De politie in (van) Heist (deel 1)

André Desmidt

2021 01 22 163629Tegenwoordig wordt er veel gepraat over meer blauw op straat… en terecht want de polities verplaatsen zich in snelle wagens en hebben nog zeer weinig contact met de lokale bevolking.

Voor de fusie (19 maart 1971) hadden we in Heist een volwaardig politiekorps onder leiding van commissaris André  Dendooven.

Er was een goedgekeurd kader en statuut en gecoördineerde politiereglementen.  Het politiekorps was als een vereniging met jaarlijks feest en met een vlag.

We herinneren ons nog het politiecommissariaat in de linkervleugel van het stadhuis.  Er was een permanentie dag en nacht en een aantal (gelijkvloerse) cellen waren beschikbaar.  (later dienden die om de documenten van de Knokse zwarte kas affaire in  op te bergen…).

De wijkagenten kenden hun wijk en wisten van alle gezinnen hoe het er aan toe ging.

Er was ook veel contact met de bevolking want de politie speelde ook regelmatig postbode.  Denken we maar aan het bestellen van de oproepingsbrieven bij de verkiezingen, het afleveren thuis van de militiepapieren, het betekenen van deurwaardersexploten, assistentie bij de deurwaarders …

Er was tijd voor een babbeltje en de alleenstaanden en bejaarden deden al eens beroep op de hulp van de wijkagent om iets mee te brengen van het stadhuis.  De dienstverlening was groot en men had er ook de tijd voor.  Want mensen zijn belangrijk.

Vele wijkagenten hadden een eigen fichestelsel met allerlei nuttige gegevens.  Nu zou dit niet meer mogen omwille van de wet op de privacy.

2021 01 22 163658Robert De Zutter 30 jaar wijkagent in Duinbergen

De mensen hadden respect voor de politie en de kinderen hadden vaak schrik.

De politie was te zien in het straatbeeld want men ging in uniform naar het werk en keerde ook in uniform terug naar huis.  Het dienstwapen wed thuis op een veilige en geheime plaats opgeborgen zodat de kinderen het niet wisten.   Sommigen kwamen ook met de fiets naar het werk.  Die fiets werd dan ook gebruikt om de dienstverplaatsingen te doen.

En het gebeurde wel eens dat men de politie op weg naar hun werk aansprak om iets te vragen of iets te signaleren.  De afstand tussen burger en politie was zeer klein.  Wat nuttig was werd genoteerd zonder veel administratie… het veiligheidsgevoel was dan ook groot binnen de eerder gesloten gemeenschap waar iedereen iedereen kende (met naam of lapnaam).  Ook de politie kende de lapnamen en kon iedere inwoner situeren binnen de wijk, binnen de leefgemeenschap, binnen het gezin.

De goede oude tijd was geen ijdel woord.  Het was de tijd van de lokale politie en de gendarmerie wat na de affaire Dutroux hervormd werd tot lokale en federale politie waarbij de rijkswacht geïntegreerd werd onder de noemer politie.

De verworven rechten bleven en om de manschappen goedgezind te houden kregen ze een verhoging in graad.  Nu zijn het allemaal inspecteurs.  Vroeger had men politieagenten, politie-brigadiers en – hoofdbrigadiers, inspecteurs en eerstaanwezend inspecteurs en special agent en dan de officieren met adjunct-politiecommissarissen en de commissaris.

Na de hervorming van de politie werden een aantal administratieve taken overgeheveld naar andere diensten: oproepingsbrieven voor de verkiezingen werden verstuurd via de post, de militiepapieren idem, het strafregister kwam in

handen van burgers, de registratie van de blindenstok ging naar de bevolkingsdienst en in de jaren zeventig kreeg de politie een kopie van de fiches van het rijksregister ter vervanging van een eigen fichebak…

