Op bezoek bij schoolkameraad Luc Wittesaele van het Hotel Royal
André Desmidt
Het hoteliersbloed stroomt duidelijk door de aderen van de familie zowel langs vaders als langs moeders zijde.
In 1937 kocht de heer Albert Vandeputte (die gehuwd was met Alice Vantorre op haar beurt de dochter van de honderdjarige Frans Vantorre…) het hotel Royal van de heer Boereboom.
We noteren toch graag dat Albert patissier was en zijn zaak deel uitmaakte van het Kursaal (kijkend naar de zee op de linkerhoek) en de zoon was van wijlen burgemeester Hector Vandeputte (van 1904 tot 1911).
Dit is de tak langs de kant van de moeder van Luc genaamd Helena Vandeputte.
Maar ook langs de zijde van de tak Wittesaele waren het hoteliers. August Wittesaele had immers het Hotel de la Marine.
Albert Vandeputte patissier
Tijdens de oorlog was er weinig ruimte voor toerisme. Erger nog in 1943 ontmantelden de Duitsers het volledige hotel. Alles werd gestolen en verwijderd tot de kranen en de buizen toe.
Onmiddellijk na de oorlog moest het hotel weer in orde gebracht worden. Wegens gebrek aan middelen gebeurde dit in fasen. In 1946 werden het gelijkvloers en de eerste verdieping in orde gebracht en gemoderniseerd.
In 1947 volgden dan de verdiepingen 2, 3, 4 en 5.
August Wittesaele in legeruniform
Inderdaad vijf verdiepingen hoewel de lift maar steeg tot aan de vierde verdieping. De bovenste verdieping was enkel bereikbaar via de trap. Op die verdieping logeerde het personeel.
In die periode was het hotel open van Pasen tot eind september. Het personeel kwam elk jaar terug en dat schepte een band met de uitbaters maar ook met de trouwe klanten die vaak kwamen voor drie tot vier weken. Tijdens de wintermaanden werd er natuurlijk niet stil gezeten want die tijd werd nuttig gebruikt om de nodige herstellingen te doen en te renoveren.
Het personeel kwam uit Heist maar ook uit de omgeving (vb de kok was een Oostendenaar).
De klanten waren vooral toeristen uit Wallonië maar ook veel Engelsen.
Later kwamen er ook veel Duitsers en dat was vooral dank zij de bemiddeling van Albert Dendooven die zich gespecialiseerd had in contacten met Duitse touroperators die Duitse toeristen in het hotel lieten logeren.
De hotelgasten kwamen aanvankelijk meestal met de trein naar het hotel. De bagage kwam met een transport van de spoorwegen in ijzeren koffers toe in het hotel.
In 1950 werd het hotel overgenomen door Victor Wittesaele en echtgenote Helena Vandeputte… die toen nog niet wisten wat er hen enkele jaren later te wachten zou staan…
Interieur hotel Royal
De storm van 1 februari 1953… voorspeld door grootvader Frans Vantorre maar toch veel zwaarder uitgevallen dan gedacht. Een combinatie van een storm uit het Noord-Westen én springtij.
Het ganse Heldenplein stond vol water evenals de kelders van het hotel. Het restaurant op het gelijkvloers stond blank en onder druk van het water waren de zware deuren tussen het restaurant en de keuken weggerukt… ze dreven op het water van het Heldenplein en konden later door vader Victor gerecupereerd worden.
De marmeren vloer was overal gebarsten en op bepaalde plaatsen warer er diepe putten.
Het water stroomde naar beneden langs de Kursaalstraat en ter hoogte van het Hotel des Bains was er een grote dijkbreuk.
Gelukkig kon de familie zorgen voor de opvang bij August Wittesaele in het Hotel de la Marine.
Luc herinnert zich natuurlijk nog levendig die bange uren en vooral de legervoertuigen en de soldaten die op vraag van burgemeester de Gheldere hulp kwamen bieden.
Maar men bleef niet bij de pakken zitten en amper enkele maanden nadien, met Pasen, was het hotel terug open.
En hoe het was als kind van een hotelier ? Heel eenvoudig, elk seizoen was het werken in de zaak. De kinderen kregen zo een opleiding in de Horeca en waren meteen ook goedkope werkkrachten.
Er werd opgediend, afgewassen of geholpen bij de room-service.
Vakantie was dus geen tijd om op reis te gaan maar om te werken. De eerste reis van Luc was pas op achtienjarige leeftijd naar Parijs en Londen.
Zoals eerder al vermeld had men een vaste equipe om mee samen te werken wat een goede band schepte zowel met de directie als met de klanten.
Victor Wittesaele had de eerste overdekte terras van Heist en daar kwamen veel “passanten” naar toe die bediend werden door de kinderen.
Tot het einde van de jaren zestig waren er geen personeelsproblemen want men kon rekenen op de vaste ploeg en die mensen werkten trouw en plichtsbewust en zeer gemotiveerd.
Maar toen veranderde de Oostendse kok van werk en volgden meerdere andere koks. Ook om aan ander personeel te geraken werd het moeilijker en had men dan al iemand gevonden dan was er steeds een risico op drankmisbruik of diefstallen. Er waren ook meer en meer plantrekkers.
En daarbij kwam dan nog dat de duur van de vakanties steeds korter werd. (nvdr momenteel is de duur van een hotelverblijf amper 3 nachten).
Vader Victor had zeer goede contacten met de hotelschool Spermalie (waar de kleinzoon nu school loopt) en zo kwamen er steeds stagiaires (meestal meisjes) naar het hotel.
Eind jaren zestig betaalde men tussen de 500 en de 700 Belgische frank voor een overnachting in een tweepersoonskamer vol pension. In die tijd betaalde men amper 5 frank voor een kilo mosselen (nu €7 of 280 frank !!!).
Dank zij het werken in het hotel waren de kinderen niet alleen perfect tweetalig maar ook meertalig.
Zoals bij de aanvang gesteld stroomt het hotelbloed door de aderen van de familie. Een zoon is nu hotelmanager in Stockholm en een kleinzoon studeert aan de hotelschool Spermalie te Brugge.
In 1974 werd het Hotel Royal verkocht voor een immobliënproject. Enkele jaren voordien was het Hotel de la Plage van de familie Van Isacker (de buren) afgebroken en vele jaren lang bleef de bouwput onaangeroerd. Dus niet ideaal om daarnaast een hotel te runnen.
De enige herinnering aan het vroegere hotel is nu de Pub Royal met naamverwijzing naar het hotel van de familie Wittesaele.