Knokke (zie tabel 9)

rdp201802p095 104 page10 image1Figuur 37. Gedenkzuil voor de militaire slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, Burgemeester Frans Desmidtplein, Knokke
© Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago

Het monument voor de militaire slachtoffers op het Burgemeester Frans Desmidtplein in Knokke (figuur 37) is ontworpen in de vorm van een hoge naar boven toe versmallende gedenkzuil uit hardsteen die op een sokkel op een aarden heuveltje, omgeven door een hardstenen muurtje met Art-Deco versieringselementen, staat[1]. De vierkante hoekig geprofileerde sokkel rust op twee treden en is opgebouwd uit geometrische vlakken. Steunmuren met onderaan uitgebogen zijden ondersteunen de zuil. In de vier aldus gevormde nissen staan grote bronzen beelden van soldaten met afgewend hoofd, in volledige uitrusting en met het geweer in rust en de loop naar boven. Deze vier wakende soldaten, in de vier windrichtingen kijkend, hebben vooral een aspect van eerbetoon en daarnaast een funerair aspect, wat af te leiden is aan hun volledige uitrusting met de loop van hun geweer naar boven gericht en hun houding met afgewend hoofd[2]. Op de voorkant van de zuil (zuidzijde) staat de tekst “Aan onze helden” en op de achterkant (noordzijde) “A nos héros”. Op de linkerkant (oostzijde) staan de namen van de slachtoffers. Op de voorkant van de sokkel staat het opschrift “Voor recht en vrijheid’ en op de achterkant “Pour le droit et la liberté”. Zowel op de oost- en de westzijde van de sokkel staat “1914­1918’ en op de westzijde bevindt zich het wapenschild van Knokke in brons. 

Al kort na de Eerste Wereldoorlog werden er in Knokke initiatieven genomen voor het oprichten van een gedenkteken als eerbetoon voor de gesneuvelde soldaten (figuur 38). Nadat het gemeentebestuur van Knokke had beslist om een monument op te richten werd op 1 september 1920 een maquette voor het monument van de hand van beeldhouwer Godefried De Vreese voorgesteld aan het publiek[3].

rdp201802p095 104 page10 image2Figuur 38. Affiche met een oproep voor een vergadering op 23 februari 1919 in Hotel De Zwaan tot het stichten van een uitvoerend comité voor het oprichten van een gedenkteken voor de gesneuvelde soldaten van Knokke tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Uitgegeven door de toneelgilde “Willen is Kunnen” 
© Collectie Museum Sincfala Knokke-Heist

Op 6 september 1920 deelde het Comité voor de oprichting van het monument aan het gemeentebestuur van Knokke mee dat er reeds 12.000 fr. van de voorziene 65.000 fr. werd ingezameld en dat men hoopte om 15.000 fr. bijeen te krijgen. De gemeente kende een subsidie toe van 30.000 fr. en vroeg een bijdrage aan de Provincie. Die reageerde hier echter op 18 december 1920 negatief op. Was dit de reden waarom men van het ontwerp van De Vreese afzag, of was er een andere reden? Dit is niet bekend[4]. In maart 1921 werd er door het gemeentebestuur een openbare wedstrijd uitgeschreven onder Belgische kunstenaars, waarvoor de inzendingen vóór 5 juni moesten ingediend worden. Zestien ontwerpen werden ingestuurd. Uit verslagen van de Provinciale Commissie voor Monumenten en Landschappen blijkt dat er in een vergadering op 30 januari 1922 met veel lof gesproken werd over het ontwerp van de toen nog jonge architect Léon Stynen. Men noemde het een ontwerp dat "...een indruk van eenvoud en grootheid uitademt die wij geenszins in andere gelijkaardige ontwerpen aantreffen...". Het advies van de Commissie was evenwel niet bindend[5]. Uiteindelijk werd het ontwerp in samenwerking met beeldhouwer Guillaume Dumont goedgekeurd[6].