De korpschefs

2021 01 22 163715

Het Heistse korps bij het ontslag van burgemeester Mattelaer in 1973

2021 01 22 163729We herkennen van links naar rechts: Fournier, Dendooven, Mattelaer, Debedts, Pardidaen, Janssen, Lameire, Vanwynsberghe, Beirens, Willemkens, Desmidt, Gydé Ronald, Germain Vermeersch Prophète, Joseph Christiaens,  Albert Demeulenaere, Germain Savels, Robert De Zutter, Leon Bultinck, Gilbert Dhondt, Henri Daese, Hubert Dejonghe, Daniel Leleu, Norbert Constandt, Daniel Vandierendonck, Raymond Vandierendonck,  Gydé Marc, Gerard Hilderson en Lucien Van Tuykom (foto 1971 met burgemeester Mattelaer)

Controle op de radio- en televisietaks viel weg en nieuwe diensten kwamen bij zoals de sociale dienst (jeugdzorg), slachtofferbejegening, preventie…

Met de fusie kwam er ook een samensmelting van de korpsen van Heist en Knokke en de veldwachters en voor het eerst had men twee commissarissen waardoor men het ambt van hoofdpolitiecommissaris creëerde en dat werd Knokkenaar Victor Hongenaert.  Later Henri Debedts, Dirk Van Nuffel, Etienne Stockx  en momenteel Steve Desmedt.

Anecdotes

Vaak werd de politie opgeroepen voor gezinsproblemen.  De man was wat laat thuis gekomen en had iets te veel gedronken.  Gevolg: echtelijke ruzie wat vaak ontaardde in verbaal of fysisch geweld en soms gooide men wel eens met de meubels die dan op straat terecht kwamen.  Maar… bij aankomst van de politie keerden beide partners zich dikwijls samen tegen de politie en begonnen ze te schelden tegen de agenten dat ze hun partner met rust moesten laten.  De politie kon vertrekken en de man sliep zijn roes uit en de huiselijke vrede was hersteld.  Geen haan die daar nog over kraaide en niets werd op papier vastgelegd… tenzij op de fiche van de wijkagent.

Achiel Willemkens leerde ook de meeste politiemannen met een auto rijden (niet iedereen had toen al een eigen wagen).  Het was een werk met vallen en opstaan.  Eens was er een kleine politieman “met korte potjes” of beter gezegd met geen te lange benen.  Hij kon niet aan de pedalen.  Achiel had er een oplossing voor.  Hij maakte houten blokjes om aan de schoenen te binden zodat er contact was tussen schoenen en pedalen.  Het vervolg van het verhaal kennen we niet.

Met carnaval was de politie altijd discreet aanwezig want men moest controleren of de gemaskerden geen stokken bij hadden of voorwerpen die mensen zouden kunnen kwetsen.  De gemaskerden, die meestal ook allemaal Heistenaars waren, kenden de politiemannen en kwamen naar de politie met een “goeie avond” en “je kent me niet hé”.  Dit tot 00u30 want dan moesten alle maskers af en kwamen de ware gezichten tevoorschijn.  In die tijd waren de gezichten nog niet geschminkt en dus goed herkenbaar.  Het was de taak van de politie de toer te doen in alle cafés om te zien of iedereen wel degelijk zijn masker had afgezet.  En die verkleedde mensen die met veel zwier en zwaai naar de politie waren gekomen om wat zot te doen zongen nu ze herkenbaar waren een toontje lager.

Carnaval was het gemoedelijke feest van de visserij en de Heistenaars.

Een leuk verhaaltje hoorden we van Irma Pieters (wed. Achiel Willemkens) die het had over de “carnavalwewen” (carnavalweduwen).  De mannen hadden immers altijd dienst met carnaval en de vrouwen zaten dan maar alleen thuis, ver van de leute en het plezier.  Maar op een gegeven avond werd het initiatief genomen om ook eens uit te zetten (een sliptje te doen) waarbij sliptje staat voor sleepje verwijzend naar de visserij die nog eens het net lieten slepen over de grond om vis te vangen.

De zes politiemadammen scharrelden wat kledij bijeen en trokken er op uit dansend en springend van café naar café met een masker op (toen werd er nog niet geschminkt).  Natuurlijk bezochten ze ook eens hun mannen zonder één woord te zeggen kwestie van zich niet te verraden.  Uiteindelijk maakte Irma zich kenbaar tot groot jolijt van  haar man.  Zowel mannen als vrouwen hadden dus de carnavalsnacht doorgebracht in aangepaste kledij en hadden er elk op hun manier van genoten.

