De vissershaven wordt in 1906 gegraven. Het is aanvankelijk een dok van 150 meter lang en 80 meter breed. De oevers hebben een stenen glooiing. In het oosten ligt een staketsel van 100 meter lang. Er komt een kalfaterbank, voor het herstellen en opknappen van schepen. Vanaf 1907 verhuizen de Heistse vissers stilaan hun schuiten van het strand naar de nieuwe vissershaven. In de schuilhaven is plaats voor 40 van hun boten.

De visserij na WO-I
In 1920 telt de Zeebrugse/Heistse vissersvloot 82 schepen. De eerste uitbreidingswerken van de vissershaven starten al in 1928. Cafés en de handel floreren. In 1933 wordt het Noorddok gegraven en voorzien van een kaaimuur van 200 meter . Nog een jaar later laat de stad Brugge een vismijn en een reeks magazijnen bouwen, met verbinding op de spoorweg.

In 1936 start de bouw van een kaaimuur van 280 meter langs het Noorddok. Nauwelijks een jaar later gaat de nieuwe baan Zeebrugge-Heist open. De vismijn wordt vergroot van 90 naar 156 meter . Op 10 mei 1940 zijn de werken klaar voor het vergroten van de kalfaterbank. Aan de vooravond van de oorlog telt de Zeebrugse vissersvloot 147 schepen.

visserij1_web_klein

visserij2_web_klein

visserij3_web_klein

visserij4_web_klein

visserij5_web_klein