De ontwerper van het monument, architect Léon Stynen (Antwerpen, 1899 - Antwerpen, 1990), was een belangrijke en gezaghebbende exponent van het modernisme in België. Zijn roem stoelt niet alleen op de kwaliteit van zijn werk, maar ook op zijn rol in het onderwijs en de organisatie van het architectenberoep. Weinig Belgische architecten hebben een zo opvallend, omvangrijk en verscheiden oeuvre nagelaten als hij. Stynen kreeg zijn opleiding aan de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (1915-1922). Hij begon zijn carrière met enkele wedstrijdontwerpen. Voor een ontwerp voor een theater behaalde hij in 1922 de driejaarlijkse prijs van de Koninklijke Maatschappij der Bouwmeesters van Antwerpen. Hij deed ook mee aan een wedstrijd voor een oorlogsmonument in Antwerpen (1922). Naast de gedenkzuil voor Knokke werd ook zijn ontwerp voor het casino van Knokke voor uitvoering bekroond (1925). Hij verwezenlijkte verder cottages en art deco-woningen, -winkelhuizen en -appartementsgebouwen in Antwerpen, Knokke en Brussel. Ook de plannen voor een nieuwbouw van het casino van Blankenberge (1932-1934) en voor het Casino-Kursaal van Oostende (1950-1952) zijn van zijn hand[7].

De gedenkzuil werd gerealiseerd in 1922 door de firma Rousseau uit Brugge (figuur 39 en 40). De bronzen beelden zijn van de hand van Guillaume Dumont, verkeerdelijk vermeld als "Dupont" op het identificatieplaatje, aangebracht op de oostelijke zijde van het aarden heuveltje waarop het gedenkteken staat[8] en
werden gegoten bij de gieterij Juliers[9]. Een deel van de kosten voor de uitvoering werd betaald met de toegangsgelden van de Willem II-batterij, die toen als militair museum werd uitgebaat[10].

rdp201802p095 104 page10 image4Figuur 39. Het bouwen van het monument (uit: De Knokse gesneuvelden tijdens de 1e Wereldoorlog, Cnocke is Hier,
jaargang 1986, nr. 23, p. 89)

rdp201802p095 104 page10 image3Figuur 40. Bouw van het monument (uit: D’Hondt A, Dagklapper uit knokke,tweede deel, Hoe het groeide en bloeide te Knokke, Lannoo, Tielt, 1976, p. 272)

Op 11 juni 1922 werd het gedenkteken op de toenmalige Elisabethplaats[11] onthuld. Ter gelegenheid hiervan liet meester Benoit De Langhe in het Brugsch Handelsblad een lang gedicht verschijnen, met o.a. "En zien w'uw heidenlijven nimmer weer, Uw geest ligt vruchtbaar in ons harten neer."[12]

De dag begon in de Sint-Margarethakerk, waar in 1918 een gedenksteen met de naam der gevallenen ingemetseld was, met een mis waarin legeraalmoezenier Dumon het gelegenheidssermoen hield. Daarna werd op het kerkhof bij de graven van de gesneuvelden een groet gebracht door onderwijzer D'Hoedt. In de namiddag trok men in stoet naar het monument op het nieuwe plein dat van de Lippenslaan naar de Elisabethlaan leidde (figuur 41). Hier droeg Arthur Landsoght, voorzitter van het gedenktekencomité, het monument over aan burgemeester De Klerck en werden er verscheidene toespraken gehouden, o.a. door toenmalig schepen Frans Desmidt.

rdp201802p095 104 page10 image5Figuur 41. De optocht op de Lippenslaan naar de Elisabethplaats voor de onthulling van het oorlogsgedenkteken (uit: De Knokse gesneuvelden tijdens de 1e Wereldoorlog, Cnocke is Hier, jaargang 1986, nr. 23, p. 90)

Onder leiding van Lucien Vervarcke werd door de leerlingen van de gemeenteschool in spreekkoor het gedicht “Huldegroet aan onze Doden” van Ward Vervarcke voorgedragen[13]. Ook werd het gedicht "Het Knoksche Volk aan zijn Doden'' van Benoit De Langhe voorgedragen door Camiel Degraeve, leerling van de hoogste klas[14]

De gedenkzuil werd beschermd als monument bij ministerieel besluit van 15 oktober 2003 en werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed op 14 september 2009[15].

