Biografie René De Keyser
Jos Rau
In Oostkerke bij Damme, midden in de wereldoorlog maar samen met een nieuwe lente, werd de heer René De Keyser geboren op 21 maart 1916.
Hij liep school op zijn gemeente. En reeds in 1931 trad hij in dienst als hovenier bij de heer Jean van Caillie op het kasteel „De Polderhoek" in Sint-Kruis. Op de vrije dagen volgde hij de lessen aan de Staats Tijdelijke Tuinbouwschool in Brugge; en daar behaalde hij met grote onderscheiding het getuigschrift van Vakkundig Tuinbouwonderwijs in 1933, Het jaar daarop trok hij naar Gent en verwierf aldaar in de Tuinbouwschool, voor een middenjury, het diploma van hovenier. Sedertdien bleef hij zich vervolmaken in de kennis van bloemen en bomen.
Zoals de meeste jonge mannen volbracht René De Keyser zijn militaire dienst: voor hem was het bij het 9de Linieregiment in Brussel. Gemobiliseerd in 1939, kwam hij zonder al te veel letsel uit de korte oorlog terug in Oostkerke.
Allemaal heel gewoon zal men zeggen. Zeker... en niets om er een boek over te schrijven, of om buiten je stille poldergemeente bekendheid te verwerven, maar...
Ondertussen was er iets gebeurd, dat, op intellectueel en sociaal gebied een grote invloed zou hebben op het verdere leven van René De Keyzer: op de eerste april 1939 trad hij in dienst als hovenier bij baron Jo van der Elst op het kasteel van Oostkerke.
Nog hetzelfde jaar liet baron van der Elst een nieuw park aanleggen en daarbij kwamen de fundamenten bloot van het oude donjon, van de ringmuren en van de hoektorens van het middeleeuws kasteel.
René zelf zegt: „Mijn belangstelling voor Geschiedenis en Heemkunde begon al in de lagere school, bij meester Schutyeser, maar groeide breed open toen ik hovenier werd op het kasteel!
De archeologische vondsten waren daar zeker niet vreemd aan. Hij verlangde meer te weten over het verleden van Oostkerke en hij begon aan een opsporingswerk dat op de dag van vandaag nog verre van stil ligt
René getuigt: „Het verlangen om meer te weten over de geschiedenis van het kasteel van Oostkerke én van Oostkerke en omgeving in 't algemeen, bracht mij bij meester Raymond Vandenberghe in Damme, de meest uitnemende geschiedenisvorser voor onze streek. Door hem kwam ik op het Rijksarchief in Brugge terecht bij dr. Jos De Smet, in de Stadsbibliotheek aldaar bij Walter Bossier, en in het Stadsarchief bij Albert Schouteet. Reeds heel vroeg, nl. in 1947, had ik op aanwijzing van Maurits van Coppenolle, een abonnement op „Ons Heem" en daardoor kwam ik in kennis met aalmoezenier Antoon Lowyck".
Toevallig was het zo dat ondergetekende al sedert de jaren '30 bevriend was én met dr. De Smet én met Walter Bossier én met Albert Schouteet én mét Maurits Van Coppenolle. De eerste drie van deze heren zouden ons later meer dan eens hun achting uitdrukken en hun bewondering voor het werk en voor de kennis en voor het klaar inzicht van René De Keyser op het gebied van de lokale geschiedenis. Met Maurits hadden wij samengewerkt bij het uitstippelen van een wandelpad, het „van Maerlantpad", op Damme, Oostkerke, Monnikenrede en Hoeke ... maar René De Keyser hadden we toen nog niet ontmoet.
Onze eerste ontmoeting met René gebeurde in 1954. De heropgebouwde monumentale kerk van Oostkerke werd plechtig in gebruik genomen. En ter dier gelegenheid trok door de straten van het dorp een „Historische Stoet" waarover iedereen verbluft stond: hoe was het mogelijk voor z'n kleine, afgelegen gemeente, op zulk een kunstvolle praalstoet te ontwerpen en uit te bouwen!
Dat was mogelijk geweest omdat René De Keyser op Oostkerke woonde: hij nam het initiatief, maakt het schema op en bouwde het uit; Raymond Vandenberghe gaf historisch advies en baron van der Eist steunde financieel. Die dag ontmoette ondergetekende, meen ik, voor het eerst René.
In die jaren '50 kwamen wij in contact met Willy Theerens, die de activiteiten van het Davidsfonds in Westkapelle, een specifiek heemkundige richting gaf in voordrachten en geleide wandelingen. Ook daar was René De Keyser thuis. Zo ontstond een kleine kern: R. Vandenberghe, R. De Keyser, W. Theerens, A. Lowyck en ondergetekende. Zij werden met enkele anderen door aalmoezenier A. Lowyck (eindopsteller van „Ons Heem") in Oostkerke samengebracht en zij stichtten daar, - zonder het zelf goed te weten - de „Kring voor Geschiedenis en Heemkunde Sint-Guthago". Elk van ons was er van overtuigd dat de aangewezen voorzitter van die heemkundige kring niemand beter kon zijn, dan René De Keyser. Dat gebeurde in 1959. René is nog steeds voorzitter en voor de 400 leden onvervangbaar.
De bibliografie die in onderhavig huldealbum is samengebracht, geeft een gedacht van de talentvolle bedrijvigheid van de heer René De Keyser. Niet te verwonderen dat hij ver buiten Oostkerke bekendheid en waardering heeft verworven. .
Bij de aanpassing van de straatnamen voor de gefusioneerde gemeenten Knokke, Heist, Westkapelle en Ramskapelle werd hij terdege geraadpleegd. Voor de straatnamen van Groot-Damme (waarbij o.m. Oostkerke, Hoeke, Lapscheure en Moerkerke) kunnen we zeggen dat een overgroot deel werden aangepast volgens adviezen van René De Keyser.
Zeer dikwijls komen competente lieden uit Vlaanderen of uit Nederland, evenals menig universiteitsstudent, hun licht opsteken of een interessant gesprek voeren met René De Keyser ... en René spreekt even gemakkelijk en met evenveel kennis van zaken over archeologische vondsten, over de lokale Heilige Guthago, over een familie de Baenst, over de evolutie van het Zwin, over de indijkingen en de ontwatering van de polders, over de feodale leengoederen, over de schuttersgilden, en over nog een half dozijn onderwerpen aangaande Oostkerke en omgeving.
De heer René De Keyser is met pensioen als hovenier - tuinbouwkundige, maar zeker niet als heemkundige. Daarenboven blijft hij wat hij reeds veertig jaar was, de vertrouwensman van de familie van der Elst voor alles wat het kasteel van Oostkerke aangaat. Wel terecht noemde Noël Geirnaert hem onlangs „Conservator" van dit historisch kasteel.