Lamsoor is een bijzonder typische schorrenplant. Dat zijn plantengemeenschappen die bestand zijn tegen rechtstreekse zoutwaterinvloed. De meeste schorrenplanten vind je trouwens praktisch nooit in een ander biotoop.
Lamsoor is bij ons vooral bekend onder de naam "zwinneblomme". In ons land tref je deze plant nog enkel aan in het reservaat van de IJzermonding en in het Zwin. Vanaf half juli, doch vooral in augustus, bloeit deze schitterende plant. Dan is het Zwin zowat omgetoverd in één uitgestrekte paarse vlakte. De bloemen zijn erg nectarrijk.
Je treft er dan ook bijzonder veel insecten aan: hommels, sociale en solitaire bijensoorten, zweefvliegen en bijzonder veel vlinders.
De bladeren hebben de vorm van het oor van een lam, vandaar trouwens zijn naam. In Nederland wordt "lamsoor" ook als groente gegeten, vooral bij visbereidingen. Dat betreft dan wel de bladeren van een andere schorrenplant, namelijk de Zulte of Zeeaster. Wie, per ongeluk, blaadjes van de echte Lamsoor plukt en deze kookt houdt er een taaie vezelige groente aan over. De blaadjes van de Zeeaster zijn anders wel echt een delicatesse.
Tot voor een 20-tal jaar werd het plukken van een klein tuiltje Lamsoor toegelaten. Deze is namelijk ook bekend als strobloem. Gelukkig is dit gebruik nu niet meer toegestaan; dit past trouwens ook niet in een echt natuurreservaat. (GB)