In opdracht van het gemeentebestuur Knokke-Heist werd het monument in 2013 schoongemaakt en hersteld in zijn oude glorie in het vooruitzicht van de herdenkingsplechtigheden van 100 jaar Wereldoorlog I. Door de tand des tijds waren barsten ontstaan in de arduinen voet. Die werden volledig hersteld[16].

Op de zuil staan twaalf namen van militaire slachtoffers (tabel 9, figuur 42). Drie ervan hadden een andere officiële woonplaats dan Knokke. Eén hiervan (met woonplaats Sint-Jans-Molenbeek) was wel in Knokke geboren en een andere (woonplaats Brugge) was de zoon van een gasthofhouder in Knokke[17]. De gemiddelde leeftijd is 26,6 jaar. De jongste was 20 jaar en de oudste 36 jaar. Vier van hen waren gehuwd. Zeven zijn overleden in België, drie in Frankrijk, één in Duitsland en één in Nederland. Twee soldaten zijn overleden na 11 november 1918. Zeven zijn overleden aan verwondingen en vijf ten gevolge van een ziekte.

Er waren acht dienstplichtige miliciens, twee oorlogsvrijwilligers en twee beroepsvrijwilligers. Er was een onderluitenant-vlieger-waarnemer en een luitenant-apotheker bij. Acht militairen dienden bij verschillende linieregimenten. Van de vier anderen behoorden er telkens één bij de artillerie, de militaire luchtvaart, een hospitalisatie-eenheid en bij het vervoerkorps.

Er staan op het monument ook drie namen van burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog uit Knokke.

Drie overleden militairen met als officiële woonplaats Knokke staan niet vermeld op het monument. Dit zijn:

  • D'Hondt Joseph Bernard, soldaat tweede klasse, milicien lichting 1914; 4de Linieregiment, 3de compagnie; geboren en wonende te Knokke; overleden op 28 september 1918 op 24 jarige leeftijd in het Houthulstbos; als vermist opgegeven en graf onbekend[18];
  • Vanhamme René Désiré, soldaat tweede klasse, oorlogsvrijwilliger; 4de (24) linieregiment, 1ste bataljon, 1ste compagnie; geboren te Merelbeke en wonende te Knokke; overleden tussen 27 september en 5 oktober 1914 te Walem (Mechelen) aan verwondingen op 26 jarige leeftijd[19];
  • Vermeulen Gaston Marie Joseph, soldaat eerste klasse, oorlogsvrijwilliger bij het Centre d'Instruction des Auxiliaires; geboren te Antwerpen en wonende te Knokke; overleden op 12 februari 1917 te Eu (Frankrijk) op 31 jarige leeftijd aan een ziekte (longontsteking)[20].

rdp201802p095 104 page10 image6Figuur 42. De oorlogsslachtoffers van Knokke, voorkant van een rouwkaart tot "Aandenken aan den plechtigen lijkdienst tot ziellafenis onze helden” 
© Collectie Museum Sincfala, Knokke-Heist

Opmerkelijk is ook dat er twee Belgische militairen overleden zijn in Knokke tijdens de Eerste Wereldoorlog. Jules Henri Joseph Lefèvre, soldaat tweede klasse, milicien van de lichting 1907, 9de (29) linieregiment, geboren en wonende te Jumet is op 27 jarige leeftijd overleden te Knokke, in Hotel Littoral in de Lippenslaan, op 13 oktober 1914 aan verwondingen[21]. En Rene Deplukker, soldaat bij het 23ste Linieregiment, 3/1 (9 Cie), geboren te Sinaai en wonende in Vorst, overleed kort na de oorlog op 20 december 1918 op 29 jarige leeftijd in Knokke ten gevolge van een verdrinkingsongeval[22].

