strand_landkaartTot aan de opkomst van het toerisme was het strand economisch onrendabel en bijgevolg ook minder belangrijk voor de mens.

Na het ontstaan van Koudekerke op het einde van de 12de eeuw, verhuisde de vissersbevolking steeds meer noordelijk, om hun huizen te bouwen dicht bij het strand waar hun vissersboten lagen.  Zo ontstond Heis(t), dicht bij het strand en beschermd door de Noorddijk.  Door stormen op het einde van de 13de eeuw, kende men enkele grote dijkbreuken en waren de Heistenaren verplicht om een inlaagdijk te bouwen die een kleine honderd meter landinwaarts lag en het dorp achteruit te verhuizen. 

Onder het huidige strand van Heist moeten dan ook nog resten te vinden zijn van het middeleeuwse Heis(t). Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) verdween de visserij uit Heist en daarmee ook de boten op het strand.

Alle aanwassen en voordijkse gronden behoorden aan de Graaf van Vlaanderen.  Dat impliceerde dat ook alles wat op het strand aanspoelde als scheepswrakken, visgerief en netten, over boord geslagen koopwaar, wrakhout, .. eigendom werden van de Graaf (het zgn. lagaanrecht).  Van de eerlijke vinder of strandjutter werd verondersteld dat hij de vondsten ging aangeven bij de baljuw.  De gevonden voorwerpen werden door de baljuw in Brugge openbaar verkocht en de vinder ontving dan de heft van de opbrengsten.  Waarschijnlijk omdat de Graaf de kustbewoners nietsserij uit Heist en daardoorzen voor 100% vertrouwde, stelde hij zelf ook nog een officiële stranddrifter aan.

Vanaf het eind van de 18de eeuw kende de Heistse visserij een tweede bloei.  Op het strand lagen tegen het eind van de 19de eeuw tientallen vissersboten die een aangename attractie vormden voor de eerste toeristen. 

De kustgemeenten van de oostkust zagen zeer vlug de economische mogelijkheden van het opkomend toerisme in.  Het vroegste toerisme concentreerde zich hoofdzakelijk op de nieuw gebouwde stenen zeedijk (in Heist vanaf 1865 en in Knokke vanaf 1889) die als promenade dienst deed.

Ondertussen stelde men ook de eerste toeristische strandactiviteiten vast.  In 1857 stemde de gemeenteraad van Heist een eerste reglement ivm het zeebaden.  Op het strand van Knokke verschenen de eerste badkarren in 1883.

Een ongeluk bracht geluk.  Na de Eerste Wereldoorlog werd de stenen dijk in Knokke gedeeltelijk beschadigd door enkele grote stormen.  Men besloot een nieuwe dijk te bouwen die iets landinwaarts lag.  Hierdoor ontstond in de jaren '20 de prachtige baai van het Albertstrand. 

Het strandleven werd steeds geanimeerder. Zeker vanaf de jaren '30 wanneer het zonnebaden in gebruik kwam. (FT)

Terug