Achiel meende zijn vrouw te herkennen maar wees de verkeerde dame aan wat de reactie uitlokte: hij kent zijn eigen vrouw niet meer !!!  Het was gezonde leute.

Openbare dronkenschap is van alle tijden maar als je weet dat er vroeger zeer veel cafés waren dan begrijpt men dat er af en toe wel eens een persoon door de straten waggelde.  Wanneer de patrouille van de politie zo iemand zag dan namen ze die persoon in de auto en na identificatie leverden ze hem thuis af.  Soms tot groot ongenoegen van moeder de vrouw die liever had dat ze haar man een nachtje “in de bak” (in de cel) hadden gestopt zodat hij  nuchter naar huis kwam.  

Toen koning Boudewijn Heist onaangekondigd bezocht in de jaren zestig verwittigde de van dienst zijnde politieman burgemeester de Gheldere die aan het werk was in zijn bureau op de eerste verdieping van het stadhuis Heist.  “Burgemeester, de koning is hier”.

De Gheldere, die meende dat het socialistisch gemeenteraadslid Deconinck op bezoek kwam antwoordde: “Zeg dat hij een beetje wacht”… dit tot grote consternatie van de politieman die insisteerde: “Ja maar burgemeester, ’t is wel de Koning hé”.

Burgemeester de Gheldere keek even naar buiten en zag het koninklijk gevolg en toen viel zijn frank (van de euro was nog geen sprake).  Hij haastte zich naar beneden om de honneurs waar te nemen terwijl de politie glimlachend toekeek…

Er was nog geen sprake van GSM’s en velen hadden thuis nog geen telefoon.  Bij onheil moesten de manschappen (politie én brandweer) verwittigd worden door het loeien van de sirene.  Er stond één op de toren van het stadhuis Heist en één op de toren van de gemeenteschool in de Pannenstraat.  En die stonden in verbinding met elkaar.

Elke zaterdag werd de sirene getest en ook elke eerste donderdag van de maand in gans de provincie en dit gedurende 40 seconden.  Het was de taak van Jules Engelrelst huisbewaarder in het stadhuis van Heist om stipt om 12 uur radio op de knop te duwen.  Er waren ook verschillende tonen.  Voor brand moest men de sirene   3 maal laten loeien gedurende 15 seconden met een tussentijd van 45 seconden.

Was er een brand, zware storm of overstroming dan loeide de sirene en brandweer (vrijwilligerskorps waarvan er heel wat op het stadhuis werkten) en politie maakten er een erezaak van om zo vlug mogelijk ter plaatse te zijn.  In die tijd verplaatsten de meesten zich nog met de fiets.

Bij de meesten was het uniform beschikbaar in de slaapkamer om geen tijd te verliezen.  Maar er waren er ook die altijd buiten de gemeente waren of zo vast sliepen dat ze niets hadden gehoord… Als grote rampen herinneren de oudgedienden zich levendig de overstroming in 1953, de brand van de schuur van het Boerenhof.

Leuk was ook de manier waarop de commissaris Dendooven de telefoon opnam.  Wanneer het rinkelde nam hij de hoorn op met de woorden : Den doven luistert…

Bij de verhuis van de politie van de Henri Stacquetstraat naar de Van Steenestraat moest alles leeggemaakt worden.  Op een gegeven ogenblik kwam commissaris Henri Debedts ter plekke en vroeg aan Ronald Gydé: Waar is mijn ceremonie-uniform?  Waarop Ronald antwoordde: Commissaris, er werd door U bevel gegeven om alles wat nog in de Henri Stacquetstraat achtergebleven was naar de verbrandingsoven te voeren.  Commissaris Debedts sprak luidruchtig met Onze Lieve Heer met de nodige… GODVER’s en gaf dan onmiddellijk bevel om met een politiewagen naar de verbrandingsoven te rijden (met loeiende sirene !!!) en gelukkig waren ze nog op tijd en werd het kostuum gered. 

