren bijgehouden worden.

Eens thuisgekomen smeet men de ‘barret’ in de lucht, vloog men de geliefden in de armen en trok men naar de café om de herwonnen vrijheid te vieren. De legerzak “vloog” naar de zolder. (moest bewaard worden want jaren later moest die terug ingediend worden).

Het reservekader

2021 01 22 145213We eindigen in schoonheid met matroos Manu Desutter (Zeemacht 1963).

Na de legerdienst kon men zich op vrijwillige basis laten indelen in het reservekader. Het waren vooral onderofficieren en officieren die dit deden. Om promotie te maken binnen dit kader moesten ze regelmatig kamp doen en zo konden ze, mits examens en proeven, een hogere graad bekomen. Tijdens de kampperiode werd de wedde doorbetaald door de werkgever (openbaar bestuur) maar die werkgever stelde die afwezigheden meestal niet erg op prijs.

 

Het einde van de militaire dienstplicht

André Desmidt

Heyst Leeft
2016
03
004-010
BV
2023-06-19 14:49:21