Over het overlijden van onderluitenant-vlieger-waarnemer Max Roland, geboren te Hyon (deelgemeente van Mons) op 26 januari 1895, zijn meer details bekend. Hij was de zoon van Max Theodore Roland (geboren in 1865) en Eugenie Delaue (geboren in 1872) die in de huidige Leopoldlaan een gasthof uitbaatten[23]. Hij liep school in het Sint-Leocollege te Brugge[24]. Op 3 oktober 1918 werd een vlucht van het 4de Smaldeel bestaande uit twee Spad XI fotoverkenners[25] vergezeld van twee Sopwith Camel escortejagers[26] uitgezonden om foto’s te nemen in een gebied ten noorden van Roeselare. De Spad bestuurd door luitenant-vlieger Albert Gisseleire (geboren te Brussel op 31 december 1895) en met Max Roland als waarnemer aan boord (figuur 43) had in de loop van de voormiddag motorproblemen ondervonden. Hierdoor was er vooraf afgesproken dat het toestel bij de minste nieuwe problemen boven de Belgische linies zou blijven terwijl de andere drie toestellen verder zouden vliegen naar Roeselare. Het toestel bleef nukkig en Gisseleire bleef boven het Belgische front. Boven Colliemolenhoek in Oostnieuwkerke echter werd hij verrast door een dozijn Duitse Fokkers[27]. In de zeer ongelijke strijd slaagde de bemanning er nog in één van de aanvallers neer te halen, maar de Belgen moesten uiteindelijk de duimen leggen. Piloot Gisseleire kreeg een kogel in het hoofd en het vliegtuig met zijn waarnemer Max Roland aan boord, stortte neer. Beiden liggen op de begraafplaats van De Panne begraven[28]. Max Roland heeft als waarnemer minstens 135 oorlogsvluchten uitgevoerd en was drager van zeven frontstrepen[29].

De naam van Max Roland staat ook op het monument van Brugge (tabel 15A).

rdp201802p095 104 page10 image7Figuur 43. Max Roland en Albert Gisseleire aan een Spad XI (coll. Georges Lecomte via Laure Gisseleire)

Vroeger bevond zich in de ingangshal van het Gemeentehuis van Knokke, op het Alfred Verweeplein, nog een “Memento” voor de militaire slachtoffers uit W.0. I[30]. Het betrof een rechthoekig memento op papier, achter glas met een geprofileerde, vergulde en beschilderde omlijsting met 13 foto’s van slachtoffers, omgeven door een zwarte band. Bovenaan in een banderol die versierd is met palmtakken staat de tekst “Voor het Vaderland Gesneuvelde Helden’ en daaronder “Knocke A/Z en “1914-1918’. Gans onderaan staat eveneens in een banderol met palmtakken: “Hulde en Dankbaarheid der Gemeente”. Het kader had de afmetingen van 74 cm x 59 cm (figuur 44). Het memento werd uitgevoerd door de Drukkerij “Brugsh Handelsblad”, Eeckhoutstraat 8 te Brugge.

rdp201802p095 104 page10 image8Figuur 44. “Memento” voor de militaire slachtoffers uit W.0.1 © Collectie Museum Sincfala Knokke-Heist

Tabel 9 Knokke (Knokke-Heist)

 

Naam

Voornaam

L

BS

Overlijdensplaats

Datum

Doodsoorzaak

Eenheid

Graad-hoedanigheid

Lambert

Raoul

Oscar

30

G

Antwerpen

1914-10-09

verwondingen

4 linie-6 Bn--3 Cie

sold-mil-2 kl-1904

Savels

Leopold

21

0

Adinkerke

1915-06-14

schrapnels in het hoofd

14 linie-1 Bn-1 Cie

sold-mil-2 kl-1914

Van Damme

Leopold

26

0

Altengrabow

(Duitsland)