De kledij van de politie

Vroeger hadden de politiemannen (er waren toen nog geen vrouwen) een ander uniform dan de huidige politieleden.

In de zomer droegen ze altijd een witte helm (om indruk te maken ?).  Ze hadden steeds een revolver bij en ook een matrak (wapenstok).  Als de politie een kepie droeg dan werd die in de zomer overtrokken door een wit plastiek.  In de winter was het allemaal zwart.  Om zich te beschermen tegen de koude droegen ze een kapote of capuchon (mantel zonder mouwen) en later een stevige overjas.

2021 01 22 163746Charles Haerinck in zomeroutfit.

Er was een speciaal budget voor de uniformen (men noemde dat de “mast”).  De officieren droegen witte hemden en een zwarte das.  De overige politiebeambten droegen een blauw hemd.  Omdat de hemden vroeger niet elke dag gewassen werden had men speciale vervangbare boorden (kols) om aan te brengen op het hemd.  Dit verhinderde slijtage en vervuiling.  En het was ook gemakkelijk om de das (plastrong) aan te doen.  De das was een opgemaakt exemplaar met een elastiek (rekker) zodat de knoop altijd perfect zat.  Met het geld van de mast mocht men delen van het uniform aankopen in bepaalde winkels.  Sommigen kochten er schoenen en kousen mee voor het ganse gezin… maar dat was uitzonderlijk.

2021 01 22 163801Prudent De Vent in zomeruniform op patrouille

Er waren er ook die met dat geld zwarte schoenen en kousen voor het ganse gezin kochten.

De politiemannen op straat waren ook gewapend.  Ze beschikten over een revolver en een wapenstok of  matrak die vastgemaakt was aan de stevige lederen riem.  Elke agent droeg een nummer zodat hij kon geïdentificeerd worden.  De “gradées” hadden speciale kentekens.  En in de volksmond zei men: hoe meer crème fraiche op de kepie hoe hoger de graad…

En in de zomer droegen ze mooie witte handschoenen… Dat was sierlijk en paste bij de vakantiesfeer aan zee.

De kledij werd geleverd door de lokale kleermakers op basis van een aanbesteding.  Elke politieman ging dan individueel naar de kleermaker voor een nieuw uniform.  “Hofleveranciers” waren onder meer Joseph Ackx en later Jean Medaer.

De oude garde…

Wij hebben gelukkig ook enkele oude foto’s gevonden van gekende volksfiguren.  Bijzonder is ook het tijdsgebonden uniform.  Let vooral ook op de verschillende hoofddeksel (kepies).

2021 01 22 163813Op de foto van links naar rechts:  bareelwachter van de Belgische Spoorwegen Vandierendonck, Burgemeester Edouard Troffaes en politiecommissaris Vansevenant

2021 01 22 163826

De zomeragenten – agenten in de zomer

Na de oorlog was het de gewoonte om ook een aantal mannen als zomeragent in dienst te nemen.  Later noemde men dit jobstudenten.  Nu is dit korpsversterking uit andere regio’s of van de federale politie.

2021 01 22 163845

Het politiekorps had ook een vriendenkring en dus ook een vaandel.   Voorzitter was commissaris André Dendooven, Raymond Vandierendonck was secretaris, Leon Bultinck penningmeester en Gerard Hilderson PR.  Dank zij de goede zorgen van de heer Raymond Vandierendonck wordt deze vlag bij begrafenissen nog steeds op de kist gelegd van de overledene, mits akkoord van de familie.  Een ultiem eerbetoon en een uitdrukking van het bestaande gevoel van samenhorigheid.De job van zomeragent was voor sommigen ook een springplank om effectief toe te treden tot he politiekorps.  In de zomermaanden trok met een wit plastiek over de kepie wat iets feestelijker moest zijn...

Nieuw vaandel politie  1959 – politiekorps op de trap van het stadhuis  met burgemeester de Gheldere en eregasten  procureur Vossen en de heer Kesteloot voorzitter Rechtbank Eerste Aanleg

2021 01 22 163857Inwijding vaandel 29 november 1959 met links Eduard Musschoot, vaandeldrager Victor Demeester en rechts Gerard Hilderson (foto midden)

2021 01 22 163911Nieuwe vaandel politie 1959 - politiekorps op de trap van het stadhuis met burgemeesterde Gheldere en eregasten procureur Vossen en de heer Kesteloot voorzitter Rechtbank Eerste Aanleg.

2021 01 22 163932

Victor Demeester

Begon zijn beroepscarrière als vrijwilliger in het Belgisch leger in 1945

Was meubelmaker van opleiding -Bij de politie van 1954 tot en met 1983

Hij begon als wijkagent en daarna werd hij bode en was hij behulpzaam  bij recepties en ontvangsten op het stadhuis.

2021 01 22 163956

2021 01 22 164013Eduard Musschoot- politie van 1957 tot en met 1994

Was eerste motard van het Heistse korps samen met Germain Vermeersch. Hoogtepunt was de aanhouding van een gangster na drie weken observatie in burger. Er was een poging tot ontvoering van barones Marie-Louise de Jonghe d’Ardoye in oktober 1976Eduard Musschoot – politie van 1957 tot en met 1994

2021 01 22 164024René Desmidt en Raymond Vandierendonck

René Desmidt politie van 1951 tot en met 1982.  Begon als zomeragent en dan wijkagent en carrière beëindigd als hoofdinspecteur.  Voorheen schoenmaker met winkel in de Knokkestraat.  Moest zelfstandige beroepsactiviteit en winkel stoppen wegens onverenigbaarheid met de functie van politie.

Naast hem rechts Raymond Vandierendonck.

Raymond is nog steeds de bewaarder van het vaandel van de vriendenkring en zorgt bij elke begrafenis voor het nodige eerbetoon.

 

 

2021 01 22 164038

De motards 

2021 01 22 164101Germain Vermeersch en Warten Musschoot als eerste “zwaantjes van Heist”.

Ook reeds in de jaren zestig werd het Heistse korps uitgerust met aan de tijd aangepaste voertuigen, namelijk moto’s.  Later zou men spreken van de motorbrigade.  De pioniers waren Eduard Musschoot een Germain Vermeersch.  Ze poseren graag in hun indrukwekkend leren pak.

2021 01 22 164118

 

 

 

 

2021 01 22 164130Het wagenpark van Heist in 1967 toen er nog geen sprake was van supersnelle interventiewagens of een intranet voor mobiele communicatie.   Evenmin GPS aan boord… maar men kende alle plaatsen in Heist (de GPS zat in het hoofd).

Wordt vervolgd

**********************

ZOEKTOCHT

Ook dit jaar organiseert Heyst Leeft een zoektocht om Heist-Duinbergen beter te leren  kennen.  De  formulieren zijn beschikbaar vanaf 15 juli bij Toerisme, café Albatros, ’t Gazetje, meubels Bonny en museum Sincfala.  Deelnameprijs €5.  De winnaars worden bekend gemaakt op 14 oktober in museum Sincfala.  Zie ook bericht reclameblad Eddy Druk.

Alle informatie bij Vinz Vermeille, Pannenstraat 148 Heist.

**********************

DE NIEUWE WET OP DE PRIVACY

In toepassing van de GDPR (general date protection regulation) laten wij onze leden weten dat alle namen, voornamen en adressen opgeslagen zitten in een geautomatiseerd bestand. 

Deze gegevens worden beheerd door onze secretaris Marie-Christine De Zutter. 

De gegevens worden gebruikt om u het tijdschrift toe te sturen en mailings te doen exclusief in verband met activiteiten van de heemkring Heyst Leeft. 

In geen geval worden die gebruikt voor commerciële doeleinden.  De gegevens worden ook nooit ter beschikking  gesteld van derden.  De wet is van kracht vanaf 28 maart 2018.

De politie in (van) Heist (deel 1)

André Desmidt

Heyst Leeft
2018
02
003-016
BV
2023-06-19 14:49:21