1915-09-01

tyfus

11 linie-1 Bn-3 Cie

sold-mil-2 kl-1909

Waeghe

Raymond

20

0

Kaaskerke

1916-02-03

gesneuveld

10 linie-2 Bn-6 Cie

sold-OV-2 kl

Vansnick

René

30

G

Villefranche-sur- Mer (Frankrijk)

1917-03-08

longziekte

5 DA (Division d'Armée)-2 sectie hospitalisatie

luitenant-apotheker-3 kl

Bassens

Pieter

23

0

Kaaskerke

1917-09-22

kogel in het hoofd (schedelbreuk)

23 linie-3 Bn-11 Cie

sold-mil-1914-klaroen

De Munter

Pieter

31

G

Alveringem

(Fortem)

1917-10-09

obusscherven

16 linie-1 Bn-1 Cie

sold-CS-mil-2 kl-1916

Fournier

Cyriel

23

0

Kaaskerke

1917-10-26

kogel

4 linie-1 Bn-1 Cie

sold-mil-2 kl-1914

Roland

Max

23

0

Oostnieuwkerke

1918-10-03

neergeschoten

(schedelbreuk)

militaire luchtvaart-4 smaldeel

hulponderluitenant-

vlieger-waarnemer

Meysman

Sebastiaan

28

0

Calais (Frankrijk

1918-10-27

griep en longontsteking

6 vervoerkorps-DA-7 Cie

sold-OV-2 kl-1915

Baute

Bernard

36

G

Harderwijk

(Nederland)

1918-11-17

longontsteking

5 linie-3 Bn-12 Cie

sold-mil-2 kl-1902

Neyts

Julius

28

0

Eu (Frankrijk)

1918-12-09

bronchitis

7 artillerie-1 Bij

sold-mil-1 kl-1910

Voetnoten

[1]     JACOBS M., Zij die vielen als helden.., deel 2, o.c., p.176

[2]     JACOBS M., Zij die vielen als helden.., deel 1, o.c., p.120

[3]     Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Gedenkzuil militaire slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58640 (geraadpleegd op 18 juni 2018)

[4]     JACOBS M., Zij die vielen als helden.., deel 2, o.c., p.177

[5]     JACOBS M., Zij die vielen als helden.., deel 2, o.c., p.177

[6]     Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Gedenkzuil militaire slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58640 (geraadpleegd op 18 juni 2018)

[7]     Agentschap Onroerend Erfgoed: Stynen, Léon [online],

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/persoon/4663 (geraadpleegd op 18 juni 2018)

[8]     Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Gedenkzuil militaire slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58640 (geraadpleegd op 18 juni 2018))

[9]     Lannoy D, Tachtigste verjaardag van de Nationale Strijdersbond Afdeling Knokke - 1919-1999, Geschiedkundige toespraak. Cnocke is Hier, Jaargang 1999, nr. 36, p.19

[10]    Lannoy D., Het Knokke van toen, 1985, p. 99-100

[11]    Het huidige Burgemeester Frans Desmidtplein heette tot 1930 “Elisabethplaats” en daarna tot 1947 “Eeuwfeestplaats” om dan vernoemd te worden naar burgemeester Frans Desmidt; Calderon A., Historiek der straten van Knokke-Heist, deel 1: A-L; Het Streekboek, Nieuwkerken-Waas, 2005, p.98

[12]    D'Hondt A., Dagklapper uit knokke, tweede deel, Hoe het groeide en bloeide te Knokke, Lannoo, Tielt, 1976, p. 273

[13]    De Knokse gesneuvelden tijdens de 1e Wereldoorlog, Cnocke is Hier, jaargang 1986, nr. 23, p. 89-90

[14]    D'Hondt A., Dagklapper uit knokke, tweede deel, Hoe het groeide en bloeide te Knokke, Lannoo, Tielt, 1976, p. 274

[15]    Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Gedenkzuil militaire slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58640 (geraadpleegd op 18 juni 2018)

[16]    Metamorfose voor WOI-monumenten Knokke-Heist, KH Vandaag, 17 januari, 2014; http://www.knokke-heist.be/nieuws/metamorfose-voor-woi-monumenten-knokke-heist (geraadpleegd op 17 maart 2018)

[17]    Binnenzijde van het herdenkingskaartje met de foto's van de gesneuvelden 1914-1918; Cnocke is Hier, Jaargang 1999, Nummer 36, p. 23

[18]    Belgian War Dead Register, https://www.wardeadregister.be/nl/dead- person?idPersonne=16245

[19]    BS    Knokke,     overlijdensakten 1925,     nr.64;     Belgian     War Dead     Register,

https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=45472

[20]    BS    Knokke, overlijdensakten 1923, nr.20; Belgian War Dead     Register,

https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=46973

[21]    BS Knokke, overlijdensakten 1914,  nr.48; Belgian War Dead Register,

https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=26415

[22]    Belgian War Dead Register, https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=11095

[23]    Binnenzijde van het herdenkingskaartje met de foto’s van de gesneuvelden 1914-1918, Cnocke is Hier, Jaargang 1999, nr. 036, p. 23

[24]    In Flanders Field Museum,

https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=603EB804-297B-11D2-B12B-BE2CDE1F7030

[25]    De SPAD S.XI was een Frans verkenningsvliegtuig dat in 1917 werd ontworpen door Louis Béchereau, hoofdontwerper van SPAD. Het toestel kreeg een tweede man - de schutter en verkenner - achter de piloot. Het toestel had de beschikking over een voorwaartsvurend luchtgekoeld Vickers machinegeweer; de schutter werd voorzien van een Lewis Mk.III machinegeweer. In totaal werden 1000 exemplaren van het toetsel gebouwd. Door aanhoudende problemen werd de S.XI al snel vervangen door de SPAD S.XVI in de herfst van 1918. SPAD S.XI; http://www.forumeerstewereldoorlog.nl/wiki/index.php/SPAD_S.XI

[26]    De Sopwith Camel (Kameel) was een Brits eenpersoons gevechtsvliegtuig, beroemd om zijn wendbaarheid. Het werd geproduceerd door de Sopwith Aviation Company. De kap over de twee 7.7 mm Vickers mitrailleurs zorgde voor een bult vóór de cockpit, waardoor hij de naam Camel kreeg. De Camel werd in juni 1917 in dienst genomen en er werden naar schatting 5500 exemplaren geproduceerd. Door behendige piloten was de Sopwith Camel één van de bekendste geallieerde vliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog; http://www.forumeerstewereldoorlog.nl/wiki/index.php/Sopwith_Camel

[27]    Een Duits jachtvliegtuig geproduceerd door Fokker Aircraft; http://www.wereldoorlog1418.nl/berlijn/deel-06-luchtmacht/index.html#03

[28]    Spad 11 bij Oostnieuwkerke - Albert Gisseleire en Max Roland. Vereniging voor Belgische historische luchtvaart; https://www.luchtvaartgeschiedenis.be/content/spad-11-bij-oostnieuwkerke-albert-gisseleire-en-max-roland

[29]    Lambrecht E., Knokke & Westkapelle in de Grote Oorlog, De Klaproos, Brugge, 2014, p. 198

[30]    JACOBS M., Zij die vielen als helden.., deel 2, o.c., p.175

WO I in de Zwinstreek - Knokke

Marc De Meester en Eric Huys

Rond de poldertorens
2018
02
095-104
BV
2023-06-19 14:50:19